Olga Commandeur kan weer lachen „We zijn bezig laffe voetballers te maken" JAN NOTERMANS NIEUWE MAN AZ Nooit opgeven motto van Arie Hassink SPORTLEIDSE COURANT,. ZATERDAG 4 JUNI 1977 PAGINA 8 Arie Hassink als ik elke dag een biefstuk zou kunnen halen was het nog wat.. (Van onze verslaggever) Amsterdam Ane Hassink was 22 jaar oud, toen hij besloot dat een carrière als beroeps renner zijn toekomst zou zijn. „Ik kwam net van school, ik werkte halve dagen, ik was maar van een ding bezeten: fietsen. Ik had dat jaar drie klassiekers gewonnen, in internatio nale wedstrijden klopte ik alle grote mannen, Esclassan, Ovion, Thevenet, noem ze maar op. Ik kon zo bij d ploeg van Joop Zoetemelk aan de slag". Arie Hassink was 23 jaar oud toen er aan alle mooie toekomstbeelden plotseling niet meer te denken viel. De jonge sportman uit Neede was ziek geworden, ernstig ziek, want hij had pleu ritis opgelopen. „En daar zat ik. Door sommige artsen werd ik al invalide verklaard. Mijn long was gekrompen, ik zou nooit meer aan wieler sport kunnen doen. Ik kreeg het advies om mij in verbinding te stellen met het arbeidsbureau om een omscholing aan te vragen. Dat was alle nazorg die ik na mijn ontslag uit het ziekenhuis heb ondervonden." Arie Hassink is 26 jaar oud (9 december wordt hij 27), en hij heeft voor het eerst in zijn wielercarrière Olympia's ronde van Nederland gewonnen. „Nooit opgeven is altijd mijn motto geweest. Dat zit bij ons in de familie. De Hassinks geven nooit op". Voor Arie Hassink geldt nu niet meer dat hij uitsluitend en alleen van fietsen is bezeten „Ik Ik blijf fietsen zo lang dat mogelijk is. Kijk naar mijn broer, die is 32 en rijdt nog altijd dapper met de dfe amateurs mee. Zo zal het mij ook wel gaan. Waarom ook niet, als je er plezier in hebt en je bereikt nog aardige succes sen ook." Onwaarschijnlijk Of het verhaal-Hassink nog een voortzetting zal kunnen krijgen over een beroepsavontuur, lijkt zeer onwaarschijnlijk. Niet alleen omdat Hassink met zijn overwonnen ziekte toch nog in het achterhoofd uiterst voorzichtig zal zijn, maar ook omdat andere waarden een rol in zijn leven zijn gaan spelen. Arie Hassink is getrouwd en doet zijn uiterste best om in zijn woonplaats Neede een zaak in sportprijzen (bekers en dergelijke) op te bou wen. „Als ik prof zou worden, zou daar geen tijd meer voor zijn. Maar met mijn successen als amateur maak ik nog reclame voor mijn zaak ook. Mijn vrouw kon dat deze week al goed merken". Drie stations in het leven van een sportman, die bewijzen dat ook hij maar een mens is. Maar dan is Arie Hassink wel een mens die karakter bezit, die niet van opgeven wil weten, maar blijft strijden. De wielrenner uit Neede heeft voor zijn gezondheid gestreden. Een half jaar lang lag hij in Enschede in een ziekenhuis. „Toen ik werd ontslagen, ben ik met gewichten gaan werken. Ik merkte om mij heen, dat niemand er in geloofde dat ik ooit weer zou kunnen fietsen, maar toch werd ik van alle kanten geholpen. Toen ik drie weken later weer bij de artsen kwam, stonden die versteld. De long die gekrompen was, was weer bijna hele maal normaal. Dat hadden ze niet voor moge lijk gehouden. En ik ging door. Weer op de fiets, eerst heel voorzichtig, later kleine sprin tjes met mijn broer maken. Ik won die met groot gemak. Zoiets geeft je weer moraal". Aanpassen Toch heeft Arie Hassink zijn leven wel moeten aanpassen. Zijn fuctie als medewerker van het magazijn in een fabriek van kunststoffen moest hij opgeven. Het