De Treffers gezonder dan ooit... „Op het juiste moment je handen stil houden RIJPWETERING EN WOA VOORZICHTIG OP WEG NAAR FUSIE? „Gouden jaren" aan de top zijn voorbij, maar: Jeugdprobleem belangrijkste argument NEDERLANDSE MIDGETGOLF-KAMPIOEN LEO HENDRIKS: SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 JUNI 1977 PAGINA 7 (Van onze sportredactie) ROELOFARENDSVEEN - De „gouden Ja ren" van „De Treffers" mogen dan wel voltooid verleden tijd zijn geworden, de Roelofarendsveense tafeltennisvereniging is eigenlijk gezonder dan ooit. Na, veertig jaar na oprichting, speelt ieder Treffers-lid in de klasse waar het thuis hoort. En „iedereen is er tevreden mee", weet Herman Klein, de penningmeester en beheerder van het „gebouw". „Natuurlijk waren het mooie jaren", memoreert Klein. „De Nederlandse kampioenschappen van Jac van Ruiten, Kees Vesseur, Mary van Ruiten, Elly Eist- geest en Veronique van der Laan, noem maar op. En vanzelfsprekend was die Euro pa Cupwedstrijd tegen die Duitse kam pioen, die we trouwens kansloos verloren, een absoluut hoogtepunt. Maar op een ge ven moment moet je gaan kiezen. De Tref fers heeft dat bewust gedaan. Bewust geko zen voor een gezonde financiële opbouw niet voor het koste wat koste handhaven van het nationale niveau." Een gedwongen keuze, dat wel. Klein (34) kijkt terug. „De komst van de sponsoring in de tafeltennissport, kondigde het einde van De Treffers op prestatief gebied eigen lijk aan. We heben ons nog enige tijd op niveau kunnen handhaven, maar langzamer hand rommelden we toch naar beneden. Werd het duidelijk dat de betere spelers in een paar clubjes bijeen kwamen en de ande re verenigingen een stap terug moesten doen." Ook De Treffers. „Een normale zaak" vindt Klein nu. „Het was ook nauwe lijks een houdbare situatie. Als wij bijvoor beeld met onze dames van Mars Energie Stars wonnen kregen onze meisjes een on kostenvergoeding. Andersom werden er honderden guldens uitgekeerd...." Er speelde nog een andere reden mee die De Treffers bij de tweesprong richting re- creatie-tafeltennis deed gaan. Herman Klein noemt het bijna liefkozend de komst van „Het Gebouw". „Tafeltenniscentrum De Treffers", ook wel het „Hutje" genoemd. „In 1969 was dat centrum gereed. Op dat mo ment moest de vereniging kiezen. Of het gebouw rendabel maken, of topsport hand haven. Wij hebben toen gekozen voor het gebouw. Wat direct inhield dat elke cent van de vereniging in dat gebouw werd gestoken. Betaalde trainers verdwenen, de gezelligheid stond vanaf dat moment nog sterker voor op." „Natuurlijk hebben we op dat moment ook de mogelijkheden van sponsoring bekeken. In onze begroting kwam dat neer op 20- tot 40.000 gulden die we dachten nodig te heb ben. Een gedeelte van dat geld voor de topsport, de trainers; een ander gedeelte was bestemd voor de jeugd en het gebouw. Nou, er was duidelijk geen sponsor bereid omdat bedrag op tafel te leggen. Dus hield het voor De Treffers ook op. Al zaten onze dames toen nog in de nationale top en leunden onze herenteams daar tegenaan. Het kon gewoon niet" Zoals het ook niet mogelijk bleek om via bereidwillige jeugdtrainers en jeugdige ta lentjes die top te behouden. ,Een beetje talent werd gewoon weggehaald door andere clubs. Ook al omdat wij als vereniging toen al tegen die jongens en meisjes zeiden, dat ze, a,s ze hoog wilden komen, beter een prestatieve vereniging konden kiezen. Het leek ons een reëel standpunt." Een standpunt dat De Treffers ook op dit moment nog huldigt. De honderdtachtig le den tellende vereniging komt nu met het eerste herenteam in de promotie-hoofdklas- se uit. „Nog altijd bij de sterkste vijftig clubs van het land, maar het is wel eens anders geweest", vertelt Klein. Vervolgens terugblikkend op die zo succesvolle jaren, waarin de Treffers Roelofarendsveen spor tief in de belangstelling bracht via knappe successen en ook de monstertoernooien in de veilinghal. Anjertoemooien en aardbeien- toernooien die eveneens tot het verleden behoren omdat er geen geschikte accommo datie meer voor handen is. „Vroeger kon je zo'n negenhonderd man eenvoudig in een veilinghal met verder niets laten spelen. Tegenwoordig mag je wel een douche ver wachten, worden er ook echt wel „startgel- den" gevraagd." Hoewel recreatie voorop