Hoe
veilig
is onze
Tweede
Kamer?
Als een bezoeker zijn
gids kwijt is, kan
hij doen wat hij wil
MONITOR EN
PASJE DOEN
VEEL, MAAR
NIET ALLES
DEN HAAG Een paar jaar
geleden liep de voorzitter
van de Tweede Kamer dr.
Anne Vondeling op een
avond door bet parlements
gebouw. Plots ontwaarde hij
bij één van de daar aanwezi
ge telefooncellen enkele on
zeker heen mi weer drente
lende jongelui „Kan ik u
ergens mee van dienst zijn?
Zoekt u soms iemand?"
vroeg Vondeling. „Nou, nee,
eigenlijk niet", luidde het
antwoord. Waarna één der
jonge bezoekers er ietwat
schuchter op liet volgen:
„Wij wilden gewoon even op
bellen, want we hebben ge
hoord dat je hier door bet
hele land gratis kunt telefo
neren. Daarom zijn we hier
maar even binnengelopen".
gen maak je wel eens mee. Zoals vorig jaar die
r uit Gouda, die plotseling tijdens een Kamer
debat, waar Wiegel het woord voerde, de vergader
zaal binnenstapte en direct met Wiegel in discussie
ging. Je had die gezichten moeten zien. Of een tijdje
terug, toen een actiegroepje hartpatiënten de verga
derzaal bezette, omdat ze hun zin niet kregen in
bepaalde dingen. Dat gebeurde ook volkomen on
verwacht".
EHBO behoorde niet tot het examenpakket. Wel is
er onlangs in het Kamergebouw een apart EHBO-
clubje in het leven geroepen, bestaande uit verschil
lende gediplomeerde eerste-hulp-verleners, gerekru
teerd uit het gehele Kamerpersoneel. Ook werd, op
initiatief van Heuker of Hoek, een „explosievenver-
kenningsploeg" opgericht (met de nadruk op ver
kenning), alsmede een vijftien man sterke brand
weerploeg.
.Vondel mg moet nog steeds lachen als hij dit
j incidentje vertelt H3j wil ermee illustreren hoe
Jopen bet Kamergebouw enkele jaren terug nog
wi Natuurlijk waren de bedoelingen van de
telefonerende jongelui tamelijk onschuldig, maar
iemand die echt kwaad wilde, wat ook voorkwam
en oog steeds voorkomt had in de voorbije jaren
bet Kamergebouw vrij speL Dese volstrekt open
tituatie b de laatste tijd wel wat veranderd. De
rweede Kamer is nu beter beveiligd dan ooit bet
geval b geweest maar dat wil nog niet aeggen,
dat het gebouw van ooae volksvertegenwoordiging
een zwaarbewaakte veste b geworden. Integendeel:
bet Nederlandse „Lagerhuis", waar dagelijks meer
dan 500 mensen werken en waar elke week honder
den bezoekers komen, b nog steeds één van de
minst beveiligde parlementsgebouwen ter wereld.
Als buitenlandse journalisten of delegaties van bui-
en] and se parlementen onze Tweede Kamer beaoe-
cen, vallen niet zelden hun monden open van
verbazing over het open-huis-karakter dat het ge
bouwencomplex kenmerkt Vondeling: „Zo moet het
ook blijven. Het zou ondemocratisch zijn als het
gebouw nauwelijks meer toegankelijk zou zijn en
als iedereen er doorlopend in de gaten zou worden
gehouden- De vind het jammer dat de toestand van
xn paar jaar geleden niet gehandhaafd kon blijven.
De Kamer was toen edit wat hij behoort te zijn:
een huis van en voor de burgers. Maar helaas bleek
iet open karakter op den duur edit niet meer
tioudbaar. We werden regelmatig geconfronteerd
met vervelende zaken, zoals diefstallen. Soms ging
het om kleine dingen, die bezoekers meepikten bij
wijze van souvenir, maar er werden bijvoorbeeld
ook schrijfmachines, paperassen, geld en belangrij
ke sleutels gestolen. Daarbij bleef het niet Soms
werden er ook moedwillig vernielingen aangericht
Zo is bijvoorbeeld een keer de lift volledig nnHnar
gemaakt en tenslotte kwamen er ook nogal eens wat
meldingen binnen van bommen die in het gebouw
zouden zijn neergelegd Eind 1974 b er zelfs een
nepbom onder mijn stoel in de vergaderzaal gevon
den. Dat was uiteindelijk één van de belangrijkste
aanleidingen can het gebouw beter te gaan bewaken
en een veiligheidsdienst in het leven te roepen".
bleek, dat het legitimatiebewijs alleen getoond
moest worden bij gebeurtenissen die een extra
veiligheidscontrole op het Binnenhof noodzakelijk
maakten, zoals op Prinsjesdag, bij Kamerdebatten
over Zuidmolukse acties of bij grote demonstraties
voor het Kamergebouw.
