UNIEK IN DE WERELD Hoe het nog net kan en hoe het eigenlijk zou moeten GRONDTECHNISCHE DIENST RÈILEN EN ZEILEN VAN TWEE NIEUWE ZEIST— De KNVB is een organisatie, die in voetbalminnend Nederland onder enige twijfel geen nadere introductie behoeft. De zo nu en dan tamelijke markantegebeurtenissen in en rondom het bondsbureau - schitterend gelegen temiddenvan weelderige bossen nabij Zeist - zijn doorgaans genoegzaam aan den volke bekend. In dat gebouwencomplex is een afdeling ondergebracht, die over het algemeen aanmerkelijk minder snel op de voorgrond pleegt te treden. Integendeel, de altijd onverbiddelijke schijnwerpers concentreren zich veeleer op andere - inderdaad misschien wel enigszins nader tot de verbeelding sprekende - lokaties dan de grondtechnische dienst, die in de loop der jaren onder de bezielende leiding van ing. H. A. Bremekamp is uitgegroeid tot een onmisbare en niet meer weg te denken schakel in het grote geheel. H Een relatief bezien vrij klein groepje mensen die dag in dag uit van achter de schermen veel goed en vooral veel opbouwend werk verzetten. De bondsafgevaardigden van dit in feite helemaal op eigen leest geschoeide instituut doen hun uiterste best voor hen is de arbeid tevens hun grootste liefhebberij geworden - om de bodemgesteldheid van de terreinen zo optimaal mogelijk op peil te houden. Verder wordt nog ruimschoots aandacht besteed aan diverse nevenactiviteiten, overigens ten minste net zo belangrijk. De dienst verricht controlerende en adviserende bezigheden, waarvan de clubbestuurderen het nodig profijt trekken. Hoe ziet een willekeurige werkdag van één van de leden van de grondtechnische dienst van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond eruit? We zijn hem op de voet gevolgd. Gert Gilissen vertrekt op een regenachtige dinsdagochtend in de sombere zomermaand juli uit zijn woonplaats Wageningen richting westelijk Brabant Het dagschema vermeldt vier zogenaamde routine-controles, achtereenvolgens bij clubs in de dorpen Fijnaart, Oude Molen en Heijningen. Aan het eind van de middag wordt ook de plaatselijke voetbalclub in het Zeeuwse toeristenoord Renesse bezocht Allereerst wordt aangeklopt bij de vierde klasser Kaaische Boys te Fijnaart Met behulp van een meetwiel wordt de lengte van het hoofdveld bepaald. Voldoet deze accommodatie daadwerkelijk aan de door de voetbalbond gestelde normen? In dit geval wel. Het veld is exact 100x64 meter. Echter, niet alles is volkomen in orde. Beide doelen blijken niet hoog genoeg te staan, gevolg van een nieuw aangebracht bezoding. De clubvoorzitter en een opgetrommelde vertegenwoordiger van de dienst gemeentewerken wordt aangeraden hier zo spoedig mogelijk werk van te laten maken. Ook enkele op- en aanmerkingen inzake de kleed- en wasruimten worden in een rapport vermeld. De meest uiteenlopende zaken worden onder de loep genomen. Van simpele hoekvlaggetjes, waar af en toe gevaarlijke uitsteeksels aan zitten die spelers lelijk zouden kunnen verwonden, tot de grasmaaimachine die soms nodig geslepen en dan weer lager of hoger afgesteld dient te worden. Ing. H. A. Breme kamp. chef van de afdeling van de KNVB die een een zame plaats in de wereld inneemt. In Friesland het voétbal veld Is er voorts een brancard aanwezig? Kan de scheidsrechter zich na afloop van een wedstrijd redelijk douchen? Hoe staat het met de toiletten? En hoe groot is de kantine? Is er een verbandtrommel? Hoe dikwijls wordt het veld bespeeld? Hoeveel elftallen heeft de vereniging en heeft men de beschikking over een aparte trainingsaccommodatie of moet dit ook op het hoofdveld gebeuren? Allemaal vragen die van pas kunnen komen. In vele gevallen mankeert er nogal eens het een en ander aan de kleedruimten voor spelers en scheidsrechters. Of het aantal kranen is te gering óf er is doodleuk geen stromend water. En in bepaalde gevallen hebben de kleedkamers meer weg van afgedankte kippenhokken. Zoals bij de vereniging Oude Molen in het gelijknamige dorp, de tweede club op het nauwkeurig uitgedokterde rooster. Kaaische Boys is te gast op een gemeentelijk sportpark moet deze club voorziet nog helemaal in eigen onderhoud. Het is goed te merken. Het veld