Zeven gerichte schoten binnen 5,5 minuut KOOS EN LENIE KWAMEN ROND IN MEI HET GAAT SM 01 POLITIE NU VOORAL OM HET VERRASSINGSEFFECT De avond was ai aardig aan het vallen op de allerlaatste -dag van de vorige maand toen Lenie me opendeed. „Koos is er nog niet, die is nog op het land", vertelde ze al meteen. Nog geen minuut later was hij er. Moe, bezweet, met een werkdag van tien uur achter de rug. Tien uur op een hotsende, botsende, ronkende trekker, die een zware grondfrees tussen de rijen aardappelplantjes doortrekt. Baan na baan na baan na baan door de moeizaam te bewerken klei. Het is hard werken deze maanden, maar ook goed verdienen. Dat blijkt al gauw als Lenie onder het genot van een vers bakje koffie dat begint bijna een weelde te worden mij tekst en uitleg begint te geven van haar huishoudboekje over de maand mei. Want elke week komt er nu aanmerkelijk meer binnen dan de 301,70 gulden WW- uitkering waarvan Koos en Lenie en Pietertje en Chrisje moesten leven in de grauwe wintermaanden. En dat heeft er toe geleid dat de Middelmannen rond kwamen in mei, ja zelfs nog iets overhiel den. Met de kinderbijslag erbij werd het zelfs een „rijke" maand. EERSTE WEEK De eerste week verdiende Koos 350 gul den. Daarvan gaf Lenie f 266,61 uit. Een overschot dus van f 83,39. Bijzondere uitgaven deze week: twee paar kinder schoenen raison van f73,50. De pro- grammawijzer in etherland kan node ge mist worden, dus werd daar ook f 10,40 voor neergeteld. Al met al een rustig weekje, met een overschotje dat de bur ger moed geeft. Nog niet ervan afgetrok ken is de rente en aflossing van de hypotheek die 66 gulden per week be draagt Doen we dat, dan blijft er toch nog een overschotje, namelijk van f 7,50. TWEEDE WEEK De tweede week kwam er binnen 360 gulden. Aan uitgaven was er een bedrag van f285,07. Op een paar cadeautjes na en dertig gulden voor planten en bloem bollen volgden de uitgaven het normale patroon. Het overschot is dan ook bijna 75 gulden, om precies te zijn f 74,93. Daar moet dus weer 66 gulden voor wonen vanaf. Blijft een overschot van f8,93. Het is duidelijk dat het normale loon plus nog wat overwerk net toereikend is om, als er geen grote bijzondere uitgaven zijn, het gezin Middelman redelijk te kunnen laten draaien. Ma ar helaas zijn dat soort uitgaven er iedere keer weer wel. DERDE WEEK Daarvan laat de derde week een mooi voorbeeld zien. Want wat gebeurt er? Net als het allemaal prachtig lijkt te gaan moet er vijftig gulden worden neergeteld voor een cadeau aan de ouders bij een dertigjarige bruiloft, moet het hele gezin daarvoor naar de kapper voor f32,10, en je moet er op een feest netjes uitzien tenslotte moet er een broek en over hemd worden gekocht van 98 gulden. Er moest ook nog een tientje worden neerge teld voor een oppas, en tot overmaat van ramp komt er dan ook nog een telefoon rekening van f 67,16. Daar ga je dan met al je goeie voornemens. Want deze week kwam er maar 335 gulden binnen en stegen de uitgaven tot f396,46. Te kort dus f 61,46. Bij dat tekort nog eens 66 gulden voor de woning, maakt samen f 127,46. VIERDE WEEK Eindelijk eens een week zonder erg grote lasten. En bovendien nog een waarbij er veel binnenkwam. Niet minder dan 400 gulden bracht Koos, dankzij wat overu ren, mee naar huis. En Lenie wist het tekort van de vorige week indachtig de uitgaven te beperken tot een laagtere cord: f 183,25. Deze week laat dus een overschot zien van niet minder dan f216,75, waarvan dan alleen nog de woonkosten i 66 gulden moeten worden afgetrokken. Maar dan blijft er nog f 150,75 over, waarmee het tekort van vorige week weer ruim is gecompen seerd. „Och ja", zegt Koos, „zo lang er goed werk is, is er niets aan de hand. Met wat overuurtjes erbij komen