Jean RenéGougeon van vakantie terug om Grote Prijs te winnen Vader Van Eykelenborg kocht een paard en Gerard had zijn „tick" Normaal leven is mijn beste voorbereiding DE TWAALF COMBINATIES Afstand 2660 meter 175.896.- (S 186.000, f 45.009, 86.009, f 7,000 en f 3.000) Paard JU Speedy Votü* 2. Kees Verkerk 3. DucöaBmi 4. Gradt 5. Wiretapper 6. MickeTUly 7. Forste 8. OpalH 9. Mama Bkitematg 19. EqöitéO Ih Bellino JI 12. JötoesP Kecord Afstand Rijder L14.7 26u0 m. Gotnmaas 117.1 2696 n*. Van Eykelenborg El&S 2609 m. Kttijaeöiurg 115.2 2699 nr. Krüger (It) 114.9 2606 m. Nordin (Zw) 115.8 2608 m. LindQvist <Z=w) 115.9 2588 to. Saudron fFr) LIAS 2600 m. Nordin (Zw) L15.4 2609 m. DttfveöVoordea 11312625 m. Allaire (Fr) 114.02625ai GougeóalFrj WAS 2625 m. Feoiliet (Fr) WASSENAAR Sinds donderdag is Bellino II op Duindigt. Verzorger Pierre blijft steeds in de buurt van zijn box. Op Duindigt staat nu als een paal boven water dat de drievoudig winnaar van de grootste draverij van Europa, de Prix Amériquè, als groot favoriet tussen de startlinten zal vertrek ken zondagmiddag. Verzorger Pierre is ruet erg spraakzaam en zegt alleen: „Het moet eerst nog gebeuren", als hij over de sintels van Duindigt een oefenrondje maakt met Bellino II staan Nederlandse pikeurs, verzorgers en stalpersoneel, eigenaren en ook een handjevol nieuwsgierigen te kijken naar het „wereldwonder" op vier benen. Er zijn er zelfs een paar die Pierre aanzien voor de beroemde pikeur Gougeon. Maar niets is minder waar. Jean René Gougeon, die door en met de successen van de hem toevertrouwde dravers zijn banksaldo zo wist op te schroeven dat hij tot de miljonairs van Frankrijk wordt gerekend, zal eerst morgen zijn vakantie in Zwitserland onder breken om even naar Duindigt te komen om daar met zijn grootste vedette uit zijn carrière, Bellino II, jacht te maken op de honderdduizend gulden die de winnaar van de Grote Prijs der Lage Landen wacht. Hij zal twee uur voor de koers arriveren. Vriende lijk lachend en handen schuddend zal de meest populaire trainer en rijder in Frankrijk Bellino II opzoeken en aan stalman Pierre vragen: „Hoe is 't met hem". Pierre zal dan alles moeten vertellen. Of Bellino goed gereisd heeft, zijn bak heeft leegge geten en geen kuren heeft vertoond. Strijkend zullen zijn handen langs de tien jaar oude benen van Bellino II gaan om te voelen of alles oké is. Vervolgens zal hij zich in zijn tenue hijsen om nog geen half uur daarna met zijn paard Duindigts piste te gaan verkennen, een sprintje aan te trekken en een proefstartje te maken om dan, morrend of dik te vreden, Bellino II weer in het dikke stro van zijn box te zetten en te wachten tot het grote moment dat hij met zijn elf concurrenten de baan op moet. Na de koers zal hij dan zonder twijfel op de hem bekende en vriendelijke manier iedereen te woord staan. De belangstelling zal echter niet zo groot zijn als voor Jean René Gougeon na een behoorlijke daverij in Frankrijk. De drafsport in Nederland is immers nog niet die in Frankrijk! Jean René Gougeon komt van vakantie terug uit de bergen maar ook Bellino II is voor de zoveelste keer in de bergen geweest. Op last van zijn eigenaar Maurice Macheret, die na vrijwel iedere minder goede prestatie van deze wereldcrack hem naar een bergweide bracht. Eind vorig jaar luidde het: Belli no II heeft afgedaan, hij kan niet meer mee, maar toen hij op de laatste zondag van januari aantrad voor de Prix d'Amériquè was de oude Bellino weer zo fit als een gems en won voor de derde keer in successie het grootste drafnummer in Europa om vervolgens ook voor de derde keer de Prix de Paris (3200 meter) te winnen. Totale oogst van een uitzonderlijk paard: ruim vier miljoen gulden. En dat had nog veel meer kunnen zijn indien Bellino II in München tegen de wervelen de Dauga en Granit geen nederlaag had geleden en Fakir du Vivier hem op de Franse draftempel Jean René Gougeon met Bellino