weekpuzzel door dr. Pluizer
WA
dierenportret
medische rubriek
V oplossing vorige puzzel
KRUISWOORDPUZZEL
m m u o
m m u u o
q m u Q m
m oJÊJ2J*
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 11 JUNI 1977
Het gevraagde spreekwoord luidt: goedkoop is vaak duurkoop.
De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn:
Vijf gulden: Mevr. M. Burghouwt, Apothekersdijk 9, Leiden.
De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd.
NR. 23
Horizontaal: 1 vogel; 7 ontzag; 13 kaartspel; 14
nauwkeuriger; 16 appelsoort; 18 hoewel; 19 voer
tuig; 21 drank; 22 vogel; 23 krypton; 24 mannelijk
dier; 26 stoot; 28 harsachtige stof; 29 tovergodin;
30 slagdeurtje; 32 dansvertrek; 35 deel van de
hand; 36 godsdienstoefening; 38 gedeeltelijk; 39
kerkelijke straf; 40 titel; 42 ten aanzien van (afk.);
44 loot; 45 hulzen van korenaren; 46 persoonlijk
vnw.; 47 hoogste punt; 49 telwoord; 51 Spaanse
titel; 52 afgelegen; 53 landelijk; 54 plotseling; 55
blad papier; 56 plaats in N.-Brabant; 58 gesteente;
59 landtong; 61 aardrijkskundige afkorting; 62
dwaas; 63 gewrichtsholte; 65 vogelsnavel; 67
muzieknoot; 68 belemmering; 69 vogel; 71 insekt;
73 metselspecie; 75 hond; 77 metaal; 79 deel v.e.
wagen; 80 kledingstuk; 81 deel v.e. auto; 83 lof;
84 ten bedrage van; 85 gebogen been; 86 zelf
kant; 88 weg; 90 uitroep; 91 plaats in 't Gooi;
93 schermwapen; 95 uiteinde v.e. ra; 97 vrouwe
lijk dier; 98 vogel.
Verticaal: 1 deel van Europa; 2 persoonlijk vnw.;
3 deel van de hals; 4 kwinkslag; 5 voorzetsel;
6 hansworst; 7 rivier in Utrecht; 8 bijwoprd; 9
afgebroken deel; 10 boom; 11 voegwoord; 12
geestelijke; 13 vogel; 15 telwoord; 17 deel v.e.
revolver; 20 waterbewoner; 22 onverduisterd; 25
vogel; 27 wagenwiel; 28 identiteitsbewijs; 29 Eu
ropeaan; 31 inzet; 33 hoeveelheid vlas die men
tegelijk zwingelt; 34 zangstem; 35 klanknaboot
sing; 37 spook; 39 rover; 41 soort kers; 43 hamer;
45 gewas; 46 strafwerktuig; 48 bierflesje; 50
onderricht; 51 vallei; 52 heidemeertje; 55 sport;
57 straf; 60 harssoort; 62 telwoord; 63 biljartstok;
64 bloeimaand; 66 rond; 68 recht vaarwater; 69
drinkketeltje; 70 rivier; 72 staaf; 74 technisch
hulpmiddel; 75 slee; 76 plantaardig afval; 78 uil;
80 strijdperk; 82 Turkse munt; 85 dier; 86 proper;
87 dwaas; 89 insekt; 92 muzieknoot; 93 dat is
(afk.); 94 voorzetsel; 96 nikkel.
Oplossingen vóór woensdagmiddag twaalf uur onder vermelding van "Puzzel 23" opsturen naar:
Leidse Courant. Postbus 11. Leiden.
ledereen is in zijn bridgeleven wel
eens tegen de situatie aangelopen,
waarin ogenschijnlijk veel slagen
in een kleur te maken waren, maar
dat dat onmogelijk bleek omdat de
„korte" hand teveel hoge kaarten
bevatte en de kleur daardoor blok
keerde. Soms is hier iets aan te
doen door in een vroeg stadium
een aantal van deze kaarten af te
gooien (deblokkeren) en over deze
materie is een boekje verschenen
van Roger Trézel, in een vertaling
van Terence Reese, in de Master
Bridge Series.
