vissen kunstaas voor zou moeten terugschrik ken. De plaatselijke VW's en hengelsportwinkeliers geven graag alle benodigde informa tie. Het komt ook meermalen voor dat een hotel- of campinghou der vaste afspraken heeft ge maakt met een schipper, zodat je altijd wel kunt uitvaren. Welk materiaal? Neem maar gewoon een boothengel mee met daarop een reel geen werpmolen, dat is een onding bij het fjordvissen. De beste methode tenminste volgens de Noren voor het fjordvis sen is het .pilkeren'. In Noor wegen gebruikt men speciale zilverkleurige pilkers een langwerpig stuk lood waar in wijduitstaande haken zijn gesoldeerd. Die pilker hangt aan een lijn van minstens 50 honderdste van een millimeter, want je kunt beslist zeer zware exem plaren kabeljauw, koolvis, grondhaai en leng verwachten. En als je zulke zware vissen van soms zestig meter diepte weghaalt, dan heb je handen vol werk. Bovendien: de schip per grijnst, want hij krijgt meestal de vangst Er is nog een methode, name lijk de handlijn waaraan klei ne .makreellepeltjes' in rijen zijn geknoopt Aan het einde van de lijn komt een zwaar brok lood van het schroefblad model. Voor de dames een aardige methode ook eens de vechtkracht van een vis te le ren kennen... Maar Nederlanders zouden geen Nederlanders zijn, als ze eigenwijs als ze zijn geen andere methode toepassen tot verbazing van de Noren. De jet op staalsterke haken, reep jes makreelvlees waaraan nog een flintertje huid zit. De boo thengel buiten boord, de reel .open' en de lijn-met-lood zover in de diepte laten zak ken (duim op de spoel) tot je de bodem raakt. Dan een vijf centimeter indraaien, de reel op de rem en wachten tot een vis zich meldt. Snel aanslaan zodra het hengeltopje een sein tje geeft Soms helpt het, als je het aas wat op en neer beweegt, zodat de vissen attent worden. Goed, niet het summum van sportvissen, maar je hebt wel oneindig veel plezier in die stille Noorse fjorden. Wanneer je eens een avondje meevaart, merk je dat je aan die stilte, die zo geweldig schril afsteekt bij ons overlawaaierig landje aan de Noordzee, eigenlijk al genoeg hebt Geen gillende bromfietsen, geen denderende vrachtwagens, geen gierende personenauto's, geen brullen de fabrieken.... Noorwegen is een stilteland, ongerept en schoon. Houen zo.... (door Bob Birza) Een machtig en overweldi gend land: Noorwegen. „Een hengelsportparadijs", voegen steeds meer Nederlandse sportvissers daaraan lovend toe. Dat mag allemaal best waar zijn, maar kom je naar Noorwegen om te vissen, dan moet je je wel bijzonder goed voorbereiden. Het uitgestrek te Noorse rotsplateau is hele maal niet zo'n gemakkelijk hengelland als de vele opgeto gen verhalen wel willen doen geloven. De zalmen en forel len springen bijna als vanzelf aan de (vliegen- of spin-)hen- gel... En nergens vang je zwaardere kabeljauwen als in de Noorse fjordenNeem maar een flinke portie nuch terheid in de vistas mee, dat is beter en voorkomt de on vermijdelijke teleurstellingen. Eerst heb je natuurlijk de vraag: hoe kom ik in Noorwe gen? Nog niet eens de slecht ste vraag. Voor velen is het nog altijd een soort waagstuk om naar het land van Edward Grieg, de grote Noorse compo nist, te reizen. Je kunt over land, via Denemarken, en bij Hirthals naar Kristiansand oversteken per boot (reisduur viereneenhalf uur). Elke dag vaart er een boot (van de Ber- gen-Olsen-Linej, heen en te rug. De auto kan mee. Slechts als de caravan meegaat, dan is plaatsbespreking (en dan zeer tijdig) wel nodig. Je kunt ook en steeds meer Nederlanders doen dat rechtstreeks van Amsterdam naar Stavanger of Bergen va ren met bijvoorbeeld het va rende hotel Jupiter van de Bergen-Olsen-Line. Het sfeer tje aan boord is erg fijn. Het VCK-kantoor nabij de Coen- haven in Amsterdam geeft alle mogelijke en onmogelijke in lichtingen. Zo'n bootreis is wel duur ja, maar je vakantie begint ook sen met rust te worden gelaten en ze bemoeien zich pas met je als je er nadrukkelijk om vraagt. Praat je met Noren over vis sen dan lijkt het alsof iedere Noor sportvisser is. Van een zekere zwijgzaamheid is dan al gauw niks meer te bespeu ren. Duik maar eens een ha venkroeg in of stap eens langs de kade van welke Noorse ha venplaats dan ook. Zeg je dat je Nederlander bent en dat je bovendien sportvissen als hob by beoefent, dan krijg je vast en zeker antwoord. Maar.... in welke taal spreek je dan? Nou kijk 'es, zeer veel Noren spreken uitstekend En gels. Van het Duits moeten ze niet zoveel hebben... en als je tracht je wat Noorse woorden eigen te maken