we echt wel rond. En gelukkig hebben we niet altijd dertigjarige bruiloften, al zijn ze ook nog zo gezellig". Inderdaad, met wat overuurtjes en niet al te veel extra uitgaven komen Koos en Lenie Middelman, en dus de modale werknemer, wel rond. Maar iets extra's schiet er bijna niet over. Dat blijkt als we de maandtotalen van de afgelopen vijf maanden eens gaan bekijken. Janua ri leverde een tekort op van f516,48, februari van f311,05, maart van f 152,24, april van f310,49. Mei leverde voor het eerst een overschotje op van f49,61. Het totale tekort is daarmee gekomen op f 1240,65. Dat is gemiddeld f248,13 per maand. Koos wisselde echter in april voor 500 gulden vakantiebonnen in. Bovendien kregen de Middelmannen in februari f 458,64 kinderbijslag en in mei weer. Rekenen we dis als inkomsten, dan is het gemiddelde tekort, dat vorige maand nog op f 82,90 stond, omgeslagen in een ge middeld overschot van f35,32. Het is duidelijk: „met gematigd optimis me houdt Jan Modaal het hoofd boven water, en daar is dan ook alles mee gezegd". Deze zinsnede is overigens niet van mij, maar van een lezeres, mevrouw Terwiel, die mij een boekje opendeed over haar ervaringen als huisvrouw in een modaal gezin. „Het is iedere keer weer de touwtjes aan elkaar knopen. En als ze dan de ene week te kort zijn, dan maar hopen dat ze de volgende week wat langer zijn", schrijft ze. „Maar gelukkig, schulden, behalve dan voor de hoogst noodzakelijke dingen, hebben we nog nooit hoeven maken. Al kijk ik wel eens wat jaloers naar al die mooie dingen die anderen, met hetzelfde salaris, maar zon der kinderen, kunnen kopen. JHaar als ik dan 's avonds mijn twee meisjes een nachtzoen geef, dan is die jaloersheid al weer lang voorbij en dan denk ik: kijk, dat hebben wij nu weer, daar zijn wij rijk mee". Zeker mevrouw, dat komt trouwens heel wat sympathieker over dan wat de heer Vos me schreef: „Waarom doet u nou net of die mensen tekort komen. Ze hebben het toch zelf gewild. Twee kinderen, een auto, een hond, het kan niet op!" Weer een heel andere benadering van het probleem: kan een modaal gezin rondko men, ja dan nee? kwam van een lerares naaldvakken in dienst van de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande. Zij reageert in eerste instan tie op de brief met geldelijke steun uit het vorige artikel in deze reeks en merkt op: „Erg lief natuurhjk, maar effectief? Het is een gegeven dat zeer velen, naar uit de reacties blijkt, moeten rondkomen met weinig. Hoe, is ieders keus maar voor die keuze moeten soms alternatie ven aangedragen worden. Dit kan op vele manieren en door vele instanties. Onze invalshoek is het huishouden dat toch dicht bij iedereen, zowel man als vrouw ligt Velen weten de weg niet of durven niet. Ik denk dat velen zich toetsen aan dat ene voorbeeld. Deze groepen zijn moeilijk bereikbaar en lang niet alles is bespreekbaar. Moet er niet meer aan informatie gedaan worden? Koos is geor ganiseerd, maar Lenie? De vrouwenorga nisaties zitten te springen om jonge men sen met nieuwe ideeën. Ze hebben toch in het verleden maatschappelijk gezien veel goeds tot stand gebracht Organise ren veel cursussen, praatgroepen enz Het is gezellig, meer contact en je leert van elkaar". Lerares: u hebt gelijk, lijkt me. Natuur lijk is er door een betere huishoudelijke voorlichting, zeker ten plattelande, een heleboel te bereiken. Helaas is het zo, dat die voorlichting echter nog te weinig mensen bereikt en, voor zover ik weet, met een grote boog om de heilige huisjes, of zo u wilt, hete hangijzers heengaat. Misschien dat dat op zich nog eens een apart kritisch artikel rechtvaardigt In het korte bestek van Lenies huishoud boekje is het moeilijk daarop in te gaan. U zegt 't maar. Reactie van