wordt weliswaar redelijk bijgehouden, maar niettemin vertoont de bodem de nodige haperingen. Een bobbel hier, een oneffenheid daar. Om maar volledig te zwijgen van de kleedkamers. Beterschap wordt echter spontaan beloofd. Er zal binnenkort beter op toegezien worden. Verschil Als derde de vereniging Chrislandia in Heijningen. Een wereldwijd verschil. Kleedkamers van amper drie jaar oud. Om te zoenen. Spelers wanen zich hier, in vergelijking met beide voorgaande clubs, welhaarst in een paradijs. Maar dan de velden. Het ene veld is volgend een nogal merkwaarige methode behandeld. Voor beide doelen ligt een knollenveld. Alles wordt genoteerd. Eigenwijs De bestuursleden zijn maar al te vaak verschrikkelijk eigenwijs. Velen van hen komen uit de agrarische sector. Maar een weiland vergt per slot van rekening een totaal andere aanpak dan een sportveld. En dat wil men soms niet direct inzien. Dan is er heel wat overredingskracht nodig om deze mensen op andere gedachten te kunnen brengen. Soms worden de rapporten van de grondtechnische dienst door slimme clubs ook aangewend om als stok achter de deur te dienen bij de gemeenten. „Schrijf het allemaal maar wat overdreven op. Dan staan we sterker met onze klachten bij de wethouder, want op eigen houtje krijgen we vrijwel niets van de gemeente gedaan", krijgt Gert Gilissen vaak te horen. En om hun eisen kracht bij te zetten, wordt de KNVB-man hier en daar als een vorst ontvangen. In Limburg - waar de tpestand van de velden over het geheel genomen het slechtst is - worden vaak hele vlaaien aangerukt, om de man uit Zeist gunstig te stemmen. Een soort chantage? „Ach", vertelt Gilissen, „zo zwart-wit moet men het nu ook weer niet zien". Tenslotte de vierde vereniging van deze dag. De SV Renesse. Het clubgebouw met bijbehorende kleed- en wasaccommodaties staat er nog geen jaar. Er valt dan ook niets op aan te merken. Alles dik voor mekaar. Hoewel het hier een afdelingsclub betreft - deze categorie valt doorgaans niet onder de bevoegheid van de grondtechnische dienst - wordt tegelijkertijd ook even het veld bekeken. En dan schrikt Gert Gilissen. Ook in de zomerperiode wordt op het terrein van de SV Renesse rustig Controle op de afrasteringen om het veld behoort ook tot de competentie van de afgezanten van de grondtechnische dienst. Een moeilijke zaak want doldrieste supporters zien zelfs kans afrasteringen, aangebracht door firma's die hierin gespecialiseerd zijn, te vernielen. doorgespeeld. Een toernooitje hier en een toernooitje daar. Campingvoetbal speelt een belangrijke rol in dit vooral door Rotterdamse vakantiegangers overspoelde dorp. Voorts windhondenrennen en politiehondenwedstrijden. Het speelveld krijgt geen rust. Wellicht klinkt dit voor een leek wat vreemd, maai een grasmat moet ook tijdelijk ontzien worden. De structuur van het terrein moet zich kunnen herstellen na een zwaar voetbalseizoen waarin de bodem heel wat te lijden heeft gehad. En liefst moet er een beregeningsinstallatie aanwezig zijn. Want moet een veld wekenlang, soms maandenlang zonder één druppeltje water doorkomen, dan is het vaak helemaal mis. Zo ook in dit onderhavige geval. De grasmat is meer geel dan groen van kleur. Zeker geen biljartlaken. Dit veld is zo ongelijk als een rasp. Een drukke werkdag voor Gert Gilissen, waaruit mag blijken dat de technische dienst een arbeidsintensieve instantie is. Ing. H. A. Bremekamp is de chef van deze KNVB-afdeling. Bremekamp: „Na een winterperiode, waarin de velden week in week uit worden bespeeld, moeten de plantjes even kalm de gelegenheid krijgen weer enigszins te gaan groeien. Dat is meestal een kwestie van ongeveer twee weken. Tijdens het seizoen krijgt zo'n grasje telkens weer gevoelige klappen, zowel door het maaien als door het bespelen". De velden in ons land worden eens in de drie jadr - de ene keer wat eerder de andere keer wat later; hoe het uitkomt - geïnspecteerd. Pas waar de KNVB gepromoveerde verenigingen worden jaarlijks bezocht. „Soms krijgen we klachten van verenigingen binnen. Of de grondtechnische dienst even wil komen kijken. Een zo uitgebreide controle lijkt misschien wat overdreven, maar is het beslist niet. Want alleen