Palestina het beloofde land
Koffiezetapparaten: Goedkoop
niet altijd duurkoop
PALESTIJNEN EISEN „NATIONAAL TEHUIS" m
,d
ich
VERZEKERINGEN
DOORGEMETEN
BINNENLAND/BUITENLANDLEIDSE COURANT DINSDAG 26 JTJLI 1977
)ER
Een advertentie van de Haagse vestiging van Profita Tapijt BV
noemt Westham-tapijt voor de „speciale prijs" van 88 gulden
per meter. Een echtpaar gaat daarop af en koopt elf meter.
Een paar dagen later komt de aankoop ter sprake tijdens een
visite bij familie van het echtpaar. En dat is toevallig
ook deze familieleden hebben een aantal meters van dit tapijt
gekocht, maar dan bij de Haarlemse vestiging van Profita
Tapijt. Ook voor die speciale prijs van 88 gulden? Nee, in
Haarlem berekende men geen speciale prijs. Hier betaalde men
49,50 gulden!
er blijft dus tijd over om andere dingen
te doen. Voorts zorgt zo'n apparaat er
automatisch voor dat de koffie op de
juiste temperatuur blijft en bovendien
springt het erg zuinig om met de tegen
woordig zo dure koffie. Een nadeel is
echter dat ze nogal duur in aanschaf zijn.
Ze variëren in prijs van 50 tot 150 gulden.
De Stichting Vergelijkend Warenonder
zoek onderwierp zeventien veel gekochte
merken aan een test en betrok tevens
twee espresso-apparaten bij het onder
zoek, die in dezelfde prijsklasse liggen
(de rest is veel duurder).
Bij de uitslag springt direct in het oog,
dat goedkoop niet altijd duurkoop bete
kent. Het goedkoopste apparaat (de Phi
lips HD 5140 die vijftig gulden kost) is
één van de slechts drie apparaten, die het
etiket „goed" opgeplakt krijgen. Welis
waar zet hij per keer maar vijf kopjes,
tegen acht bij de meeste andere machi
nes, doch koffie kan uiteindelijk altijd
worden bijgezet. De andere twee die goed
bevonden werden zijn de Wigomat 121
(110 gulden) en de Douwe Egberts Com
pact 8 (uitsluitend verkrijgbaar tegen DE-"
punten: 4000 punten 44,50 gulden of
3000 punten 52 gulden).
Eén apparaat kwam als onveilig uit de
bus: de Ismet KM 518. Volgens de impor
teur wordt dit apparaat niet meer gele
verd maar het kan zijn dat hij hier en
daar nog te koop is. Redelijk tot goed
zijn de Douwe Egberts de Luxe 8 en de
Krups Thermat 8. De andere apparaten
zijn redelijk tot matig.
Met de twee espressoapparaten (de Mou
linex van 130 gulden en de Tefal van 100
gulden) valt, aldus de SVWO weinig eer
te behalen. Een volledig testrapport is te
vinden in de vandaag verschenen Consu
mentengids.
De Consumentengids heeft
het onderzoek naar de aut
overzekeringen in het num
mer van augustus voltooid. In
juni werden de WA-verzeke-
ringen aan de orde gesteld, in
juli de all-riskverzekeringen,
in het laatste nummer een
aantal tussenvormen zoals de
cascoverzekering met ver
hoogd eigen risico (CAHER)
en de zg. mini-cascoverzeke-
ring.
Bij de all-riskverzekeringen
zijn de verschillen in voor
waarden groter dan bij de
WA-verzekeringen. Zo vraagt
een aantal maatschappijen
voor jeugdige rijders een extra
eigen risico, terwijl dé af
schrijf- en nieuwwaarderege-
lingen nogal uiteenlopen. Een
aantal maatschappijen geeft
extra vergoeding na schade,
bijvoorbeeld in de kosten van
een vervangende huurauto na
diefstal, of in de kosten van
vervanging van autopapieren.
Na een periode van 6 of 12
maanden gaan de meeste
maatschappijen over op een
systeem van vaste afschrij
vingspercentages, d.w.z. dat de
waarde dan maandelijks met
een vast percentage over de
nieuwwaarde afneemt totdat
de auto drie jaar oud is. Daar
na gaan de meeste verzeke
raars uit van de dagwaarde,
terwijl enkele andere maat
schappijen doorgaan met de
vaste afschrijvingspercenta
ges: Helvetia zelfs tot zeven
jaar.
Veel maatschappijen koppelen
de nieuwwaarde-regeling aan
de zg. 2/3-regeling, d.w.z. dat
de verzekerde aanspraak kan
maken op een total-loss ver
goeding als de reparatiekosten
meer bedragen dan 2/3 van de
waarde volgens de nieuwwaar-
deregeling. In plaats van 2/3
geldt soms ook 1/2 of 3/4.
