ÉVieuwe mrainingsaanpak Nederlandse atleten RUDI KOOPMANS ERKENNING Pierre Karsmakers even terug van weggeweest Noteer bij de radio PORT Samenwerking met clubtrainers zeker gewenst DEN HAAG De vaderlandse atletiekwereld Is, ditmaal op bestuurs-technisch terrein, weer eens behoorlijk in beroering gebracht. Onlangs nog liet de voltallige technische commissie van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie weten zich vast en zeker niet met een nogal ingrijpend besluit van het eigen KNAU-hoofd- bestuur inzake de benoeming van enkele zoge naamde „vakgroeptrainers" te kunnen en/of ivillen verenigen. Alle leden van de technische commissie pakten dan ook prompt hun koffers en zwaaiden af. Het struikelpunt-in-kwestie betreft het aanstellen van een vijftal ongetwij feld vakbekwame lieden die officieel met in gang van 1 september aanstaande een belang- ijk nieuw aspect aan de hele trainingsaanpak van de Nederlandse atleten zullen moeten gaan toevoegen. Eigenlijk kan men zelfs wel spreken van een min of meer revolutionair project, waardoor een complete kentering van het thans gevoerde bestuursbeleid niet uit kan blijven. Tot nu toe hadden onze atletiek-vertegenwoor- digers op internationaal niveau weinig in te brengen. En daar tracht men nu op deze ma nier iets in positieve zin aan te gaan verande ren. Al met al een rigoureuze ommezwaai. In het verleden werden de nationale atletiektop- pers tijdens centrale bondstrainingen op hun vaarde beoordeeld. Uitermate gespannen tafe len waren het gevolg. Mede daardoor werden de beoogde resultaten in het merendeel der revallen bij lange na niet bereikt. >e nieuwe opzet is echter niet zo simpel. De talentvolle atleten blijven straks gewoon rustig trainen bij hun eigen vertrouwde vereniging in hun eigen vertrouwde omgeving. Om daarnaast toch tot een doelgericht beleid voor de aanwezi ge mogelijkheden te komen, is nauwe sarrih- werking met de verschillende clubtra.iners ge- venst. En daar ligt nu de voornaamste taak 'an de vijf vakgroeptrainers. Toine van de Goolberg is één van de uitverko renen. De 27-jarige student aan de academie voor lichamelijke opvoeding in Den Haag gaat de sprinters in het oog houden. Hij ziet de toekomst zonnig in: „Zeker zullen er in het begin nog van links en rechts weerstanden op dit plan af komen. Maar de opzet zit in ieder geval erg stevig in elkaar. We verschijnen goed voorbereid ten tonele. Het moet te doen zijn, al kun je dat natuurlijk nooit voor de volle honderd procent zeker zeggen wanneer je nog geen enkele praktijkervaring met deze opzet 'iebt. De ene clubtrainer zal gemakkelijker medewerken dan de ander. Maar daar vinden we wel wat op. Is het niet door te praten, dan is het wel door middel van demonstratie-trai ningen". De verschillende clubtrainers hebben in dit :val aanvankelijk de eerste aandacht van de ,vakgroeptrainers onder leiding van coördinator Anton Huiskes. Behalve de reeds genoemde Toine van de Goolberg komen verder als vak groeptrainers in de ring: Sjef Swinkels (werp- nummers), Hans Keijzer (midden- en lange afstandnummers) en Piet van Gerven en Servee Wijsen die gezamenlijk de springnummers aan zullen gaan pakken. Een paar atletiekonderde- len zijn momenteel nog niet gedekt. Maar ook daar komt een oplossing voor uit de bus", aldus Toine van de Goolberg in zijn flat aan de Meppelweg in Den Haag. Via de clubtrainers moet men dan geleidelijk aan door zien te stoten naar de werkelijke talenten. „Nederland barst werkelijk van het talent, maar