Musica Antiqua in slotconcert DEZE WEEK IN LEIDSE BIOSCOPEN „Moord en doodslag" in de Lakenhal Tovenaarsduel hoogtepunt uit dertien jaar oude Disneyfilm Het debuut: eigentijds probleem op niveau gefilmd Meedogenloos bewind in Hollywood door Fitzgerald geromantiseerd EN VERDER Musica Antiqua is in 1969 in Amster dam opgericht, Maria Leonhardt is leid ster van de kerngroep. Het ensemble wil muziek uit de 17e en 18e eeuw zodanig vertolken dat de componist en zijn tijdgenoten deze werken met genoe gen of op zijn minst zonder verbazing zouden herkennen. Het orkest bespeelt oude instrumenten of instrumenten die qua vorm en stemming indentiek zijn aan die uit de barok. De toon van de strijkinstrumenten staat een halve on der die van de moderne zetting en is weliswaar lichter maar veel intenser en rijker van klank in het hoge register dan in de moderne orkestklank. Het ensemble heeft deelgenomen aan Hol land Festivals, het festival van Vlaande ren, de Berliner Bachtage en aan het Engelse Bach-festival en concerteert vaak met het Belgische koor Collegium Vocale. Toegangskaarten voor dit slotconcert, waarmee de stichting, evenals met vori ge concerten de muziekliefhebber in Leidschendam dicht bij huis een goed muzikaal programma wil brengen, zijn verkrijgbaar voor 7 gulden 50 op Dillen burgsingel 16, Prinses Annalaan 464, Julios Röntgenlaan 10 en aan de zaal. CJP- en Pas 65-houders betalen slechts 5 gulden. De Stichting Cultureel Con tact Leidschendam organiseert ook vol gende seizoen weer een serie concerten in de zaal van het Paus Johannes Cen trum in de wijk Prinsenhof in Leid schendam. Een gewapende student was in de zeventiende eeuw een alledaags beeld in Leiden. Het jongetje Wart bij tovenaar Meriijn LEIDEN - Stedelijk Museum De Lakenhal aan de Oude Singel in Leiden staat tot en met 10 juli in het teken van „Moord en Doodslag", een tentoonstelling over de gevallen van moord en doodslag in het Lei den van 1560 tot en met 1885. „Moord en Dood slag" is, ondanks het wat macabere onder werp, een erg leuke ex positie geworden. Aan de hand van een aantal aansprekelijke moord en doodslag-gevallen in de periode van 1560 tot 1885 is de ontwikkeling van de rechtspraak ge schetst. De rechtspraak wordt in die periode in Leiden beheerst door drie vierscharen (rechts colleges), een stedelijke, een Rijnlandse (buiten de stad in Rijnland) en een universitaire voor de studenten. Tussen de stedelijke en de universitaire vierschaar ontstonden wel eens conflicten omdat het laat ste rechtscollege aanzienlijk minder zwaar strafte, zodat studenten er heel wat makke lijker afkwamen dan de bur gers (klasse-justitie). De stu denten gedroegen zich in. die tijd irritant provocatief en zo ontstonden er vaak straatge vechten tussen burgers en stu denten. In één van de vitrines op de expositie is te zien wat ze gewoonlijk bij zich droegen: in de regel een ferme dolk en een degen of soortgelijk steek wapen. In het begin van $e bij de expositie behandelde periode was de straf voor een halsmis daad onherroepelijk de dood straf waarbij de verdachte eerst nog eens op de pijnbank werd gemarteld totdat hij schuld bekende. Om een voor beeld te stellen werden de li chamen opgehangen op het Leidse Galgeveld, waar ze door veel voorbijgangers ge zien konden worden. Op de expositie zijn ook een rad- braakkruis, een galg (met dub bele ladder voor beul en ter dood veroordeelde) en een schandpaal te zien. Een paar gevallen van Leide- naars die op een minder pret-; tige manier met deze tuigen in aanraking kwamen: een goudsmid en zijn vrouw, die halverwege de zestiende eeuw een aantal gif- en roofmoor den pleegden, en Jean Herry, die in een vlaag van verstands verbijstering vrouw, twee dochtertjes en de eerste de beste voorbijganger neermaai- de: radbraken en vervolgens ter