'Honderden
jonge
Molukkers
klaar
om weer
aan
noodrem te
trekken'
Niemand wil
toch dat je
hier Noordierse
toestanden
krijgt?
PROFESSOR BAUDET
De Moluks-Nederlandse discussie In
zijn allersimpelste, meest ongenuan
ceerde, maar steeds terugkerende
vorm: Molukker: WIJ streven naar een
onafhankelijke republiek. Nederlan
der: Die kunnen wij Jullie niet geven.
Molukker: Jullie hebben geen aan
dacht voor onze problemen. Neder
lander: WIJ weten precies wat Jullie
willen, een vrije republiek. Omdat wij
daar niets aan kunnen doen moeten
Jullie Je aanpassen aan onze samen
leving. Molukker: Maar wij willen on
ze eigen Identiteit houden. Nederlan
der: Dat kan, maar dan In Je eigen
vrije republiek Molukker: Daar stre
ven we ook naar. Nederlander: Die
kunnen wij Jullie niet geven. En zo
zouden ze nog uren kunnen door
gaan.
Groningen „Wanneer de Nederlandse
regering haar beleid jegens de Zuidmo-
lukkers niet wijzigt dan doet ze met het
oplossen van deze tweede gijzelingsaktie
in feite niets anders dan het voorberei
den van een derde". De Groningse hoog
leraar professor Baudet (Economische
Geschiedenis) laat er geen twijfel over
bestaan dat een doelbewuste ontkenning
van de regering in Den Haag met betrek
king tot het politieke probleem van de
Zuidmolukkers in ons land opnieuw ge
weldplegingen zou uitlokken. Op de
vraag of er veel Zuidmolukse jongeren
klaar staan om het voorbeeld van de
aktievoerders in de punt en Bovensmil-
de te volgen antwoordt hij met te zeggen
dat" het er honderden zijn". Een opmer
king die volledig aansluit met die van
de Asser predikant J. Wessel, die on
langs verklaarde dat het aantal militan
te jongeren onder de Zuidmolukse ge
meenschap in ons land (in totaal zo'n
36.000 mensen omvattend), veel en veel
groter is dan in de officiële kringen tot
dusver is aangenomen"
Baudet blijkt uitstekend geinformeerd te
zijn, zowel omtrent de motieven als over
de achtergronden van de treinkapers en
schoolbezetters." In feite hebben ze heel
Nederland gegijzeld" zegt hij. Hij kwalifi
ceert de treinkapers als spijkerharde jon
gens die echter niet willen dat er slach
toffers vallen, maar die ook niet zullen
aarzelen hun gijzelaars voor hun eigen
zelfbescherming aan te wenden. Juist
met het tot dusver voorkomen van slach
toffers bewijzen zij hun professionalis
me', zegt hij". Dit in tegenstelling tot de
actie in Wijster waar gedurende de eerste
drie dagen van de gijzeling meteen al
drie doden vielen'.
Professor Baudet gelooft niet in execu
ties van gegijzelden in de trein. „Maar
doordat de kapers zich bewust afgeschei
den nouden van de gegijzelden man
nen en vrouwen zijn bovendien ook nog
apart gezet voorkomen ze dat er een
zekere lotsverbondenheid op kan treden
tussen beide partijen". Dat laatste aspect
speelde een belangrijke rol in het ka
pingsdrama bij Wijster, waar de Zuidmo
lukkers direct na de executie van de
31-jarige Bert Bierling uit Sappemeer de
anderen meedeelden dat er vanaf dat
moment niet meer geschoten zou worden.
Ze gingen zelfs zover door hen te advise
ren bij een eventuele bestorming van de
trein door mariniers op de grond te gaan
liggen, waarbij zij zichzelf tot de laatste
snik toe zouden verdedigen.
„Uit het hele verloop van de zaak blijkt
dat de kapers van De Punt niet in de
psychologische val van een eventuele
lotsverbondenheid willen trappen", zegt
Baudet. De gijzeling van 105 schoolkinde
ren in Bovensmilde taxeert hij als een
„misgreep" gezien ook de afschuw die
deze actie verwekte in Zuidmolukse krin
gen zelf. „Toen ze ziek werden lieten ze
ze dan ook meteen gaan. Het virus dat
de kinderen ziek maakte was een welko
me aangelegenheid om hen vrij te laten".
