Zingende tante Leen hield moed erin bij treinpassagiers Gegijzelden: kans op ontsnapping uit school Moeilijkste beslissing 'De dagen vlogen om, het was wel gezellig' MINISTER VAN AGT: Gegijzelde jongen besprong kaper Incident in Capelle: een gewonde iINNENLAND, leidsecourant.. maandag 13 juni 1977 pagina7 (Van een onzer verslaggevers) ZWOLLE „Brandend zand en geen druppel water". Dit zong mevrouw S. Sein-Rose tijdens een van die eerste ver schrikkelijke warme dagen in de gekaapte trein bij De Punt. Voor de Zuidmolukse kapers was het het een reden haar voortaan „Tante Leen" te noe men. Met haar 48 jaar was mevrouw Sein de oudste ge gijzelde vrouw uit de trein. Zij was een van de weinigen, die de gespannen sfeer in de trein door haar gedrag posi tief wist te beïnvloeden. Mevrouw Sein is zaterdag avond, zichtbaar vermoeid en nerveus, ze heeft veelvuldig persoonlijk contact gehad met de Molukse kapers. Als ex- verpleegster assisteerde ze re gelmatig Rosemary, de zesde- jaars-studente medicijnen uit Groningen, die van de kapers een aparte spreekkamer mocht inrichten in een eerste klas coupé. Als er iets was, was het voor de kapers al snel: „Tante Leen, help eens". Ze vertelt vervolgens over de eerste moeilijke dagen, de dagen van verveling, die toen volgden, en de dramatische afloop van de actie in De Punt. „De eerste dagen waren nogal gespannen. De temperatuur in de scheef hangende trein was overdag bijna ondragelijk. Voedsel en water hebben we toen niet gehad. Een slok wa ter hield je zo lang mogelijk in je mond, en het brood, dat sommige passagiers bij zich hadden, werd gedeeld. Zelfs het laatste korstje brood werd verdeeld". De kapers hebben getracht, de gegijzelden een indruk te ge ven, dat Nederland zich amper druk maakte om hen. Me vrouw Sein geeft toe, dat ze zo nu en dan ook zelf niet aan die indruk kon ontkomen. „We hoorden geen nieuws via de radio. De kapers zeiden her haaldelijk: „Jullie regering is te druk met het formuleren van een kabinet. Voor jullie wordt niets gedaan". Een andere uiting van intimi datie was het plakken van briefjes op de ruiten met op schriften als „morgen worden jullie Dit laatste Dit gebeurde echter zonder goedkeuring van leider Max. Deze Zuidmo- lukker liet terstond dit briefje verwijderen, waarna hij zijn excuses aanbood. Niet alleen tegen mevrouw Sein, maar ook tegen andere gegijzelden stak Max niet on der stoelen of banken, blij te zijn met het feit, dat bij de kapingsacties die afschuwelij ke maandagmorgen geen slachtoffers gevallen waren. Hij wekte door zijn opmerkin gen die indruk, dit ook zo te willen houden. De sfeer in de trein varieerde sterk. Zo blijkt uit gesprekken met gegijzel den, dat bij de vrouwen de sfeer wat opgewekter was dan bij de mannen, die onderling veel speculeerden over de vraag, wat er buiten de trein gedaan werd. Vooral tijdens de avonduren was het bij de vrouwen in de eerste klas cou pé best uit te houden. Er werd gedamd en gekaart. Mevrouw Sein: „De Molukkers gedroegen zich correct, je zou haast zeggen vriendelijk. Zo herinner ik mij, dat op de laatste avond ook wat kapers meededen aan de spelletjes. En toen we gingen slapen en ik zag, dat ze geen sigaretten hadden voor het slapen gaan rookten enkele van ons nog een sigaret werden di rect een paar sigaretten ge haald". Maar niet alle kapers maakten op mevrouw Sein zo'n indruk. Met name de vrouwelijke kaapster had het bij haar verbruid. „Ze snauw de erg veel en was volgens mij de fanatiekste van het stel". De