Denemarken Bornholm kan de rust nog uit voorraad leveren Kopenhagen AEROSKOBING GING ZEER FEESTELIJK OP DE FLES ROBINSON CRUSOE HEEFT HET VOOR HET UITZOEKEN Bouwstenen voor uw vakantie-kaartenhuis Aeroskobing op het miniatuureiland Aero is onbedreigd de parel van de Funense Archipel. Dit stadje, een antiek juweel, is volgestort met krakende vakwerkhuizen, nauwe keistraten en een pleintje, waar de dorpspomp volgens overlevering schuimend bier levert, als hij het maar eens één keer wilde doen. Aeroskobing heeft ook een uniek flessenmuseum: een erfenisje van een vlijtige inwoner, die zijn voortdurende dorst verklaarde uit het feit, dat hij lege flessen nodig had om er zijn miniatuurscheepjes in te frommelen. Op het einde van zijn leven maakte hij nog een kruis in een enorme fles, die hij een ereplaatsje op zijn graf had toebedacht. Maar dat vonden de beheerders van het plaatselijke kerkhof toch even ie gortig. Het kruis staat dus nu in een zijkamer van het schemerige mini-museum, waar een moederlijke suppoost de gasten rondleidt Dan leeft er in het dorp ook nog een stokoude zonderling, die zijn huis heeft volgestort met de meest wonderlijke verzameling van dit ondermaanse. Een belevenis, als je er even in kan ronddwa len, maar de ellende is alleen, dat de man het stelselmatig vertikt om zijn deur open te doen. Ei) dan heeft Aeroskobing ook nog een strand. Maar laat u daarover door de plaatselijke VW niets wijs maken. Dat stelt werkelijk niks voor. Van de 500 eilanden die Denemarken telt zijn er slechts 100 bewoond. De rest ligt er sinds mensenheugenis maagdelijk en onberoerd bij. U kunt daar echter verandering in brengen, als u het ferme besluit neemt één van die onbewoonde eilanden voor de zuidkust van het eiland Funen te huren. Uw avontuur begint dan in Svendborg, vanwaar u per boot naar uw eigen droomeiland wordt gebracht Proviand voor tenminste zeven dagen gaat gelijk mee, want u wordt na aankomst aan uw lot overgelaten. U moet ook zorgen voor een onderkomen: tentje meenemen is derhalve een eerste vereiste. Mocht u in moeilijkheden komen dan kunt u de stormbal hijsen en als de eigenaar van het eiland op dat moment toevallig zijn kijkertje op u gericht houdt kunt u erop rekenen, dat u een paar uur later uit de zorgen bent. Zo niet, dan is het improviseren geblazen. De eilanden zijn niet groot: variërend van een paar honderd meter in het vierkant tot een krappe vierkante kilometer. U zult dus een ijzersterk humeur moeten hebben om het al die tijd stralend te kunnen uitzingen. Nederlanders, die de proef op de som hebben genomen kwamen overigens zonder uitzondering wild enthousiast terug en spraken van „de vakantie van hun leven". Het hoeft dus niet per see op een zenuwcrisis uit te draaien. Als u er voor voelt: voor een paar honderd gulden kunt u al een week Robinson Crusoe spelen. GROSSIER IN LANDELIJKE STILTE Oppervlakig bezien heeft Denemarken in derdaad iets weg van Nederland. Dezelfde moddervette weilanden met daarin dezelf de trage runderen, dezelfde nette boerde rijen als eerste herkenningspunten voor de reiziger op weg naar Kopenhagen. Het landschap is weinig indrukwekkend, hoog uit geruststellend. Het is net als bij moeder thuis, denk je, terwijl je een opkomend gevoel van teleurstelling krachtig onder drukt. Je staart uit het raam van de schok schouderende slaapwagen naar de vage, verre horizon, telt de huizen, deelt ze door de kerktorens en stelt vast, dat het net Stompwijk is op een regenachtige zondag middag. Weinig mensen, vee! koeien. Een samenleving tot overzichtelijke proporties teruggebracht. Het is de landelijke schijn, die op dat moment het oog van de reiziger bedriegt, want in feite heeft de Schepper voor de Denen uit een geheel ander vaatje getapt dan voor de jongens en de meisjes van Jan de Witt. Allereerst is Hij bij onze verre Huzaren van Boreel, dat net een tangbewe ging instudeert. Een ander verschil is, dat de zee in Dene marken een belangrijkere rol speelt dan in Nederland. Waar je ook rijdt, overal stoot je op een grijze waterbarrière