Zoeterwoude 700 jaar in koestert zich al het groene gras ,,We blijven onze eigen Zoeterwoudse boontjes doppen BURGEMEESTER J. A. DETMERS: LEIDSE COURANT DONDERDAG 26 MEI 1977 PAGINA 5 ZOETER WO UDE Ook een gebruinde burgemeester J. A. Detmers maakt zich op, het 700-jarig bestaan van zijn gemeente Zoeterwoude te gaan vieren. Ge bruind, niet ten raadhuize, want in dat vernieuwde gemeentecentrum stroomt bet daglicht diffuus binnen; aan de Noordbuurtseweg zit je als bestuurder of als uitvoerende beambte niet onmiddellijk in het zonne tje. In het moderne nieuwbouwgedeelte van het ge meentehuis is plaats voor licht en er is ruimte, maar er moet gewerkt worden volgens beleidsnormen en richtlijnen. Geen gelegenheid om in de mei-zon bij te bruinen. De „teint" van de burgemeester is gevoed op recent familiebezoek in Indonesië en in zijn achter tuin aan de Miening, op de grens met Leiden, met uitzicht op de buitenwereld die bereikbaar is via de langsstromende rijksweg, onderdeel van de E 10, een drukbezette ragfijne draad in het Europese spinneweb van wegen. Aan de Zoeterwoudse burgemeester zijn de 700 legitie me jaren van een geordende samenleving niet aan te zien. Onder zijn bestuur vormde zich slechts een schakel van bijna 17 jaar en de heer Detmers hoopt tot 1980 zijn Zoeterwoudse zaak te kunnen uitdienen. Maar het was wel een levendige schakel die thans rond 7000 zielen bijeenhoudt. We spraken met de eerste burger in de burgemeesterskamer, een vertrek binnen het symbool van het nieuwe Zoeterwoude, het vertim merde raadhuis. Zijn kamer was gisteren nog even ingericht als stembureau, met houten hokjes voorzien van rode potloden aan touwtjes om de democratische zaak te kunnen dienen. „Maar hecht niet te veel betekenis aan deze kamer; alleen een behangetje en- wat schilderwerk. Dat is eigenlijk het nieuwe aan dit vertrek." Niettemin demonstreert Zoeterwoude met die bestuur lijke nieuwbouw en opfrissing, dat de gemeente van plan is zelfstandig te blijven. Aldus de burgemeester. „Dat is duidelijk. We vormen een buffer tussen Leiden en Zoetermeer. Dat is aanbevelenswaardig voor een plattelandsgemeente. Maar ook zal nooit iemand Zoe terwoude kunnen verwijten, dat hier geen bestuurs kracht aanwezig was. We kunnen nog niet opgelucht ademhalen, want nog altijd is er geen rijksweg 11 die een behoorlijk woonklimaat van het Hoge Rijndijkge- meentedeel kan bevorderen, ook moet nog steeds de dorpskern bevrijd worden van het grote doorgaande verkeer. Daar zien wij reikhalzend naar uit, de „bevrij ding" wordt rond 1980 verwacht. Maar voor de rest doppen wij onze eigen Zoeterwoudse boontjes, waar de centrale overheid niet direct een hand in heeft. Groen houden wat groen is, daar zijn we redelijk in geslaagd en een vrucht van agglomeratie-besprekingen in de vijftiger jaren was de Grote Polder die volstroom de met een vitale industrie. En in de Barrepolder kwam Heineken. „Heineken, dat was menen we de bevestiging van een stoute Zoeterwoudse droom die door burgemeester Detmers als een soort fee werd gevoed. De heer Detmers wijst zonder veel woorden al te veel eerbetoon van zich, maar hij dacht wel eerlijk gezegd dat er „hard gelopen was om de vestiging binnen te krijgen". „Verder was het een voorspoedig verloop van een gigantisch project, ook dank zij de vlotte medewerking van het hele gemeente lijke apparaat." Burgemeester Detmers wekt de kalme indruk van geestdrift. We werken een obligaat lijstje af: „Per 1000 inwoners hebben we thans een voetbalveld en een tennisbaan. Dat is vrij gunstig dacht ik. We hebben een zwembad niet groot, maar het is er toch maar. Als je dan kijkt naar bijvoorbeeld Voorschoten, dan