De Consumentengids wijst
erop dat men geen genoegen
hoeft te nemen met het rap
port van de schade-expert.
Men heeft het recht een tege-
nexpert in de hand te nemen,
waarna soms een derde des
kundige wordt benoemd die
een bindende uitspraak doet.
Uitgesloten van verzekering is
meestal de schade aan ver
voerde goederen, en schade in
geval van dronkenschap en bij
het rijden zonder geldig rijbe
wijs. Bij schade door brand,
diefstal, botsing met dieren,
natuurgeweld en storm en bij
schade die uitsluitend bestaat
uit ruitbreuk wordt bij de
meeste maatschappijen geen
eigen risico ingehouden, al be
staan op deze regel uitzonder
ingen. Een dergelijke schade
heeft ook geen invloed op de
no-claimkorting (de maximale
korting loopt bij de verschil
lende maatschappijen nogal
uiteen).
Mocht na een aantal jaren de
vrij hoge all-risk premie niet
meer in verhouding staan tot
de waarde van de auto, dan
kan men terugvallen op de
WA-verzekering, waarbij de ei
gen auto niet meer verzekerd
is bij schade door eigen
schuld, of op een tussenvorm,
zoals de gemelde CAHER-ver-
zekering, het handhaven van
de all-riskverzekering maar
gekoppeld aan een verhoogd
eigen risico of een mini-casc
overzekering. Vooral automo
bilisten met weinig schade
vrije jaren kunnen voordeel
hebben van een CAHER-ver-
zekering. Maar met een grote
no-claimkorting is het vaak
verstandiger bij de bestaande
verzekering het eigen risico te
verhogen. Bij de mini-casc
overzekering, die onder aller
lei mooie namen wordt gele
verd, zijn de aanvaarde scha
de-oorzaken nogal verschil
lend, terwijl ook lang niet al
tijd de nieuwwaarderegeling
geldt.
Soms is het mogelijk de WA-
verzekering aan te vullen met
een cascodekking bij brand of
diefstal of een tijdelijke dek
king, bijvoorbeeld voor een
vakantie in het buitenland.
(Van onze correspondent David Hirst)
CAIRO Geen wonder dat Begin zich
ztüke zorgen maakt over het vooruitzicht
van een Palestijns tehuis, want hij weet
beter dan ieder ander wat het joodse tehuis
voor ons betekent, aldus een Palestijn.
De Palestijnen kan het moeilijk aangere
kend worden dat ze hun jongste diplomatie
ke successen, zoals de suggestie van de
oprichting van een Palestijns „tehuis", eerst
door Carter en later door de Europeanen,
zien in het licht van de geschiedenis van de
afgelopen zestig jaar. Inderdaad zijn er eni
ge ironische paralellen te trekken.
De eerste grote stap naar internationale
erkenning was voor de zionisten de zoge
naamde Balfour-verklaring. Daarin werd
het plan naar voren gebracht voor de „op
richting in Palestina van een natonaal tehuis
voor het joodse volk". Maar ook werd daar
in gesteld dat er niets mocht gebeuren dat
de burgerlijke en godsdienstige rechten van
de aanwezige niet-joodse bevolking in ge
vaar zou brengen. De niet-joodse bevolking
vormde destijds 90 procent van het totaal,
een bezat 98 pet van het land. De voornaam
ste architect van de Balfour-declaratie,
Chaim Weizmann, zwoer dat de Arabieren
geen haar gekrenkt zou worden en hij verze
kerde hen dat „het niet onze bedoeling is
om de macht over te nemen over de provin
cie Palestina". Bij herhaling werd er op
gewezen dat een „nationaal tehuis" voor de
joden nog niet betekende een Joodse staat".
Maar de Arabieren waren weinig onder de
indruk van deze geruststelling. Want de
zionisten mochten dan wel het een en ander
verklaren, onder elkaar zeiden zij heel wat
anders.
In 1947 hielp de Verenigde Naties, .toen
onder grote invloed van Amerka en even
pro-Israël als het vandaag anti-Israël is, de
zionisten een heel eind verder op weg naar
internationale erkenning. De algemene ver
gadering van de V.N. stelde voor Palestina
in tweeën te delen. De joden zouden 56 pet
van het land krijgen, hoewel ze daarvoor
maar 6 pet in hun bezit hadden. Tijdens de
oorlog van 1948 werden de meeste Arabie
ren verdreven en zo kwamen de joden aan
77 pet in plaats van 56 pet. Bleef over voor
de Palestijnen 23 pet. Na de oorlog van 1967
namen de Israëli's de rest over en de Pales
tijnen bleven zitten met lege handen.