Lenie: „Ik zou niet weten hoe die juffrouw mijn huishouden zou kun nen verbeteren". De avond was lang en breed in de nacht verkeerd toen ik mijn eigen huisdeur achter me dicht sloeg. En nog steeds vroeg ik me, met Lenie, af. Hoe kan een Jan Modaal, een familie Middelman, nu zoveel bezuinigen, zijn huishouden zoveel verbeteren dat-ie rond komt? Het is Koos en Lenie deze maand gelukt. Op naar de volgende Koos is optimisti sch: „We komen er wel", zegt-ie. Gerard Croné 1STE WEEK ongevallenverzekering 34,04 tv radio gids 10,40 melkboer 22,15 groenteboer 25,30 slager 28,70 kruidenier 45,20 damclub vert 5,00 bakker 18,27 2 paar kinderschoenen 73,50 bondscontributie 4,05 Ingekomen 350,- 2DE WEEK gas 75,00 planten bloembollen 30,00 kadoo schoonzus 15,00 kadoo broer 12,50 slager 29,25 groenteboer 27,75 melkboer 25,21 damclub vert. 5,00 bakker 19,00 kruidenier 42,31 bondscontributie 4,05 ingekomen 360,- 3DE WEEK groenteboer 22,80 slager 28,70 kadoo ouders 50,00 kapper hele gezin 32,50 telefoon 67,16 bakker 21,05 kruidenier 39,20 bondscontributie 4,05 pantalon overhemd 98,00 melkboer 23,00 oppas 10,00 ingekomen 335,- 4DEWEEK slager 28,15 groenteboer 23,00 t-shirt kinderen 15,10 bakker 23,05 kruidenier 44,70 benzine 28,00 melkboer 17,20 bondscontributie 4,05 ingekomen 400,- Het vlot leren omgaan met een geweer is een belangrijk onderdeel van de wapentraining bij de politie. hetgeen hen is onderwezen, terwijl boven dien meetelt wat ze aan eigen studie hebben bijgedragen. Zo liggen de zaken en het lijkt een hele verbetering vergeleken bij het „roosjesmel- ken" van weleer. Maar tevreden is majoor Kraker nog niet. Hij stelt in bovengenoemd politieblad: „Wanneer het aantal schietoefe ningen wordt opgevoerd, zal dit wat de man-uren betreft invloed hebben op de uit voering van de praktische dienst" en: „De minister heeft ons onder bepaalde voor waarden toegestaan op het politieparcours te schieten. Zo moesten we kunnen beschik ken over instructeurs die bij de centrale opleiding het vak hadden geleerd. Het komt er op neer dat de districten en centrale diensten ons korpsleden leveren die tot schietinstructeur worden opgeleid; kerels die in de districten een deel van hun tijd besteden aan het verzorgen van de schietin- structie. Aan dit systeem kleven bezwaren. Naast zijn werk op de groep moet de betrok kene zich een aantal dagen per maand of per week gaan bezighouden met schietin- structie, terwijl hij nog zoveel andere be slommeringen aan zijn hoofd heeft: proces sen-verbaal, b-cursus en ga maar door. Het liefst zag ik vaste schietinstructeurs. Mensen met een b-diploma zodat ze ook in die funktie bevorderd kunnen worden. Zo'n man kan op zijn vakgebied bijblijven. Hij kan vakliteratuur lezen, zorgen voor mate riaal, banen bespreken en internationaal van gedachten wisselen". De politieman wordt geleerd hoe hij kan voorkomen dat hij zijn vuistwapen moet gebruiken. Maar als hij desondanks moet schieten, dient het een zuiver schot te zijn en ook dat krijgt hij bijgebracht. Ervaringen in Amerika hebben uitgewezen dat een groot aantal confrontaties tussen politieambtenaren en criminelen zich afspe len op vrij korte afstand zo'n zes tot zeven meter. Bij de centrale opleiding probeert men door middel van films en dia's de werkelijkheid van schietwaardige situaties te demonstreren en de cursisten bij te bren gen wanneer ze hun wapen moeten trekken en wanneer niet. Wat stempelt iemand tot een goed schutter? Majoor De Kraker: „Daarvoor bestaan vier voorwaarden. Allereerst wordt van de man in kwestie een optimale conditie verlangd; als hij op een wat uitbundige manier een verjaardag heeft gevierd, kan hij de volgen de dag niet in optimale conditie zijn. Voorts dient de man een optimale geoefendheid