kapers hebben volgens haar net als de gegijzelden vrijdagavond niet vermoed, wat hen die nacht boven het hoofd hing. „De Molukkers", zegt ze, „waren als er iets ging gebeuren ik denk aan de komst van de bemiddelaars erg drukdoenerig. Voor spelle tjes voelden ze dan niets. Vrij dagavond speelden ze echter zo gewoon mee". Net als m de andere nachten werd mevrouw Sein ook in de nacht van vrijdag op zaterdag even wakker. Ze keek op haar horloge, dat aangaf, dat de negentiende gijzelingsdag nog geen vijf uur oud was. Alles leek te slapen en het was doodstil. Plotseling ratelden machinegeweren. Mevrouw Sein: „Het geluid daarvan was anders dan van de geweren van de kapers. Wat er toen gebeurde ging onbeschrijfelijk snel en is niet voldoende in woorden te vatten. Vrijwel te gelijkertijd hoorden we het enorme geraas van vliegtui gen, die laag over de trein joegen. De trein stond gewoon te trillen. Ramen om ons heen werden kapot geschoten. Overal lag glas. Het was wer kelijk een hel, dat oorverdo vende lawaai". Onvergetelijk vindt mevrouw Sein het moment, dat zij een marinier zag roet de duim om hoog, die uitriep: „Jullie zijn vrij!" De Starfighters waren in tegenstelling tot eerdere berichten niet verantwoordelijk voor het rookgordijn rond de trein. Zij maakten met hun nabranders „sechts" een enorm kabaal. (Van een onzer verslaggevers; ASSEN „De moeilijkste be slissing van de afgelopen ja ren". Zo karakteriseerde minis ter Van Agt zaterdag in Assen het vrijdagavond tussen acht en tien uur genomen besluit om met geweld en eind te maken aan de beide gijzelingen. De minister uitte zijn respect en waardering voor de gegijzelden en hun familieleden en bedank te alle mensen en instanties die hebben geholpen om de acties tot een goed einde te brengen. „Waarom deze ingreep?" vroeg de bewindsman zich af. „Omdat we de overtuiging hadden dat er geen enkel perspectief meer was. Zeker niet op zo korte termijn dat dit in redelijke over- Zwaaiend en breed grijn zend arriveert minister Van Agt na afloop van de acties in Assen. eenstemming zou zijn met de toestand van de gegijzelden. Het was vrijdag onmogelijk met de gijzelhouders in de trein te pra ten. Belangrijk voor de beslis sing was een mededeling van de leider van de kapers dat hij niet meer bereid was met de autori teiten te praten als hun eisen niet snel zouden worden inge willigd. Hij verbond hieraan geen ultimatum". De minister zei niet bang te zijn voor een wederzijdse uitbar sting van haat tussen Molukkers en Nederlanders. „Ik wil dat ook weer niet overtrekken. Het gaat om kleine haarden. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat het overgrote deel van beide groepen vindt dat alleen op de wijze van onderling begrip, goe de wil en redelijkheid kan wor den samengeleefd". Volgens Van Agt is de regering, hoewel de BvD geen voorkennis had van de kaping en de bezet ting van de school, toch niet van mening dat de dienst heeft ge faald. Op de vraag of de BVD blijkbaar bijzonder weinig greep heeft op de Molukse situa tie antwoordde de bewindsman dat het onmogelijk is in een land als Nederland alles van iedereen te weten. Dat zou ook niet juist zijn, aldus Van Agt. Over de kwestie van het illegaal wapenbezit onder Molukkers zei Van Agt dat er in het algemeen veel te veel wapens in Neder land zijn. Die verboden wapens bevinden zich niet alleen onder Zuid-Molukkers, zo zei hij Peter Putker (17) uit Waddinxveen: WADDINXVEEN „De dagen in de trein zijn omgevlogen. We hebben spelletjes