staat, bestaat de mogelijkheid toch nog dat De Treffers eens weer op niveau zal terugkomen. „Dat is de enige „als", stelt Klein. „We hebben indertijd gesteld dat we alleen weer een poging zou den wagen als er een grote groep jeugdigen met talent binnen de vereniging zou ont staan. Op dit moment is het zover. Kunnen we ook weer de financiën vrijmaken voor een betaalde kracht. In augustus willen we met die groep gaan starten. Maar het blijft natuurlijk altijd de vraag hoe sterk de wil aanwezig is bij die talentjes. Hoeveel er inderdaad doorbreken Voorlopig echter bepaalt De Treffers zich tot het vormen van een gezellige vereni ging. „Iets dat goed is gelukt", weet Klein. „We zijn nog nooit zo groot geweest, vor men een gezonde vereniging en hebben een fraai eigen gebouw. Wat dat betreft is de keuze indertijd wel bijzonder juist ge weest" GERT-JAN ONVLEE Receptie 11 juni Van onze sportredac tie ROELOFARENDS VEEN In het ka der van het 40-jarig jubileum organiseert de Roelofarendsveen se tafeltennisvereni ging als vanzelfspre kend de nodige festi viteiten. Morgen bij voorbeeld, komt de jeugd aan bod. Met onder meer een .zaal-dag" en een fiets-puzzletocht. Za terdag 11 juni volgt dan het officiële ge beuren. Dan zal om drie uur de receptie van start gaan (tot vijf uur 's middags), terwijl 's avonds een feestavond op het programma staat. De Baker Street Jazz band zal dan ook aanwezig zijn. Zon dag 12 juni tenslotte is er een open recep tie voor alle oud-le den, leden en jeugd leden. (Van onze sportredactie) OUD-ADE/RIJPWETERING - De besturen van voetbalvereni gingen Rljpwetering en WOA peilen op dit moment onder hun leden de meningen, die er bestaan over een eventuele fu sie tussen beide clubs. Daartoe hebben zij een enquête rondge stuurd via welke argumenten voor en tegen dit totale samen gaan kunnen worden geventi leerd. Deze gegevens zullen door de besturen worden ver werkt, waarna de uitslag in de komende ledenvergaderingen (Rijpwetering eind augustus, WOA 5 september) bekend zal worden gemaakt. Het laatste woord over een samengaan is dan aan de algemene ledenver gadering van elk van beide ver enigingen. Ook als de leden de besturen hun fiat geven aan de fusiebesprekingen, is het nog lang niet zeker of het samen gaan vóór het seizoen 1S-19 zijn beslag zal krijgen. „Indien het een positief antwoord wordt, kunnen we nog geen ter mijn noemen", aldus de voorzit ters van de twee verenigingen, Anton van der Geest (Rijpwete ring) en Joop Straver (WOA). „Pas dan begint het eigenlijke werk". Een mogelijke fusie kwam in november 1976 ter sprake, toen de ledenvergadering van Rijp wetering haar bestuur de op dracht gaf om met de leiding van WOA een gesprek over de kwestie aan te gaan. Vanuit de leden van WOA kwam daarop eenzelfde verzoek. Het idee werd dus door de leden naar voren gebracht. „Wij als bestu ren wilden pertinent geen fusie propageren", stelt Joop Straver. „Wanneer wij met een plan zou den komen en je leden willen niet, dan kun je geen kant meer op. Het moet uit de leden zelf komen. Wij hebben ons ook van af het begin strikt neutraal op gesteld. We handelen alleen op verzoek van de leden." Is het voor een buitenstaander, die Rijpwetering en WOA op hetzelfde complex (sinds novem ber 1975 het Hertogspark) ziet spelen een vanzelfsprekendheid dat naar samenwerking wordt gestreefd, de twee besturen trekken die conclusie niet di- reet. In een discussie-nota," die het bestuur van WOA aan de enquête heeft verbonden, wordt de historisch gegroeide tol van een vereniging in kerkdorpen als Rijpwetering en Oud-Ade benadrukt: „In tegenstelling tot de grotere plaatsen heeft iedere vereniging in een kleine, beslo ten gemeenschap een grote ge bondenheid met die gemeen schap, en zal de sfeer in de vereniging grotendeels bepaald worden door de gewoontes en mentaliteit van die bevolking". Een zinsnede, die Joop Straver aanvult: „Je kunt wel eenvoudig zeggen: dat gooien we allemaal overboord. Maar daar moet je voorzichtig mee zijn". Toch kan gesteld worden, dat het samen gaan wonen op één complex onder de leden voor een soort doorbraak heeft ge zorgd. Tijdens de bouw zijn er al meer contacten gekomen. In zijn totaliteit is het complex via een grandioze samenwerking tot stand gekomen", aldus