op zo'n manier kunnen we excessen, zoals die zich vroeger nog wel eens voordeden, thans zo goed mogelijk voorkomen", aldus de heer Bremekamp. Inderdaad werd de KNVB in het verleden soms voor lachwekkende situaties gesteld. Zoals bijvoorbeeld een geval uit de praktijk van de heer Bremekamp. „Enkele jaren geleden kwam ik bij een vereniging in het Friese plaatsje Stavoren. Daar bleek een betegeld fietspaadje - van het dorp naar de jachthaven voerend - midden door het veld te lopen. Dat kon natuurlijk niet En na veel pijn en moeite is het ons uiteindelijk gelukt dat weggetje om te laten leiden". Het buitenland kan een voorbeeld nemen aan de bodemgesteldheid van de velden in Nederland. Een grondtechnische dienst zoals de KNVB die bezit, is dan ook een unieke zaak in internationaal opzicht. „We kijken ook wel eens over de grens. Engeland was jarenlang het toonaangevende land op dit gebied, maar tegenwoordig is dat zonder enige twijfel Nederland. In West-Duitsland liggen bijvoorbeeld nog vele halfverharde velden. Ook in Frankrijk en België kunnen ze er wat van". De grondtechnische dienst doet inderdaad heel wat moeite om de zaken goed geregeld te krijgen. Zo is er sinds kort een speciale cursus terreinmeester in het leven geroepen. Ook de taken van de consuls worden scherp in de gaten gehouden. Ook voor gemeente-ambtenaren sportzaken is een speciale cursus. Want verreweg de meeste velden zijn tegenwoordig gemeentelijk eigendom. „Misschien is nog maar vijf procent particulier bezit Maar dat zegt ook nog lang niet alles. In verschillende plattelandsgemeenten meent men nog dat een sportveld gemakkelijk eenzelfde aanpak kan krijgen als een weiland. Maar een weiland is een produktie-object: men moet zien zoveel mogelijk gras te oogsten. Een voetbalveld is een gebruiksobject. Een korte grasmat is hier dus gewenst", vertelt ing. Bremekamp uit ervaring. Gelukkig heeft men altijd begrip voor eikaars problemen. „We houden echt niet altijd de poot stijf. We passen voornamelijk hoor en wederhoor toe. De gemeenten krijgen altijd ook een rapport van onze bevindingen. Maar we móeten soms handelen naar omstandigheden. Dan moet je ook flexibel kunnen zijn, maar dan wel op een zodanige wijze dat ze geen loopje met ons gaan nemen. Want af en toe moeten we de verenigingen tegen zichzelf in bescherming nemen". DICK KIERS beschikking over twee sportvelden, wet nieuw leggen complex in de Meerzicht. Een bestaansrecht te over. Daarbij mag oo de inbreng van de ge me Zoetermeer niet vergetei worden. Tenslotte^ijn we terechtgeko men op het terrein van JAC aan de Buurtweg. Niet direct in de nabije omgeving van het Schipperskwartier. Het is eigenlijk allemaal maar behel pen. Behelpen. De vereniging Vliethage doet niet anders. De voorzitter is zo'n beetje manus je-van-alles. Ook leider van het eerste elftal, maar deze functie wil hij graag aan iemand anders kwijt. „Maar we hebbe tenminste wel een eigen traine en zelfs een eigen arts, respec tievelijk de heren Degenhart en De Vreede. En onze nonze verbandtrommel ziet er ook pico bello uit. Inmiddels hebben we zo'n vijfenzestig leden en een eerste, tweede veteranen en pupillenelftal. En ook een damesteam. Twaalf speelsters in totaal. Weinig houvast dus. Graag zouden we nog enkele dames willen verwelkomen," pleit de heer Silvius. Een vereniging die zelfstandig wil worden en blijven, heeft heel wat hinderpalen te over winnen. Dat neeemt men zo te zien graag op de koop toe. In ieder geval heeft Den Haag er weer een nieuwe club bij. De voetbalvereniging Vliethage. Zoetermeer Een geheel ander voorbeeld van een nieuwe vereniging is FC Zoetermeer. Ook vorig jaar van de grond gekomen en ook begonnen in de tweede klasse van de onderafdeling. Een enorm verschil met Vliethage. Een voorbeeld van hoe het kan en in feite ook zou moeten. De ontplooiingsmogelijkheden voor deze club liggen heel wat florissanter. Zelfs wordt reeds gedacht aan een ledenstop. Natuurlijk, een snelgroeiende satellietstad als Zoetermeer biedt nog voldoende ruimte voor eigen creativiteit En de twee bestaande verenigingen - DWO en DSO waren inmid dels al aardig uit hun jasje gegroeid. FC Zoetermeers voorzitter Frits Wareman: „Dat willen we zo veel mogelijk trachten te voorkomen. De gezelligheid staat bij ons centraal. FC Zoetermeer mag in geen geval een voetbalfabriek worden. De mensen in Zoetermeer hebben behoefte aan ontspanning. De woningen zijn in de loop der jaren uit de grond gestampt maar aan recreatiemogelijkhe den is amper gedacht" Vice-voorzitter Peter van Graafeiland vult aan„Onze leden zijn druk bezig met het opknappen van onze pas aangekochte kantine. Oorpsron- kelijk was ook FC Zoetermeer een echte buurtvereniging, beter gezegd een flatvereniging. In het Zalkerbos FC Zoeter meer krijgt binnenkort ook de „Sportwethouder Meijer met het gebeuren hier m heeft de oprichting van t club gestimuleerd. En w L' het aan hem ligt krijgen hier snel nog twee clubs Zoetermeer kan het gebi511 Er is in deze stad nog st» emplooi. ?r Het komend seizoen gaark' Zoetermeer de competiti 'ei met vijf senioren- en twi juniorenelftallen. Hierom bevinden zich ook drie U mini-welpen, jongetjes v 1 tot acht jaar. „Wij zijn a re' eerste vereniging in Zoer*1 met deze leeftijdsgroep i11 En komend jaar heeft dl KNVB ook een competiti0l" hen uitgeschreven. Natu\ willen we eerst even voo tig de kat uit de boom k 61 aldus de heer'Van Graalra De beide bestuursleden K ook een beroep op het of verenigingsleven in Zoete,u De kantine van de zal zh vermoedelijk ook voor ai n doeleinden gebruikt kuni e worden. Voorzitter Warei j" „Indien mogelijk kunnen 16 andere verenigingen geru ons aankloppen. Per slot le rekening gaat het ons omtc gezelligheid. Dat staat 'I nog op de eerste plaats, i p proberen we ook voorlop101 te houden." Twee verenigingen, beider! opgericht in 1976. De voerj vereniging Vliethage waaip met bloed, zweet en trant" werk zal moeten gaan, Zoetermeer met een heelt" eenvoudiger toekomsfheejt* DICK tl DEN HAAG - Wat bezielt iemand om een nieuwe, in feite toch nauwelijks meer voorstel lend dan de zoveelste sportver eniging, in het leven te roepen? Er zijn immers voorbeelden genoeg van clubs die in grote financiële moeilijkheden verkeren. Van onderafdeling tot en met eredivisie. Nergens hebben de heren penningmees ters het thans gemakkelijk. En dan toch nog eens van de grond af beginnen met een andere vereniging? De vereni gingen in ons land zijn al niet meer te tellen, zeker niet wanneer men zich richt tot de voetbalsector, nog altijd het onbetwiste volksvermaak nummer één. In de grote steden verdringen de clubs elkander. Ruimte is er doorgaans niet tot nauwelijks. Iedereen schreeuwt om nieuwe accommodaties. Dertien clubs moeten er in een dozijn. Te veel verenigingen op een te kleine schaal. Niettemin komen er steeds nieuwe verenigingen bij. Weliswaar niet veel, maar toch. De KNVB stelt overigens nauwelijks eisen. Een nieuw op te richten club moet tenminste vijftig leden hebben en een veld ter beschikking. Dat is eigenlijk alles. Op 26 februari van het vorige jaar werd in Den Haag een nieuwe vereniging opgericht Vliethage. Een typische buurt vereniging. Nagenoeg het hele bestuur woont In één en dezelfde straat, de Van Leeu wenhoekstraat in het zogeheten Schipperskwartier, ook wel bekend onder de naam ,Het Vergeten Dorp". Zoals vrijwel overal in den lande werd hier in het verleden nogal eens op straat tegen een balletje getrapt. Of „wild" op het nabijgelegen Malieveld. „Op een gegeven moment lanceerde iemand het idee om een eigen vereniging op te richten. Met veel pijn en moeite is dat uiteindelijk gelukt, genoemd naar het buurtcentrum Vliethage in de Boerhaavestraat, zo te zeggen de pleisterplaats voor onze leden aldus voorzitter Dirk Silvius. Behelpen. Niemand had blijkbaar ver wacht dat het oorspronkelijke idee een eigen club te formeren zo snel gestalte zou krijgen. „Die eis van vijftig leden was voor ons het moeilijkst," verhaalt de heer Silvius. Mannetje voor mannetje hebben we de benodigde mensen bij elkaar kunnen krijgen. Ook het veld was niet direct makkelijk te vinden. De grondtechnische dienst moet soms clement zijn. Waar niet is, verliest de keizer zijn recht en dienen de eisen - hopend dat de mogelijkheden tot verbetering snel aanwezig zullen zijn - op worden gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 14