lering ophangen; ontoere keningsvatbaar was er niet bij in die tijd. Ook zelfmoord werd niet op prijs gesteld. Een jonge weduwnaar die zichzelf en zijn zoontje van het leven beroofde in 1669 en een zelf moordenaar veertig jaar later werden postuum opgehangen op het Galgeveld. Aan de hand van geschriften uit die tijd kunnen de bezoekers van de expositie het verloop van de rechtspraak volgen. Gravures illustreren het geheel. Langzamerhand gaat men, naarmate de jaren vorderen, toch wat meer rekening hou den met verzachtende omstan digheden. De prosituée Abi- gael Boeschijn, die haar kind bij de geboorte direct in een emmer water liet zakken (niet om het zwemmen te leren) werd, omdat haar geestelijke vermogens niet al te hoog wer den aangeslagen, veroordeeld tot te pronkstelling, brandmer king en slechts 50 jaar gevan genisstraf Dat gebeurde in 1781. De eerste echte afbeeldingen van bestaan hebbende misda digers treden op bij de veroor deling van leden van de be ruchte bende „het Zwartjes- goed" (zo genoemd naar het duistere uiterlijk van deze moordzuchtige lieden). Teke ningen tonen de bendeleden in de gevangenis, voor hun be rechting in 1805, 1806. Het laatste doodvonnis in Lei den werd voltrokken in 1856, toen Adrianus Blom wegens moord op een boerenmeisjes (de enige getuige van zijn roof tocht in een boerderij) op het Pieterskerkhof werd opgehan gen. de afschaffing van de dood straf in 1870 kon de Leidse gifmengster Goeie Mie, die naar schatting 30 mensen met arsenicum vergiftigde om zo verzekeringsgelden van begra fenisfondsen op te strijken niet zwaarder gestraft worden dan met levenslang. Aan deze moordlustige, dame werd in dertijd heel wat aandacht be steed, getuige ook het beeld verhaal dat op de expositie te zien is waarin we Goeie Mie aan het werk zien tijdens de vergiftiging van een hele fami lie. Het leverde Goeie Mie een internationale reputatie op en de dood op 75-jarige leeftijd in de gevangenis van Gorinchem. Bij de expositie is 7,50 een zeer fraaie catalogus verkrijg baar, waarin alle gevallen en de achtergronden uitgebreid uit de doeken worden gedaan. Goeie Mie, de Leidse gifmengster LEIDSCHENDAM - Tot besluit van de serie „Concerten op de zondagavon den" concerteert zondagavond 22 mei om kwart over 8 bet ensemble Musica Antiqua" onder leiding van Ton Koop man in bet Paus Johannes Centrum in het Leidschendamse Prinsenhof. Het gezelschap van elf musici, waaronder strijkers, een fluitist en *n clavecinist, zal werken spelen van Joh. Seb. Bach, rijn tweede aoon Carl Philip Emanuel en van Telemann. Marina de Graaf als Carolien Laten we Tom Manders' „Peetmoeder" even bui ten beschouwing dan kunnen we constateren dat 1977 tot nog toe een goed nationaal filmjaar is geweest. Want na Re ne van Nie's „Een stille liefde" en Ate de Jong's met bescheiden budget gemaakte „Blindgan gers" blijkt ook Nouch- ka van Brakei's „Het debuut" een eigentijds probleem op niveau in beeld te brengen. Het gaat dit keer niet om gescheiden ouders of een stuklopende verhou ding maar over een veertienjarig meisje dat de veel oudere getrouw de vriend van haar va der het hoofd op bol weet te brengen met al le gevolgen van dien. Na een speelse inzet - we ken nen dat van Nouchka van Bra kel o.m. uit „Baby in de boom" - waarin de regisseuse ons de blonde Carolien laat zien als een giechelend, par mantig brutaaltje dat op haar jongensracefiets alle verkeers regels tart, begint het toch wel vrij magere verhaaltje pas als zij met haar moeder pa's oude vriend Hugo van Schiphol gaat halen. Carolien heeft meer belangstelling voor de bagagekarretjes dan voor de hele Hugo en aan het Chinese etentje op die dag verveelt zij STUDIO: Het debuut (18) met Gerard Cox en Marina de Graaf. Regie: Nouchka van Brakel. Tijdens het zoeken naar een woning voor Hugo wordt