STERRENKUNDE Op 3 juni kijken naar Saturnus Jongeren speuren in het heelal Amateurastronomen vele uren achter vaak zelf gebouwde kijkers DOOR DRS. CHRIET TITULAER De Stichting „De Koepel" in Utrecht, een samen werkingsverband van organisaties van amateur sterrenkundigen, heeft vrijdag 3 juni uitgeroe pen tot nationale sterrenkijkdag. Op ruim 50 plaatsen, over het hele land verspreid, zullen die avond kijkers beschikbaar zijn waarmee belangstellenden onder deskundige leiding een blik kunnen werpen op bekende hemellichamen, zoals de planeet Saturnus met zijn opvallende ringen en de maan. In de vooravond zendt de Avro-televisie een documentaire uit onder de titel „De mens in het heelal", waarin enkele nog nooit vertoonde films van Amerikaanse en Russische zijde over het ruimte-onderzoek zijn opgenomen. Later op de avond zal in een directe reportage vanuit de Volkssterrenwacht Simon Stevin in Hoeven een beeld worden gegeven van de belangstelling bij het publiek, die vooral tussen 22 en 24 uur een hoogtepunt moet bereiken. De NOS-radio be steedt in het programma „Zoeklicht op Neder land" die dag ruim aandacht aan de sterrenkijk dag. Voor een blik door een kijker kan men rond Den Haag en Leiden terecht op de volgende adressen: DEN HAAG: Het Binnenhof, bij de ingang van het gebouw vnan de Tweede Kamer, heeft de Vriendenkring Sterrenwacht Rijswijk een kijke ropstelling, tevens dia-vertoning. Daarnaast kij keropstelling bij P. Molenaar, Raaltestraat 10. LEIDEN: Leidse sterrenwacht, Sterrenwacht laan. HONSELERSDIJK: P. van Dij, Burg. van Doornstraat 9. MAASSLUIS: Jongerenwerkgroep, Havikstraat 18. RIJSWIJK: Volkssterrenwacht Rijswijk, Petro- nella, Voütestraat 389. WASSENAAR: P. Louwman, Houtlaan 2. T< Amateursterrenkundige Dany Gardoen bij zijn volledig zelfgebouwde en zelf geslepen telescoop. Toen ik in september 1960 in Utrecht begon met mijn stu die in de wis- en natuurkunde, moest ik als bijvak kiezen tus sen chemie en sterrenkunde. Chemie was me op de middel bare school niet goed beval len, van sterrenkunde wist ik helemaal niets, zelfs niet waar de Grote Beer stond. Ik koos sterrenkunde. De colle ges werden gegeven door wij len prof. dr. M. Minnaert. De ze grote geleerde heeft een belangrijke invloed op mijn carrière gehad. Hij bracht me liefde voor de sterrenkunde bij, omdat hij een groot popu- larisator was. Hij leerde zijn studenten dat popularisering een taak is van de weten schapsmensen. Al in mijn stu dententijd begon ik met akti- viteiten op dit gebied, die la ter zouden uitgroeien tot een volledige dagtaak. Nederland heeft een grote tra ditie op het gebied van de astronomie. Ondanks ons on gunstige klimaat en onze lage ligging herbergen we vele be roepssterrenwachten (Utrecht, Leiden, Groningen) en sterren kundige instituten (Amster dam en Nijmegen). Onze ra diotelescopen in Dwingeloo en Westerbork zijn wereldbe kend. Astronomen vormen voor Nederland een exportar tikel. We komen ze over de hele wereld, en vaak in lei dinggevende posities tegen. Het is niet verwonderlijk dat in het kielzog van deze bloeiende beroepsastronomie een organisatie voor amateur- sterrenkundigen ontstaat. De Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (NVWS) heeft in het hele land afdelingen die bijeenkomsten en kijkavonden organiseren. Het ledental van de vereniging schommelt rond de 3000, vele leden zijn actieve amateura- stronomën, die vele uren ach ter de vaak zelf gebouwde te lescopen doorbrengen. De NVWS is nooit een erg open vereniging geweest, die actief probeerde velen bij de ama- DEN HAAG Een stevige poot in de activiteiten van de honderden amateur-sterrenkundigen om de kennis van het heelal breed uit te dragen vormt de Jongeren