dat zit ongetwijfeld niet enkel en alleen bij de atletiek. Het echte talent selecteert zichzelf. Die trainen zes of zeven keer in de week om de prestaties op de vijzelen. Iemand die slechts een keer per week aandacht aan zijn sport besteedt, redt het nooit en te nimmer in de wedstrijdsector". Toine van de Goolberg kan er zeker over meepraten. Hij boekte zelf verschillende ecla tante successen op de 400 meter. Hoogtepunt vormde het verbeteren van het nationaal record op deze afstand tijdens de Europese kampioen schappen in Rome in 1974 Maar de grote doorbraak van Toine van de Goolberg had eigenlijk op de 800 meter moeten komen. Het heeft nooit zo mogen zijn. En dat zal beslist ook niet meer gebeuren, want inmiddels heeft hij zijn actieve loopbaan als afgesloten be schouwd. Het hoe en waarom van deze stap legt hij zelf nader uit: „Het atleet-zijn en het trainer-zijn valt mijns inziens niet te combineren. Want ik wil mezelf absoluut niet voorbij gaan hol len. Als ik ergens voor leef, dan wil ik daar ook alles voor opzij zetten. En dat is nu het trainersvak. Natuurlijk blijf ik voor m'n eigen gezondheid wel zo nu en dan wat hardlopen, maar de uitdaging van het trainersvak boeit mij toch enorm". De slechte ervaringen met de centrale bond strainingen heeft Toine van de Goolberg meer dere malen aan den lijve ondervonden. „Zelf ben ik er eerlijk gezegd nooit zo gelukkig mee geweest En ongetwijfeld velen met mij. De meeste atleten kwamen puur voor de gezellige, onderlinge sfeer richting Papendal. Tijdens de trainingen en tijdens de wedstrijdjes liep je elkaar voortdurend op te jagen. Nee, op deze wijze waren we duidelijk op de verkeerde weg. Ik ken zelf een jongen die er helemaal onder door is gegaan. Louis Fransen, een geweldig 400 meter-talent die wellicht de absolute we reldtop had kunnen bereiken. Maar inmiddels is hij met de wedstrijdsport gestopt. Veel te jong". De Nederlandse atletiek staat zonder enige twijfel een periode van spanningen te wachten. Binnen twee jaar hoopt men de eerste vruchten van de vernieuwde trainingsaanpak te kunnen plukken. Vervolgens wordt het oog gericht op de Olympische Spelen te Moskou in 1980. En' dan nog vier jaar verder. Als het aan Toine van de Goolberg en zijn aanstaande collega's ligt, krijgt deze tak van sport binnenkort in ons land wat meer in de melk te brokkelen. Maar dan moeten er uiteraard niet zoveel problemen geschapen worden. „Diverse leden van de technische commissie twijfelden aan onder meer mijn vakbekwaam heid op dit gebied. In de loop der jaren heb ik echter genoeg ervaring opgedaan: zowel in de praktijk, als door lectuur als door zelfstu die. Over en weer werd onlangs gesproken over vriendjespolitiek, maar dat is zeker niet het geval geweest", besluit Toine van de Gool berg. DICK KIERS HENGELO Pierre Karsmakers, de Nederlandse coureur die jaren achter een in de diverse motorcross-competi ties op het Amerikaanse continent een aantrekkelijk prijzengeld bijeen reed, doet dit jaar voor het eerst sedert zijn vertrek naar de VS een serieuze gooi naar de wereldtitel in de klasse 500-cc. Seizoenen lang hechtte Karsmakers de meeste waarde aan een goede salarië ring van de staaltjes crosskunst die hij de toeschouwers voorschotelt en liet de vinnige coureur zijn sportieve ambities voorlopig op een tamelijk laag pitje sudderen. De sponsor die Karsmakers het vetste contract te bieden had, bleek vooral geïnteresseerd in de Amerikaan se markt en dat had als consequentie dat de crosser