te bezitten. Dan moet de munitie optimaal zijn en tenslotte zal het wapen optimaal dienen te funktioneren. Wat voor wapen we hante ren, doet er minder toe. Ons wapen, het FN-pistool, is niet slecht Er zijn qua vorm geving en mechanisme meer moderne wa pens op de markt waarin onder andere voor een deel de eigenschappen van een revolver zijn aangebracht zodat men ze om iets te noemen met één hand kan bedienen. De liefhebbers van de revolver komen daar bij meer aan hun trekken. Maar het al dan niet invoeren van een ander type vuistwapen is nogal emotioneel gebonden; het is vaak een kwestie van persoonlijke voorkeur. Wat ons pistool betreft dat heeft de laatste tijd verbeteringen ondergaan. De greepvei- ligheid van de FN is iets dikker geworden waardoor het wapen gemakkelijker te han teren is". „Het komt erop neer dat we met het ons toevertrouwde pistool moeten proberen een zo groot mogelijke geoefendheid te bereiken. Het holster is onderhevig geweest aan enke le experimenten. Een instructeur bij de cen trale opleiding heeft een open holster ont worpen dat uitstekend voldoet. Je kunt het wapen er goed in opbergen en het is snel te trekken zonder dat een buitenstaander het er gemakkelijk uit kan nemen. Overi gens is de wapenuitrusting een zaak van de betrokken ministers. Veranderingen op dat punt vinden niet zo snel plaats. Wel is er inmiddels een interdepartementale commis sie vuurwapenopleiding in het leven geroe pen met als opdracht het ontwerpen van een totaal-leerplan voor de vuurwapenopleiding van de hele Nederlandse politie, aangepast aan de eisen van de politiepraktijk. Ook het ontwerpen van een handboek voor zo'n op leiding is aan de commissie toevertrouwd". Schieten. Vaker misschien. In ieder geval beter. Schieten onder omstandigheden ber stens vol stress. Zo ziet de toekomst eruit als de heersende ontwikkelingen doorzetten. Kojak, McCloud, Starsky en Hutch geen televisiebeelden meer uit een ver en vreemd continent, maar rauwe werkelijkheid. Ken merkend de terloopse opmerking van een rijkspolitieman die in Bovensmilde de school bewaakte en die al een dergelijke schietopleiding achter de rug heeft: „Ach, je moet er niet bij stil staan. Het is gewoon je vak". PIET SNOEREN BREDA Brigadier van de gemeentepolitie uit Tegelen door salvo geveld. Woonwagenbewoner schiet Rijswijkse rechercheur dood, Amster damse agent omgekomen door schoten van vluchtende bankrovers Wild-west in dertigstromenland. De politie Iaat zich onbetuigd. Die schoot in 1971 negen keer gericht op medemensen. Vier jaar later was dit cijfer verdrievoudigd en wanneer de meest recente getallen bekend worden, moet niemand zich over opnieuw een verdubbeling verbazen. „Een dergelijke toename zet je aan het denken", constateert RP-M, het maandblad van het korps rijkspolitie, zorgelijk. Majoor W. A. de Kraker, hoofd van het bureau Mobiele Eenheden en Bijstandsverleningen, coördinator oo van de schietinstructie binnen het korps Rijkspolitie: „Ik ben bang dat veel politieambtenaren hun pistool trekken, omdat ze zich niet safe voelen. Het gevaarlijke zit er juist in dat ze misschien hun wapen al vast in de hand hebben als ze ter plekke komen. We moeten ze leren hun wapen snel te trekken zodra ze het nodig hebben. Mogelijk zorgt het verrassingseffekt er dan voor dat ze helemaal niet hoeven te schieten". Reconstructie van een ware gebeurtenis: een schietpartij tussen een aangehoudene en de politie. „schietgrage diender" term die eens een even schrijfgrage pennevoerder in grote moeilijkheden bracht. In 1975 stemde minis ter Van Agt in met het plan van de Alge meen Inspecteur van het korps Rijkspolitie om bij wijze van proef het schieten volgens een nieuwe methode te gaan beoefenen. Deze methode was