klimaat was er slecht voor zijn longen. Hij kwam tot de conclusie, dat hij met zijn diploma's voor machinebank werker en electrotechniek eigenlijk helemaal niet zo goed zat. Daarom ging hij studeren om het MAVO-diplo- ma te halen. Op 15 juni hoopt hij te horen, dat hij is geslaagd. „Het Het is van groot belang voor mij, dat ik zakelijk succes zal hebben. Ik verdien haast niks. Ik krijg 25,99 van sociale zaken aan uitkering, omdat mijn vrouw ook werkt". De pllotselinge afgebroken carriere als wielren ner pakte Arie Hassink in 1975 weer op. Hij maakte zijn rentree in de Ster van Zwolle, en bewees met zijn derde plaats, dat met hem weer rekening te houden viel. Vorig jaar werd hij kampioen van Nederland. Bij de spelen in Montreal kwam dé Achterhoeker niet in het stuk voor, maar hij bewees nog altijd met stelligheid dat de regen die daar plotseling losbarstte, zijn kansen heeft verknoeid. En nu heeft Arie Hassink dan de belangrijkste ama teurwedstrijd in Nederland, Olympia's ronde, gewonnen. „Maar wat schiet ik er nu verder mee op", zegt Arie Hassink. „Als ik vanaf nu elke dag gratis een biefstuk zou kunnen halen, was het nog wat. ALKMAAR Jan Notermans grijnsde breeduit. „Ik ga naar AZ. Daar ben ik ontzettend blij mee." Jan Notermans, amper twee turven hoog en met een ook in het hoge noorden nog onaangepaste ,g', is vooral verheugd over dat overstapje van Groningen naar Alk maar omdat hij na een jaar rondbanjeren in de eerste divisie verschrikkelijk ge schrokken is van het bedroevende spelpeil in die contreien. Notermans: .Afschuwe lijk vond ik het. Tactisch en technisch wordt er erbarmelijk gevoetbald. Slechts tegen enkele ploegen, zoals PEC, MW, Vitesse en Volendam kun je normaal voet ballen. De rest is werkelijk hopeloos." Dat trieste voetbal heeft Jan Notermans pijn gedaan, hij is nu eenmaal te veel een pure voetballiefhebber om zich niet bijna wekelijks te ergeren aan het boerenkool- voetbal dat in de eerste divisie wordt gespeeld. „Het voetbal in Nederland wordt vermoord. Niet alleen in de eerste divisie, maar ook in de eredivisie. Mijn uitgangs punt is dat er wat moet gebeuren op het veld. Het publiek koopt geen kaartje om alleen maar wat doelloos getiktak rond de middenstip te bekijken. Dat soort voetbal hangt de echte liefhebber de strot uit. En dat blijkt ook wel. Niet voor niets lopen de recettes bij de meeste verenigingen terug. Slechts de clubs die proberen het produktvoetbal optimaal te verkopen trek ken nog veel bekijks." Die filosofie van Jan Notermans past uit stekend in het AZ-straatje. Vorig seizoen nog fluisterde Klaas Molenaar, de toenma lige trainer Joop Brand in het oor, dat AZ beter met 5-4 kon verliezen dan met 1-0 te winnen. Notermans: „Zo'n uitspraak trekt me aan. Natuurlijk gaat het om de punten. Maar punten kan je ook pakken met lekker aanvallend voetbal. Trouwens AZ is daar het beste bewijs van." En driftig knikkend: „Ja, zo'n stelling van Molenaar bevalt me. Ik ben een aanvaller. Wanneer mijn vleugelbacks offensief kun nen spelen dan moeten ze dat beslist niet nalaten. Ook bij Go Ahead heb ik altijd aanvallend voetbal gepredikt. Zelfs tegen ploegen als Ajax en Feyenoord. Helaas, er zijn steeds minder collega's die dat princi pe huldigen. Met als gevolg dat het Neder landse voetbal te steriel is geworden. Met z'n allen zijn we bezig laffe voetballers te vormen. Maar slechts een enkeling schijnt dat in de gaten te hebben. Vooral in de eerste divisie is met een mannetje of acht voor het