Werkgroep, kortweg JWG, van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Gemiddeld éénmaal per maand komen in tientallen steden jongeren in de leeftijd van 9 tot 16 jaar bijeen om met elkaar de geheimen van het heelal te doorgronden en van eikaars kennis te leren. Met lijmpot, schaar en naalden Ieren de jongeren bijvoorbeeld zelf dia's te maken van sterrenbeelden, piet kijkers wordt het heelal afgespeurd, en ook het ingewikkelde werk van het zelf maken van een sterrekijker behoort tot de activiteiten, die de JWG in Nederland een voorteffelijke naam hebben bezorgd. De brochure „Sterrenkunde voor jongeren", door de leiding van de JWG zelf samengesteld, helpt hen daarbij. De groei en het succes van de Jongeren Werkgroep is voor het grootste deel te danken aan de onvermoeibare inzet en het enthousiasme van de huidige penningmeester en algemeeïi coordi nator Bert van Sprang uit Pijnacker. Als 16-jarige scholier nam Bert van Sprang in 1960 het initiatief tot de oprichting van de Vereniging voor Jonge Sterrenkundige Amateurs, uit onvrede met het feit dat er bij de bestaande organisaties weinig of niets werd gedaan voor de jongeren. In die tijd doken ook de namen op van jongeren als Chriet Titulaer, Frank Israel (momenteel astronoom op de Mount Palomar ster renwacht in de Verenigde Staten) en Henk Nieuwenhuis, jongeren die hebben meegeholpen de JWG zijn bestaansrecht te geven. Dit recht werd officieel erkend toen op 1 januari 1967 de VJSA binnen de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde werd opgenomen en zes jaar later ook ging samenwerken met de Stichting de Koepel in Utrecht, waarin talrijke organisaties op het gebied van de sterrenkunde en de ruimtevaart elkaar wisten te vinden. Deze brede basis gaf de JWG armslag om haar activiteiten uit te breiden, en haar voornaamste doel de populari sering van de sterrenkunde voor en door jongeren nog krachtiger aan te pakken. Bert van Sprang: De belangstelling voor de sterrenkunde onder de jongeren is bijzonder groot. Dat merk ik iedere keer als ik 'ergens een lezing heb gehouden. Tientallen jongeren geven zich op voor de JWG. Het probleem waar we mee zitten is dat wij die aanwas nauwelijks aan kunnen. Voor die groepen jongens teursterrenkunde te betrek ken. Als reactie op het wat starre karakter van de NVWS ont stond de stichting Macro in Haarlem. Macro was jonger, minder geïmponeerd door be roepsastronomen en daardoor levendiger. Intussen was Bru no Ernst in Oudenbosch be gonnen met een Volkssterren wacht Dankzij zijn enthou siasme groeide die Volksster renwacht letterlijk uit het Ou- denbosche jasje. Een nieuwe onderkomen werd gevonden in het naburige Hoeven, waar de Volkssterrenwacht Simon Stevin in de bossen verrees. Ruim vier jaar geleden ont stond de zeer ongezonde situa tie dat de NVWS, Macro en Simon Stevin elkaar gingen beconcurreren. Het is een gro te verdienste van de toenmali ge staatssecretaris van CRM, H. Vonhoff, geweest dat hij een fusie tussen de drie orga nisaties heeft bewerkt. Uit de tijdschriften van de NVWS en Macro ontstond een nieuw blad: Zenit. De overkoepelen de organisatie heet heel toe passelijk Stichting De Koepel. Tijdschriften hebben wij begeleiders nodig. Waar vind je ze? Aan de andëre kant kunnen wij deze enthousiastelingen niet in de kou laten staan". Bert van Sprang reist dan ook gemiddeld vier avonden per week stad en land af om in de dertig steden, Waar afdelingen van de JWG zijn gevestigd of in oprichting zijn, de jongeren te begeleiden Vindingrijkheid en enthousiasme van de leden zijn twee zaken die het succes van de JWG mede helpen bepalen. Dit bleek ook duidelijk toen de JWG vond dat er een goede maar betaalbare sterrekijker voor de