zie ik dat daar een ambitieus plan is gekelderd. Bij ons, met de kleine opzet, kunnen we nog uitbreiden. Niet dat we iemand anders verwijten, dat er dom is gespeeld. Daar hou ik niet van. Maar ik mag wel zeggen, dat we in Zoeterwoude bronnen hebben aange boord waar vroeger nooit aan gedacht is." Woningbouw In Zoeterwoude minstens 700 jaar in het wereld beeld, althans aantoonbaar deed men wat overal gebeurt: woningbouw. „De plannen van de woning bouwverenigingen liggen nog steeds in Den Haag: 66 woningen aan de Hoge Rijndijk-Oost, maar in West einde II zijn voor die vereniging 39 huizen in aanbouw. Als Hoge Rijndijk-West gerealiseerd kan worden (ge bied van de Goede Herder) en het ziet er wel naar uit, dat dit gebied een woonbestemming krijgt zijn er in Zoeterwoude nog 800 huizen te bouwen. Met die 800 huizen zal er tot 1990 gedaan moeten worden. We bouwen voor eigen behoefte en een beetje ook voor de economisch gebondenen." Hoe dan ook, burgemeester Detmers hoopt, dat Zoeter woude een gezonde dorpse gemeente zal kunnen blij ven: „steeds groen als gras. Natuurlijk, dat is onze liefste wens, nietwaar?" Daar doet de gemeente zoveel mogelijk aan. Een jaar of vier geleden werd een Bomenfonds gesticht en twee jaar draait nu al een bomenplan van landschapsarchitect Huub van den Hoven, dat gewetensvol wordt gevolgd teneinde te planten op plaatsen die zich ervoor lenen. Dan is er het „winkelcentrum", een volgens burgemees ter Detmers beladen woord voor een scheppinkje van een stuk of zeven winkeltjes. Dat moet tegenover de dorpskerk komen. „Misschien een bank erbij, een postkantoor, restaurant Dat is dan het hele „centrum". Daar moet niemand te zwaar aan tillen. Aan de Hoge Rijndijk is plaats voor een multifunctioneel centrum: gelegenheid voor verenigingen, een sportzaal voor gym nastiekonderwijs, mogelijkheden voor een arts zonder van een „medisch centrum" te spreken. Dat moet aan de Oranjelaan worden verwezenlijkt, zo volgend jaar verwacht ik." Ook hier vertoonde de heer Detmers een gematigd optimisme; een gemeente is eenmaal lang niet altijd baas in eigen huis, al probeer je zolang mogelijk de eer aan jezelf te houden. In Zoeterwoude is het groeien in een woonklimaat waarbinnen de groei niet bovenma tig mag zijn. Niemand verwacht hier iets spectaculairs, zo'n denkbeeld zou eerder worden verfoeid omdat degenen die zich in Zoeterwoude op hun gemak voelen het liefst in een planologische schulp zouden willen kruipen. Rust wordt een kostbaar goed, dat niet licht vaardig mag worden prijsgegeven. Er komt een geest, „van en voor de eigen mensen". Het zijn plaatselijke evenementen waar niet half Ne derland opaf zal vliegen. Het wordt een feest voor „onder elkaar" met onder andere een familie-album dat erg plezierig is geworden, vooral voor de oudere ingezetenen die doorgaans als „autochtonen" worden afgeschilderd. Burgemeester Detmers, die met cassis de dorst verdrijft: „Het zijn plaatjes en praatjes die „gevreten" zullen worden, huis aan huis aangeboden en geschonken door het gemeentebestuur. Ach ja, het wordt zonder enige twijfel een plezierig feest Ik wil nog wel even zeggen, dat de Stichting Gemiva aan de Zwetkade een nederzetting krijgt die van groot belang is voor de ongeveer 300 pupillen die geestelijk gehandi capt zijn. Die krijgen daar een goed onderdak, waaraan grote behoefte is in de randstad. De eerste paal daarvoor zal naar verwachting in 1978 worden geslagen. Zo gaan we door in ons eigen ritme, met een beperkte maar reële ambitie. Verlangens? O ja, dat wel; ik noem maar onder andere een postkantoor aan de Hoge Rijndijk en dat winkelcentrumpje in het dorp. We hopen ook op een