Anton van der Geest „Bij de opzet van de kantines is al rekening ge houden met een fusie. We hiel den al in gedachten, dat die tussenmuur eruit moet kunnen". Woorden, die door Dammie van der Poel, penningmeester van WOA worden aangevuld: „Dit hele park hebben we gekozen met het oog bewust op de toe komst. Wij hadden ook in Oud- Ade kunnen blijven, voor Rijp wetering was al elders grond gekocht. Maar als die eerste plannen waren doorgegaan, dan had je alle mogelijkheden bij voorbaat afgesloten". Bij het overwegen van een fusie, weegt naar het oordeel van de leiders van beide verenigingen op de eerste plaats het belang van de jeugd zwaar. „Je gaat zoiets allereerst doen, omdat je benauwd komt te zitten met je jeugd", stelt Joop Straver. De discussie-nota van WOA spreekt van „een ernstig tekort aan jeugdleden", dat snel zal ontstaan: „Zo ernstig zelfs, dat binnen drie jaar voor geen en kele leeftijdsgroep het vereiste aantal spelers aanwezig is". Rijpwetering kent hetzelfde dreigend probleem: geen com plete elftallen, waardoor dispen satie moet worden aangevraagd om jeugdleden in een ander team in te delen. „Deze situatie wordt je in de schoot geworpen door het beleid van de gemeentelijke overheid", stelt Anton van der Geest kriti sch. „Beide dorpen zijn aan het vergrijzen. Niet alleen doordat de jonge gezinnen klein blijven maar doordat er te weinig ge bouwd wordt en teveel in bij voorbeeld Roelofarendsveen. Daarbij had de woningbouw ook in tijd meer gespreid kun nen worden. Met enkele huizen per jaar had je dan ook een regelmatiger aanwas van leden gekregen. Ook de sociale wo ningbouw voor bejaarden en al leenstaanden, waardoor meer woningen voor gezinnen be schikbaar zouden komen, is on voldoende geweest". Gezien die kleiner wordende jeugdafdelingen is er voor Rijp wetering (met 100 jeugdleden op een totaal van ongeveer 220) en WOA (56 jeugdleden op een totaal van 146 spelende leden) volgens de discussie-nota maar één oplossing: „Het komt ons voor, dat dit jeugdprobleem uit sluitend in combinatie met Rijp wetering kan worden opgelost". Toch ziet het bestuur van WOA in de nota ook nadelen aan de fusie verbonden: „Het gevaar is duidelijk aanwezig dat leden zich minder betrokken zullen voelen bij bestuurszaken dan bij een kleine vereniging". Een argument, dat speelt bij leden die gehecht zijn aan het eigen karakter van hun club, aan clubgebondenheid. Een vi sie, die bij oudere leden wordt gehoord en waar ook naar ge luisterd zal moeten worden, al dus de bestuurders. Je moet je vereniging in zijn totaliteit mee nemen naar een nieuwe", meent Joop Straver. „Daarom moet ook vermeden worden, dat er binnen je eigen vereniging twee kampen ontstaan van voor- en tegenstanders". Een overwe ging, die WOA en Rijpwetering tot een begrijpelijke bedacht zaamheid hebben gebracht. ROEN VAN DER GEEST Van onze sportredactie ALPHEN AAN DEN RIJN Niet zo vreemd, die eerder gemaakte vergelij king met biljarten. Schijnbaar moeite loos kiest Leo Hendriks de juiste band. Eenvoudig eigenlijk, caramboleert het met zorg gekozen balletje in het gaat je. Weer een baan in één. Opnieuw een „labyrint", een „wip", een vlakke baan en „een brug" gepasseerd. Snel al wordt duidelijk dat die telefonisch gedane uit daging niet al te serieus over is geko men. Akkoord, in het kielzog van Neder lands midgetgolfkampioen Leo Hendriks komt er over achttien banen een voor amateurs aanvaardbaar totaal van 43 beurten. Ondanks dat is de verhouding toch wel zoek. Alphenaar Hendriks fi nisht in 25 beurten, min elf. Niet slecht, wel tevreden, is het simpele commen taar. Midgetgolf als sport. Tweeduizend land genoten beoefenen deze verkleinde uitga ve van de grote golfsport fanatiek in competitieverband. Eenentwintigjarige Hendriks bevindt zich er ook onder. In de top wel te verstaan. Begonnen met een clubkampioenschap bij het Alphense Rijngaerde (nu „Goedhart Bouwhuis") stootte Hendriks als junior al spoedig door. Behaalde districtstitels van West Nederland bij de junioren en veroverde in 1974 ook het nationaal juniorenkam pioenschap. Met een gemiddelde dat be ter was dan de uiteindelijke Nederlandse herenkampioen. Echt verrassend was het dan ook niet dat Leo Hendriks na een mindere prestatie in 1975 (vijfde plaats) vorig