Speelgoed moet leergoed zijn en geen speeltuig
Eind in zicht van permanent overstromingsgevaar?
HEILOO Als het allemaal loopt, zoals
de plannenmakers het hebben bedacht,
zal Nederland in het najaar worden
overspoeld met een vloedgolf aan publi
citeit over Venetië. En dat allemaal met
de bedoeling dat een stukje van dat
waterrijke en door water ondermijnde
Venetië met Nederlands geld weer voor
een paar eeuwen de ongelijke strijd met
de elementen kan weerstaan. Het zal het
Nederlandse aandeel zijn van een inter
nationale beweging onder het patronage
van de Unesco, die de zwaar invalide
dogen-stad weer op de been probeert te
helpen. Daartoe heeft een stel hoogge
leerde en hoogbekende dames en heren
de handen in elkaar geslagen en onder
de dagelijkse aanvoering van de Heiloo-
se pr-deskundige G. J. Metzelaar de
Stichting Nederlands Venetië Comité op
gericht. Rond 1 oktober zal de stichting
de trom gaan roeren in de hoop een jaar
later een kleine twee miljoen bij elkaar
gesprokkeld te hebben. En in de hoop,
dat Nederland tegen die tijd weet dat
er iets aan de hand is met Venetië.
Dat is het tweeledige doel van de Stich
ting: ten eerste wat met een duur woord
heet „revitalisatie" van de stad Venetië
en ten tweede pas het verzamelen van
de nodige financiën. Met die „revitalisa
tie" wordt zoveel bedoeld als het aan de
wereld en vooral aan de stad zelf duide
lijk maken dat er eindelijk iets moet
worden gedaan, wil Venetië niet voor
goed in zijn veelbezongen kanalen kopje
onder gaan. Er dient zoiets als een we
reldwijde organisatie te komen, die de
Venetianen er voortdurend op attent
maakt dat ze eens orde op zaken gaan
stellen in hun onderkomen openluchtmu
seum en die hen daarbij met raad, daad
en een dikke portefeuille lires terzijde wil
staan.
„Niet, dat we nou zo dramatisch moeten
gaan doen over Venetië", zegt de tot
directeur van de Nederlandse onderne
ming gebombardeerde G. J. Metzelaar.
„Het is niet zo, dat de stad op sterven
na dood is. Maar is het wel hoog tijd om
de zaak nu fors onder handen te gaan
nemen, anders gebeuren er over een paar
jaar vervelende dingen. Op een paar
vierkante kilometer staat daar een gigan
tisch brok cultuur, méér dan wat er in
Rome of Florence te vinden is. Dat is zo
belangrijk, dat je het een wereldbezit
kunt noemen, net als bijvoorbeeld de
Borobudur op Java of die verplaatste
tempel van Ramses II in Egypte. Dat zijn
culturele erfstukken, die toevalligerwijs
in een bepaald land op een bepaalde
plaats liggen, maar die van wereldbelang
zijn. En waar de wereld dus te hulp
moeten schieten als er problemen zijn.
Dus ook Nederland."
En problemen zijn er te over in Venetië,
vooral sinds het met de periodiek terug
kerende overstromingen in 1966 al te zeer
uit de hand liep. De stad kwam onder
water te staan en zoiets is nu eenmaal
ongezond. Rampzalig zelfs als het om
onvervangbare monumenten gaat Lang
zaam maar zeker kwamen de Venetianen
er achter, dat daar toch iets aan gedaan
diende te worden. Bijvoorbeeld door een
voorziening te bouwen om de lagune af
te kunnen sluiten bij hoog water. Maar
in een land, waar het praten een grotere
volkssport is dan het doen, wil het reali
seren van zo'n idee wel eens op zich laten
wachten. Er zijn ten slotte altijd nog wel
wat kleinigheden te vinden, waarover een
allervriendelijkste scheldpartij kan wor
den georganiseerd.
Zo ook de luchtverontreiniging. Door hun
ligging aan het water hebben de gebou
wen zich volgezogen met zout water. Op
zich niet erg, maar toen de Vooruitgang
een eindje buiten de stad fosfor-uitwal-
mende fabrieken ging neerzetten, kreeg
Venetië het dubbel hard te verduren.
Toeristen zien het en deskundigen verkla
ren het, dat fosfor en zout in combinatie
met elkaar verwoestende steenvreters
zijn. Dus ook daar zou eens een keer iets
aan gedaan moeten worden. Het pro
bleem werd aan de orde gesteld. Een
heftige, maar boeiende woordenwisse
ling, waaruit in normale omstandigheden
de eerste eeuwen geen praktisch resul
taat zou zijn gekomen.