tandarts in de dorpskern, nog dit jaar. En, als u wilt, haalt u dan nog wel even het toenemend honde-euvel aan. Werkelijk het loopt de spuigaten uit, met die vervuiling. Een droeve zaak vind ik dat. We willen best groen blijven, maar dan in het nette en in het aangename." Alles samengevat: Zoeterwoude wil, in grote trekken onder de rook van Leiden en bijna in de schaduw van de woontorens van Zoetermeer eenvoudig blij ven, een rustpunt zonder veel pretenties die niet waar te maken zijn. Dat is 700 jaar en nog langer zo geweest en zo moet en kan het blijven. Zoeterwoude: nog zo groen als gras en verder zoeken ze het maar uit, maar „aan ons lijf geen polonaise". TON PIETERS „Zoeterwoude is, God zij dank, Zoeterwoude gebleven, met een degelijke bevolking, degelijk in den godsdienst, degelijk in den arbeid, degelijk in ontspanning". Dit schreef kort na de Tweede Wereldoorlog de toenmalige hoofdredacteur van de Leidse Cou rant L. C. J. Roozen in een boekje over Zoeterwoude, getiteld „De zeven zaligheden van Zoeterwoude". Hij had in 1946 ongetwij feld gelijk, maar in de laatste decennia is ook Zoeterwoude niet gevrijwaard gebleven van nieuwe ontwikkelingen op velerlei gebied. In elk geval staat één ding bui ten kijf: net als dertig jaar gele den is Zoeterwoude nog zo groen als gras. En zo overheer send groen is Zoeterwoude ei genlijk al 700 jaren lang. Zo staat het ook te lezen op de stickers die ter gelegenheid van dit jubileum zijn verspreid. „Dit dorp lezers is seer oudt, 'T wierd door 't Romeinsche volk gebouwd". Dat dichtte de be kende „stads- en dorpsbeschrij ver" het plaatsje Zoeterwoude zo'n twee eeuwen geleden toe. Oud is Zoeterwoude in elk ge val, maar zo oudt als de dorps beschrijver veronderstelde ze ker niet. Met het feest „Zoeter woude 700" herdenkt de lokale gemeenschap de overdracht in leen van het ambacht „Suetan" door Floris de Vijfde aan Dirk van Santhorst op 1 september 1276. In de acte die met deze overdracht gepaard ging wordt voor de eerste maal de naam Zoeterwoude gebruikt. Op de acte wordt geschreven over „Sotrewold" en „Soter- wold", welke naam eigenlijk maar weinig houvast biedt aan de dikwijls verkondigde me ning, dat „Zoeter" een verbaste ring zou zijn van „Zwieten", het kasteel van de vroegere am bachtsheren dat aan de Rijn was gelegen. De geschiedschrij ving heeft inmiddels vast doen staan, dat de kern van het oe roude Zoeterwoude gezocht moet worden in de omgeving van de Weipoort; de plaats op de oude kleiafzetting rond de „Suetan", thans de Weipoortse Vliet geheten De „Suetan" is het zoetwater- stroompje waaraan Zoeterwou de gelijk een navelstreng is ver bonden. In de negende eeuw komt de naam Suetan voor op de „blaffaart" (goederenlijst) van de Utrechtse dom. De „Sue tan" is wellicht de naamgever geweest van het geslacht „Swie- ten". Dit valt te concluderen uit het feit, dat het stroompje „Sue tan" in die jaren dikwijls in de volksmond „Swiet" werd ge noemd. En Swit betekent „zoet", vandaar mogelijk het ontstaan van de naam Zoeterwoude. Het kasteel waar het geslacht Swie- ten verbleef komt al in de regis ters van het Grafelijk Huis voor sinds 1321 en wordt daarin om schreven als een leengoed. Het kasteel is inmiddels afge broken. Op de plaats werd een nieuw verblijf opgetrokken dat in 1424 ter leen werd gegeven aan ridder Willem van Mont- foorde en Van Zwieten. Spinneweb Het dorp Zoeterwoude ligt mid den in het groen, gevat tussen 't Watertje, de Schenk en het Verlaat. „Zoeterwoude is als een spin in haar web, die in een ster draden heeft gespannen naar de Noordbuurt, de Zuidbuurt, 't Westeinde, de Stompwijkseweg, de Weipoort en met kronkel draadjes