Doorgaand op zowel de psychische als de
lichamelijke weerbaarheid van de trein
kapers en de schoolbezetters in Drente
zegt de Groningse hoogleraar het een
„onvergefelijke blunder", te vinden van
de Amsterdamse psychiater dr Dick Mul
der om na het drama in Wijster uitvoerig
in een kranteninterview te verklaren hoe
hij de treinkapers van destijds had bena
derd en hun moreel had ondergraven."
De leeuw is zijn tanden kwijt", karakteri
seert hij de positie van Mulder, die samen
met dr. Havinga namens de Nederlandse
regering het overleg met de treinkapers
voert. „Je vraagt je af hoe het mogelijk
is dat hij zoiets stoms heeft kunnen doen
en je vraagt je tevens af waarom de
hoofdredaktie van die krant (Het Parool)
dat stuk niet geweigerd heeft. Geloof
maar dat de jongens het uitentreuren
hebben gelezen en precies wisten hoe ze
benaderd zouden worden en hoe ze daar
op adequaat moesten reageren. Nog
maals het is ongegrijpelijk dat zoiets
heeft kunnen plaatsvinden".
Alles op een rij zettend kan Baudet dan
ook maar tot één conclusie komen: de
kapers en schoolbezetters beheersen de
situatie volledig. „Woensdag hebben ze
een zieke man vrijgelaten. In de strategie
die ze voeren past dat volkomen. Ze
hebben alleen maar last van zieke men
sen en naarmate de gijzeling voortduurt
zullen er meer mensen ziek worden, die
dan ook rustig afgevoerd zullen worden.
Maar vergeet niet al houden ze maar
vijf gegijzelden over, dan nog .verkeren
zij in de beste positie. Of ze zouden toch
niet bestand blijken te zijn tegen de
uitputtingstaktiek van de Nederlandse re
gering".
Uit de toon waarop hij dat zegt blijkt dat
Baudet daar niet erg in gelooft." Ze zijn
namelijk ook psychologisch heel goed
voorbereid", voegt hij eraan toe." We
moeten de kapers en bezetters niet onder
schatten., Ze zijn tot heel wat toe in staat
en bereid... bovendien is er geen specifie
ke leider in de trein. Alle informatie die
via de telefoon met het beleidscentrum
in Assen binnenkomt wordt in de groep
er zijn zeker tien kapers in de trein
besproken. Gezamenlijk wordt dan
overlegd hoe gereageerd moet worden en
welke stappen ondernomen moeten wor-
den op de suggesties uit Assen. Het lijkt
misschien dat de toestand statisch is,
maar in feite verandert ze van uur tot
uur".
Baudet wil er geen twijfel over laten,
bestaan, dat hij de gewelddadige akties,
zoals die bij De Punt en Bovensmilde
door de Zuidmolukkers worden gevoerd,
ten stelligste afkeurt. Naar aanleiding
van een televisie- interview is hij name
lijk meermalen bedreigd. Hij voegt eraan
toe evenmin een standpunt in te nemen
inzake het RMS-ideaal van de Zuidmo
lukkers.
„Ik heb daar geen mening over", zegt hij.
Maar ik weet wel dat als je zo'n ideaal
op gelijke hoogte stelt met dromerij, je
mensen frustreert in "hun functioneren.'
Zulke gedachten bepalen namelijk de
status in hun bestaan. Het Zuidmolukse
probleem is een cultureel-politiek pro
bleem, hoe je het ook wendt of keert.
Ook in Indonesië. En Nederland zal er
toe moeten overgaan het politieke ele
ment van dat probleem te erkennen. In
welke vorm daaraan uitvoering moet
worden gegeven, weet ik ook niet. Maar
ik zie niet in dat minister Van der Stoel
in Tsjecho-slowakije wel gesprekken kan
voeren met „dissidenten" waar iedereen
in Nederland voor klapt, maar niet in de
Verenigde Naties bijvoorbeeld over de
Zuidmolukkers kan praten. Het is na
tuurlijk te gek om los te lopen dat een
jongen als Etty Aponno van de Neder
landse ambassade geen pasje krijgt wan-
Prof. Baudet
neer hij het gebouw van de Verenigde
Naties in New York binnen wil met de
verklaring dat hij geen subversief ele
ment is. Zo'n jongen moet voor dat pasje
naar de Ambassade van pakweg Ghana,
daar krijgt hij het wel. Ongeveer hetzelf
de gebeurde toen jonge Zuidmolukkers
naar het fretilin op Oost- Timor wilden.