Zoals ze vertegenwoordigd worden door Jas-
sar Arafat vervullen de Palestijnen nu de
zelfde rol als de zionisten destijds. Na hun
verspreiding in 1948 namen de bannelingen
als vanzelfsprekend hun eigen „maximale"
eis aan: ze zouden het gehele land weer
terugveroveren. Stilzwijgend stemden de
Arabische landen toe.
Het klinkt paradoxaal, maar toch is het niet
zo verbazingwekkend dat pas na de opkomst
van El Fatah en de verdere verzetsbeweging
van de Palestijnen - en dus toen zij een eigen
gevoel van macht begonnen te ontwikkelen
- de Palestijnen gingen inzien dat hun droom
nooit verwezenlijkt zou kunnen worden.
Daarom begonnen ze minder hoog te grij
pen. Vanaf dat moment richtten de Palestij
nen zich meer op de oprichting van een
democratische staat voor zowel joden als
Palestijnen. Theoretische ruzies weerhielden
de belangrijkste guerrillabeweging El Fatah
ervan de juiste amendementen in te dienen
bij de Palestijnse natonale raad, maar Ara
fat heeft meerdere malen herhaald dat alle
joden die in het „Palestina van morgen"
wensen te blijven dat zeker mogen.
Deze democratische staat was Arafat's eer
ste concessie. Maar ook deze droom lijkt
volkomen buiten de werkelijkheid te staan,
gezien het feit dat de internationale opvat
ting tegen ontmanteling van de staat Israël
is. De volgende stap was de oprichting van
een Palestijnse ministaat. Formeel heeft
Arafat nooit gezegd dat hij zou toestemmen
in de oprichting van een mini-staat, maar
na de oktober-oorlog van 1973 begon dat
idee steeds meer op te komen. De mini-staat
was stilzwijgend het nieuwe doel geworden
van de P.L.O., en dit was een tweede en
veel belangrijker concessie. Want in de ogen
van de wereld kwam deze gematigde Arafat
veel dichter bij de werkelijkheid. En op deze
gezamenlijke grond kunnen de gematigde
Arafat en de Amerikanen en Europeanen
elkaar ontmoeten. Dit is de nieuwe funda
mentele werkelijkheid.
De mini-staat, zoals de Arabieren die zien,
is niet alleen een kwestie van territorium.
Het is eerst en vooral de erkenning dat de
Palestijnen een volk vormen met een eigen
gezicht. De zionisten spreken dat Palestijnse
volkskarakter altijd tegen en ze zien er op
toe dat de rest van de wereld dat ook doet.
Volgens hen zijn de Palestijnen „gewoon"
Arabieren, zonder verdere bijzondere eigen
schappen.
Arafat heeft gezegd dat het westerse stand
punt zich moet ontwikkelen. Toen Carter in
maart voor het eerst het idee van een Pales
tijns tehuis opperde, had Arafat ongewoon
lovende woorden voor hem: „Als dit waar
is, dan heeft hij de kern van de zaak
geraakt, zonder welke geen oplossing voor
het probleem mogelijk is". Misschien heeft
Carter de kern „geraakt", maar in de ogen
van de Palestijnen staan we nog mijlen van
de verwezenlijking van dit concept.
Als er een Palestijns volk is, dan moet er
ook een Palestijnse staat zijn. In theorie,
zoals een van hen zei, „zijn we bereid te
beginnen met de Palestijnse staat Jericho".
In de praktijk echter is de P.L.O. bereid
akkoord te gaan met wat de rest van de
wereld zegt. Die stelt namelijk in resolutie
242 van de V.N. dat Israël zich „met kleine
grenscorrecties" moet terugtrekken uit min
stens 23 pet van het Palestina dat het na
1967 in handen had. Met andere woorden,
de mini-staat gaat ruwweg gevormd worden
door de westelijke Jordaanoever en de Ga-
zastrook. Dan zouden de Israëliërs weer 77
pet hebben van het oorspronkelijke Palesti
na, de Palestijnen dus 23 pet. De Palestijnen
vinden echter dat de hoeksteen van het hele
gebouw moet zijn het indelingsplan van de
V.N. van november 1947, waarin vastgesteld
werd dat zij 44 pet zouden krijgen. De
Palestijnen hebben zich aan de Amerikanen
bereid verklaard die ontbrekende 21 pet aan
Israel cadeau te geven, als Israël daar iets
voor in de plaats wil stellen.
Carter noch de E.G. hebben zich op eniger
wijze verbonden aan de betrekkingen die de
mini-staat zou moeten hebben met de rest
van de wereld. De Palestijnen eisen in ieder
geval volledige onafhankelijkheid.