leden moest komen. Eén van de leden, Charles Fiiss uit Rotterdam, kwam twee jaar geleden met een ontwerp voor een zelfbouwkijker van voortreffelijke kwaliteit en voor nog geen tweehonderd gulden, op tafel. Een kijkerbouwcur- sus werd georganiseerd. De JWG stelde het onderdelenpakket samen. Nu hebben reeds meer dan 120 z.g. Filss-kijkers hun weg gevonden naar de leden, die onder leiding van Bert van Sprang op een middag zelf hun „trots" bouwden. Het verenigingsorgaan Universum, onder leiding van de Delftse student Hans Grond, weerspiegelt een trouw beeld van de ernst waarmee de jonge amateur-astronomen hun taak opvatten. Op eenvoudige, begrijpelijke wijze worden onderwerpen als planeten, kometen, zonsverduisteringen maar ook meer ingewikkelde zaken als radio-astronomie en de grondslagen daarvan uit de doeken gedaan. Niet alleen nationaal is de JWG erg actief. Met het buitenland, o.m. met Duitsland en België, bestaan nauwe kontakten, hetgeen •geleid heeft tot een aantal internationale sterrenkundige jongeren kampen en de oprichting van een Jongerenvereniging voor Ster renkunde in België, de zustervereniging van de JWG. De sterke uitgroei van de Jongeren Werkgroep, de sterke betrok kenheid van de leden bij de vele waarnemingsakties die in de afgelopen tien jaren werden georganiseerd, zijn duidelijke tekens dat de popularisering van de sterrenkunde onder de jongeren heeft aangeslagen. Bert van Sprang: Wij zijn op de goede weg. De brand in het Zeiss Planetarium, begin 1976, heeft weliswaar onze mogelijkheden beperkt. Ons enthousiasme is echter niet opgebrand. Wij hopen dat spoedig een beslissing wordt genomen over een nieuw planetarium. Zo'n instituut is onmisbaar voor onze activiteiten. Sig. W. Wolf Niet iedereen binnen Macro was gelukkig met de „fusie". Een kern van oud-Macroleden besloot toch weer met een ei gen maandblad te komen „Aarde en Kosmos". Dit tijd schrift behandelt niet alleen astronomie maar een breed scala van wetenschappen en van randgebieden van de exacte wetenschap zoals pa rapsychologie en ufo-onder zoek. Het bestaande blad „Kijk" werd in dezelfde perio de omgevormd tot een vlot en aantrekkelijk blad over popu laire wetenschap, eveneens zich bewegend op een veel uit gebreider terrein dan Zenit. Planetarium Het Zeiss Planetarium in Den Haag heeft vele jaren in een behoefte voorzien. Toen het door een brand werd verwoest was het overigens nodig aan vernieuwing toe. Vooral het interieur en de accommodatie waren ouderwets. Het planeta rium-instrument zelf was kort voor de brand echter nog grondig herzien door de Leidse sterrenwacht. Er wor den nu plannen gemaakt om te komen tot een nieuw plane tarium voor de Randstad. In mijn idee zou zo'n planetarium het beste gecombineerd kun nen worden met andere vor- men van dagrecreatie. In het centrum van Scheveningen kan een planetarium educatief tijdverdrijf bieden op minder zonnige dagen in de zomer. In de andere seizoenen zou zo'n planetarium een onderdeel van schoolreisjes en excursies kunnen zijn. Een aktief beleid van een planetariumdirektie kan zorgen dat er een nimmer aflatende stroom individuele bezoekers is. Het is misschien nog mogelijk om het door brand beschadig de instrument uit het Zeiss planetarium te herstellen. Dat herstelde instrument zou een plaats moeten krijgen bij bij voorbeeld de Volkssterren wacht in Hoeven. Samen met de camping, het bosbad en de Volkssterrenwacht ontstaat daar dan een aantrekkelijk re creatiegebied met een flinke waarde voor de volksontwik keling. Het is een beetje verwonder lijk dat het ministerie van CRM, mede gezien onze tradi tie, dit soort plannen niet sterk stimuleert. In alle Westeurope- se landen vinden we grote, door de