doel hangen de gewoonste zaak van de wereld geworden. Mede de schuld van die periodetitels. Op zichzelf een aan trekkelijke zaak, maar niet altijd bevorder lijk voor goed voetbal." Forse aanval Waarna Jan Notermans zijn forse aanval op zijn collega-trainers van enige nuances voorziet. „De meeste oefenmeesters zijn maatschappelijk helemaal afhankelijk van het voetballen. Zijn daardoor erg prestatie gericht en vaak ook erg onzeker. Ieder verloren punt brengt hen in beginsel iets dichter bij een mogelijk ontslag. Daarom heb ik best begrip voor zo'n houding."ftlaar toch blijft die visie kortzichtig, want we zijn echt bezig de mensen van de tribunes af te jagen. En daarmee ondermijn je toch ook je eigen broodwinning." Jan Notermans realiseert zich dat hij ge makkelijk kan praten, want in tegenstel ling tot de meeste van zijn collega-oefen- meesters is hij allerminst afhankelijk van het voetballen. Ik heb in Sittard een da meskapsalon en een schoonheidssalon. Fi nanciële problemen zal ik dus niet snel hebben. Daarom kan ik me wat gemakke lijker binnen de voetbalwereld bewegen. Daarom ook kan ik als het moet een wat hardere houding aannemen bij eventuele conflicten met het bestuur. Ik behoef geen concessies te doen omdat ik anders brode- Jan Notermans afschuwelijk die eerste divisie... loos zou worden. En dat gevoel is natuur lijk plezierig." Jan Notermans, 25-voudig international, heeft als trainer vooral zijn scholing gehad in het Duitse voetbal. Daar immers startte hij als oefenmeester zijn carriere. „Dat was bij Hannover," herinnert Notermans zich. „Lang heb ik daar niet gewerkt, want al na een half 'jaar heeft Arminia Bielefeld me weggekocht." Via Go Ahead bereikte Notermans uiteindelijk de FC Groningen, waar hij na een jaar al weer opkrast om verder te bouwen aan de nationale en internationale erkenning van AZ. Overleg Notermans zal dat in nauw overleg moe ten doen met Hans Kraay, die net zoals bij Go Ahead het geval was „de baas" van Notermans zal worden. Notermans: „Ik heb met zo'n constellatie geen moeite. Ik ben nu eenmaal niet iemand die naar macht streeft. Ik wil prettig werken. Dus moet goede voetballers. Daar komt nog bij dat de wisselwerking met Kraay in dat ene jaartje bij Go Ahead vlekkeloos ver liep. Wij voelden elkaar goed aan. Mis schien wel omdat we eigenlijk toch tegen polen zijn. Hans is een beetje opvliegerig en ik juist erg rustig. Ruzie hebben we nooit gehad. Ik ben trouwens niet iemand die snel ruzie maakt. Ik probeer altijd met praten tot een oplossing te komen. En Hans is daar gevoelig voor." Niemand moet overigens uit het boven staande afleiden dat Notermans maar een zacht gekookt eitje is. „Tot op heden heb ik de spelersgroep altijd In de hand gehad. Het gegeven dat je een hekel hebt aan ruzie behoeft niet te betekenen dat je over je heen laat lopen. Dat is er met mij niet bij. Als het echt moet kan ik op m'n strepen gaan staan. Geen speler kan een loopje met me nemen." Nog geen enkele speler die onder Noter mans vleugels gevoetbald heeft probeerde daadwerkelijk met hem de vloer aan te vegen. „Juist omdat ik zelf altijd op topni veau gevoetbald heb, spreek ik de taal van de spelers. En dat is toch wel belangrijk. Bij bepaalde situaties waarin zich proble men voordoen vraag ik me altijd ogenblik kelijk af hoe ik gereageerd zou hebben toen ik zelf nog voetbalde. Daar heb ik voordeel van. Je wordt als trainer ook sneller geaccepteerd wanneer je er zelf iets gepresteerd hebt. Juist omdat je