De auteur stelt daarin dat blokkade
en deblokkade gemakkelijk uit
voerbaar is, maar dat het veel
moeilijker is om in te zien dat die
manoeuvres noodzakelijk zijn.
De 42 voorbeelden zijn ontworpen
om het herkennen te bevorderen
en aan tafel de goede actie te
ondernemen. Heeft men in een 3
SA contract bijvoorbeeld A 5 2 in
de dummy en B 7 4 in de hand,
terwijl er met de 6 wordt uitgeko
men en zijn er slechts acht topsla-
gen en wordt de negende tot stand
gebracht door een snit naar de
uitkomer toe, dan is het goed om
direct het aas te leggen in de hoop
op verdeelde honneurs en een
5—2 verdeling (of 43), zodat de
kleur geblokkeerd is.
Heeft men een kleurcombinatie als
A H V 4 tegenover 9 6 2, dan moet
rekening gehouden worden met de
mogelijkheid van B 10 sec, zodat
entrees moeten worden bewaard
om vier slagen in die kleur te
maken. Iets dergelijks is het geval
met A H 10 4 tegenover B 6 3,
waarbij de vrouw doubleton kan
vallen.
De deblokkade in het volgende
spel is subtieler. Zuid speelt 6
harten.
West komt uit met klaverboer, zuid
troeft en vervolgt met hartenaas.
Nu west hierop niet bekent, hij
gooit een schoppentje af, moet in
de dummy harten 10 worden gede
blokkeerd.
10 4
o A H V
V75432
♦B 9 8 7 4 2 m V 10 6 5
JVB87e
oB 764 W,° o5
4>B 10 9 z 4» A H 8 6
A3
C A V 9 5 3 2
o 1098 3 2
na de leider een ruitenslag afgeeft
en de rest maakt met een troef en
drie vrije ruitens.
Men kan proberen wat men wil,
maar op een andere manier is het
spel niet te maken! Niet eenvou
dig, maar als men het eenmaal
gezien heeft, wordt het in voorko
mend geval wellicht herkend.
Nog een voorbeeld:
Nu volgt een harten naar de heef,
gevolgd door schoppenheer en
ruitenaas. Hierna wordt harten 4
voorgespeeld en in zuid zo goed
koop mogelijk genomen. De laat
ste troef wordt nu verwijderd en
hierop gaat in noord ruitenvrouw
weg, ter bescherming tegen een
41 verdeling in ruiten! Op schop
penaas verdwijnt ruitenheer waar
62 ♦AH B
074 w n üAB95
o V B 8 5 2 w 0 o A H
1087 6 H V 4 3
Oost zit in '3 SA en zuid komt uit
met klaver 2. In noord komt het
aas en. omdat zuid waarschijnlijk
gestart is van boer vierde, moet
oost nu klavervrouw (of heer) on
dergooien, omdat dat hem verze
kert van een entree in dummy voor
de lange ruitens.
We gaan de zomer in en dus gaat
de vakantietijd lopen. Vandaar een
beetje lichtere kost, hoewel die u
ook wel genoegen zal schenken.
U hebt al meerdere studies onder
de ogen gehad en dus bemerkt dat
mijn voorkeur uitgaat naar minia
turen die nauw zijn verwant aan
de partij. En daardoor ook leer
zaam kunnen zijn voor de praktijk.
Deze keer wil ik u enkele proble
men laten zien en u zult zien
dat het ook hier geen volgeladen
borden zijn maar kleinigheden met
maximaal Meredith-meteriaal. Dat
is dus niet meer dan zeven stuk
ken in totaal.