in het rijk der vijfhonderd eilanden. Het gevolg is, dat je op je zwerftocht door het oudste koninkrijk van Europa voortdurend de volle pont betaalt: kleine hakkepuffen met een nonchalante kapitein aan het grote wiel, stoombootjes in de mist, maar ook moderne schepen, die complete treinstel len, lijnbussen en wagenparken opslokken. Dat voortdurend wachten op de pont tem pert de haastige spoed van de reiziger en geeft hem de zekerheid, dat tijd geen rol speelt in zijn planning. Of hij wil of niet, hij zal zich moeten onderwerpen aan de zee, die zijn gangen controleert en hem op de gekste ogenblikken tot berusting dwingt. Misschien is dat de reden, waarom Dene marken speciaal in trek is bij de contem platieve toeristen, die rust prefereren bo ven het rumoer van het massatoerisme. Met uitzondering van Kopenhagen, dat wel degelijk in staat is om je de gemotoriseer de stuipen op het lijf te jagen, vind je in Denemarken nog de speelruimte voor je dromen. In het heuvelland van Jutland, in de moestuin van Funen of in het grillig gesneden Seeland kun je royaal uit de voeten en je zenuwen inruilen voor de pasmunt van de stilte. Alleen daarom zou je Denemarken eens een keer bovenaan je vakantielijst moeten zetten. Later kun je dan altijd nog in Spanje op de blaren zitten. - Noorder-buren wat zuiniger omgesprongen met de hoofden der bevolking, waardoor je nergens het gevoel krijgt, dat je te veel bent. De ruimte is hier nog een dimensie die meetelt, die niet is opgeofferd aan de welvaart. Het benauwende spookbeeld van steden die als lavastromen in elkaar over vloeien, van fabrieken die hele volksstam men een zware pijp laten roken, ontbreekt in Denemarken. Je kunt ook nog in een bos het gaspedaal van de auto intrappen zonder het risico te lopen, dat je na vier minuten een industriewijk binnenstormt Ook dat is een hele opluchting, die in ons eigen land niet meer voorhanden is. Daar loop je zelfs op de Veluwe nog het risico, dat je bij het pinda's pellen met plaid, thermosfles en fiets met trommelremmen wordt verpletterd door het tweede bataljon DE BESTE WEGEN OVER DE ALPEN EN DE SNELWEGEN IN NOORDITALIE Innsbruck Landeck IMihersill' Felberlau L MaLrgi JZWITSERL LGoNhard /TReichenau .Frutigen^ IransporF 'Wl Stmploi ^IJSLBernhjn .Spittal OOSTENRIJK ^yillach Klagenfuit Genéve Merarur Bolzani /•Bejhnzona 'Goede alher-j MLBIartchjn Udme'j ViNoric Treviso Verona '.Venehe Mantua Torïona FRANKRIJK ADRIATI.SCHE' ZEE MIDDELLANDSE ZEE 1 (Firenze) Ook voor caravans goed te berijden hoofdverbindingswegen Autosnelwegen in Italië Ancona^l Livorno Rome,Napels Reggio Baril Het Vakantie-Kaarten-huis, dat Weg Wezen dit jaar voor zijn vaste afnemers bouwt (uitknip pen en zorgvuldig bij uw toeristische paperas sen bewaren svp) nadert zijn voltooiing. Van daag bieden wij u de onmisbare plattegrond aan voor een snelle comfortabele reis naar een zonnige stek in Italië. Dit land, waar het massa-toerisme al vijftien jaar geleden ge meengoed was (Spanje had zijn kusten toen nog niet volgestort met betonnen silo's en Griekenland lag nog te ver) is na een enorme inzinking in het begin der zeventiger jaren weer glorieus terug van weggeweest. De bad plaatsen aan de Adriatische Zee (het aloude Rimini, Riccione, Cattolica en al die andere zandbakken in de chaotische laars) zijn weer danig in trek en ook het schitterende binnen land met eeuwenoude kunststeden is momen teel een gewild vakantie-doel. De pijn is al leen, dat je als Nederlander eerst een handvol angstaanjagende bergen moet verzetten om dat geinige hotelletje, de bungalow of de camping in Italië te bereiken. Datzelfde geldt trouwens al evenzeer voor reizigers, die Joe goslavië op hun vakantieverlanglijst voor 1977 hebben gezet. Ook zij moeten rekening hou den met geduchte piekuren tijdens hun kruip- door-sluip-door tocht naar handwarme verten. (Joegoslavië lijkt dit jaar overigens de rol van winkeldochter te spelen. De belangstelling voor deze rose oase is tot het nulpunt gedaald. Vermoedelijke oorzaak: de scherp gestegen prijzen en