Minder vernielingen in natuurreservaat Braassem Lissenaar schrijft over onttakeld vaderschap hond zoekt; huis ONDANKS TOENAME RECREATIE TE WATER STAD/1REGI0 LEIDSE COURANT ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1977 PAGINA 5 ontstonden Oude en Nieuwe Wetering; van uit Rijnsaterwoude ontstonden Roelofa- rendsveen en Oud Ade en vanuit Esselij- kerwoude Ofwegen. In de achttiende en negentiende eeuw begon men met het af graven van het veen. De dorpskernen wer den veelal gespaard, waardoor dorpen als Nieuwe Wetering en Woubrugge hoger lig gen dan het omliggende polderland. In 1639 kreeg Huig Willemz. een concessie om twee kilometer ten oosten van Wou brugge turf te gaan steken. Hij moest daartoe echter wel een ringsloot graven, die de buytenlanden van de Braassem scheidde van het veenpakket van de huidi ge Vierambachtspolder in Woubrugge. In 1788 brak de Braassemdijk door en dit werd hersteld door het leggen van een dijk landinwaarts. De resten van die oude dijk en de buytenlanden van de Braassem vor men het huidige natuurreservaat Oeverlan den Braassemermeer. De dijk vormt momenteel twee eilanden, de kleine en de grote Hem. Natuurweten schappelijk hebben die echter weinig waarde. Toen Staatsbosbeheer in 1960 be sloot de vennen (restanten van de aloude buitendijkse eilandjes voor de oude Braas semdijk) voor het publiek te verbieden, besloot men tegelijk de twee Hemmen om te bouwen tot een recreatiegebied. Er werd ondermeer een viertal pieren met be schoeiingen en een solide aanlegsteiger geslagen. Door de geringe oppervlakte is de ruimte beperkt, maar een verdere uit breiding binnen dit gebied werd vanaf het begin resoluut afgewezen. Het experiment om toeristen midden in een natuurgebied te laten recreëren is goed uitgepakt Door een goede vuilafvoer, een speciaal toiletschip met een stortplaats voor chem. toiletten alsmede een goede verzorging van het eiland, betreden slechts weinig toeristen de verboden delen van het natuurreservaat. Door zijn veenpakket wordt het landschap pelijk aspect van het reservaat gevormd door elzen, wilgen, essen en berken. Vooral de bodembegroeiing is interessant. De gele lis, brede en smalle stekelvaren en de braam kunnen naast het roberts kruid en de koekoeksbloem worden aangetroffen. Ander kruiden, die het vermelden waard zijn, zijn de kleine valeriaan, de poelruit en rietorchis. Op z.g. drijfvilten (dat zijn op het water drijvende pakketten van wa ter- en moerasplanten) komen o.a. de gele waterkers en de pluimzegge voor, planten, die in Nederland uiterst zeldzaam aan het worden zijn. Op de ruigveldjes komen nog grote hoeveelheden orchideeën voor en zonneklokjes, die ook op het punt staan om uit Nederland te verdwijnen. Het Braassemoeverreservaat is vooral voor de vogels van groot belang. Er is een kolonie van reigers aan het Molengat. In 1966 broedden er nog slechts twee paren in het reservaat Dit jaar konden volgens opzichter Slingerland meer dan 100 paren worden genoteerd en dat is tegen het maximum aantal aan dat toegestaan kan worden. De ransuilen hebben het op de Braassemoever goed naar hun zin en ook torenvalken, zij het in kleinen getale, zijn hier aan te treffen. Voor de natuurliefheb WOUBRUGGE/ALKEMADE In de drie randstadprovincies varen meer dan 70.000 zeil- en motorboten, zo heeft het ministe rie van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk onlangs uitgerekend. De beken de watersportgebieden hebben dan ook met een steeds groter wordende stroom recreanten te maken. Het is opmerkelijk, dat de opzichter van het CRM-natuurre- servaat Oeverlanden Braassemermeer, Slingerland constateert, dat er geen toena me is van vernielingen in zijn reservaat. Integendeel. Door goede controle, voor lichting en een toenemend milieubesef is volgens de heer Slingerland het aantal vernielingen aan het afnemen. Het reservaat ligt aan de zuidoever van de 425 hectare grote Braassem. Het is een gebied, dat de kwalificatie natuurgebied ontleent aan het feit, dat het beschouwd wordt als één van de laatste voorbeelden van de oorspronkelijke moerasbossen (ook wel broekbossen genoemd) van zuidwest- Nederland. De bossen gaan, zij het in een ander ritme dan het water met het wijzigen