De San Zaccaria. een van de oudste kerken van Venetië
Maar door het bestaan van internationale
organisaties als de Stichting Nederlands
Venetië Comité zijn de omstandigheden
niet langer „normaal". Door zich voort
durend en in alle delen van de wereld
druk te maken over de Venetiaanse pro
blematiek oefenen ze een zekere druk uit
op de stad, waardoor de problemen met
een voor Italianen ongekende daden
drang en snelheid lijken te worden aan
gepakt. Zo was men er vanuit gegaan,
dat in 1985 de fabrieken een installatie
ter bestrijding van de luchtverontreini
ging zouden moeten hebben, maar dank
zij de internationale aandacht is dat tijd
stip vervroegd tot 1980. Tegen die tijd
moet ook het einde in zicht zijn van het
permanente overstromingsgevaar, want
de beslissing over welk type stormvloed
kering er moet komen zal waarschijnlijk
binnenkort worden genomen.
Deze projecten en een aantal noodzakelij
ke infrastructurele maatregelen zullen
door de Venetianen zelf ter hand moeten
worden genomen, omdat dat hün proble
men zijn, zo menen de wereld en direc
teur Metzelaar. Maar als het om de mo
numenten en de kunstschatten gaat, mag,
ja moet de wereld liefst handen vol geld
in het Venetiaanse water komen gooien.
Nederland zal in het najaar door direc
teur Metzelaar worden uitgenodigd dat in
ruime mate te doen ten behoeve van twee
kapellen: de San Tarasio en de San
Antonio.
De twee kapellen zijn zelfstandig gewor
den delen van de San Zaccaria, een van
de oudste kerken van Venetië. In een
daarvan ligt een krypte, die volgens men
sen die het kunnen weten, een van de
vroegste van Italië moet zijn. De krypte
Ongelijke strijd met de elementen
zal daarom driftig worden onderzocht,
waarbij waarschijnlijk ook Nederlandse
studenten in de kunstgeschiedenis en
bouwkunde zullen worden betrokken.
Bovendien hangen in de kapellen enkele
belangrijke schilderijen, die eveneens het
geduldige gereedschap van de restaura
teur hard nodig hebben. Een veelzijdig
project dus, dat later mogelijk wordt
uitgebreid tot restauraties van orgels en
tapijten.
Daarvoor is geld nodig. Bij normale geld
inzamelingsacties wil het nog wel eens
helpen, als een bekende televisiepersoon
lijkheid een van de te helpen slachtoffers
op de schoot neemt om zo het toeschou
wende volk in gulle vertedering te bren
gen. Bij monumenten gaat dat wat moei
lijker. Maar directeur Metzelaar heeft er
een complete filosofie voor opgezet onder
het motto „voor wat hoort wat.": wie iets
geeft, krijgt daarvoor iets terug, oftewel
„de goede daad moet worden gerationali
seerd". Een drietal „doelgroepen" zal
daarvoor door de stichting worden be
stookt: de middelbare scholen, de huis
vrouwen en het bedrijfsleven. De scholen
zullen de beschikking kunnen krijgen
over lesmateriaal over Venetië, waarmee
projecten kunnen worden uitgewerkt met
de kans op vette prijzen als bijvoorbeeld
een reisje naar Venetië. Huisvrouwen
zullen door een soortement koppelver
koop tot de Venetiaanse zaak worden
verleid: er worden fabrikanten benaderd
om bij hun produkten tegen aantrekkelij
ke prijzen bijvoorbeeld boeken en platen
beschikbaar te stellen, waarvan het batig
saldo voor de stichting is. En het bedrijfs
leven ten slotte (voorzover al niet inge
schakeld bij de „huisvrouwenactie") zal
vriendelijk worden verzocht fiscaal af
trekbare schenkingen te doen. De tegen
prestatie hiervoor zal een allerboeiendst
symposion in Venetië zijn over de Neder
lands-Italiaanse handelsbetrekkingen.