gedaan. Veel gekaart en natuurlijk veel gepraat. Ook hebben we met z'n allen enkele verjaardagen gevierd. We zongen uit volle borst „Lang zal ze leven" en aten gebakjes. Het was vaak gezellig, ik heb me geen moment verveeld". Dit zegt de 17-jarige Peter Putker uit de Waddinxveense Vondellaan. Zaterdagmorgen werd hij in alle vroegte bevrijd uit de trein bij De Punt. Zaterdagmiddag om vijf uur was hij na 462 uur gijzeling, weer thuis. Het echt paar Putker sloot zaterdagmorgen hun oudste zoon weer in de armen na vele bange uren. Zondag sliep Peter eens lekker uit. In de middag ontliep hij het feestgedruis. Hij wilde alleen zijn, vertelde hij later. „Ik ben een paar uurtjes met de brommer gaan rijden. Het werd me te druk". „Ik werk op een baggermolen in de haven van Delfzijl. In de weekeinden ga ik naar huis en elke maandagmorgen reis ik vroeg naar het noorden. Met de trein. En dat deed ik ook die bewuste maandag. Plotseling gebeurde het. We stonden stil. Molukkers stonden in het compar timent en.schoten in het plafond van de trein. Alle reizigers werden gedwongen naar voren te lopen. In dat voorste deel werden de reizigers in groepen verdeeld. De ouderen en vrouwen met kinderen moesten de trein uit. De rest moest blijven. Stil zitten op de banken. Als we naar het toilet moesten, hadden we dat te vragen. We kregen wel altijd toestemming. En dan weer stilzitten. De raampjes mochten niet open. Het werd bloedheet. Het was de warmste dag in de trein, dat bleek later. Drinken was er niet. Met z'n vieren hebben we een blikje frisdrank uit de restauratiewagen gedeeld. Eten was er ook niet. Tot woensdagavond hebben we met een paar mensen een gevulde koek gedeeld. En we moesten maar blijven zitten. Het was afwachten". Peter Putker vertelt rustig en zelfs wat schuch ter over de gebeurtenissen. Uit de woorden van Peter Putker blijkt, dat de omstandigheden voor de gegijzelden na de eerste woensdag avond sterk verbeterden. „We kregen toen eten. En later dekens en kussens. In het begin moes ten we zittend slapen. De vrouwen mochten naar de eerste klasse om daar te slapen. Op de grond liggen kon niet. Daarvoor was het 's nachts te koud. Maar dat verbeterde toen we donderdag de dekens kregen. En regelmatig voedsel. Toen kwamen er ook spelletjes. We hebben verschrikkelijk veel gekaart. Het was gezellig. De Molukkers stonden meestal in de halletjes tussen de compartimenten. De eerste vrijdag was spannend. We mochten met een vliegtuig vertrekken hoorden we. Later bleek dit niet door te gaan. En moesten we weer zitten. Achteraf meen ik, dat die eerste week het zwaarste was. Het gebrek aan eten en drinken, en de temperatuur in de trein waren slopend. Na die eerste week werd het minder zwaar. Toen ben ik ook wat beter gaan slapen. In het begin lukte me dat niet". Zaterdagmorgen in alle vroegte kwam de be vrijding met oorverdovend geraas van straalja gers en geweerschoten. „Op dat moment was ik echt bang. Ik lag op een bank te slapen. Ik werd wakker toen er werd geschoten. Enkele ogenblikken later kwamen die straaljagers en hoorde ik harde knallen van de explosieven waarmee de treindeuren werden opengebroken. Van anderen heb ik gehoord dat men buiten riep dat wij op de grond onder de banken moesten gaan liggen. Dat heb ik niet gehoord. Ik lag er al. Vlak bij me werd er toen iets tot explosie gebracht. Door die knal werd ik hele maal verdoofd. Ik weet nergens meer iets van. Totdat soldaten me onder de bank vandaan haalden. Peter Putker laat zich het