overheid, gesubsi dieerde planetaria. In België werd nog onlangs een nieuw planetarium in gebruik geno men op het terrein van de wereldtentoonstelling in Brus sel. Subsidie In het algemeen kan worden gezegd dat er te weinig geld beschikbaar is om op een re delijke manier de sterrenkun de te populariseren. De Volks sterrenwacht in Hoeven is on derbezet wat personeel betreft. Per jaar komen er nu 27.000 bezoekers, terwijl er slechts twee betaalde krachten voor de rondleidingen beschikbaar zijn. Voor de rest „drijft" Si mon Stevin op het enthousias me van tientallen vrijwilligers, die belangeloos in hun vrije tijd op de Volkssterrenwacht werken. Ook is de Volksster renwacht dringend aan nieuw bouw toe: de tegenwoordige behuizing heeft een semiper manent karakter. Het bureau van de Koepel (Nieuwe Gracht 15, Utrecht) ontplooit zoveel activiteiten (beantwoorden van vragen, verzorgen van documentatie- pakketten, geven van adressen etc.) dat er een grote achter stand van de stromen post dreigt te ontstaan. Ook hier zou een verruiming van de subsidie door CRM de oplos sing moeten zijn. Behalve de Volkssterrenwacht in Hoeven zijn er de afgelopen jaren meer dan tien kleinere Volkssterrenwachten, voorna melijk van regionale betekenis van de grond gekomen. Deze sterrenwachten krijgen soms een gemeentelijke subsidie, maar ze hebben het zonder uitzondering moeilijk om rond te komen. Het bezoek aan de sterrenwachten bewijst overi gens wel dat ze in een behoef te voorzien. Belangstelling Als ik zo duidelijk schrijf dat de popularisering van de ster renkunde dringend behoefte heeft aan meer CRM-subsidie, kan ik dan waar maken dat de belangstelling inderdaad groot is? Zeker, en wel met vele argu menten: De kijkdichtheden (en waarderingscijfers) voor popu lair wetenschappelijke t.v.-uit zendingen over een komeet, Marsonderzoek, een zonsver duistering etc. zijn erg hoog. Meestal kijken er 2 miljoen volwassen Nederlanders. Zeer waarschijnlijk hebben de ruimtevaartuitzendingen over spectaculaire gebeurtenissen gezorgd voor een groeiende belangstelling voor de zaken die erachter zitten. De vraag naar radiopro gramma's over sterrenkunde wordt steeds groter. In de af gelopen vijf jaar maakte ik ruim 20 uitzendingen voor de diverse schoolradio's. Het ma teriaal bij deze uitzendingen werd opvallend goed aan de scholen verkocht. In het programma „Spree kuur" van Fons Disch was ik al vier keer te gast Iedere keer waren ei* opvallend veel vragen. Tijdens dat program ma kunnen luisteraars de stu dio bellen en vragen stellen. De reden dat ik vier keer in dit programma terugkwam was, dat juist ook bij dit on derwerp er zo veel vragen ble ken te zijn. Het aantal boeken, ook voor kinderen, dat over sterrenkun de verschijnt, neemt toe. De verkoop van de boeken is groot. Van mijn boeken (ik schreef er tien) werd gemid deld bijna 10.000 exemplaren verkocht. De boekenaktiviteit bereikt zijn hoogtepunt met het Boek van de Maand, dat op 2 juni verscheen. In dit boek „De mens in het heelal" geef ik een uiteenzetting die voor iedereen te volgen is over het hele heelal en de plaats van de mens daarin. Het voorgaande is slechts een samenvatting van de vele akti- viteiten in Nederland op het gebied van sterrenkunde. Er zijn er meer, speciaal voor jon geren, op scholen, in de vakan tie op een camping etc. Zeker is dat de belangstelling van de Nederlander voor het heelal waarin hij leeft momenteel erg groot is. Het is een taak van de overheid en van de media om in die behoefte te voorzien. De media zijn zich gelukkig bewust van die taak. Oe jonge sterrenkundigen bij hun kijkers, samengesteld met behulp van een zelfbouwpakket.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 15