Car- olien's belangstelling aange wakkerd en zij begint de goe de veertiger achterna te lopen, die dan beslist niet ongevoelig voor die belangstelling blijkt te zijn. Tot zover hebben we het kun- nen volgen maar als zo'n keu rige aardige man als Gerard Cox aan een verhouding met het meisje van 14 begint moet hij toch in ieder geval weten dat hij met vuur speelt Nouchka van Brakel heeft zich met het boekje van Hester Albach in de hand helemaal in het meisje Carolien én haar problemen verdiept en van de man Hugo blijft niet meer over dan een ervaring om wij zer van te worden. Je ontkomt niet aan de indruk dat de rol van Hugo anders geschreven had moeten worden of door een ander gespeeld had moe ten worden. Daartegenover staat dan de Carolien van de overtuigende Manna de Graaf, die deze moeilijke rol speelt alsof zij nooit iets anders gedaan heeft dan voor de camera staan. Het is natuurlijk onze zaak niet, maar je vraagt je toch onwille keurig af of deze filmervaring niet psychische gevolgen voor het meisje zal hebben. Maar Nouchka van Brakel zal dit risico wel ingecalculeerd hebben toen zij met Marina in zee ging. Zij heeft als regisseu se zo helemaal vanuit het meisje gefilmd, dat de andere figuren op de achtergrond ra ken. Alleen de moeder van Kitty Courbouis, die aan het slot de zaak doorkrijgt, komt nog volledig uit de verf: de geheel door zijn huisartsen praktijk in beslag genomen vader van Dolf de Vries is in zijn onnozelheid goed gety peerd maar laat veel vragen open evenals Pleuni Touw als Hugo's echtgenote, waar je maar geen hoogte van kunt krijgen. Over Gerard Cox hebben we het al gehad. Hij is acceptabel genoeg in zijn eerste filmrol, maar het wil er gewoon bij ons niet in dat hij zich zo in de nesten werkt, dat hij een gebroken man is als het meisje een einde aan hun relatie maakt. Bij het zien van „Het debuut" komt de kreet „een typische vrouwenfilm" snel op je lip pen. Toch als je de film scène na scène ontleedt kom je tot de conclusie dat de rol van het. meisje dat van „kwajongen" in enkele weken een jonge vrouw wordt zoveel beter geschreven is dan de rest, dat het even wicht in dit generatieconflict een beetje zoek is en overhelt naar de kant van de school meisjes met Marina de Graaf als prima donna en Nouchka's dochtertje Sandrien als goede tweede. MILO Gerard Cox en Marina de Graaf, debuterend in Het debuut. LIDO III Meriijn, de tovenaar (al.). Uit 1963 daterende getekende hoofd film uit de Disney-studio's. Zodra er een schoolvakantie in richt kocnt brengen de Walt Disney-stndio's wel weer een film in roulatie. Ls bet geen nieuwe - pas met kerstmis zal bun jongste gete kende hoofdfilm over muizen in bet ge bouw van de Verenigde Naties gereed rijn - dan ligt er altijd nog wel een film op de plank, die al jaren geleden uit de roulatie werd genomen en nog volkomen onbekend is voor de jongste generatie Met de Paasdagen is dat de uit 1963 date rende verfilming van „The sword and the stone" van T. H. White, de geschiedenis van het jongetje Wart dat voorbestemd zou zijn om eens als koning Arthur de Engelse troon te bestijgen. Zoals in alle Disney-tekenfilms stelen de dierfiguren weer de show. De uil Archime des en het eekhoorn-meisje zijn veel amu santer dan de blunderende tovenaar Mer iijn, de deftige Sir Ector of de jongetjes Wart en Kay. Toch is juist een van de hoogtepunten het tovenaarsduel tussen de verstrooide Meriijn en de venijnige heks Mevrouw Mim Animatie van de bovenste plank, waarin de twee meesters in de toverkunst door voortdurend van gedaante te verwisselen elkaar de loef trachten af te steken. Meriijn wint tenslotte door zich in een bacil te veranderen en mevrouw Mim te besmetten. We kunnen ons voorstellen, dat het voor de allerkleinsten, die nog geen ondertitels kunnen lezen, gemakkelijk is dat de