gebak goed smaken (Van een onzer verslaggevers) LEEUWARDEN - De beman ning van de zes straaljagers die zaterdagochtend met enorm ge raas over de gekaapte trein bij De Punt vlogen en een groep mariniers hebben donderdag hun acties ingestudeerd in Gil- ze-Rijen. Dat heeft zondag avond de commandant van de vliegbasis Leeuwarden, kolonel H. Arendsen, verklaard. Bij de oefening was nagegaan hoeveel tijd de mariniers zou den nodig hebben om de trein te bereiken en hoe met de straaljagers het grootste schri- keffect kan worden veroor zaakt. Waarnemers in een trein waarmee werd geoefend consta teerden dat overvliegen in de lengterichting van de trein het meest angstaanjagend was. Kolonel Arendsen sprak uit drukkelijk tegen dat de lucht macht meer heeft gedaan dan met loeiende naverbranders overvliegen. „Toen wij 's mor gens terugwaren en met zijn allen bij elkaar stonden te wachten op het ooggetuigenver slag en we hoorden dat we bom men of rookbommen zouden hebben gegooid, ging er natuur lijk een gelach op, want dat was nooit onze opdracht geweest. We kunnen wel precisiebombarde ment j es uitvoeren, maar tot op de meter nauwkeurig, dat kan niet en dat zou in dit geval misschien niet goed zijn ge weest. Het was heel duidelijk van de grond af allemaal opge zet. Wij hebben geen schot ge lost en geen bom laten vallen", zo vertelde de commandant. „Het gebruik van straaljagers om schrik aan-te jagen was al geopperd tijdens de treinkaping in Wijster." ASSEN Tijdens de eerste gij- zelingsweek is zonder dat de buitenwacht daar iets van ver nomen heeft de spanning in de trein tot een climax gestegen, toen een gegijzelde jongen een van de kapers besprong. Dit paniek veroorzakende voorval werd beëindigd door „leider Max". Een van de ex-gegijzelden: „Het ging erg snel. De jongen be sprong een van de Molukkers. Direct probeerden andere gegij zelden hem van de kaper af te trekken. Op een gegeven mo ment drukte de Molukker, die de jongen al snel de baas was, de loop van zijn geweer tegen de borstkas van zijn belager. Leider Max had de zaak geluk kig razendsnel onder controle. Later vertelde de jongen dat hij heeft gedacht: „Nou is het afge lopen met me." Een van de ge gijzelden heeft Max en de aan gevallen kaper bedankt voor hun zelfbeheersing." (Van een onzer verslaggevers) Capelle a.d. Ussel In Capelle aan den IJssel heeft zich zater dagmiddag, kort voor het begin van een vergadering van de Zuidmolukse leiders een inci dent voorgedaan waarbij twee Nederlanders en zes Zuidmo- lukkers waren betrokken. De moeilijkheden ontstonden toen een Nederlandse automobi list op de rondweg bij Capelle een fietsende Zuidmolukker aanreed. Na dit, overigens niet ernstige ongeluk, ontstond een korte vechtpartij tussen zes toe gesnelde Zuidmolukkers en twee Nederlanders (onder wie de automobilist) Een van de Ne derlanders raakte daarbij licht gewond. „BRANDEND ZAND EN GEEN DRUPPEL WATER" Actie mariniers en straaljagers ingestudeerd BOVENSMILDE De vier in de basisschool in Bovensmilde gegijzelde onderwijzers hadden aan hun belagers kunnen ontsnap pen. Er zijn enkele kansen geweest, maar de beste deed zich voor op vrijdag 27 mei, vlak nadat de kinderen waren vrij gelaten. De kapers waren toen vermoeid door bet gedoe rond de 100 zieke kinderen en zij waren in slaap gevallen. Eén van de vier leerkrachten had een sleutel van het gebouw waardoor de vier de kans hadden ongemerkt het gebouw te verlaten. Zij deden dat niet, omdat, zoals een van hen gisteravond vertelde, zij