Nog meer: er zijn vaste plannen voor een
reizende tentoonstelling met foto's en
kleinere kunstvoorwerpen en wat vagere
plannen voor een uitvoerige tentoonsl
ling in een groot Nederlands museu
Verder wordt gedacht aan een re(
benefietconcerten volgend jaar met k)
kende namen en een Venetiaans p|.
gramma. Intussen reist directeur Met
laar stad en land af met zijn klankbee
over Venetië, of zoals hij dat zé
pleegt te noemen zijn „audio-vW
dan wel „a.v." In deze benaming zij
uitgedrukt, dat dit deel van de activit
door de directeur niet bedoeld is voor
doorsnee huisvrouwen- of plattelan,
vrouwenverenigingen, maar veeleer v|
rotary-, lions- en soortgelijke clubs, j
Nog meer: wie zich nu al zodanig get;
fen voelt door de Venetiaanse komnj
dat het wachten op de acties te lang j
duren, kan reeds via Heiloo geld
goede gaven kwijt aan Venetië. Men k
namelijk tegen overmaking van minste
65 gulden per jaar lid worden vanf
vereniging „Poorters van Venetië". E
koopje, volgens de directeur, want)
vertoon van de lidmaatschapskaart g
zo wat de halve wereld tegen gereduc®
de prijzen open. Ga maar na: vrije tt
gang tot de musea van Venetië, ti
procent korting in vele Venetiaanse ui
kels, hotels en restaurants, wereldwij
korting bij een internationale auto\t
huurder, en gewone korting bij een s4
of wat winkels, hotels en restaurants]
Nederland, Frankrijk, Amerika en Ital
„De houder van de lidmaatschapskai
verdient als het ware bij een bezoek a|
Venetië zelf zijn lidmaatschap terug",!
zo luidt de schriftelijke aanbeveling \j
de directeur dan ook.
Nog meer? Neen, voorlopig niet. D^
activiteiten moeten voldoende zijn (j
directeur Metzelaar aan zijn twee miljq
te helpen. Daarna zal de stichting wal
schijnlijk de eerste jaren een wat sluin
rend bestaan leiden, in stilte in Vend
voortwerkend met de schenkingen en"
gelden van de Poortersvereniging. Hii
vrouwen van Nederland zonder „a.v." I
dus op de Venetiaanse saeck. Het is
tijdelijke aanbieding.
JAN NIJ
spelende al is het maar hamertje-tik
te wijden in de geheimen van het zelf-do|
Nederland heeft, wat speelgoed betreft, een belat
rijk pluspunt in vergelijking met vele andere Ij
den: wij hebben een stichting die zich bezig hol
met het propageren van goed speelgoed. Stichti
Goed Speelgoed. Deze stichting zegt: „een kind
niet in de gelegenheid is om te spelen zal daarj
het latere leven de nadelen van ondervinden. Kini
ren die niet mogen of kunnen lopen, aftasten en]
voort, krijgen te weinig gelegenheid om te onderzj
ken. Krijgen zij geen of te weinig speelgoed, d
ontbreekt hun het materiaal waarmee zij kunij
en mogen experimenteren. Ook het te laat krijg
van bepaald speelgoed kan tot nare gevolgen leid*
leermoeilijkheden op school of gedragsmoeilijk)
den thuis en op school.
Wat is in principe goed speelgoed? Alle bouwspé
goed in de eerste plaats. Vaak kunnen kinderen
de meest fantastische bouwsels komen met de daj
voor geëigende materialen, die op duizend verscH
lende manieren aan elkaar zijn te passen. Dj
natuurlijk poppen, zowel voor jongens als vd
meisjes. En dat hoeven dan echt geen perfed
poppen te zijn. Kinderen hechten vaak aan popp«
die jaren oud zijn, misvormd, gehandicapt en d
bijna in niets meer lijken op een perfecte menseli
figuur. Een goede raad is misschien: koop nol
voor kinderen dat speelgoed dat u zelf in de win»
zo mooi vindt. Vaak loopt dat op een grandid
mislukking uit. Uw kind heeft gelukkig n(
niet die geestelijke rijpheid bereikt van uzelf. B
is ook in staat om nog de wezenskenmerken vi
de dingen te onderscheiden waar u allang niet mé
toe in staat bent.