van de waterstand op en neer en daardoor is er in de broekbossen een aparte planten groei ontstaan. Bij het beheer van het natuurreservaat, dat eigendom is van CRM maar wordt onderhouden door Staatsbos beheer, gaat het erom het landschap met de flora en fauna te behouden. De geschiedenis over het ontstaan van het gebied, dat sinds 1960 beschermd wordt, is karakteristiek voor de ontwikkeling van de hele Veen- en Rijnstreek. Vanaf 700 jaar voor Chr. vormde zich een uitgestrekt Ut rechts-Hollands veengebied, gevoed door regenwater en het water van de Rijn, die in die tijd nog in Katwijk uitmondde. De combinatie van afgestorven plantenres ten en omgevallen bomen deed een dik bosveenpakket ontstaan Er kwam rond 860 na Chr. een einde aan de uitgestrekte bossen in het gebied toen een watervloed alle bomen velde. Plaatsen als Hazerswou- de, Rijnsaterwoude en Esselijkerwoude (Woubrugge) dateren nog uit de bosperio- de. In de negende en tiende eeuw begon men met de ontginning van het veen. Men gebruikte hierbij veelal een z.g. slagenver kaveling. Men startte dan vanaf een ont ginningsbasis (een rivier, dijk of gegraven wetering) en groef daar loodrecht sloten op, die voor de ontwatering zorgden. In 1063 was al sprake van veennederzettingen als Leimuiden, Rijnsaterwoude en Wou brugge. Vanuit deze nederzettingen vormden zich nieuwe nederzettingen; vanuit Leimuiden Vanuit Woubrugge en Rijnsaterwoude kan men in de buurt van het natuurreservaat komen. aanbrengen en onderhouden van de puin- beschoeiingen. Zonder deze oeververdedi gingen zou het reservaat snel aan de gol ven moeten worden prijsgegeven. Staats bosbeheer probeert de toeristenin dit ge bied op dit gevaar te wijzen, als ze het gebied binnenvaren. De insteek van een boeg van de boot bij zo'n oever of een foutief uitgeworpen anker vergt uitgebrei de herstelwerkzaamheden ter waarde van vele duizenden guldens. De filosofie van Staatsbosbeheer is in het Braassemreservaat gericht op een inpassen van de mens in de natuur. Hoewel jagen is verboden mogen de vissers in de Ring sloot, die het natuurgebied van de huidige Braassemoever scheidt, hun hengel uitwer pen. In de Ringsloot, die wel eens de kraamkamer van de vis in het Braassemer meer wordt genoemd, mag niet worden gevaren. Jacht in het reservaat is uiteraard helemaal uit den boze. Volgens opzichter Slingerland van Staatsbosbeheer wordt de meeste vis weer teruggezet en is er dan ook weinig reden om het vissen te gaan verbieden. Vijftien jaar na de inpassing van de water toerist in het natuurreservaat zijn er geen problemen. Opzichter Slingerland: „Als over een paar weken de drukte voorbij is en ik overal eens nauwkeurig opneem wat er vernield is, dan ben ik er nu al van overtuigd, dat ik zal zeggen: Het valt enorm mee. Hier en daar zal wel wat gebeurd zijn, maar nergens onherstelbaar. Dat is bereikt door de toeristen goed voor te lichten en ze op te vangen. Met de nodige uitleg waarom bepaalde zaken zijn verboden, kom je erg ver. Ons werk wordt er de laatste jaren overigens ondanks de toenemende drukte steeds gemakkelijker op, want iedereen is veel milieubewuster aan het worden", stelt Slingerland samen vattend. ber zijn met een beetje geduld ook de grote karekiet, de bosrietzanger en de roerdomp te ontdekken. In de winter is het gebied een pleisterplaats voor een groot aantal trekvogels en watervogels als eenden, meerkoeten, zaagbekken, e.d. Door periodiek kappen van delen van de bebossing wordt wildgroei door staatsbos beheer voorkomen. Opzichter Slingerland probeert te voorkomen, dat het reservaat verandert in een ondoordringbaar moeras bos, dat geen gevarieerde flora en fauna meer heeft. Tot het beheer behoort ook het LISSE Wie de sleutel wil vinden voor een juist verstaan van het uit drie delen bestaan de boek van Gerard Buschman „De Vrijspraak", zou die kun nen zoeken in het derde deel, dat behalve verhalend ook be schouwend is en daarom niet het gemakkelijkste. In dit deel geeft de uit Lisse afkomstige auteur een karakteristiek van de mens Franz Kafka via een diepgaande analyse van Kaf ka's roman „Het Proces". De Praagse schrijver Kafka schreef deze roman na het stu klopen van zijn relatie met Feli ce Bauer, met wie