seizoen de Nederlandse herentitel mee naar huis kon nemen. „Maar", klei neert Leo Hendriks direct de eigen pres tatie, „internationaal gezien stelt het alle maal nog niet zo veel voor. Dat heb ik tijdens de Europese kampioenschappen al enige malen duidelijk gemerkt". Op Papendal (1974) debuteerde Leo Hen driks op de Europese titelstrijd. Een plaats in de finale was toen evenwel niet bereikbaar. Tijdens de EK in Oostenrijk in 1975 bleek een achttiende plaats weg gelegd voor Hendriks, een prestatie die evenwel niet kon worden herhaald, vo rig jaar in Liechtenstein. „Maar, het is nu eenmaal erg moeilijk je internationaal te manifesteren", verklaart Hendriks. „Neem nu Zweden of Duits land. Daar is midgetgolf een volkssport geworden met 30, 40.000 beoefenaars. Als je dat weet mag je al blij zijn dat we in Nederland tenminste enige aansluiting aan het krijgen zijn. Al zal het altijd wel moeilijk blijven om die internationale top echt te halen. De mogelijkheden ontbre ken gewoon. Hier mag je blij zijn als er een midgetgolfbaan in de buurt ligt, in Berlijn alleen al liggen er zeshonderd. Heb je midgetgolfbaantjes voor de kinde ren, in plaats van een speeltuintje In dat verband gezien mag de prestatie van Leo Hendriks er echter des te meer zijn. Er wordt ook voor getraind. „Zelf ben ik normaal gesproken zo'n twee uur per dag bezig met training en wedstrij den. Trouwens, bijna elke fanatieke golf- speler is dagelijks wel een uur op de baan te vinden." Tijdens dat al gememoreerde spelletje midgetgolf^ter afsluiting van het ge sprek wordt duidelijk waarom die trai ningsuren zo noodzakelijk zijn. Iedere baan heeft de eigen ideale lijn, iedere baan dient ook met de juiste bal te worden gespeeld. „Een kwestie van erva ring", weet Hendriks, intussen moeite loos het goede balletje uit de koffer nemend. „Je moet exact weten hoe je welke baan moet nemen. Iedere misser kan je een wedstrijd kosten. Faal je op een baan de echte midgetgolfer noemt drie beurten over een baan een pure faalbeurt - dan kan je die wedstrijd vaak al vergeten. De verschillen zijn immers erg klein." Concentratie en het in bedwang houden van de ook bij Hendriks aanwezige zenu wen. Het is een pure vereiste in deze sport. Leo Hendriks: „Als het er om spant moet je juist je handen stil kunnen houden. De concentratie blijven behou den. Op die momenten komen de sterke re midgetgolfers er ook pas echt uit" Ook het weer speelt overigens een grote rol in deze door velen als spel bekeken sport. „Het materiaal waar je mee speelt is onderhevig aan de weersomstandighe den. Het maakt erg veel uit welke tempe ratuur het balletje heeft, hoe warm de baan is. Allemaal factoren waar je reke ning mee dient te houden." Terug naar de baan waar het materiaal opnieuw ter sprake komt. De verschillen in springvermogen zijn opvallend. Waar de zachtere balletjes ook het minste ef fect vertalen in een grillige, maar juiste curve, de hardere ballen voor het af- standswerk worden benut, komt ook een bijna houten bal uit de koffer. „Voor het net", verklaart Hendriks, en slaat de bal soepel over de schans. „Dit materiaal is natuurlijk een voordeel. Maar je hebt het ook echt nodig in de wedstrijden. Alleen moet je er wel aan wennen steeds met een andere bal te slaan." Een waarheid als een koe. De bal die ik in gedachten in het bewuste gaatje zag belanden, remt al na een meter. „Die is wat zwaarder", wordt lachend gezegd. .Merkte je dat?". Leo Hendriks. Half september zal hij zijn Nederlands kampioenschap moeten ver dedigen. Eerder echter vertrekt hij op 21 augustus, op kosten van de Nederlands Midgetgolf Bond naar Zuid Tirol waar op 26, 27 en 28 augustus de Europese Kampioenschappen zullen worden gehou den. „Ik hoop daar internationaal nu wat beter uit de verf te komen. Maar het wordt moeilijk. Daarbij komt dat de vorm van de dag beslissend blijft Je speelt dan wel tien rondes, twee slechte slagen kunnen zo'n kampioenschap nog altijd knap verzieken..." GERT-JAN Herman Klein: ..Terecht voor het gebouw gekozen" Het clubcomplex van WOA en Rijpwetering op het Hertogpark. Twee kantines, gescheiden door een muur, die „eruit moet kunnen". Leo Hendriks: ,.Het is moeilijk om je internationaal te manifesteren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 7