De Roemeen W. Pauly was een
groot problemist. Hij leefde van
1876—1934. Hij had een bijzondere
stijl van componeren en maakte
veel stukken die de groten op
compositiegebied bewonderden en
die de deorsnee-oplossers het hart
verheugden. Hier is een vijfzet van
hem:
(Zie diagram nr. 1)
Wit: Kf7, Ta2, Pb1, Pe4; pion f4.
Zwart: Kd1.
Wit begint en geeft mat in 5 (vijf)
zetten.
Vijf zetten is veel en daar beginnen
de meeste oplossers niet aan.
Maar zo'n koning sec moet toch*
wel mat te zetten zijn? Dus toch
maar eens proberen:
1. Pe4-g5, Kd1-c1, 2. Pb1-a3, Kc1-
d1. 3. Pg5-f3, Kd1-c1, 4. Ta2-e2.
Kc1-d1 5. Te2-e1, mat.
Dat is dat en toch niet zo moeilijk,
hé? Maar hoe gaat het als de
zwarte koning op de eerste zet
naar e1 gaat? In feite precies de
zelfde manoeuvre, maar, en dat is
het mooie van dit probleem, het
matbeeld wordt dan in zijn geheel
twee velden naar rechts verscho
ven: 1Kd1-e1 2. Pb1-c3, Ke1-
f1. 3. Pg5-h3, Kfl-el, 4. Ta2-g2.
Ke1-f1 5. Tg2-g1. maL Wat de pitte
pion op het bord doet heb ik niet
kunnen ontdekken - kunt u dat?
Op de voorpagina van „64" nr. 19
staat een probleem ter oplossing
geven dat ik erg mooi vond:
(Zie diagram nr. 2)
Wit: Kg3, Dc5,Lb6; pionnen: e2.
e3.
Zwart: Kd1; pion: d3.
Wit begint en geeft mat in drie
zetten.
Als u daar even naar kijkt doorziet
u de oplossing snel:
1. Lb6-a5, d3-d2, 2. Kg3-f3, Kd1-e1
3. Dc5-c1mat.
1. d3xe2, 2. La5-e1, Kd1xe1 3.
Dc5-c1. mat.
1. Kd1xe2, 2. Dc5-h5t, Ke2-f1
3. Dh5-d1, mat.
Een drietal keurige varianten in
klein bestek!
En dan ten slotte nog zo'n kleintje,
waarop u zelf uw krachten kunt
beproeven:
D. Baksji.
(Zie diagram nr. 3)
Wit: Kf2, Th5, Lh4; pion: e7.
Zwart: Kh3; pionnen: f7, h2.
Wit begint en geeft mat in 3 (drie)
zetten.
Probeer dit eens, het valt heus
mee! Oplossing volgende keer.
De Gelderse dambond heeft ter
gelegenheid van het 50-jarig be
staan vier geweldige evenementen
beleefd. Daar was niet in gelijke
mate belangstelling voor. De mees
te aandacht ging naar het Mondile-
dertoernooi, de strijd om de titel
bij de senioren. Minder publiek
wendde de steven naar de toer
nooien waar junioren en aspiran
ten stredén om de nationale titels.
De oudste jeugd speelde in Lent
en het is misschien goed om nog
eens op een rijtje te zetten wat
daar werd gepresteerd. De eind
stand was:
1. Tjeerd Harsma (16 jaar), Borcu-
lo, 15 pt.; 2. Toine Brouwers (18)
Roosendaal. 14 pt.; 3. Bauke Bies
(17), Donkerbroek, 14 pt.; 4. Erik-
Jan van Dusseldorp (17) Bussum,
13 pt.; 5. Hans Vermin (15) Wasse
naar. 13 pt.; 6. Jos Stokkel (17),
Sappemeer, 12 pt.; 7. Nico Knoops
(17), Rotterdam, 12 pt.; 8. Theo
Schippers (17) Maasbracht. 10 pt.;
9. Henk Grotenhuis ten Harkei (17),
Vorden, 9 pt.; 10. Henk Ruesink
(17) A/orden. 9 pt.; 11. Oeqe Dijk-
it ,ü,ji m m
i i
tü n ut n
18 8 18
it it H
B I
s b b a
B O B O
B B B JB
|li!b m M
H i
RUESINK
stra (19) Stiens, 7 pt. en 12. Theo
Kuyl (18) Haarlem, 5 pt.