van Nederlandse origine de Verenigde Staten als werkterrein moest kiezen. Financieel hoefde Karsmakers zich na het sluiten van het contract geen zorgen meer te maken, maar voor de sport waaraan hij in zijn jeugd verslingerd raakte had het vertrek naar het land aan de overzijde van de Atlantische Oceaan toch een minder plezierig ge volg. De wedstrijden, tellend voor het wereldkampioenschap, worden name lijk vrijwel allemaal in Europa verreden zodat Karsmakers voorlopig maar uit zijn hoofd moest bannen een rol van betekenis te kunnen spelen in de strijd om de wereldtitel. „Vooral op aandringen van de spon sor", verzekert Pierre Karsmakers, „ben ik gaan rijden in de Verenigde Staten. Voor de sponsor was het aan trekkelijker reclame te maken in Ame rika dan als geldschieter op te treden van een coureur die rijdt in Europa. Dit jaar heb ik echter de sport voorop gesteld. Ik ben nu al dertig jaar en wil ik ooit nog eens wereldkampioen wor den, dan moet ik zeker opschieten. Te genover de sponsor heb ik wat eisen laten vallen om aan de Grand Prix-wed- strijden te kunnen deelnemen. Finan cieel gezien is het voor mij minder aantrekkelijk het seizoen te richten op de strijd om de wereldtitel. Maar ach, geld is toch ook niet alles. In het nieuwe contract is opgenomen dat ik de komen de twee jaar uit zal komen in alle Grand Prix-races". Pierre Karsmakers, die enkele maanden geleden in Daytona Beach werd gehul digd als motorcrossman van de Ver enigde Staten 1977, maakte in de eerste Grand Prix van dit seizoen al direct duidelijk dat de gevestigde orde terdege rekening zal moeten gaan houden met hem. In het Oostenrijkse Sittendorf greep de rijder, die met een Amerikaan se licentie aan de start verschijnt, in de eerste manche een fraaie tweede plaats achter regerend wereldkampioen Roger de Coster maar vóór mannen als Heikki Mikkola, Graham Noyce en Gerrit Wol- sink. In de tweede manche moest Kar smakers zich overigens tevreden stellen met een bescheiden plaatsje in de mid denmoot. In verband met mankementen aan de schokbrekers kwam Pierre Karsmakers er in de eerste manche van de race in het Gelderse Hengelo andermaal nau welijks aan te pas. In de tweede man che toonde hij evenwel opnieuw aan, wel degelijk bij de snelsten van het veld te kunnen behoren. In de tweede wedstrijd om de wereldti tel, de Grand Prix in het Drentse Norg, kon Pierre Karsmakers daarentegen nauwelijks overtuigen. Terugblikkend op een periode waarin nog geen man als Wolsink aan het Nederlandse firma ment was verschenen, zegt Karsmakers nu: „Sinds mijn vertrek uit Nederland zijn veel zaken in de cross-sport ingrij pend veranderd. Er is een hele garde jonge en zeer talentvolle coureurs geko men. Denk bijvoorbeeld maar aan Ger rit Wolsink, Peter Herlings of Graham Noyce". „Daarnaast zijn op het organi satorische vlak veel verbeteringen aan gebracht. Zo zijn de verdiensten sterk gestegen. Logisch ook, alles is in die paar jaar erg veel duurder geworden. Wat mij ook opvalt is dat de media meer waardering voor het crossen heb ben gekregen. De televisie en ook de kranten spenderen tegenwoordig regel matig tijd aan crosswedstrijden". Vooralsnog weigert Gerrit Wolsink trouwens te geloven dat Pierre Kar smakers zich zal mengen in de strijd om de topplaatsen bij het wereldkam pioenschap. Wolsink: „Die jongen rijdt veel te wild. Nee, de rijders die vorig jaar een toonaangevende rol speelden in de Grand Prix-wedstrijden zullen ook nu wel weer de dienst onderling uitmaken". LEEUWARDEN