II weer bezig aan een ererondje. Ditmaal na zijn zege in de Prix d'Amérique. van Vincennes niet met een half hoofdje verschil in de Prix René Ballière de baas was gebleven. Jean René Gougeon weet dat hij ook op Duindigt met Billino II alle registers zal moeten opentrekken om de jongere belagers van zijn stoere body te kunnen houden. Er is een weer in vorm teruggeko men Europese recordhouder Equilléo die zijn baas, de Franse filmster Alain Delon, evenveel franken in de portefeuille rijdt als zijn filmrollen hem opbrengen. Maar er is nog meer gevaar. Vooral van de kant van de vijfjarige Granfit, een zoon van de drievoudige winnares van de Prix d'Amérique, Ro- quepine. Granit in training en gereden door de in Rome werkende Duitser Gerhard Kriiger een fenomeen op de sulky lost dit jaar de grote verwachtingen in en neemt brutaal de handschoen tegen Bellino II op. Ook de Zweden durven de strijd aan. Ze doen dit met hun formidabele stayer Micko Tilly (1.16.3 over 2648 meter). Opal H en de geweldige Wiretapper. Achter deze laatste twee paarden nemen de broers Gunnar en Sören Nordin plaats op de sulky. Zij rijden de koersen met de chronometer in de hand en stippelen zo de race van meter tot meter voor hun paard uit. Voor Wiretapper kan de 2600 m. lange afstand van de Grote Prijs wellicht een te zware opgave zijn, maar kan Sören Nordin met het paard van zijn vrouw wat reserves sparen dan is het in één woord ontstellend hoe dit paard kan lopen. Blijft de vraag wat de Nederlandse stallen gaan uitrichten. Het grote geld zal er voor Gerard van Eykelenborg (Kees Verkerk), Wim Duivenvoorden (Manza Buitenzorg), Due de Brou (Guus Knijnen- burg) en Gerard Gommans (Speedy Volita) wel niet bij zijn. Wellicht wacht een van deze pikeurs een troostprijs. Gerard van Eykelenborg is blij met zijn goede startnummer (twee), Guus Knijnenburg hoopt dat zijn Due de Brou goed weg komt aan de start en Wim Duivenvoorden zal met Manza Buitenzorg de kop wel nemen en proberen deze zo lang mogelijk 'te houden. Rest Speedy Volita. Missschien dat Spee dy Volita, die voor de eerste keer over zo'n lange afstand wordt ingezet, nog een rol kan spelen, maar ook zij zal vermoedelijk ervaren dat er tegen Granit, Bellino II en het Zweedse ijspegelhaar Nordin geen kruid gewassen is. Geen ereplaats voor Speedy Volita zou een tweede teleurstelling betekenen voor eigenaar Piet Meijn uit Oostzijn. Hij wilde ook zijn Amerikaanse paard Lola's Express aan de start van de Grote Prijs brengen maar de merrie mocht van het ministerie van landbouw ons land niet in, omdat de verplichte bloedproef van dit vierjarige paard lichtelijk posi tief was. Wat de heer Meijn ook probeerde, zijn draver mocht niet ons land in. ARTHUR VAN RIJSWIJK WATERINGEN „Ik zit weinig vooraan na de start. Als je een paard con aan de kop Iaat draaien, gaat het daaraan wennen en bij een hogere wii kan dat minder lucratief zijn. Kees Verkerk was er ook zo een, die altijc de kop wilde en dan maar doorgaan. Hij wilde alleen maar vooraan lope heb hem geleerd om achter de concurrentie vandaan te komen". „Ze zeggen dat ik dikwijls op het laatste stuk toesla. Dat is ook wel zo je kent natuurlijk de meeste andere paarden, je weet wat hun sterkste ka en daarop stel je je koers af. Je moet het parkoers indelen, zorgvuldig afv. want op de drafbaan kun je met geduld veel bereiken. Loeren op je kan een foutje van de ander, contact houden met je paard dat voelt hoe je teger hem of haar staat. Hem of haar. Ik ga liever met hengsten om dan met mei Een hengst kam ondeugend zijn maar is gehoorzaam als je op de juiste mi met hem omgaat. Een merrie is gauw beledigd. Het gebeurt dat je een paard hebt maar dat op de een of andere manier niet eruit komt wat je gedacht. Je verkoopt wel eens een paard waarop je bent uitgekeken. Is hier gebeurd. Dan gaat een ander er mee winnen. Die trainer heeft nog iets ont wat mij is ontgaan. Dat kan ik goed