hij enige tijd verloofd was. Volgens de meeste Kafka-kenners paste het verbre ken van deze relatie nauwkeurig in Kafka's zeer sterke afzonder- ingsdrang. De Praagse auteur heeft zelf gewezen op het alles- op-eisende karakter van zijn schrijverschap, dat hem geen ruimte zou hebben gelaten voor een huwelijk. Buschman nu komt tot een andere conclusie, en wel door een verband te leggen tussen een jeugdervaring van Kafka in de Dom van Praag (die overigens naar Buschmans eigenzeggen niet meer na te trekken is) en de inhoud van Kafka's roman Ret Proces". De jeugdervaring houdt in, dat de twaalfjarige Kafka in de Praagse Dom door een surveil lerende geestelijke niet alleen de naam Josef K. krijgt opgedron gen, maar ook het besef een vaderloos kind te zijn. Volgens Buschmans analyse wordt Josef K., de hoofdpersoon in „Het Proces", om geen andere reden gedagvaard dan dat hij als on gehuwde het vaderschap uit de weg gaat. Josef K. wil niet dat zijn zoon een vaderloze zou zijn. Het falende, onttakelde vader schap is volgens Buschman de verbinding tussen Kafka's jeug dervaring in de Dom en de ge beurtenissen uit „Het Proces". Het is voor Buschman belang rijk de oorzaak vast te stellen van het verbreken van de relatie tussen Franz Kafka en Felice Bauer, omdat hij licht wil laten schijnen op de mens Kafka, die volgens hem in toegepaste zin een vaderloze was. Als oorzaken van dit vaderloze voert Busch man de secularisatie aan van het westerse jodendom en de verburgerlijking van het chris tendom, die een zorgend, die nend vaderschap dat aandacht heeft voor het zwakke, onmoge lijk hebben gemaakt. Deze secularisatie en verburger lijking stonden niet meer toe dan een ontaard vaderschap, waaraan de mens Kafka geen voortzetting kon geven. Busch man ziet het zo, dat in „Het Proces" het celibaat van Josef K. voor deze de enige uitweg was om aan het gedegeneerde vaderschap te ontkomen, die grond wordt voor zijn veroorde ling. De identificatie van Josef K. met Kafka is volgens Busch man zo dwingend, dat de Praag se schrijver voor de lezer van „Het Proces" onontkoombaar oprijst als de ongehuwde die gedwongen wordt van het va derschap af te zien. Dat de rela ties die Kafka met enkele vrou wen heeft onderhouden, niet konden resulteren in een huwe lijk, én dat Kafka aan de man- vrouwrelatie geen andere uit drukking kon geven dan die van broeder-zuster, ziet Buschman dan ook als een vanzelfspre kendheid. Het derde deel van zijn boek sluit Buschman, die leraar Ne derlands op het Lissese Fioretti- college is geweest, af met de constatering dat ook in de huidi ge maatschappij het edelgetinte vaderschap ontbreekt, en dat dientengevolge de jeugd vader loos is geworden. Bij het voor namelijk beschouwende derde deel sluiten de eerste twee de len, die veel meer verhalend van aard zijn, nu duidelijk aan. De als autobiografisch geponeerde gebeurtenissen van deze delen concentreren zich rond dezelfde thematiek die, als aangegeven, in het derde deel aanwezig is. De opening van het eerste deel met het verhaal over de bedel jongen die in de hongerwinter aan de deur belt, illustreert al onmiddellijk Buschmans aan dacht voor het bedreigde, zeg maar vaderloze kind. Het twee de deel verhaalt hoe een jonge vrouw, Edith, vereenzaamt door de haar bedreigende krachten in de maatschappij. De sterk doorleefde ervaringen van de ik-figuur, opgedaan tijdens diens middelbare schooljaren en studententijd, en culminerende in de ontmoeting met de zieke Edith, weet Buschman vaak scherp en fijnzinnig te tekenen. „De Vrijspraak" is voor de aan dachtige lezer geraffineerd van structuur. Vele motieven keren geregeld terug. De wijze van gezagsuitoefening, de betekenis van de Christusfiguur, de zin van het op reis gaan, dit alles wordt verhalender - of beschou wenderwijs meegenomen in de uitbeelding van het hoofdthema. Dat de auteur zich daarbij als mens en schrijver in de Praagse schrijver heeft herkend, lijkt onomstotelijk. Het vonnis dat over Josef K., alias Franz Kaf ka, volgens „Het Proces" is ge veld, namelijk zijn Veroorde ling, heeft Buschman in zijn boek in een Vrijspraak omgezet, in die zin dat ieder mens ertoe wordt uitgenodigd om boven zijn of haar tragisch egoïsme uit te stijgen door aandacht op te brengen voor het bedreigde, va derloze kind. Van deze vrij spraak mag niet alleen de ik-fi- guur van Buschmans werk zich verzekerd weten: ook de auteur zelf komt mijns inziens voor deze vrijspraak in aanmerking. In elk geval heeft Buschman zich door zijn breedopgezette en minitieuze werk een „Praags" schrijverschap in Holland be zorgd. HENK V.D. POST „De Vrijspraak" door Gerard Buschman. Uitg. door „Jeugd en Cultuur", Oedenkovenstraat 37, Borgerhout (België). In de boekhandel verkrijgbaar. Prijs 16,90. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt thuis". In deze rubriek wordt een bond beschreven die in bet asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan, tenzij bet dier een goed tehuis vindt De in de rubriek beschreven bonden zijn alle door bondebezitters naar bet asiel gebracht Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijke, maar soms ook volslagen onzinnige. De in Jlond zoekt buisbeschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te balen. Adres: Nieuw Leids dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden, tel. 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondags en 's maandags gesloten. y Bruno heeft het er de laatste maand maar moeilijk mee ge had. Na een onbekend aantal dagen door de stad te hebben gezworven werd Brano op 7 juli door de politie van de straat opgepikt Dat werd tijd ook, want behalve broodmager was Bruno ook ten einde raad. Niet aan het zwerversleven ge wend, viel het hem erg zwaar zijn eigen kostje op te scharre len. Hieruit blijkt dat Bruno uit een „beschermd milieu" komt en behalve erg gehecht ook erg afhankelijk van men sen is geworden. Hoogst waarschijnlijk is Bruno per ongeluk te ver van huis gedwaald en heeft de terugweg niet meer kunnen vinden. Nu na een maand verblijf in het asiel, is zijn baas echter nog steeds niet op komen dagen en Bruno heeft de hoop om ooit weer thuis te komen dan ook opgegeven. Hij snakt nu naar huiselijke gezelligheid. Het asiel is helemaal niets voor hem. Hij heeft genoeg van het koude hok met de dikke tralies en van de herrie die zijn soort- genootjes maken. Voor Bruno is de logeerpartij in het asiel beslist niet iets waar hij goede herinneringen aan over zal houden. Tijdens de vacantiepiek, toen de honde nafdeling van het asiel meer dan overvol was, heeft hij met nog twee andere honden in één hok gezeten. Op een dag ont stond er ruzie tussen Bruno's hokgenoten, en pechvogel Bru no werd daar natuurlijk de du pe van. En niet zo'n beetje ook. Asielbeheerder Wil Tiele ont dekte pas de volgende dag een centimeter groot gat in de lin ker achterpoot van Bruno. On begrijpelijk dat het dier de hele nacht stil geweest is, want de r* dierenarts bestempelde Bruno's wond als bijzonder ernstig. Een peniciline kuur was het recept voor Bruno. De wond mocht niet verbonden worden vanwege de onvermijdelijk we lig tierende bacterieën in een asiel. Bruno houdt de wond met zijn tong goed schoon maar het gevolg daarvan is, dat de plek zich maar langzaam herstelt Dierenarts Muurling voorspelt echter dat; zonder complicaties, Bruno in onge veer drie weken weer helemaal gezond zal zijn. Zolang zal Bruno het in het asiel echter niet uithouden, want al herstelt hij zich licha melijk, geestelijk kwijnt hij weg. Het is dan ook zaak dat hij zeer binnenkort een nieuw thuis vindt, anders is het ge daan met Bruno. Het is een goede hond die absoluut geen problemen oplevert Hij is even r tevreden in een landhuis als op een twee-kamer flat Bruno is bijzonder gehoorzaam en erg lief voor kinderen. Voor andere honden is hij erg vriendelijk. Nog wat uiterlijke kenmerken. Zijn kleur is lichtbruin. Hij heeft een lange staart en een spitse snuit En een door en door goedige, zij het wat trieste blik in de ogen. Maar daar komt hopelijk nog verandering in. Blackie en Fulco Onze doldrieste vrijbuiters van de vorige week, Blackie en Ful co konden toch blijkbaar nog niet genoeg de aandacht trek ken met hun dwaze streken. Nog altijd wachten ze op een nieuwe baas die het met hen aandurft Deze twee honden, overlopend van levensvreugde, horen niet in een asiel. BART SPIJKER i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 5