Sinds 28 februari, toen hij met een zege op de Engelsman Bunny Ster ling de weg opende naar de strijd om de Europese titel is de 29-jarige Leeuwardenaar Rudi Koopmans hard gaan werken. Mohammed Ali's bluf „is de Fries vreemd. „Je zult van mij geen uitspraken horen dat ik Europees kampioen ga worden. Wel dat het gevecht binnenkort (8 juni) tegen Alan Minter erg belangrijk is. Twee jaar terug had ik al voor de Europese titel moeten boksen. Die Minter mag dan kampioen heten, ik had het moeten zijn. Maar de Nederlandse Boks Bond heeft er niets positiefs aan gedaan en ook de West- duitse invloed in de E.B.U. was te gering op dat moment." Volgende maand mag Rudi Koopmans toch de ring in. In de Rotterdamse Ahoy-hal gaat de Nederlander op een West- duitse licentie het gevecht om de Europese middengewicht-ti tel aan. Westduits op papier, maar Rudi Koopmans voelt zich door en door Nederlan der. „Maar een Nederlandse licen tie, daar heb ik geen bestek bij. Hier wordt niets gedaan aan de professionals. Hier ku- ne je alleen maar onkosten maken. Ik heb de professione le bokssport in Nederland weer omhoog gebracht. Sinds ik weer in Nederland boks ben ik hoofdpartij geworden en een beetje het trekpaard van de Nederlandse boks sport." In het gesprek met Rudi Koop mans klinkt onmiskenbaar te leurstelling en aversie tegen iedereen die in Nederland met de bokssport heeft te maken. Dat schoot wortel rond het 23e jaar van de Leeuwardenaar. Omdat hij zonder toestem ming van de NBB in West- Duitsland bokste, liep hij te gen een schorsing op. „Ik wist daar helemaal niet van of daarvoor toestemming nodig was. Ik had in Nederland hele maal geen tegenstand meer en ging toen de grens over." Bij na 25 jaar was Koopmans toen hij op een Westduitse licentie als profbokser de ring instap te. „Maar om prof te worden was nooit mijn bedoeling", al dus Rudi Koopmans die op dat moment als taxichauffeur werkzaam was in Amsterdam. Een stad waarmee hij veel sterkere banden kreeg toege schreven dan hem lief was. „Ik ben en blijf een Fries", aldus Rudi Koopmans, aan wiens doorzettingsvermogen die volhardende en stugge af komst duidelijk valt af te le zen. Toen Rudi Koopmans op elfja rige leeftijd naast voetballen bij „Frisia" begon met boksen, leek dat een vluchtige liefde. Twee jaar later verdrongen andere interesses de keuze van de bokssport, maar als vijf tienjarige kwam Rudie toch weer terug. Onder leiding van instructeur Van Gorkum be gon hij bij „Friesland" aan zijn opvallende carrière, die in eigen provincie en het hele Noorden toch wel respect af dwong. Ook bij de tegenstan ders, die hem niet konden af stoppen op weg naar zijn eer ste Noordelijk kampioenschap in Hoogezand. Het was precies op de dag dat hij zestien jaar werd en het betekende de eer ste van een zestal Noordelijke titels. Rudie Koopmans, van zijn ne gentiende tot 24e woonachtig in Amsterdam, nam en pas sant ook nog een vijftal Noordhollandse titels voor zijn rekening. In die Amsterdamse periode werd Rudi ook drie maal nationaal kampioen zwaarwelter en middenge wicht, terwijl hij tweemaal achter Willy Schagen eindigde. Maar tegen zijn 25e jaar zette Rudi een handtekening op een Westduitse proflicentie en be gon een nieuw avontuur. „In het beging bokste ik toen erg veel partijen. Mijn eerste ont moeting zal ik nooit vergeten. Het was in Keulen tegen de Italiaan Rafaël Masai. Het hele gevecht duurde tien secon den". Die kwieke omwenteling van kleinste wijier op het uur werk werd het begin