hebben. Daar leer ik van, zoals ik vro r zoveel heb geleerd van de groten in de tijd toen ik nog leerling-pikeur Van een Willem Geersen, Jan Wagenaar sr., Bram Nottelntan. Ogen en oren a goed de kost geven Willem Geersen was een geweldenaar, een grote, zware i Dat gewicht moest het paard meeslepen hoewel die sulky's licht en soepel lo Bij Willem Geersen gaf dat niet. Die was zo goed dat hij groot en zwaar m zijn. Dat was een kunstenaar. Als hij iemand met ook zijn capaciteiten getroffen, zou het gewicht natuurlijk wel hebben uitgemaakt". „Maar wij hoeven niet zo op te passen als een jockey. Wel zorgen dat jc bent Dat betekent voor mij normaal leven. We waren eens in Kopenhagen een grote koers. Onze leider had er wel wat bezwaar tegen dat we 'savo voor de koers naar het pretpark Tivoli wilden. We gingen, maar maakten natuurlijk niet te laat, en reden geweldig de volgende dag". In de paardesport is men niet scheutig met kransen. Kees Verkerk heeft er bezijden zijn box een stuk of zes hangen. (Foto Simon E. Smit) Voor de Grote Prijs doe ik niets bijzonders, sbij; ders. Ik ga niet extra vroeg naar bed want al niet kunt slapen, ben je verder van de wijs. Bewef heb ik op het entrainement al genoeg. Toch voe iets van binnen als zo'n evenement voor de deur st Mijn vrouw merkt het altijd aan me. Net of me t iets dwars zit. Als ik zondag voor de start sta, ik alles kwijt en ga ik gewoon de koers in. Voor is me terugtrekken en rusten niet goed. Ik m gewoon blijven doea Ik rijd zondag dan ook in i een paar koersen behalve de Grote Prijs. Maar die Prijs erop zit, is 't net of ik lood in mijnbel heb. Dus heeft 't me toch iets gedaan". „Die spanning, zo zal ikhet maar noemen, is sc te achterhalen. Ik heb eens een paard gehad dat maar ineens kon springen. Daar pieker je dan o\ Je weet niet of en wanneer het komt Toch moei niet meteen de schuld aan het paard geven als i mis loopt. Meestal ga ik na of er een oorzaak bijvoorbeeld een blessure die ik niet heb onderke Ik ben alleen kwaadop een paard als hetme in maling heeft genomen. Zelf maak je ook fouten". „Een jaar oftien geleden was ik betrokken bij t ongeluk op de Hilversumse baan. Het was tijdens Gouden Zweep. Mijn paard sprong. Een andere i keur dacht dat ik terugviel, ging door en haakte mijn kar. Mijn paard viel en ik kreeg een man vijf over me heen. Daar moet je niet bij stil blijvl staan. Over het algemeen loopt het goed af. Anj tijdens de koers heb ik niet. Je koerst meestal ra mensen die het vak ook onder de knie hebben. A we met zijn allen op de eindstreep afgaan, lijkt H of we elkaar van de baan zullen rijden, maar de pikeurs routine hebben, los je die wirwar ondl ling gauw op". WATERINGEN Als vader Van Eykelenborg geen koerspaard had aangeschaft, zou wellicht op de vaderlandse drafbanen nu geen pikeur Gerard rondwaren. Gerard van Eykelenborg de laatste jaren steeds erbij, zoals dat heet, en aan een seizoen bezig dat hem in de hoogste rijen van het pikeurdom plaatst zou volgens vaders grote wens ook, in Utrecht, in de groentehandel gaan. Als jongen drukte hij al de knop van de veilingklok in. Tot vader Van Eykelenborg, een enthousiast koersman, zich een paard aanschafte. De latente „tick" voor paarden openbaarde zich bij zoon Gerard in alle hevigheid en met dat paard was de baan geëffend voor de lange periode waarin hij zich bekwaamde in zijn uitzonderlijke vak. Een lange periode, begonnen bij Willem Leeuwenkamp en via Jan de Graaf, Piet Smit, Hoejenbos (waar hij zijn tiende zege behaalde en leerling-pikeur af was), Koppejan, weer Piet Smit leidend naar Stal Westland in Wateringen waar Gerard van Eykelenborg al weer vier jaar de leiding heeft en als trainer-pikeur successen aaneenrijgt. „En dan te weten dat ik destijds, toen ik als tweede trainer achter Koppejan bij de ge broeders Snetselaars in dienst was, me voornam om nooit meer iets privé te doen". Nu runt hij met Dorus Oudshoorn, leerling-pikeur