De aspiranten vonden onderdak in
Zutphen. Daar was de rangschik
king: 1. Eran Binenbaum (13) Am
sterdam, 16 pt.; 2. Gèrard Jansen
(12) Huissen, 15 pt.; 3. Arie van
de Weteringh (14), Dordrecht. 15
pt.; 4. Fred Elgersma (15) Hierden,
14 p.; 5. Hendrik van der Zee (10).
DIJKSTRA
'Leeuwarden, 13 pt.; 6. Wim Brem-
mer (14), Winschoten, 12 pt.; 7.
Rein van de Pal (13), Heerenveen,
11 pt.; 8. Adrie Mostert (14), Mon
ster, 10 pt.; 9. Ronnie Heusdens
(14) Schiedam, 9 pt.; 10. Erik
Brunsman (12) Almelo 6 pt.; 11.
Johnny de Leeuw (11) Goes, 6 pt.
en 12. Johnny Poulissen (14) Goes,
5 pt.
We willen aandacht schenken aan
twee partijen uit de finale bij de
oudste jeugd. In het eerste dia
gram de stand bij Dijkstra-Kuyl na
16. 22-27?) Dijkstra speelde nu
17. 34-30 en nu volgt er een leuk
fragment. 17. 14-20 18. 30x19
13x24 19. 33-28! (verhindert 24-30
35x24 door 28-22 17x28 26x17
12x21 32x1) dreigt nu met 28-22
en ook met 37-31. Zwart vindt 19.
17-22 en dan 20. 28x17 24-30
21. 35x24 20x18 22.17-11! 6x17 23.
37-31 7-11 24. 31x13 8x19 25. 32-
28 12-18 26. 36-31 9-13 27. 38-32
18-22 28. 43-38 22x33 29. 39x28 en
zwart berust in verlies. Weliswaar
kan hij met 13-18 28-22 nog veor-
komen maar na 31-27 niet meer.
In de partij Ruesink-Knoops bere
kende de Rotterdammer een fraaie
slagzet. Na 27. 3-8 (zie dia
gram) speelde wit 28. 42-37. Op
50-45 had kunnen volgen 26-31
36x27 17-22 28x17 12x43 23x3 2-7
49x38 11-17 3x26 7-12 26x19 14x23
28x19 20x49 48-43 25-30 35x24
49-35 maar dit lijkt onvoldoende
voor winst.
De vogel en zijn vitaminen
Wanneer de vogels, waarmee wij
onze huiskamer willen opsieren
door ze in een kooi of volière te
plaatsen, uit hun natuurlijke omge
ving worden gehaald en naar ons
land worden getransporteerd,
vergt dit van de dieren een ware
krachtsinspanning. Niet alleen de
reis met zijn talloze tussenstations,
maar ook de klimaatwisseling en
verandering van voedsel eist het
uiterste van het uithoudings- en
aanpassingsvermogen.
Het is dan ook niet verwonderlijk
dat in sommige gevallen ziektever
schijnselen optreden, die pas na
de koop gesignaleerd kunnen wor
den. Ten eerste is het noodzake
lijk, en voor de vogel van absoluut
levensbelang, dat hij de eerste
paar dagen rust krijgt, en niet
meteen losgelaten wordt tussen
tientallen andere felgekleurde
makkers. Zo'n rustperiode in een
apart kooitje vergemakkelijkt het
aanpassen van de vogel en brengt
hem sneller in een goede conditie.
De ziekten, die onze vogel kunnen
plagen, zijn onder te verdelen in
vijf categorieën, namelijk: gebreks-
ziekten, bacillaire ziekten, virus
ziekten, parasitaire- en schimmel
ziekten. Over de eerste van deze
vijf wat nadere informatie. Vooral
wanneer we beseffen dat het gene
zen van een'vogel zeer moeilijk is,
en een diagnose nauwelijks te stel
len, wordt het voorkomen van deze
ziekten erg belangrijk.