bang waren dat „de trein zou worden opgeblazen." Op dat moment bestond de telefoonverbinding tussen de schóól en de trein nog. „Als we op dat moment zouden zijn gegaan, dan vreesden wij voor zestig mensenlevens in de trein,". In de trein was men niet voorbereid op een bevrijdings- aanval, maar in de school was men dat wel. Uit aanwijzingen van buitenaf, via radio en tv ontvangen, begrepen de vier leerkrachten dat de situatie rond de treinkaping vast zat. Zij gingen gekleed slapen in de stel lige verwachting dat er .Jets stond te-gebeuren. De volgende morgen werden zij gèwekt door de dreunen van de pantserwagen die de schoolge- vel ramde. De twee mannen rie pen hun vrouwelijke collega's naar een magazijntje, waar de vier zich verschansten. Ook de muur daarvan werd even later geramd en stortte in. Toen was de nachtmerrie voorbij. „We waren vreselijk opgelucht toen de kinderen de school mochten verlaten. Het aantal zieke kinderen was op het laatst Geflankeerd door haar echtgenoot doet onderwijzeres Sjaan Abbink haar verhaal over niet meer te doen was ze goed te verzorgen. We renden letter lijk van het ene kind naar het andere." Dit zei onderwijzeres Sjaan Ab- bink-Vos (35) uit Bovensmilde gistermiddag in het Wilhelmina- ziekenhuis in Assen, namens haar collega's Eef van der Vliet (35) uit Bovensmilde, Andreas Weijnholt (25) en Dini Harkink (23), beiden uit Assen. Volgens Sjaan Abbink zijn er altijd vier bezetters geweest. Ze verklaart dit met grote nadruk, omdat enkele kinderen na hun vrijla ting hadden gezegd dat er in de school vijf Zuidmolukkers wa ren. Volgens haar renden de Zuid-Molukkers zo vaak door het schoolgebouw heen en weer, dat de kinderen daardoor waar schijnlijk de tel zijn kwijtge raakt. Of de Zuidmolukse bezet ters er zelf een vermoeden van zo groot, dat het voor ons bijna gebeurtenissen in de schools „Dat weet ik niet Ze waren dag en nacht erg waakzaam, maar ik denk dat de actie ze toch wel verrast zal hebben." Volgens Sjaan Abbink is het gedwongen verblijf in de school verreweg het moeilijkst geweest toen de kinderen er nog waren. „We hebben veel spelletjes met ze gedaan. De kinderen lazen ook veel. Met name de kleintjes heb ben we erg veel voorgelezen. Echt moeilijk begon het te wor den toen de kinderen ziek wer den. Veel kinderen huilden. Het was vaak erg moeilijk om ze een beetje rustig te houden. We heb ben er bij de Zuid-Molukkers sterk op aangedrongen om de kinderen vrij te laten en geluk kig gebeurde dat na een paar dagen ook." Over de overval zegt ze dat er door een Zuid-Molukker op de deur van haar klas werd ge klopt en dat ze toen dacht dat hij e*n ziek Moluks kind kwam ophalen." Maar hij zei: „Dit is een overval." Over de idealen van de Zuid- Molukkers wil ze zich niet uitla ten. „De hele zaak moet ik eerst goed verwerken." De algelopen twee nachten heb ben de twee onderwijzers en de twee onderwijzeressen doorge bracht in het Wilhelminazieken- huis. Het is niet duidelijk hoe lang zij daar nog zullen blijven. „Iedereen heeft een eigen kamer en kan gaan en staan waar hij of zij wil. Voor de naaste ver wanten is het mogelijk om sa men in het ziekenhuis te eten en te verblijven," aldus economisch directeur W. A. J. Harteveld. De psycholoog H. Benders deel de gisteren mee dat de toestand van de onderwijskrachten goed is. Maar hij voegde daar wel aan toe, „dat deze mensen echt even tot rust moeten komen, omdat ze zoveel te verwerken hebften."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 7