van een steeds sneller draaiend rad van avontuur voor de Leeu waardenaar. Maar zijn inzet in alle totdusver gewonnen 24 partijen bleef dezelfde. Bege leider coach Wiekie Akkerman verwoordt dat zo: „Rudi wil optimaal funktioneren ui een minimale tijd. Als prof. loop je in korte partijen veel min der kans op blessure". Niettemin kwam Koopmans er in zijn partijen, waarvan hij er liefst 19 won door knock-outs, niet schadevrij af. „De over winningen op punten behaalde ik met één hand. Mijn rechter hand, die verbrijzeld is ge weest en waarin een nieuw bot is gezet, heeft twee jaar moei lijkheden opgeleverd. Ik heb ook héél veel rust moeten ne men. Door de hulp van dokter Igor Pakan heb ik er de laat ste partij gelukkig weinig last van gehad". Deze blessure is de enige geweest in zijn suc cesvolle loopbaan, waarin hij nu een achttal partijen in Ne derland heeft gebokst Maar de N.B.B. ziet Koopmans niet „De contacten zijn erg sum mier. Ze kennen mijn adres niet eens. Daarnaast worden mensen die met me omgaan ook besmet verklaard". Mis schien dat er na 8 juni toch wel een en ander verandert.. Vooral voor hem zelf. „Een Europese titel geeft veel meer mogelijkheden, ook al omdat ik voor het buitenland ook niet zo'n populair iemand ben. Die partij tegen Minte moet, daar kan men niet om heen. Maar uit zichzelf was dat nooit ge beurd. Nou komt hij voor zo'n veertigduizend gulden naar Rotterdam". „Ik heb Minter tweemaal in aktie gezien. Het is een erg aanvallende, rechtsvoorstaan- de jongen. Dat vraagt van mij wel de nodige aanpassing, want zo'n tegenstander is voor mij vreemd", aldus Rudi Koopmans over zijn toekom stige tegenstander. De 25-jari- ge Engelsman wil via Rudi Koopmans de weg effenen naar een ontmoeting met we reldkampioen Carlos Mozon uit Argentinië. Al weken is Rudi Koopmans bezig zich in te stellen op dat titelgevecht. Dat betekent elke morgen zo'n 35 40 minuten lopen en 's avonds zo'n ander half uur schaven aan zijn vorm, waarbij Jean Pierre Houbein, Jan Stoelwinder en Andries Akkerman, broer van coachende Wiekie, als spar ringpartners fungeren. Twee maal per week volgt hij tevens de conditietraining bij Cam- buur onder leiding van Nol de Ruiter. „Voor dat soort begeleiding en hulp ben ik naar Leeuwarden gekomen. In Amsterdam is al les veel te commercieel en moet er zwaar worden be taald. Daarnaast trekt Rudi nog zo'n drie weken naar Ber lijn om met zwaardere part ners te kunnen sparren. Eind mei moet de vorm er zijn, waarna een laatste week van voorbereiding plaatsvindt in hotel Mastbos te Breda. Het is de laatste rustpauze voor de bel voor de eerste ronde gaat. Rudi Koopmans, die veel Friese fans heeft, hoopt op een grote belangstel ling. Tenslotte is het al 25 jaar geleden dat voor het laatst een Nederlander (na Bep van Kla veren) een Europese titel be haalde. Daarnaast wil Rudi Koopmans ook in eigen land wel eens erkenning. Nu al weet Rudi Koopmans wat hij na 8 juni gaat doen. „Lekker veertien dagen vakantie ne men in Spanje" Eerste divisie SC Amersfoort—Fortuna SC Helmond Sport—Volendam Wageningen—Veendam Willem II—SC Cambuur Heerenveen—PEC Zwolle FC Groningen—Vitesse HeraclesSW MW—Excelsior FCVlaardingen—FC Dordrecht B, München-B.Mönchengladbach Eintr Braunschweig—RW. Essen Jong Nederland—Jong Italië Jong België—Jong Griekenland De wedstrijden aangeduid met een komen voor op het toto-formulier. V. LEIDSF. C OURANT PAGINA 11 MOTORCOUREUR VOOR GELD NAAR AMERIKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 11