je iets gemakkelijker beweegt dan oefenmeesters die het vak via het boekje geleerd hebben." ROB HARTOG rikelen voor haar school, en het resultaat is daar. Problemen Met dezelfde serieuze instel ling heeft Olga Commandeur zich de afgelopen winter ge worpen op haar training. Vol gens haar zeggen trainde ze harder dan ooit tevoren en onder nieuwe leiding. „Er wa ren wat problemen met mijn vorige trainer Peter van Liempt", vertelt de IJmuiden- se zonder overigens op die moeilijkheden in te willen gaan. „Van Liempt deed mijn trai ning eigenlijk al geruime tijd samen met Hans Keizer en de stap naar Keizer als mijn eni ge trainer was snel gezet. Hij begeleidt me goed en ik vind het eigenlijk wel wat vreemd dat hij niet is benoemd tot bondstrainer. Maar ja, het is een rotzooi in de bond. Ze willen Keizer niet. Maar ik laat alles maar over me heen gaan. Ik wil er liever niet eens over praten. Ik bepaal me wel tot mijn eigen activiteiten". Gelukzalig Drie jaar geleden brak de naam van Olga Commandeur voor het eerst goed door. In Athene snelde ze op ongeëven aarde wijze, zowel in positie ve als negatieve zin (tactisch erg zwak, maar met een onge kende souplesse), naar een gouden medaille bij de Euro pese jeugdkampioenschappen. Haar gelukzalige glimlach bij het overschrijden van de fi nish op die gedenkwaardige dag was op foto's in alle Ne derlandse kranten de volgen de dag te zien. Daarna is het snel gegaan met Olga Commandeur. Het groot ste talent dat de vaderlandse atletiekwereld sinds vele jaren had voortgebracht reeg een verbazingwekkende reeks ze gepralen aaneen en vond zich zelf aan het eind van dat sei zoen terug op een hoge plaats op de internationale ranglijst en. Vorig jaar had dan de voorlopige bekroning moeten komen in de vorm van een startbewijs in Montreal. Maar dat Olympische optreden is uitgesteld tot Moskou. Dan zal Olga Commandeur als vol groeide atlete een volwaardige kanshebster op eremetaal moeten zijn. Daar werkt zij gestaag naar toe. Op die nog lange weg heeft zij haar aandacht vrijwel volledig op haar favoriete nummer, de 800 meter, gevestigd. Maar ook andere onderdelen kunnen zich in haar interesse verheu gen. Dit seizoen wil de IJmui- dense zich ook wat meer oriënteren op de vijfkamp om niet te eenzijdig te worden. Overigens komt Olga Com mandeur niet in de Nederland se atletiekcompetitie uit, om dat haar club Suomi geen da mesafdeling heeft. „Maar dat is niet zo'n bezwaar", vindt de atlete. „Natuurlijk mis je wel wat wedstrijden in eigen land. Maar daar moet ik het toch niet zoeken. Het buitenland is veel interessanter". Waarmee Olga Commandeur er geen ge heim van maakt dat haar am bitie ver reikt. Hoe ver zal de toekomst moeten leren. FRANK WERKMAN Olga Commandeur in eigen land eigenlijk weinig te zoeken... IJMUIDEN Olga Comman deur blikt weer welgemoed de wereld in. Na een lange perio de van tobben is voor de IJ- muidense atlete eindelijk de zon weer doorgebroken. Na dat haar zo onbewolkt lijken de toekomst vorig jaar werd verduisterd door een reeks blessures is de gazelle uit de IJmond weer op de weg terug. Het lijkt alweer lang geleden dat Olga Commandeur binnen en buiten de grenzen voor ver bazingwekkende prestaties zorgde door van de ene fraaie overwinning naar de volgende zo mogelijk nog meer respect afdwingende triomf te snel len. Er werd in de vaderland se atletiekwereld, niet geze gend met een ruim aanbod van veelbelovend talent, al voorzichtig gedacht aan Olympisch succes. Maar een simpel