Ofschoon we gebreksziekten niet
onder de echte ziekten rekenen,
treden er wel ziekteverschijnselen
op. Zodra we echter de oorzaak
van dit gebrek opheffen, verdwij
nen deze verschijnselen vanzelf.
Toch mogen we de gevolgen niet
onderschatten, omdat, vooral bij
jonge vogels, deze gebreksziekten
misvormingen kunnen veroorzaken
en andere niet te herstellen schade
kunnen aanrichten.
Wanneer er sprake is van een
gebrek aan een bepaalde, of meer
dere vitaminen, spreken we van
een avitaminose. Een avitaminose
komt bij gezonde, goed gevoede
vogels zelden voor.
Een gebrek aan vitamine a kan
men signaleren als het verendek
van de vogel ruw en los wordt. De
algemene gezondheidstoestand
van het dier verslechtert en de
snavel en poten zullen een lichtere
kleur krijgen. Te weinig groenvoer
is daar de oorzaak van. Dit kan
voorkomen worden door het geven
van vruchten, halfrijpe zaden en
groenvoer. Ook eigeel, melk en
levertraan doen in dit geval won
deren.
Een gebrek aan vitamine b omvat
een hele reeks van vitaminen: b1,
b2, b3, b4, b6, b10en b12.
Bij een tekort aan vitamine b1 zijn
de ziekteverschijnselen waar te ne
men als de vogel door zijn poten
zakt, zijn vleugels laat hangen en
de kop op een vreemde, kram
pachtige manier achterover buigt.
Het duidt op een verzwakking van
de spieren, die kan leiden tot ver
lamming.- Gekiemd graan is rijk
aan vitamine b1 en kan deze kwaal
vrij snel oplossen. Ook is er b1 in
tabletvorm verkrijgbaar.
Een gebrek aan vitamine b2 (ook
wel g genaamd) uit zich nauwelijks
bij de vogel zelf. Wel kan het
schadelijke gevolgen hebben voor
de eventuele eieren van de vogel.
Melk, gist en gekiemde zaden vor
men de oplossing. Wanneer de
vogel een slecht, ruw verenkleed
heeft, met een kaal kopje, en troe
bele oogjes, is een gebrek aan
vitamine b3 daar meestal de oor
zaak van. Wederom kan voldoende
groenvoer, gekiemde zaden of le
vertraan dit tekort opheffen.
Een te langzame groei, een lelijk
verenpak en snavelontstekingen
wijzen op een tekort aan vitamine
b4 (ook wel p genaamd). Groen
voer, melk, biergist en lever bevat
ten het volop. Vitamine b 6 regelt
de stofwisseling van de zenuwen
en de lever en is noodzakelijk voor
de groei van het dier. Vitamine b10
voorkomt bloedarmoede. Een ge
brek aan beide kan ontstaan door
te weinig granen, gist, zemelen en
groenvoer op het menu.
Cobalamine of vitamine b12 speelt
ook in de stofwisseling en de groei
een belangrijke rol. Het is vreemd
te weten dat deze b12 pas aange
troffen wordt in de mest van de
vogel. Daarom is het ook niet
bezwaarlijk dat ze oude mest van
soortgenoten eten, mits deze na
tuurlijk in een goede gezondheid
verkeren.
Vrijwel alle dieren kunnen zelf vita
mine C vormen en een gebrek
hieraan komt bij gezonde vogels
niet voor. Groenvoer en vruchten
kunnen dat tekort aanvullen.
Zonlicht, melk en levertraan vor
men in het vogellichaam vitamine
d. E'-n tekort hieraan uit zich in
een slechte groei, versuffing en
verlamming. Een toevoeging van
levertraan aan het voedsel kan dit
voorkomen.