Bovendien kennen de bodes en portiers vrijwel alle
mensen die regelmatig het Kamergebouw bezoeken
van gezicht, zodat het in- en uitlopen van vaste
klanten geen enkel probleem oplevert Overigens
wijst de praktijk uit dat ook onbekenden, mits
voorzien van een uitgestreken gezicht in veel geval-
len zonder meer het gebouw kunnen betreden. Ook
ministers en staatssecretarissen hebben een speciaal
pasje. Dat leverde een jaar geleden bij een steek
proef op het bezit van pasjes nog een aardig tafereel
op. Minister De Gaay Fortman (Binnenlandse Za
ken) liep nietsvermoedend het Kamergebouw bin
nen, groette de portier en liep door. Gevraagd naar
zijn pasje moest hij echter bekennen dat hij het
verlangde legitimatiebewijs niet bij zich had. „Het
geeft niet hoor", zei de portier. „Het is maar een
formaliteit U mag natuurlijk best doorlopen".
Waarop De Gaay Fortman antwoordde: „Welnee, ik
ben formeel helemaal fout Wacht maar even, ik
ga het ding wel halen".
Publieke tribune
Brandveiligheid
Agent 007
[Pasjessysteem
Begin 1975 kwam er een vpïi i gnffirH ^r" ïq
dienst van de Tweede Kamer. Het was een jonge
rechercheur van de rijkspolitie, luisterend naar de
zeldzame en soms verwarring stichtende naam J.
Heuker of Hoek. Eén van zijn eerste maatregelen
was het invoeren van een pasjessysteem. Iedereen
die in het Kamergebouw werkt inclusief de Kamer
leden zelf en de vertegenwoordigers van pers, radio
en televisie, moest zich door hem laten fotograferen,
waarna zij een in plastic gehuld pasje kregen dat
men te aDen tijde hij zich diende te dragen. In het
begin deed iedereen dat heel braaf, maar al gauw
Ondertussen zat Heuker of Hoek niet stil. Zijn
activiteiten werden vooral in het begin wat lacherig
gadegeslagen. In de wandelgangen kon men dan
ook kreten horen als „Ssst, daar heb je Agent 007"
en de grappen over zijn vermeende alomtegenwoor
digheid waren niet van de lucht „Pas op bij die
plantenbak, want daar zou best Heuker of Hoek
in verscholen kunnen zitten. Wat moet die rol tapijt
daar? Zou het een vermomming zijn van H of H?"
Zoals gezegd, de man zat niet stiL Bezoekers van
het Kamergebouw, die er iemand wilden spreken,
mochten voortaan niet meer door de hoofdingang
aan het Binnenhof naar binnen. Ze moeten nu van
een achteringang gebruik maken, waar ze worden
ingeschreven, een bezoekerspasje krijgen en vervol
gens door één van de vrouwelijke gidsen door de
doolhof van gangen naar de plaats van bestemming
worden geleid. Het legitimatiepapiertje dat ze heb
ben meegekregen moet bij het verlaten van het
gebouw weer worden afgegeven. Het is bepaald
geen waterdicht systeem.
„Dat hele gedoe is een wassen neus, een lachertje",
vertelt een Kamerbode. „Als een bezoeker wordt
weggebracht door een gids, dan is hij zo vrij als
een vogeltje zodra de gids hem weer alleen Iaat
Heeft een bezoeker inderdaad kwalijke bedoelingen,
dan is zijn enige nadeel, dat het onmogelijk is om
ie in korte tijd in het gebouw te oriënteren, want
net zit zo gek in eikaar, dat er wel een paar weken
nodig zijn om de weg te weten. Gelukkig zijn er
nog nooit ernstige dingen gebeurd, aanslagen of zo,
maar het is eigenlijk vrij gpmakkeiijk Gekke din-
Een andere maatregel van Heuker of Hoek was het
verbeteren van de beveiliging op en bij de publieke
tribune boven de vergaderzaal. Alle belangstellen
den voor het bijwonen van een Kamerdebat dienen
zich te melden bij een toegangsdeur op enige af
stand van de hoofdingang. Onder toezicht van een
portier en een agent van de rijkspolitie moet men
daar jassen, tassen en voorwerpen als spandoeken
e.d. afgeven, waarna men via een trap de publieke
tribune bereikt Daar staan permanent twee parket
wachters (ook agenten van de rijkspolitie) toezicht
te houden op het doen en laten van de bezoekers.