Ze zijn tot aan Singapore toe gekomen.
En uitgerekend de Nederlandse ambassa
de blokkeert hun reis. In geen enkel
geval helpt Nederland de Zuidmolukkers,
ze worden juist tegengewerkt. En met
zulke pesterijen zal het in de toekomst
afgelopen moeten zijn".
De interviews met prof. Baudet en
Elias Rinsampessy hadden uite
raard plaats voor de geweldadige
ontzetting van de trein en school
hedenmorgen. Enkele passages zijn
inmiddels achterhaald. Ten behoe
ve van een goede oordeelsvorming
over de totale gebeurtenissen me
nen we er goed aan te doen beide
vraaggesprekken volledig te publi
ceren.
Baudet komt terecht bij de zogenaamde
faciliteitenwet, die op 9 september van
het vorig jaar werd afgekondigd in het
Nederlands Staatsblad. Daarbij werd be
paald dat ook Zuidmolukkers de mees
ten zijn statenloos een Nederlands
paspoort krijgen, zij het dat er voorin een
stempeltje staat met de tekst, dat de
houder van dat paspoort beschouwd
wordt als Nederlander gebeurde er?
Op een gegeven ogenblik gaat een school
klas uit Assen voor een excursie naar
Duitsland. Prompt weigert de Duitse
douane de Zuidmolukkers op grond van
dat stempeltje in hun pas door te laten.
Er zijn er inderdaad heel veel terugge
gaan. Nou vraag ik je? Zes jaar is er
gewerkt aan die faciliteitenwet. Dat stem
peltje, maar soms is de tekst ook met de
hand geschreven, zou moeten gelden ter
versteviging van de identiteit van de
Zuidmolukkers. Maar zowel formeel als
psychologisch is het toch een hopeloze
constructie.
Ingaande op de motivatie van de treinka
pers en schoolbezetters Baudet spreekt
van twee door het ministerie van Justitie
privé uit de roulatie genomen" brieven
waarin de aktievoerders ook hun politie
ke eisen stellen zegt proffessor Baudet
dat veel sterker dan bij de aktie in
Wijster er privé motieven in het spel zijn.
De 21 Molukkers van wie de vrijlating
wordt geëist RMS-president rem-presi-
dent in ballingschap ir. Manusama heeft
overigens de vraag opgeworpen dat het
z.i. bij lange na niet zeker is dat die 21
inderdaad ook allemaal mee zullen willen
gaan met de kapers zijn voor een groot
deel familieleden van de huidige aktie
voerders. In december vorig jaar een
jaar na de akties in Wijster en Amster
dam attendeerde pfofessor Baudet tij
dens een studium generale op de groeien
de ontevredenheid onder de Molukkers.
Bij die gelegenheid noemde hij de situa
tie .explosief.
„Zuidmolukse jongeren discussieerden in
die tijd al over de vraag of ze harde dan
wel heel harde acties zouden moeten
voeren", zegt hij. „De behandeling van
de gevangenen werd in die dagen slech
ter. Ze werden van hot naar her gesleept,
waardoor het voor hun familie erg moei
lijk werd hen te bezoeken. Een verzoek
om hen gezamenlijk in het Drentse Veen-
huizen onder te brengen werd van de
hand gewezen. Vrijstelling van werk op
de Onafhankelijkheidsdag van de RMS
(25 april) werd afgewezen. De jongens
reageerden daarop door alle werk op die
dag te weigeren, waarop de gevangenisdi
rectie op haar beurt reageerde met cellu
laire opsluiting'
Laatste van deze grieven, die voor een
deel een privé-karakter hadden, noemt
professor Eaudet de commissie Köbbenu
en het feit dat vrijwel niets van het werk
van die commissie naar buiten is geko
men, een belangrijke oorzaak voor de
akties in Drente. „Doordat de commissie
een permanente commissie is, kregen de
Zuidmolukkers de indruk dat hun pro
bleem op de langë baan werd gescho
ven," zegt hij „Die commissie is overi
gens geen stuiver waard. Die heeft als
opdracht de Nederlandse samenleving te
beschermen tegen Zuidmolukse jongeren.
