Eis vijftien jaar voor
gruwelijke 'Spui-moord'
Eén-procents-beleid
is nog veel te royaal
£eidóC©omcmt
PLEIDOOI VOOR BETER CONTACT BESTUUR-BURGER
Verdachte: Liever de doodstraf
"binnenland/buitenland
Politie en samenleving
STAATSSECRETARIS VAN ROOIJEN:
Politie van New York jaagt op
moordenaar bruinharige vrouwen
Aktie voor
reservaat
zeehonden in
Waddenzee
Benoeming Wim Polak
tot burgemeester A'dam
vanzelfsprekende zaak
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 30 APRIL 1977 PAGINA 7
Frans H in
cassatie
jtterdam De raadsman mr
Hermans van de 41-jarige
„jfdverpleger Frans H uit
lierkrade, die vorige week
woensdag door het gerechtshof
in den Bosch werd veroordeeld
de tot een gevangenisstraf van
nd achttien jaar, heeft voorlopige
as bassatie ingesteld tegen het ar
de rest.
he hoofdverpleger, die zich met
ichuldig acht aan moord op be-
aarde patiënten, heeft de wens
e kennen gegeven tot het uiter
ste toe door te vechten. Hij
ïoudt vol nimmer de injectie-
puit te hebben gehanteerd om
ie bejaarde patiënten van de
jueckerheidekliniek van het le
ren te beroven. Hij zou insuline
lebben toegediend om ze van
lijn en onrust te bevrijden.
Franse schoolklas
gast van
luitenlandse Zaken
)EN HAAG (ANP) Dertig
'ranse schoolkinderen zijn vol
lende week in Nederland de
jast van het ministerie van Bui-
ènlandse Zaken. De kinderen
lie op 2 mei arriveren, komen
lit Orry-la-Ville. Op het ere-
cerkhof daar worden de graven
van in de Tweede Wereldoorlog
omgekomen Nederlanders al ve
le jaren lang door leerlingen
Ivan de lagere school verzorgd.
Mevrouw Delmaar, moeder van
een in Orry-la-Ville begraven
'Nederlander maakte de Neder
landse ambassade in Parijs hie
rop attent en zo ontstond het
plan een schoolklas enkele da-
,gen naar Nederland te laten ko-
Van een onzer verslagge
vers
AMSTERDAM Voor
moord na kalm beraad
eiste gistermiddag de
Amsterdamse officier
van justitie Wolfs 15 jaar
cel en onvoorwaardelijke
tbr tegen de 23-jarige
Amsterdammer Ron M.
Deze zou vorig jaar okto
ber in een huisje aan het
Spui in Amsterdam een
21-jarig meisje om het le
ven hebben gebracht
door haar met een mes in
de keel te snijden, kort
nadat zijn broer Peter de
22-jarige vriend van het
meisje met een motorket
ting had doodgeslagen.
Peter moet zich binnen
kort als militair verant
woorden voor de krijgs
raad in Arnhem. Ron na
het aanhoren van de eis:
„Zo'n hoge straf geeft
geen zin. Ik wil niet ver
pleegd worden. Ik wil
nog liever de doodstraf".
De officier beschuldigde hem er
niet alleen van dat hij samen
met zijn broer schuldig is aan
de dood van de beide slachtof
fers, waarvan de namen overi
gens tijdens de urenlange recht
bankzitting niet eenmaal wer
den genoemd uit piëteit ten op
zichte van de nabestaanden.
Ron zou het meisje hebben om
gebracht omdat zij de enige ge
tuige was van de dood van haar
vriend. Uit een waslijst van ge
weldplegingen, inbraken en be
rovingen selecteerde mr. Wolfs
bovendien nog twee aanklach
ten: verdachte zou in juli 1976
een man op straat hebben be
roofd van 10.000 gulden na hem
zwaar te hebben mishandeld en
hij zou anderhalve maand later
een voetganger met een koevoet
op het hoofd hebben geslagen
teneinde zich meester te kunnen
maken van diens portemonnee
met een inhoud van 13 gulden.
Net zo koel als Ron het meisje
zou hebben vermoord deed hij
gisteren zijn relaas. De beide
broers hadden na het drinken
van talloze glazen bier besloten
„op zoek" te gaan naar geld. Zij
braken in bij een uitzendbureau
op het Spui, waar de buit een
paar honderd gulden bedroeg.