Het is in principe niet mogelijk om vanaf de eerder
genoemde trap of vanaf de tribune zelf het overige
deel van het Kamergebouw te betreden. Vroeger
was dat wel zo, maar degenen die dat nu willen
proberen, vinden een gesloten deur, die wordt bevei
ligd door een monitor, waarop de hoofdportier in
de centrale hal op de benedenverdieping kan zien
wie er voor de deur staat Alleen voor mensen die
een Kamerpasje hebben, wordt de toegang geopend.
Dat er op de publieke tribune toch ook nog wel
vreemde dingen kunnen gebeuren, die niet tegen te
houden zijn, bewijst onder meer het voorval van
de man die tijdens een debat zijn ongenoegen uitte
door zijn kunstbeen af te doen en dat naar beneden
in de vergaderzaal te werpen. Zelfs heeft iemand
eens gemeend een ludieke bijdrage aan een debat
te moeten leveren door zich vanaf de tribune aan
een touw, dat onder zijn armen bevestigd was, naar
beneden te storten, zodat het net leek of de man
zich werkelijk ophing.
Beveiligingsbeambten
Hoewel in dit verhaal meermalen is gesproken van
portiers, bestaat sinds kort in de Tweede Kamer
deze functie niet meer. Heuker of Hoek heeft ze
persoonlijk omgedoopt tot „beveiligingsbeambten".
Aan hun werkzaamheden is de laatste jaren nauwe
lijks iets veranderd, behalve dan dat ze nu bij de
verschillende ingangen gezeten zijn aan balies met
monitoren waarmee de omgeving van het Kamer
complex en enkele punten in het gebouw zelf in
het oog kunnen worden gehouden.
Vorig jaar september organiseerde Heuker of Hoek
voor alle portiers van de Tweede Kamer, Eerste
Kamer en het gebouw van de Raad van State een
cursus „bedrijfsbeveiliging en bewaking". Een
maand geleden legden de mannen met goed gevolg
een examen af, waarmee hun status van portier een
einde nam. Volgens Heuker of Hoek gaf het volgen
van de cursus de portiers wat meer zelfvertrouwen.
De lessen waren tevens bedoeld om „het zesde
zintuig wat meer te ontwikkelen". Niet alle beveili
gingsbeambten waren even enthousiast over de
voorgeschotelde leerstof. De cursus bevatte welis
waar een groot arsenaal aan theoretische kprmic.
maar een praktische zaak als lichamelijke zelfverde
diging kwam er bijvoorbeeld niet aan te pas. Ook
Als men met mensen, die dagelijks in het parlement
werken, praat over de brandveiligheid van de Twee
de Kamer, ligt het antwoord meestal in de sfeer
van: .Breek me de bek niet open". Grote branden
zijn er gelukkig nooit geweest De vuurhaarden die
in het verleden ontstonden, bleven steeds beperkt
tot een kleine ruimte. Het laatste brandje van enige
omvang woedde vorig jaar in een kleedkamer van
het keuken personeel. Op het eerste gezicht lijkt de
brandpreventie best mee te vallen. Overal in het
complex zijn brandmelders aangebracht, bestaande
uit de bekende rode knop achter glas en het bijbe
horende metalen knotsje, waarmee het glas ingesla
gen dient te worden. Wordt er op zo'n knop gedrukt
dan klinkt er door het gehele gebouw een zogeheten
„jodel-alarm" en tegelijkertijd kunnen de beveili
gingsbeambten beneden in de hal op een groot bord
met lampjes zien waar alarm is geslagen. Via een
directe lijn wordt de brandweer gewaarschuwd en
nog geen vijf minuten later arriveren de spuitgasten
met groot materieel op het Binnenhof.
Herhaalde malen is dit spektakel voor niets opge
voerd of slechts voor een rokende prullenbak, maar
dat is uiteraard niet erg. Pas als het menens wordt,
dan gaan de mankementen in het brandbeveiligings
systeem zich vertonen. Stel dat er een grote brand
uitbreekt door wat voor oorzaak ook (een ontplof
fing bijvoorbeeld), dan dienen velen in het gebouw,
zo niet allen, zich snel uit de voeten te maken, want
het eeuwenoude pand kan dan gelijkenissen gaan
vertonen met een aangestoken baal stro. En daar
wringt de schoen al, want van de veertien nooduit
gangen is het merendeel niet open te krijgen. Ze
zijn eenvoudig op slot en de sleutel is ver te zoeken.
Slechts bij een paar uitgangen hangt de sleutel
naast de deur in een glazen kastje. Bovendien is
het voor onbekenden in het gebouw vrijwel ondoen
lijk om de uitgangen te vinden, omdat de bewegwij
zering verre van compleet is en zelfs hier en daar
ontbreekt
Heuker of Hoek: „Deze situatie is inderdaad bar
en boos. Er worden binnenkort wat maatregelen
genomen om de brandveiligheid te verbeteren. De
bewegwijzering wordt verbeterd, er worden in alle
gangen brandvrije tussendeuren geplaatst, die bij
brand automatisch dichtvallen en alle nooduitgan
gen worden van een sleutel voorzien. Onlangs heb
ben enkele Kamerleden er bij de heer Vondeling
op aangedrongen om zo gauw mogelijk eens bij
wijze van oefening een totale ontruiming van het
gebouw te organiseren. Als het goed is zal dat in
het najaar gebeuren".