dan krijg je zeker contact. Al die dingen moet je je wel realiseren ats je in Noorwegen wilt gaan vissen, dat wel. Als je aan het Noorse sportvissen denkt, flitsen ongetwijfeld beelden van zware zalm en felvechtende forel door je al of niet gepijnigd hoofd. Toch is het wel verstandig, voordat je een vliegenhengel optuigt, een ,fiske-kort', een rijksvergun ning zeg maar, te pakken te krijgen. Hij kost Nkr. 30,- (vijf tien Nederlandse guldens on geveer), is een jaar geldig en verkrijgbaar bij elk postkan toor, grenskantoor, bij de plaatselijke VW of hengel sportwinkelier. Dan moet je nog een vergunning hebben van de rechthebbende op het water, een particulier of hen gelsportvereniging. Die ver gunningen zijn erg duur. Be dragen van vierhonderd gul den per dag of per week, zijn heel gewoon. Zalm- en forel vissen is een kostbare zaak in Noorwegen. Slechts degenen die een welgevulde beurs (mo gen en kunnen) meetorsen, zijn in staat de hoge kosten te betalen, al zijn er natuurlijk uitzonderingen- Uitzonderingen zijn er ook in de prijzen voor vergunningen, maar altijd zal de eerste vraag moeten zijn: zit er wel zalm of forel in die rivier? Bekende zalmrivieren zijn de Gaula, Jolstra, Namsen, Driva, Surna en Naustra. Je moet overigens van goede hengelhuize komen om de vliegehengel op de juis te wijze te hanteren. Hengelen met een kluit wormen op zalm en/of forel is niks, heeft ook niks met sportvissen te maken en is meestal verboden. Als je voor de eerste keer in Noorwegen komt, is het veel plezieriger te vissen zoals je dat in Nederland ook doet. Althans je vangkansen nemen dan toe. Want baarzen en snoeken zijn ook in Noorwe gen te vangen. Maar, je moet weten op welke stekken je moet zijn. En die leer je pas kennen als je vaker in die oorden komt. Een Noor vangt ook niet meteen als je hem in een sompige polder of langs een Nederlandse wetering neerzet.... Neen, voor vakantievierende sportvissers zijn er heel ande re mogelijkheden, namelijk het vissen in de Noorse fjor den. Een zaligheid en beslist heel anders dan het lijnen-vieren vanaf een stampende en dei nende boot buiten IJmuiden of Den Helder. In de Noorse fjor den hoor je nog de stilte en zeker als de schipper de motor eens afzet. Het vissen vergeet je dan bijna... In Stavanger, Haugesund, Skanevik, Bergen en nog zoveel meer haven plaatsen langs de 2800 kilome ter lange fjordenkust met zijn steile klippen en (zeer) diep helder water, liggen altijd wel vissersschepen die op gezette tijden met sportvissers uitva ren. De kosten daarvan zijn echt niet zo hoog dat je er Noorwegen zelfs nog iets dro ger dan in ons land, al kan het weer er overigens snel om slaan. Noorwegen is toch duur? Ja, dat te ontkennen zou een leu gen zijn. Het prijspeil is, ver geleken met ons land, een pro cent of vijftien hoger, hoewel de levensstandaard ongeveer met die in ons land overeen komt. En hoe zijn nou die Noren? Nou, geen luidruchtige Italia nen of brallende Duitsers na tuurlijk. Maar stug zijn ze toch ook weer niet, alleen ze wen- meteen zodra je de loopplank oploopt. Je hoeft dan niet eerst nog eens zo'n vijftien honderd kilometer achter het autostuur te zitten. Aan boord rust je in de ongeveer 24 urn- varen uit. Dat is toch ook al heel wat! Maar, Noorwegen is toch een koud en guur land? Nee, dat is niet zo als je in de zomer maanden door het woeste en ongerepte land dwaalt. Het kli maat kun je als Nederlander in veel gevallen veel beter dra gen dan in bijvoorbeeld Span je of Italië. De gemiddelde temperatuur van achttien tot twintig gragen ,ligt' ons Neder landers heel goed. Het is in Het is voor de voor de meest ervaren kunstaasvisser een moei lijke zaak om zonder dat mooie blinkertje een hengelsport zaak uit te stappen. Iemand vroeg ons eens: van welk materiaal wordt kunst aas gemaakt? Zo'n vraag duidt er op dat de man totaal onkundig is op dit gebied. Hij beperkte zich tot de vaste hengel en gebruikte alleen worm, maden en deeg. Zeer talrijk zijn de manieren waar op gevist kan worden. En de vraag waar kunstaas van ge maakt is, kan beantwoord worden met: koper, ijzer, blik, staal, lood, plastic, rubber, hout, veren, haar en nylon. Er is dus kunstaas van velerlei materiaal in zeer veel vormen en in nog veel meer kleuren en schakeringen. In dit opzicht bestaat er een janboel van je welste. In prak tisch elke hengelsportzaak kan men ze kopen: groen, geel, blauw, zwart, wit, zilver, goud, oranje, ja in elke kleur, varia tie en combinatie: grote, klei ne, dikke en dunne, kromme, rechte, zware en lichte