Vitamine e beïnvloedt de groei, de
functionering van de geslachtsor
ganen en de spierontwikkeling,
terwijl het ook bij de stofwisseling
een belangrijke rol speelt. Het
komt voor in planten en dierlijke
stoffen, maar vooral in kiemende
tarwe. Hiervan zijn korrels en olie
in de dierenhandel verkrijgbaar.
Tot slot is het de moeite waard
te weten dat een teveel aan voed
sel een even fatale uitwerking op
de dieren heeft als een slechte
voeding.
Koortsblaasjes op de lip:
een virusbesmetting
ledereen kent wel, die vervelende
uitslag in de vorm van korstjes
of blaasjes, die op de lip verschij
nen als men koorts heeft gehad.
Er bestaan heel wat namen voor:
koortsultslag, koortsllp, lipblaas-
jes en zonneblaasjes. Ze komen
ook niet alleen op de lip voor,
maar ook elders op de huid.
De veroorzaker van deze hinderlij
ke uitslag is een virus. Virussen
zijn met de bacteriën en schim
mels de voornaamste ziektever
wekkers bij mens en dier. Zij heb
ben een paar onhebbelijke eigen
schappen, die het zeer moeilijk
maken om hen afdoende te bestrij
den. Zij zijn tien tot honderdmaal
kleiner dan een bacil; zij zijn on
derhevig aan kleine veranderingen
(mutaties), zodat eenmaal tegen
hen verkregen antistoffen in het
menselijke of dierlijke lichaam
geen vat meer op hen hebben en
zij hebben een levende cel nodig
om zich te kunnen voortplanten.
Dit laatste in tegenstelling tot bac
teriën. die zich wel, door deling,
kunnen voortplanten en dode stof
en geen levende cel behoeven om
zich staande te houden. Het is dus
wel duidelijk, dat eenmaal door
virussen vernietigd weefsel een
dankbare prooi kan worden voor
bacteriën, die hun tafeltje gedekt
vinden. Wat dat betreft is het in-
fluenzavirus zeer berucht.
Het virus dat het koortsblaasje ver
oorzaakt draagt de eenvoudige
naam herpes simplex en er be
staan twee soorten van. Type 1
veroorzaakt voornamelijk aandoe
ningen in het gelaat: type 2 heeft
zijn werkterrein in het algemeen
„onder de gordel". Aandoeningen
door infecties met de herpes sim
plex 1 en 2 komen wijd verbreid
voor. Een Canadees onderzoek
heeft uitgewezen dat dertig pet.
van de bevolking lijdt aan terugke
rende herpesaandoeningen. Er
worden weliswaar antistoffen in
het bloed gevormd, maar een blij
vende immuniteit wordt toch niet
verkregen.
De verschijnselen manifesteren
zich tijdens of kort na koorts,
menstruatie, spijsverteringsstoor
nissen, spanningssituaties en chi
rurgische ingrepen.
Het uitdrogen en genezen van de
blaasjes is vaak een kwestie van
enkele weken.
Er zijn aanwijzingen dat deze ge-
nezingstijd aanzienlijk bekort kan
worden. Duitse wetenschapsmen
sen hebben eindelijk een werk
zaam middel tegen herpes simplex
aandoeningen gevonden. De han
delsnaam van dit middel is Viru-
Merz en het is uitsluitend op re
cept te verkrijgen. Het uitdrogen
en genezen van de blaasjes is nu
bij tijdige behandeling, een kwes
tie geworden van enkele dagen.
Bovendien is er minder kans op
een herhaling en indien dit toch
het geval is, dan verloopt het pro
ces in het algemeen minder hevig.
Zoals gezegd is het middel alleen
op recept verkrijgbaar en dat bete
kent dat alleen de huisarts het
middel kan voorschrijven, uite
raard na geconstateerd te hebben
of er werkelijk sprake is van een
herpes simplexbesmetting of van
iets anders.
Parkieten, levendige huisgenoten, vragen voldoende vitaminen.