De aangekondigde „sloepenrol" heeft binnenska
mers al op veler lachspieren gewerkt „Als het
eenmaal zover is, zal er meer uit de ramen worden
gehangen om te kijken wie er het gebouw uitrent
dan dat er serieus aan wordt meegedaan", grinnikte
een personeelslid.
Hoewel Heuker of Hoek in twee jaar tijds al veel
verbeteringen heeft aangebracht in de beveiliging
van het parlementsgebouw, ontmoet hij ook veel
kritiek. Enerzijds van mensen die de beveiliging nog
steeds niet voldoende vinden en anderzijds van
mensen die menen dat er te veel voor waakhond
wordt gespeeld Twee maanden geleden zei het
Kamerlid Stan Poppe (PvdA) tijdens een debatje
over de huishoudelijke begroting van de Tweede
Kamer, dat hij de indruk had dat de veiligheids
dienst van Heuker of Hoek (die er net een assistent
bij had gekregen) tevens een inlichtingendienst, een
soort BVD-in-het-klein, was.
Hij had namelijk vernomen dat de mannen van de
veiligheidsdienst ook de handel en wandel van
bepaalde personen uit het Kamergebouw plachten
na te gaan. Dat er dus antecedentenonderzoeken en
veiligheidsonderzoeken zouden worden verricht Bo
vendien zou de dienst regelmatig contact onderhou
den met de BVD. Deze geluiden waren niet nieuw.
Hardnekkig doen geruchten in deze zin de ronde
sinds Heuker of Hoek zijn intrede in de Kamer
deed.
Hijzelf ontkent de beweringen. .Antecedentenonder
zoeken en veiligheidsonderzoeken worden verricht
door personeelszaken en dan alleen nog maar als
het gaat om mensen die in een vertrouwelijke
functie werken. Ik werk wel eens mee aan zo'n
onderzoek, maar dat komt nauwelijks voor", zegt
hij. En over de BVD: „Natuurlijk heb ik contacten
met de BVD, evengoed als ik contacten onderhoud
met politie, justitie en brandweer. Anders zou ik
mijn werk niet kunnen doen. Maar stel je van die
contacten met de BVD maar niets voor. Ik ben echt
geen geheimagent".
Kritiek had Stan Poppe ook op de actie „clean
desk" (schoon bureau) die onlangs door de veilig
heidsdienst is gehouden. De actie bestond uit het
aan Kamerleden en fractiemedewerkers verstrek
ken van een folder met wenken voor „informatiebe
veiliging". Er stond onder meer in, dat men niet
overal losjes papieren met vertrouwelijke informa
tie moet laten rondslingeren, dat men voorzichtig
dient te zijn met het telefonisch verstrekken van
informaties aan onbekenden en dat men in openba
re gelegenheden zoals restaurants niet al te luid
vertrouwelijke zaken moet spuien. Poppe: „De frac
ties zijn mans genoeg om zelf te beoordelen wat
zij willen of kunnen meedelen aan derden".
Heuker of Hoek: „Natuurlijk begrijp ik die kritiek
wel, maar ik wil echt niet schoolmeesterend optre
den. Het enige, wat ik wilde bereiken, is dat de
mensen wat meer veiligheidsbewust worden".
De conclusie van dit verhaal is moeilijk te trekken.
Is het Tweede-Kamergebouw nog steeds onvoldoen
de beveiligd of moeten we, op de brandpreventie
na, weer terug naar de situatie van enkele jaren
geleden? „Nee, er is voorlopig geen weg meer
terug", vindt Kamervoorzitter Vondeling. .Juist om
dat de burgers zich steeds meer voor de politiek
gaan interesseren, omdat de betrokkenheid bij het
politieke gebeuren toeneemt".
Heuker of Hoek: „Hoe meer democratie en open
heid, des te meer voorzorgsmaatregelen moet je
nemen voor de beveiliging van regering en parle
ment Natuurlijk is het Kamergebouw niet water
dicht beveiligd. Diefstallen, terroristische acties, gij
zelingen, het is allemaal in principe nog mogelijk.
Maar we zijn er nu wel enigszins op voorbereid.
Voor het overige is het een kwestie van vertrouwen.
Vertrouwen in iedereen die hier binnenkomt en
vertrouwen in de mensen die hier werken".
DICK VAN RIETSCHOTEN