het nog steeds gebrekkige dienstbe toon. Dit terzijde). Om u in elk geval goed voorbereid op weg te helpen hierbij een kaart met de beste wegen over de Alpen in Zwitserland en Oos tenrijk plus een overzicht van de comfortabe le en puik uitgeruste snelwegen in het overbe volkte industrie-centrum in Noord-Italië. Bornholm, de grote, toeristi sche troef van Denemarken, ligt in de onmetelijke Oostzee als een puist, die op doorbre ken staat. Vanuit de lucht lijkt het eiland sprekend op Texel, op Terschelling. Dezelf de rafelige kuststrook, dezelf de kleine, vegeterende dorpen in een groen, groen knollen land, dat het harde regime van Godvrezende boeren ver raadt. Het vliegveld heeft zich daar haastig bij aangepast: het stationsgebouw lijkt op het clubgebouw van een wel varende padvindersclub en de blozende ambtenaar heeft kennelijk de grootste moeite zijn stiel serieus te nemen.i De reiziger, die met de stam pende veerboot uit Kopenha gen aankomt (in een benauw de hut, waar men voortdurend gevaar loopt in de verkeerde broek te stappen), ziet eerst een rij huizen in fletse water- verfkleuren geschilderd. Daar vóór het haventje van Ronne, de hoofdstad van het eiland, die de bange vermoedens vol ledig honoreert: Ronne stelt inderdaad weinig voor. Een kerk met een roestend hek ervoor, zes nauwe straten, waar de in vuurrood uitge monsterde postbode als een spreekstalmeester ronddwaalt en de goedboerende potten bakker Anderson, die de toe risten maar al te graag tussen zijn kunstzinnige kleiduiven laat schieten. En daarmee heb je het, wat Ronne betreft, wel gehad. Je rijdt verder langs de kust. Een dun dennenbos, dat zijn tol aan het massatoerisme al dubbel en dwars betaald heeft en geen houten poot meer aan de grond krijgt. Overal zomer huisjes, pensions, hotels, waar nerveus gemetseld wordt aan een nog stralender toekomst De weg is smal, kronkelt om laag naar de zee, die de duinen met oerkracht beukt. Daarboven, in Gudhjem ligt één van de attracties van het eiland. Een visrokerij met zwart geblakerde hellekroch ten en de zilte, opwekkende geur van mannen, die in jaren niet uit de kleren zijn geweest De eigenaar kan zijn gasten alleen een dooie bokking laten zien, want de vissers zijn nachtwerkers, die de buit al binnen hebben, als de vakan tieganger nog op één oor ligt Willen de heren misschien een bokkinkje? Hij serveert ze in een glimmend stuk papier en kijkt glimlachend toe, als het groepje bezoekers, in queue voor het wrakke fonteintje, de lucht van de vingers probeert te wassen. Tevergeefs: nog da gen daarna zal men in de ho tels verbijsterd snuiven, als wij langskomen. De grootste troefkaart, die Bornholm uitspeelt is overi gens de rust. Het eiland is krap 600 vierkante kilometer groot en men zou dus mogen verwachten, dat de honderd duizenden toeristen die elk jaar het eiland bespringen één grote openlucht-kermis ma ken. In feite echter verdwijnen ze onmiddellijk na aankomst in het groene niets. Ze sluiten zich op in hun tent, houden zich schuil in schemerige ge lagkamers en camoufleren zich in hun eigen duinpan met de beschikbare brem. Het gevolg is, dat iedereen zich op dit miniatuureiland een Robinson Crusoe waant, die alleen rekening behoeft te houden met de vleesloze Vrij dag. Er komt nog wat bij: statistici hebben achterhaald, dat de zon boven Bornholm een aan zienlijk gullere hand van schij nen heeft dan boven de rest van Denemarken. Dat scheelt al gauw een 25 procent en zo'n opwarmertje is meegenomen in een deel van Europa, waar een zonnesteek tot de gecano niseerde wonderen wordt ge rekend. De avontuurlijke reiziger, die bergen wil verzetten, „joeghei" wil roepen op de brokkelige kantelen van een middeleeuw se bouwval of een wandeltocht van negen dagen wenst te ma ken moet beslist niet naar Bornholm gaan, want de at tractie van het eiland is juist het ontbreken van de traditio nele uitjes naar plaatselijke echo-putten en burchten, waar jonkvrouwen jarenlang in de torenkamer gevangen werden gehouden. Een hele geruststel ling, dat kunnen wij u verzeke