naar de Rijndijk en Gelderswoude", schreef de heer Roozen in '46. Het web van de spin Zoeterwoude omspandein vroeger tijden ook Leiden. Er was een tijd dat Zoeterwoude zorgde voor de opvoeding van de Leidse jeugd. Leiden onttrok zich op den duur aan de in vloedssfeer van Zoeterwoude en ging een eigen leven leiden om op zijn beurt te gaan overheer sen. Al vroeg was Leiden Zoeter woude ver boven het hoofd ge groeid. In 1524 kreeg Leiden het recht van Karei V om bierwin kels of biertappen in Zoeter woude in aantal te beperken. Weer wat jaren later werden hele delen aan Zoeterwoude ontnomen en annexeerde Lei den kolossale hoeveelheden grond. Het gebied dat ligt in de vier hoek van de Hoge Rijndijk bij de kruising met rijksweg 4a, naar de Koepoortsbrug (op de kruising Witte Singel, Doeza- straat, Zoeterwoudse Singel en Herenstraat), vandaar naar De Vink en dan loodrecht terug naar de rijksweg, ging zo door annexatie voor Zoeterwoude verloren. Leiden bemoeilijkte ook het drijven van handel tussen de inwoners van Leiden en Zoeter woude. De agrarische Zoeter- woudenaren brachten buiten de stadswallen hun produkten aan de man. Zij konden voor die produkten lage prijzen vragen, mede doordat zij niet de Leidse stedelijke belastingen behoeften te betalen. Leiden onderving die „witte handel" door ook accijn zen te gaan heffen op produkten die werden verhandeld binnen een afstand van 200 roeden (ruim 750 meter) van de stad. Daarop werd uiteraard door de Zoeterwoudse handelaren snel iets gevonden: men prees de waren aan net buiten de accijns- Zoeterwoudens eerste burger temidden van het groen: een man die een kalme maar gelijkertijd geestdriftige indruk maakt. V Zoeterwoude 700 morgen van start grenzen. Leiden maakte op den duur ook die actie onmogelijk door de accijnsgrenzen weer fors uit te breiden. In Zoeterwoude zelf was het vooral de geestelijkheid die macht uitoefende. In de negen de eeuw had de kerk al negen boerderijen in eigendom. Toen de inkomsten van de kerk steeds maar bleven toenemen, de kerken steeds groter werden en de levenswijze van de geeste lijkheid steeds uitbundiger werd, klaagden de boeren over de druk van kerkelijke belastin gen Het ging de boeren niet goed. Maar daaraan was ook de teruglopende opbrengst van de zuivelprodukten een oorzaak. En zo mondt de historie uit in 1977. Een feestjaar voor Zoeter woude. Op 1 september van het vorige jaar werden de festivitei ten gestart, terugdenkend aan Floris de Vijfde en Dirk van Santhorst. Vanaf morgen berei ken de festiviteiten een uiteen spattend hoogtepunt in een da gen voortdurende activiteiten. En het zijn dan weer die activi teiten die benadrukken, dat Zoeterwoude ook in de twintig ste eeuw geen ingedommeld of uitstervende gemeenschap is. Integendeel. Zoeterwoude is we liswaar geen bolwerk van han del en industrie, maar temidden van het overheersende groen staat een hechte gemeenschap borg voor een goede volgende zevenhonderd jaren. Het gezicht op de Wiepoortsevliet. Een rondgang door het dorp van de plaatselijke verenigingen om half zeven, uitmondend op de sportvelden van SJZ waar burgemeester Detmers een ope ningswoord spreekt. Dat is mor genavond het officiële startsein van de festiviteiten die ter gele genheid van Zoeterwoude 700 worden gehouden. Wapperende vlaggen, tal van straatversierin gen en in klederdracht gestoken burgers vormen tot het eind van de feestelijkheden op 12 juni het beeld van Zoeterwoude. Elke dag staat bol van activiteiten. Zoeterwoude koestert z'n groen en daarmee het overwegend agrarische karakter. Rustiek, karakteriserend beeld van Zoeterwoude.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 5