Verder is ze ingesteld om een kamerde
bat over het probleem van de Zuidmoluk
kers uit de weg te gaan. Dót had er na
Wijster en Amsterdam moeten komen.
Als ik na ga hoeveel en hoe vaak er in
de kamer gepraat is over de zaak- Men-
ten... en over de Zuidmolukkers nog geen
woord. In elk geval moet zo'n debat er
nu komen...
De regering zal door de knieën moeten,
wil zij de gijzelingen rustig en geweldloos
laten verlopen. Er zullen concessies moe
ten komen, anders zie ik mevrouw Sou-
mokil niet weer de trein in gaan, want
zij heeft de jongens bij Wijster de trein
uit de cel in gepraat Gezien het gezag
dat zij bij de Zuidmolukkers heeft zal zij
ook iets willen hebben aan te bieden.
Nogmaals honderden jonge Zuidmoluk
kers staan opnieuw klaar om weer aan
de noodrem van een trein te trekken
KLAAS COÏNGA
mjMfcdfcN De Molukse samenleving is te opper
vlakkig geïnformeerd op politiek, sociaal en cultureel
gebied, niet erg democratisch, weinig tolerant en moet
proberen de agressie bij de eigen jongeren om te
buigen in interesse voor andersdenkenden. Daar staat
tegenover dat de Nederlandse samenleving te snel zegt
dat de Molukse problemen wel bekend zijn, niet moet
eisen dat de Molukkers zich aanpassen en er aan mee
dient te helpen dat de Molukse gemeenschap meer
toegang vindt tot hogere sporten van de maatschappe
lijke ladder.
De conclusies van de Molukse student Elias Rinsam
pessy uit Nijmegen (bijna afgestudeerd in de antropolo
gie) zijn niet gisteren bedacht en nog minder bestemd
voor morgen. Anderhalf jaar geleden, kort na de eerste
gijzelingen in Wijster en Amsterdam, startte hij een
onderzoek naar de dieper liggende achtergronden van
de Moluks-Nederlandse problematiek. Zijn bevindingen
zijn bestemd voor een veel langere periode dan ander
half jaar. Wel hoopt hij er binnenkort op af te studeren.
„Het is duidelijk dat ik niet met pasklare oplossingen
kom, maar iedereen is er van overtuigd dat er iets
moet gebeuren. En dat zullen Nederlanders en Moluk
kers samen moeten doen. Elkaar het leven een hel
maken heeft geen zin. De kloof die al was ontstaan
dreigt groter te worden door vormen van geweld.
Gijzelingen dragen niet bij tot een beter begrip. En
om begrip draait de hele kwestie voortdurend. Het
Molukse probleem is jarenlang ontkend. Dergelijke
acties komen daarom niet uit de lucht vallen."
De oude discussie over de „droom", die Nederland niet
kan verwezenlijken?
„Ja, die typering gebruikte minister Van Doorn toen
hij sprak over de Vrije Molukse Republiek. De Neder
landse samenleving heeft in zijn algemeenheid te lang
de fout gemaakt te denken dat men weet waarom het
draait. Dat is een gevaarlijke houding, want men weet
het niet De Zuid-Molukkers in Nederland willen strij
den voor de onderdrukten in Indonesië en die op de
Molukken in het bijzonder. Men wordt daar cultureel
overheerst door de Javanen, van eigen identiteit is
totaal geen sprake, er worden mensen gevangen gezet
en gemarteld. Voor die Indonesiërs wil men opkomen,
maar ook voor de eigen positie in Nederland. Huisves
ting, onderwijs, rechtspositie, werkgelegenheid. Alle
maal maatschappelijke sectoren waarin de Molukse
belangen slecht zijn vertegenwoordigd. Dat wordt voor
een belangrijk deel veroorzaakt door discriminatie. Je
ziet nu ook dat
door de acties in
Drente alle kleur
lingen over één
kam worden ge
schoren. Zelfs An-
tillianen en Suri-
namers worden er
de dupe van. Een
vorm van onbe
wust racisme
komt naar boven.