ren. Die handvol ronde, witte kerken op het eiland (uniek in de wereld, dat weer wel) heb je gauw bekeken en voor de ruïne van de burcht Hammers- hus hoef je niet eens een om weg te maken. Je komt op Bornholm immers niet voor de actieve recreatie, maar om te rieleksen op een molshoop, die nog niet verpest is door de sulferdampen van de wel vaart Gewoon een fijn eiland dus. Een oase met doodbedaarde Denen, die Gods water over hun akkers laten siepelen. Een rustoord voor overspannen stedelingen, die met de kippen op stok gaan en zich 's mor gens op hun eigen strandje laten wiegen door golven van welbehagen. De perfectionist die zich toch nog ergert aan het handjevol fabriekspijpen op Bornholm kan zich per boot laten overzetten naar de mini-eilanden Christiano en Frederikso, twee broddellap pen van enkele honderden me ters in het vierkant, die zicht baar door de tijd over het hoofd zijn gezien. Er wonen 200 mensen, die zich wonder wel behelpen zonder auto, tele visie, fabrieken en jukeboxen. Reken erop, dat zoiets balsem is op de kloppende slaap van een randstadbewoner. De overtocht van Kopenhagen naar Ronne duurt zeven uur en in het hoogseizoen varen er twee boten per dag. U kunt ook vanuit Lilbeck het eiland enteren met behulp van één der schepen van Finnlines. U slaat dan twee vliegen in één klap: u krijgt een mini-cruise van- bijna elf uur plus een verblijf op Bornholm. Prima vakantie-ideetje. GLIMLACH VAN EUROPA PARIJS VAN HET NOORDEN Kopenhagen, in de folders omschreven als „de glimlach van Europa" (toe maar) en „Het Parijs van het Noorden (alsof ze nooit gehoord hebben van Amsterdam) dankt zijn wereldfaam voor namelijk aan twee dingen: de bedrukte vleselij ke lusten der mensheid en het pretpark Tivoli in het hart van de stad. Beide zaken dragen een permanent karakter en voorzien in menige behoefte. Tivoli, dat aan 2250 Denen werk biedt heeft van alles. Naast de 20 restaurants, 18 orkesten, 86.000 gekleurde lampen en 140.000 bloemen zijn er een hypermoderne concertzaal, een pan- tomime-theater, een podium voor ballet en va riété, tientallen dancings en een gigantische kermis. Op die kermis rondlopend denk je steeds „wat mis ik hier?". En waarachtig, na een royaal gewetensonderzoek merk je, dat alle vermakelijkheden volledig geluidloos zijn. Geen ontstemde orgels dus, geen rauwe beatklanken en geen schorre luidsprekers. De rups 'kruipt doodstil met zijn bleke Deense last rond, de draaimolen tolt in volmaakte stilte en de witte houten paarden zijn met stomheid geslagen. Een krankzinnige ervaring. Zelfs de Achtbaan, die na elke rit een handvol gloednieuwe wrak ken oplevert, doet zijn sardonisch werk zonder één kik te geven. De gevolgen blijven dan ook niet uit: in Tivoli wordt zo goed als niet gelachen. Men heeft er ook geen behoefte aan, want het bezoek aan deze stadstuin is een ritueel, dat geen scherts verdraagt Een avondje Tivoli is voor de Deen even normaal als zijn wekelijkse badbeurt. Je vindt er misschien al jaren geen bal meer aan, maar je durft je er niet aan te onttrekken. De avonden van zaterdag, zonüag en woensdag zijn de absolute toppers van Tivoli. Dan wordt er een kwartier voor sluitingstijd (twaalf uur 's nachts, je kunt er je horloge op gelijk zetten) een enorm vuurwerk afgestoken. Gelijk is dan de binnenstad van Kopenhagen vergeven van de vuurpijlen, donderbussen, en gillende keu kenmeiden. De dwarskop, die toch wil lachen, moet niet meer naar Tivoli gaan, maar naar Bakken, het tweede vermaakscentrum van Kopenhagen, dat inderdaad zijn naam „pretpark" alle eer aan doet. Het is per auto bereikbaar via de strand weg tot Klampenborg Dyrehaven. Er rijden ook om de twintig minuten S-treinen van verschil lende stations. Hier vindt men de onversneden vreugde, de bierlokalen vol dronken Denen, de danstenten, waar rond sluitingstijd enorme ver broederingsfeesten in schuimend bier gedrenkt worden. U hebt het waarschijnlijk al begrepen: als u ons in de zomer van 1977 zoekt kunt u^ons in Bakken vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 19