stuk ken kunstaas. Het is we moeten het eerlijk bekennen voor de meest ervaren kunstaas-visser een moeilijke zaak om zonder dat mooie blinkertje (spinner) of lepeltje te kopen een hengel sportwinkel uit te stappen. Ook wij doen dat nog wel eens, omdat het zo'n mooie kleur of vorm heeft. En het is maar goed dat we onze viskist niet veel behoeven te dragen hij staat altijd achter in de auto en die zetten we wel aan de wanterkant omdat daar zoveel metaalwaren in zitten. De spinner In grote lijnen kan men zeg gen dat de meeste hengelaars wat huiverig zijn voor kunst aas. De onbekendheid brengt zulks mee en bij velen rijst dan ook de vraag: hoe kan ik nou aan een stukje blik een vis vangen? Wel dat zit heel in het kort zo in elkaar: bij het binnendraaien van een spin ner of een lepel worden trillin gen in het water veroorzaakt. Die trillingen hebben een ab normale „frequentie", welke een roofvis animeren om daar een schot op te wagen. Een zieke of gewonde vis zendt ook abnormale trillingen uit, door zijn afwijkende manier van voortbeweging. En als een roofvis zulke trillingen waar neemt, moet hij (of zij) weten wie dit veroorzaakt. De bewe gingen van dat iets zorgen er voor dat daarop een aanval wordt ondernomen. „Dat „door het water trekken" van bijvoorbeeld een spinner, ook wel blinker, moet beslist niet snel gebeuren. Hoe lang zamer, des te meer kans op succes. Daarom kunnen wij in onze wateren ook geen ver zwaarde spinners gebruiken, omdat die veel te snel door het water getrokken moeten wor den. Bij langzaam binnen draaien zou het ding zo in de bodem vasthaken. Dus een on- verzwaarde spinner kopen. Toch dient het gewicht van uw spinnertje een beetje in over eenstemming te worden ge bracht met het vermogen van de te gebruiken spinhengel, zulks in combinatie met de voor die hengel juiste dikte van het nylonsnoer. Tussen de lijn en de spinner wordt een anti-kinkloodje en een dun sta len onderlijntje gemonteerd. (Een anti-kinkloodje voorkomt het kinken onnodig slagen in de lijn brengen van uw nylonsnoer; een staaldraadje omdat snoek een nylondraad met zijn scherpe tanden kan stukzagen). Met dit materiaal zijn redelij ke worpen mogelijk. Nu moet men echt niet denken dat ver re worpen meer succes heb ben. Talloos zijn de snoeken en snoekbaarzen die aan de kant van het water worden Het drijvend Kunstvisje imiteert door zijn vorm, maar vooral door zijn „zwemaktie" een levend visje. gevangen. Verplaatst u zich zelf echter zo voorzichtig mo gelijk, want bij de minste tril- lig van de grond die in het water sterk wordt doorgege ven is roofvis argwanend en zoekt een veiliger plaats op. Het vissen met de lepel vereist een iets andere manier. Het werpen gebeurt op dezelfde wijze, docht het binnendraaien als volgt: na de uitworp laat men de lepel zakken tot onge veer op de bodem (op dat mo ment is de hengelpunt gericht naar de plaats waar de lepel zinkt). Nadat de molenbeugel is omgeslagen door een draai aan de slinger, tilt u de hengel punt naar boven, zodat de le pel weer in een hogere water- laag wordt getrokken. Vervol gens geeft u de lepel weer gelegenheid langzaam naar be neden te dwarrelen door de hengelpunt naar beneden te brengen en tegelijk het snoer langzaam' op de molen te draaien. Die handelingen her haalt men steeds. Vaak wil op het moment dat de lepel „zakt" een roofvis uw kunst aas „grijpen", daar dient men op bedacht te zijn, want dan moet de haak „gezet" worden door een rukje aan de hengel te geven. We nemen aan dat u weet dat op de molen een soort frictie is ingebouwd in de vaktaal „slip" genoemd. Die slip kan worden afgesteld door middel van een vleugelmoer; een juis te afstelling voorkomt lijn- breuk (en veel teleurstelling) bij het drillen (afmatten) van de vis. We zouden tenslotte willen ad viseren: bent u van plan met kunstaas te gaan vissen, ga dan eens te rade bij iemand die ervaring heeft op dit ge bied. Die zal u in korte tijd veel kunnen leren. Voor het vissen met een spin ner, lepel of welk stuk kunst aas ook (uitgezonderd kunst vlieg) is ongeacht de leeftijd van de visser altijd een viskaart met een blauwe zegel vereist en een vergunning voor het water waarin men vist De viskaart kan men op elk post kantoor kopen. De vergunning verkrijgt men door het lid maatschap van een hengel sportvereniging. Een hengel voorzien van kunstaas valt in de zin van de wet onder de benaming „spe ciale hengel". De aanvangsda tum voor een speciale hengel is bepaald op 1 juli aanstaan- - s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 15