in de zestiger jaren uit Amerika meegebracht door de Parij se poli tiecommissaris Sasia die hem had afgekeken van de FBI en er een boek over schreef. Ook heeft hij in Europa een aantal belang stellenden opgeleid in het Amerikaanse vuurwapengebruik. Een hunner was de Bel gische commissaris André Craen, die zijn ervaringen vastlegde in het Nederlands tijd schrift voor de politie. Vijf schieünstruc- teurs van de centrale opleiding Mobiele Een heden van de Rijkspolitie werden daarna in de gelegenheid gesteld in België de opleiding volgens de methode Sasia te gaan volgen. Sindsdien hebben ze hun vaardigheid door gegeven aan een honderdtal rijkspolitie ambtenaren die momenteel op hun beurt de methode instrueren in de districten en bij de centrale diensten. De cursisten krijgen een gedegen opleiding van vier weken waar in behalve schieten ook vakken als pedago gie en psychologie van het schieten aan de orde komen. Als afsluiting van de leergang moeten ze een examen afleggen en een scriptie maken over Oefenen in de schietkelder op al dan niet bewegende beelden. 1 Staande, liggend, gehurkt en lopend over 35 meter: zeven gerichte schoten binnen vijf en een halve minuut. Opperwachtmeester F. Hageman, als schietdocent verbonden aan de Centrale Opleiding Mobiele Eenheden j „Ons parcours op de schietbaan in het Mastbos in Breda is ingericht naar Ameri kaans model. Het bevat vrijwel alle situaties van waaruit de politieman zich zal moeten kunnen verdedigen met zijn vuistwapen. Hij krijgt te maken met de spanning, dat hij J binnen een bepaalde tijdsduur een aantal schoten af moet vuren. Hij dient daarbij een minimum aantal punten te scoren. Alle han- delingen, ook het vullen van de patroonhou- der, moet hij binnen die 5 minuten en 35 j seconden verrichten. De vaardigheid die wij hem bij willen brengen, is gebaseerd op drie uitgangspunten: veiligheid, snelheid en doel matigheid. Wanneer de politieman zijn toe vlucht neemt tot dit systeem van verdedi- gingsschieten, zal zijn doel zijn: de bedreiger uitschakelen. En dan brengt hij natuurlijk liever een levende dan een dode verdachte op het bureau". Kapingen zoals in Drente, heroïnehandel zoals in Amsterdam, zwaar bewapende mis dadigers alom in den lande ze hebben de Nederlandse politie aan het nadenken gezet over de schietopleiding zoals die tot nu toe gegeven werd. Conclusie: „We schie ten in bepaalde opzichten tekort". De geoefendheid van de politie-ambtenaar werd door iedereen wel aangenomen, maar men deed in feite weinig om hem meer en beter te trainen in de omgang met zijn wapen. Hij kreeg per jaar honderd pistool patronen om zich te bekwamen, vroeger soms onder leiding van een sportinstructeur, die in de zomer belast was met de schietin structie. 's Winters werd helemaal niet regel matig geschoten. Daarin is verandering ge komen en gelukkig, aldus het maandblad voor de Rijkspolitie. De manschappen krij gen nu instructie van een gemotiveerde, goed opgeleide instructeur. Het aantal patro nen dat voor oefening mag worden gebruikt, is opgevoerd tot 300 per jaar, zodat men ongeveer dertig patronen per maand mag gebruiken. Nog te weinig? De Duitse des kundige Hubner stelt dat een politieman ongeveer honderd patronen per maand zou moeten verschieten teneinde op peil te blij ven. Hoe meer iemand een wapen in handen heeft om te schieten, te behandelen en schoon te maken, des te kleiner is de kans op ongelukken, zo leert de ervaring. Majoor de Kraker: „Ik vergelijk het wel eens met een automobilist die per jaar een groot aantal kilometers tussen de wielen zit. Zo'n man is veel geroutineerder dan iemand die vijftig kilometer per jaar rijdt". Een nieuwe filosofie;* kortom, over de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17