Albert Broekman en nog twee part time-hulpen „zonder goede hulp ben je nergens in dit vak" het entrainement van de eigenaren Tom van der Lubbe en Cor Dissel koen, waar „Kees Verkerk" in zalige onwetendheid over zijn faam een van de ruim dertig boxen „bewoont". Gerard van Eykelenborg toont de kapi tale bedoening die eens een boerderij is geweest. Heulweg 34 te Wateringen, thans een „broedplaats voor talent" met een trainingsbaan, oude maar gedegen opgetrokken gebouwen waar plaats is voor een tuigkamer, ruimten voor de bitten en de hon derd soorten hoefijzers „elke week komt de hoefsmid een hele dag en ik heb gelukkig een goede want dat vak lijkt ook al uit te sterven" de sulky's, de opslagplaats voor stro en haver, de stallen. Een „compleet spul" waar het rumoer van de grote verkeersweg wegvalt, vogels tsjilpen, de poes met de vier kleintjes rondscharrelt en Gerard van Eykelenborgs dag begint om half zeven terwijl het einde niet per CAO kan worden bepaald. In die beschutte ruimte speelt zeven dagen per week het „paardeleven" van Gerard van Eykelenborg zich af. Hij zou niet anders willen. „Ik heb wel eens even in de fokkerij gezeten maar het koersrijden trok me te veel". Daar vertelt hij ook over zijn vak dat op verscheidene gebieden zo veel overeenkomst vertoont met andere sporten: de eindsprint van de wielrenners die pal opeen naar de meet stuiven, in abominabele omstandigheden verkeert; het kie- het opsluiten dat ook in die sport niet onbekend zen van de hoefijzers zoals een voetballer zijn is; het „lijden" van de motorcrosser als de baan schoennoppen aanpast, het piekeren tijdens de „En je denkt altijd aan je paard want dat is b belangrijkst. Als je ziet dat je het toch niet ku halen, moet je gewoon genoegen nemen met ei vierde of vijfde plaats en het paard geen zware koe opdringen. Je kunt hem in de eindsprint een pa) tikken geven waardoor je hem te hard aanpakt i hij er later nadeel van kan hebben. Als een paai niet harder kan en je pakt toch de stok, dan voel hij dat Dat is een soort belediging. Maar ik pak ma de stok als ze het verdienen, als ze me in de matoa nemen". 1 „Een paard kan bij voorbeeld last van zijn spiere hebben. Ik wilde laatst een partijtje voetballen ma mijn spieren deden het niet. Ik kan dat zeggen, ei paard niet maar er wel net zo veel last van hebbe Het weer heeft zeker invloed op paarden. Je he zelfs echte zomer- en win terpaarden. Maar allema hebben ze karakter, een eigen wil". „Als ik ingeschreven heb voor een koers, denk i altijd dat ik erbij ben maar een paard kan je ni zo goed in de steek laten, net als een mens en da op een moment dat je het niet verwacht. Ze kunne je ook een zege bezorgen en als een pijl gaan al je het niet hebt verwacht Maar als je geen materia* hebt, kom je natuurlijk nergens. Ik ben de laatst) jaren steeds erbij geweest maar dat dank ik ook aai het materiaal en omdat ik een paar gezonde eigenaaij om me heen heb. Dat is een enorm pluspunt Ik mag rustig een talent „overslaan" om het te laten rijp Daarvoor kan ik ze de tijd geven. Dat is mooi voor een trainer. Ik ben in loondienst en hoef me i procentengeld niet op te jagen". „In 1975 werd ik in het kampioenschap van Nederland geklopt doordat ik een fout maakte. Kees Verkerl sprong door een verkeerde handeling van mij. Disselkoen zei toen: „Gerard, en nu gaan we lekker me vakantie, meer niet". Is dat even fijn want geloof me, je wordt over het algemeen meer geklopt dan da je wint. 't Is niet zo eenvoudig". me iBergei Gerard- van Eykelenborg op het entrainemen met Kees Verkerk, gehuld in zijn sierdeken koers over de juiste plek om te kunnen toeslaan zoals de auto-cureur. Maar vooral over de relatie tussen man en paard want „een paard kan niet praten maar het heeft soms dezelfde gedachtengang als een mens. Paarden zijn niet dom en je moet contact met ze houden, met ze praten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 8