schaats- avondje, vorig jaar januari, wierp roet in het eten. De IJ- muidense belofte kwam onge lukkig op het ijs ten val, bles seerde haar knie en leek gerui me tijd te zijn uitgeschakeld. Tot overmaat van ramp be leefde zij kort na het rijden van die „scheve schaats" ook nog eens met haar brommer een valpartij en verwondde de gekwetste knie nog een fractie ernstiger. Vervlogen waren de dromen over Olympische roem. Een moeizaam gene zingsproces nam zijn aanvang. Te snel trachtte Olga Com mandeur vorig jaar juni een comeback te maken in de zucht naar herstel en nieuw succes. Schrijnend was het te zien hoe de ranke Noordhol landse tijdens de nationale ju niorenkampioenschappen in haar geforceerde jacht naar erkenning ten val kwam. Opgekrabbeld Maar Olga Commandeur is in middels letterlijk en figuur lijk opgekrabbeld. Lering trekkend uit deze tuimeling vertraagde zij doelbewust haar terugkeertempo om te gen de winter weer volledig fit de voorbereiding op het nieuwe seizoen ter hand te nemen. En dat die preparatie goed is verlopen bewees de langbeni ge loopster afgelopen week einde op het tartan van Papen dal. In de eerste ontmoeting met de Nederlandse concur rentie bracht zij een veelbelo vende tijd van 2.06 op de klok ken. Maar niet alleen die tijd, veeleer de wijze waarop zij naar de zege snelde heeft Olga Commandeur deugd gedaan. „Ik heb er mijn zelfvertrou wen aanzienlijk mee ver sterkt", zegt de inmiddels achttienjarige IJmuidense. „Tot afgelopen weekend was ik erg gespannen vóór een wedstrijd, bang om te verlie zen. Maar deze race heeft me daarover heen geholpen". Olga Commandeur kan weer lachen. Hoewel onmiddellijk hieraan toegevoegd dient te worden dat de atlete van Suo- Een dramatisch moment in de carrière van Olga Commandeur. Vorig jaar juni probeerde zij te snel een come-back te maken, maar kwam in haar geforceerde jacht op erkenning ten val. Zij wordt op de been geholpen, een illusie armer, een ervaring rijker. mi er niet lang van heeft wak ker gelegen dat zij vorig jaar noodgedwongen van Olympi sche activiteiten moest afzien. „Ik was er eigenlijk betrekke lijk snel overheen", zegt ze nu, een jaar later. „Natuurlijk kost het in het begin wat moei te te beseffen dat je een ideaal niet kunt realiseren. Maar als je je dan bedenkt dat je nog jong genoeg bent om nog vele andere Olympiades mee te maken dan leg je'je er snel bij neer. Bovendien", zo laat zij er realistisch op volgen, „was ik nu in staat om mijn HAVO-di- ploma te halen. En dat is ook wat waard". Inmiddels werkt Olga Com mandeur halve dagen op een kantoor, nadat pogingen om zich te laten opnemen op de ClOS-opIeiding via uitloting waren mislukt. De kans dat de atlete volgend leerjaar wel toegang krijgt tot de sportaca- demie is zo groot dat zij al geruime tijd bepaalde daar te volgen vakken aan het bestu deren is. Samen met haar trainer Hans Keizer, die zelf ook de sporta- cademie heeft doorlopen, be reidt zij zich voor op die oplei ding om haar kans op slagen zo groot mogelijk te doen zijn. Het typeert Olga Comman deurs instelling. Ooit verklaar de zij dat zij alles wat ze doet goed wil doen. Welnu, dat blijkt niet alleen uit haar atle- tiekverrichtingen, maar tevens uit haar studieresultaten. Be gin vorig jaar had menigeen er. een hard hoofd in dat het meisje zou slagen voor haar HAVO-examen na een nogal matig uitgevallen kerstrap port. Maar Olga Commandeur koos, al vóór haar blessurepe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 8