Maar het was er
al lang. Ik ken
Molukkers met
een HBS-diploma,
die lasser zijn ge
worden. Ze kon
den nergens an
ders aan de slag,
werden gewei
gerd. Dergelijke
discriminatie
moet bestreden
worden. Maar dan
wel door Neder
landers en Moluk
kers samen. Voor
dat het echt te
laat is. Niemand
wil immers dat
het slecht gaat in
de samenleving,
dat je hier Noord
ierse toestanden
krijgt?"
De suggestie van
Elias Rinsamp
mogen dan afge
stemd zijn op de
lange termijn, ze
zijn wel concreet.
Zo stelt hij voor
de informatie van
en naar de Moluk
kers beter te
spreiden „en niet
alleen wanneer er
een kaping aan de
gang is". Hij
noemt onder meer
regelmatige televi
siezendtijd van
en/of voor Moluk
kers, waarin zo
wel Nederlandse
als Molukse op
vattingen aan de
orde komen. Ver
der gelooft hij dat
er veel meer van
uit de Molukse ge
meenschap moet
worden gedaan
aan het stimule
ren van sociale en
politieke vorming.
„Men heeft te wei
nig en te opper
vlakkige informa
tie. Ikzelf ben bij
voorbeeld redak-
teur van een Mo
luks weekblad,
maar dat is pure
vrijetijdsbeste
ding. Het zou veel
professioneler
kunnen en ook
moeten. Moluk
kers hebben het
vaag over een ei
gen identiteit en eigen politieke en culturele opvattin
gen. Hun mening moet beter worden onderbouwd met
kennis. Maar dat geldt ook voor de Nederlanders. Nu
voelen de Molukkers zich bedreigd. Zij voelen zich
gedwongen zich aan te passen aan de maatstaven van
de meerderheid. Ik wil hiermee niet zeggen dat de
Nederlanders zich aan ons moeten aanpassen, sen, als
zij maar proberen te luisteren. Kleine groepen vragen
nu eenmaal om aandacht. Wanneer daar niet op inge
gaan wordt, ontstaat een gevaarlijke situatie. Ik geloof
dat het mogelijk moet zijn tot gemeenschappelijke
belangen te komen, een compromis te vinden."
Om dat te bereiken zou er volgens Elias Riansampessy
ook iets moeten veranderen in de Molukse samenle
ving. Hij meent dat de wijze waarop deze is samenge
steld er mede toe heeft geleid dat de jongeren op een
eigen koers zijn gaan varen, nadat zij het gezag van
de leiders ter discussie hadden gesteld.
„De Molukse gemeenschap steekt vrij ondemocratisch
in elkaar. Als de wijze mannen hebben gesproken is
het goed. Als Manusama of Metiary hun mening geven
moet dat als juist worden aangemerkt. In dat opzicht
is er weinig tolerantie. Daardoor hebben de jongeren
hun eigen weg gekozen. De leiders hebben dat te laat
onderkend en staan nu voor de opgave de totale groep
weer bij elkaar te krijgen. Wanneer er sprake is van
een democratisch geleide groep kun je ook beter de
agressie die er leeft kanaliseren door onderling te
praten. Maar ook met andersdenkenden. Dan heb je
geen wapens nodig, maar moet je met argumenten
komen. De kans op acties is dan geringer dan op dit
moment. Dat gaat natuurlijk alleen op als ook de
Nederlanders beseffen dat zoiets niet van één kant kan
komen. Het gaat om de gezamenlijke bereidheid naar
elkaar te luisteren, vooral nu."
Aangenomen, dat de Nederlanders bereid zijn beter
te gaan luisteren en meer aandacht te schenken aan
de Molukse belevingswereld, men zal toch sceptisch
blijven aankijken tegen gewapende door de weilanden
sluipende en in camouflagepakken gehulde Molukkers.
„Men ziet het, maar vraagt zich niet af waarom, men
denkt alleen: Hé, er is iets. Ik keur het niet goed, maar
het zal moeilijk zijn die camouflagepakken in één keer
weg te doen, al moeten we er wel naar toe. Ze zouden
eigenlijk helemaal niet nodig moeten zijn. Zeker niet
in een samenleving die Nederland pretendeert te zijn."
WOUT BATENBURG
STUDIE VAN
MOLUKSE STUDENT