Maar ze zijn bang dat de Arabieren hen
zullen verraden. Dit kwam in maart naar
voren toen president Sadat de eis liet horen
voor een „officiële en vastgestelde verbinte
nis" tussen de P.L.O. en Jordanië, nog vóór
de conferentie van Genève zou beginnen.
Deze eis werd gesteld in het bijzijn van de
Amerikaanse minister van buitenlandse za
ken Vance, en de Amerikanen doen geen
enkele moeite te verhullen dat ook zij vinden
dat de nieuw op te richten Palestijnse staat
verbonden moet zijn aan Jordanië.
Aan de andere kant heeft koning Hoessein
allang de haast neurotische angst dat de
Palestijnen, die vandaag de westelijke oever
vragen, morgen de oostelijke oever zullen
opeisen. Want de westelijke oever, van de
Jordaan kan niet alleen alle Palestijnen
opvangen. Bovendien bevinden zich al meer
dan een miljoen Palestijnen op de oosterlij-
ke oever. Ze bezitten 80 pet van Amman en
hebben ook de economie grotendeels in han
den.
Ironisch genoeg willen de Syrische'baathis-
ten alleen met de grootste terughoudendheid
hun steun geven aan het idee van Palestijnse
onafhankelijkheid. Toen enkele jaren gele
den de Palestijnse journalist Faisail Hourani
in het partijblad Al-Baath suggereerde dat
er zoiets was als een zelfstandige Palestijnse
aard, mocht hij voor zijn brutaliteit betalen
met een paar dagen gevangenisstraf. Het
was een belediging voor de pan-arabische
ideologie, waarmee president Assad pro
beert te verhullen dat hij eigenlijk het liefst
de Palestijnse mini-staat zou willen opne
men in een Groot-Syrische federale unie,
waarin ook Jordanië en Libanon .zouden
moeten zitten. Andere Arabische staten steu
nen de zaak van de Palestijnse onafhanke
lijkheid alleen voor zover ze daarmee Assad
kunnen dwarsbomen. En natuurlijk wil elke
Arabische staat een vinger in de pap hebben
bij de oprichting van een eventuele Pales
tijnse mini-staat.
Het belangrijkste is echter de vraag hoe
deze Palestijnse staat zou staan met betrek
king tot Israël. En wat dat betreft is Arafat
de onduidelijkheid zelve. Hij kan zijn „maxi
male" eisen nu tegenover zijn achterban niet
meer verloochenen, net zo min als de vroege
zionisten dat konden tegenover hun achter
ban. Tijdens zijn laatste vergadering heeft
de Palestijnse nationale raad nagelaten om
bepaalde passages uit haar beginselverkla
ring te schrappen, waarin in zoveel woorden
werd opgeroepen tot „de vernietiging van
Israël''. Andere landen hadden hierom ge-
Arafat: bereid om 23 pet te aanvaarden, of wil hij alles?
vraagd, maar de Palestijnse „minister van
buitenlandse zaken" Kaddoumi zei dat zoiets
verraad zou zijn. Aan de andere kant moet
Arafat er voor zorgen dat hij in de ogen
van de internationale samenleving kan blij
ven doorgaan voor „gematigd".
En wat die internationale samenleving ook
moge denken van die matiging van Arafat,
de Israëli's zijn er al even weinig van onder
de indruk als de Palestijnen de vroege zio
nisten geloofden. In hun ogen is Arafat nog
steeds een „extremist", niets meer en niets
minder. Waarschijnlijk zullen we nooitte
weten komen of de zionistische visie op de
Palestijnse ambities net zo juist is als de
Palestijnse visie op de Israëlische ambities
eertijds. Bij monde van de onderminister
van buitenlandse zaken Alfred Athertol
heeft Amerika gezegd nog niet verder \pi
willen gaan dan de „algemene beginselveju
klaring" van het Palestijns tehuis. Ch
te
Arafat's tweeslachtigheid zal waarschijnl^
nooit op de proef worden gesteld, hij i|
nooit gedwongen worden die uiterst belar
rijke keus te maken tussen hoofd en ha
tussen wat de wereld nu bereid is hem
schenken, namelijk 23 pet in ruil voor i
andere 77 pet, en wat hij diep in zijn ha
eigenlijk nog wil, namelijk alles. Van hu
kant maken de Israëli's het steeds duidel
ker dat zij eveneens van plan zijn alles
behouden. m
Copyright The Guardian)
Koffiezetapparaten zijn tegenwoordig erg
in de mode. Het schijnt dat in nog maar
dertig procent van de Nederlandse gezin
nen een dergelijk apparaat ontbreekt.
Deze huishoudelijke hulpmiddelen heb
ben dan ook hun voordelen. Je hoeft er
tijdens het zetten niet naar te kijken en