film in het Nederlands werd nagesynchroni seerd. Jammer is het wel voor de echte Disney-fans, want „The sword and stone" geregisseerd door Wolfgang Reitherman, die later ook „Jungle book", „The aristo- cats" en „Robin Hood" op zijn naam zou brengen, was juist de eerste film waarin men de getekende figuren ontwierp naar de stem op de geluidsband en niet zoals voorheen het getekende beeld pas nader hand van dialoog voorzag. Hoe zorgvuldig een nasynchronisatie dan ook geschiedt, men bereikt nooit het resul taat van het origineel. MILO LUXOR The last tycoon (14) met Robert de Niro en Jack Nicholson. Regie: Elia Kazan. F. Scott Fitzgerald's laatste, nooit geheel voltooide, roman „The last tycoon" weer spiegelt de frustraties die rich van deat auteur meester maakten toen hij als sce narioschrijver in de Hollywoodmolen van de jaren dertig terecht kwam. Zijn hoofd figuur, duidelijk geïnspireerd op Irving Thai berg, het wonderkind van Metro Goldwyn Mayer uit die jaren, mag dan weer een soort Gatsby-figunr zijn de man die alles heeft wat hij begeert, maar de vrouw van zijn dromen niet tot de zijne mag noemen - hij is meedogenloos als het om bet belang van de studio gaat Elia Kazan, die tenslotte het door Harold Pinter vernuftig geschreven scenario mocht verfilmen, maakt dat in de begin beelden meteen duidelijk. Monroe Stahr is het wonderkind wiens woord wet is en om de studio. Hij en hij alleen heeft het voor het zeggen welke regisseur eruit getrapt dient te worden, welke veranderingen er in het scenario moeten worden aange bracht om van succes verzekerd te zijn. Tevens fungeert hij als biechtvader voor sterren met moeilijkheden. Maar dan kruist de nogal onwezenlijke Kathleen Moore zijn pad, een meisje dat mets van de hele filmindustrie wil weten en dan is niet alleen Monroe Stahr flink in de war maar ook regisseur Elia Kazan, die na een zeer sterke inzet in het moeras der pastelkleurige romantiek belandt Hij wordt daar tegen het einde uitgered door niemand minder dan Jack Nicholson, die in nog geen kwartier een verrukkelijke dwarsliggerige vakbondsman op het dode zet, die Stahr de duimschroeven aanzet Scene uit „The last tycoon" door een bond van scenarioschrijvers te. willen oprichten, die een einde zal maken aan Stahr's empenum. „The last tycoon" is het sterkst als Pinter en Kazan zich op het filmwereldje uit de jaren dertig concentreren, het zwakst als Kathleen Moore alias de „ontdekking" In- grid Boulting de handeling komt ophou den. Maar zelfs in deze suikerzoete frag menten weet een acteur als Robert de Niro zich staande te houden al moet hij het aan het slot toch afleggen tegen Nicholson. Gedegen assistentie verder van Jeanne Mo- reau als een nukkige geïmporteerde Fran se filmster, Tony Curtis als een aftandse jeune-premier, van Robert Mitchum en Ray Mill and als studiofinanciers, die zich naar Stahr moeten schikken en van Do nald Pleasance als een auteur, die van het hele Hollywoodgebeuren niets begrijpt MILO LIDO 1; The Silver Streak Ex press (14). Beginnend als een vriendelijke comedie eindigt •het werkstuk van regisseur Arthur Miller als een rampen film, wanneer de sneltrein het station van Chicago in puin ramt Held Gene Wilder weet een trein vol moordenaars op deze wijze te elimineren. LIDO 11: Network (14) Meedo genloze uithaal naar het beleid van de Amerikaanse televisie. Met een prachtige rol van de overleden Peter Finch als nieuwslezer Howard Beale, postuum onderscheiden met een Oscar. Faye Dunaway als de keiharde zakenvrouw in de perfect geregisseerde film. TRIANON: In Tirol gaat de ontucht nooit verloren (18). Dijenkletsende jodel aars in het inmiddels bekende vette sexwerk. REX: Bruce Lee is de tijger (14) Karate-film van het be kende recept Voor de Lefheb ber.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 7