Laten we de kinderen helpen zich hun plaats I
veroveren in de maatschappij door middel vi
speelgoed dat hen in staat stelt zich uit te levé-
Geen druk-maar-op-de-knop-mensen vraagt j
maatschappij. Maar zich van hun plaats zj
verworven in de maatschappij bewuste mensé
GERARD CROli
Drs. R. de Groot, die voor enige jaren wetenschap
pelijk medewerker was aan het Instituut voor Ort
hopedagogiek van de Groningse universiteit meent:
„van orthopedagogische zijde vragen wij ons zelfs
af of volwassenen en kinderen niet samen behoren
te spelen, wanneer er 'gezamenlijk vrije tijd te
verdelen is. Het zou voor de komende periode van
het grootste belang kunnen blijken te zijn dat het
„spel-voor-het-gezin" gestimuleerd wordt. Dit gezins-
spel kan dan uitmonden in sporten, waarvoor het
spelen deskundigheid heeft aangekweekt. Spel is
een wezenlijke noodzaak, ook voor de volwassene,
om aanpassing aan de maatschappij van nu te
kunnen realiseren, om niet onder te gaan in de
zorgen van het dagelijkse werk dat meer en meer
voor velen een middel betekent waarmee men geld
verdient, om enig comfort te verkrijgen.
Spelen is van belang voor de ontwikkeling van de
creativiteit en de fantasie. De motoriek, de zintui
gen, het leren denken, de taalontwikkeling, de emo
tionaliteit en het sociaal gedrag worden voor een
goed deel bepaald door de wijze waarop een kind
leert spelen. Misschien is het noodzakelijk dat, in
verband met dit samen spelen, termen als: speel
goed, hobbyartikelen en sportartikelen in een over
lappende term gevat kunnen worden door bijvoor
beeld te spreken van speelmiddelen of materialen.
Dat zijn dan de middelen die bij het spel in de
ruimste zin van het woord de mens ten dienste
Kunnen wij, volwassenen, de kinderen echt helpen
met het bewust worden van de grote mensenwereld?
Zeker meent De Groot. De maatschappij vraagt ook
steeds meer een grotere kundigheid. „Noodzakelijk
is", zegt hij, eveneens een grotere deskundigheid
op het gebied van praktische zaken als het kunnen
aanleggen van een eenvoudige electrische installatie,
tuinverzorging, autotechniek enzovoort, omdat onze
maatschappij steeds meer een doe-het-zelf-maat-
schappij aan het worden is."
En dat geeft de handige vaders onder ons de
gelegenheid om onze zoontjes en dochtertjes al
Godfried Bomans heeft het in een van zijn vroegste
sprookjes helder en duidelijk uitgelegd: het kind
vraagt niet naar het volmaakte speelgoed, dat
precies lijkt op de dingen van alle dag die de grote
mensen gebruiken, het wil die dingen die het in
eigen verbeelding tot grote-mensendingen kan ver
vormen. Bomans laat Sinterklaas bij een rijk jonge
tje zakken vol speelgoed door de schoorsteen
gooien, complete treinemplacementen, kilometers
rails, locomotieven, wagons en wat al niet Dan
laat hij Zwarte Piet een kijkje nemen door het
raam beneden. „En", zegt Sint Nicolaas, „waarmee
speelt hij nu?" Zwarte Piet antwoordt: „met stoffer
en blik, Sinterklaas". En Sint Nicolaas vraagt
weer: „Wat speelt hij?" en Zwarte Piet antwoordt:
„Treintje, Sinterklaas".
Vooral de laatste jaren is er een ware hausse
ontstaan in speelgoed dat alles kan. Poppen die
kunnen praten, een liedje zingen. Lopen, plassen en
wat al niet. Ruimtevaartuigen die open kunnen en
waarin de kleuter precies kan zien hoe Armstrong
en diens kornuiten moeten hebben gelegen op een
van hun barre tochten naar de maan, tanks die de
moeilijkste „terreinopdrachten" moeiteloos vervul
len, een tafel- of stoelpoot is nauwelijks een beletsel
meer. Treinen die tot in de kleinste details naboot
singen zijn van bestaande treinen. Er hoeft ook niets
meer mee te worden gedaan. Alles rijdt op afstand
bestuurd, automatisch.
Maar aan de fantasie van het kind, zo broodnodig
om een klein beetje zelfstandigheid te verkrijgen
in die grote-mensen wereld wordt op die wijze
schromelijk tekort gedaan.
Dr. R. van der Kooij promoveerde enkele jaren
geleden in Groningen tot doctor in de sociale weten
schappen. Zijn proefschrift ging over het spelen van
kinderen. Ook hij is van mening dat al dat moderne,
tot in de perfectie uitgevoerde speelgoed in feite
speeltuig is. Goed speelgoed moet leergoed zijn is
zijn mening. Kinderen moeten spelenderwijs kun
nen leren.