Onverwacht stuitten zij op een
deur die naar de twee bovenge-
legen etages leidde. Zij ver
moedden dat daar mensen
woonden, maar gingen toch
naar boven. In het slaapvertrek
troffen zij de jongen en het
meisje aan. Onder bedreiging
van een defecte revolver werd
het meisje gedwongen met Peter
mee te gaan naar beneden, waar
zij haar geld bewaarde. Ron
bleef bij de jongen in de slaap
kamer. Na een paar minuten
ging hij toch naar beneden en
vertelde zijn broer dat hij de
jongen bewusteloos had gesla
gen. Nadat de broers zich aan
het meisje hadden vergrepen,
pakte Peter zijn motorketting,
die hij als riem gebruikte, en
besteeg opnieuw de trap naar
boven. Ron M.: „Plotseling hoor
de ik een gil en het zwiepen van
de ketting. Het meisje naast me
sprong op en viel vlauw. Het
slaan duurde een paar minuten
en toen kwam Peter weer naar
beneden. Hij zei dat de jongen
helemaal niet bewusteloos was
geweest, maar dat hij nu waar
schijnlijk dood was. Ik ben de
trap op gerend en zag de jon
gen. Ik schrok en heb als in
trance zijn hartslag gevoeld. Ik
voelde niets en dacht direct aan
de gevolgen voor mijn broer. Ik
kan me nog herinneren dat ik
naar beneden ben gegaan en
een keukenmes heb bepakt. Wat
daarna is gebeurd weet ik niet
meer".
Verdediger De Vos vond dat er
ruimte is voor aanzienlijke twij
fels. Hij stelde dat Ron wellicht
de schuld voor de moord aan
vankelijk op zich had genomen
omdat zijn broer eenmaal zou
zijn veroordeeld voor een mis
handeling die hijzelf had ge
pleegd".
De rechtbank doet op vrijdag 13
mei uitspraak.
IEDERE vorm van corruptie, waar die ook wordt geconsta
teerd, moet onderzocht en berecht worden. Voor het gezond
functioneren van de maatschappij is dat van wezenlijk
belang. Mocht er ooit sprake van zijn geweest, dat corruptie
in bepaalde kringen met de „mantel der liefde" wordt
bedekt, dan is dat de laatste tijd in Nederland zeker niet
het geval. Dit blijkt ook uit het feit, dat er een onderzoek
wordt ingesteld naar mogelijke corruptie binnen het Am
sterdamse politiekorps. De steeds duidelijker aanwijzingen
zijn ernstig genoeg om een diepgaand onderzoek te laten
uitmaken, wat er precies gaande is binnen dit korps.
Amsterdam is voor bestuurders en voor hen, die voor
de veiligheid van de burgers moeten zorgdragen, een lastige
stad. Velerlei vormen van agressie zijn er aan de orde van
de dag. Het gaat daarbij dikwijls om de macht van de
straat, van de wijk, van bepaalde vormen van maatschappe
lijk verkeer. Dat daarbij de politie een kwetsbare positie
inneemt, is buiten kijf. Zij wordt, om enkele bondsbestuur-
ders aan te halen (die hierover vandaag in deze krant zeer
zinnige opmerkingen maken), vaak voor de leeuwen ge
gooid. Maar bovendien staat zij, aldus bedoelde bondsbe-
stuurders, vaak al „met één been voor de strafrechter",
wanneer zij bepaalde middelen aangrijpt om de wet te
handhaven.
De politie bestaat immers uit mensen. Dit betekent, dat
een politieman fouten kan maken als iedere andere Neder
lander. Het betekent echter niet, dat dè Nederlandse politie
man fout is. Evenmin als iedere Nederlander fout is,
wanneer enkele Nederlanders wat dan ook uithalen. De
rechter zal moeten uitmaken wie schuldig is aan wat. Maar
dan nog is het de individuele politieman, die eventueel
schuldig wordt bevonden en niet het korps als geheel. In
deze zaak alles over één kam scheren, brengt risico's met
zich mee, die ook ernstige bedreiging vormen voor onze
rechtsorde.
de
dit (Van onze parlementaire redactie)
at- TILBURG Beperking van de groei van
de collectieve lasten (belastingen en pre
mies) tot één procent van het nationale
inkomen gaat volgens staatssecretaris drs.
M. J. van Rooijen van Financiën lang niet
\ver genoeg. Aan een verdere matiging valt
F volgens hem niet te ontkomen. Hij vindt
lelfs, dat een groeibeperking tot 0,7% zoals
het CDA voorstaat, niet ver genoeg gaat
Als deze percentages namelijk worden aan
gehouden, ook het laagste, slokt de over-
t heid te zijner tijd de hele groei van het
nationale inkomen op, zo betoogde hij gis-
termiddag in een rede voor de Tilburgse
Fiscalisten Vereniging.
■an De één-procents-norm door de heer Van
Rooijen reeds een hele stap genoemd, werd
nog maar kort geleden door het kabinet
ingevoerd. Ze betekende een aanzienlijke
I beperking van het uitgavenpatroon, dat de
regering aanvankelijk voor een reeks van
6. (jaren had ontwikkeld. Maar bij die één
(procent kan het volgens de staatssecretaris
niet blijven, want nu reeds legt de overheid
beslag op 80% van de groei van het nationale
inkomen via belastingen en premies. En al=>
de één-procentsnorm wordt gehanteerd, bij
een jaarlijkse groei van het nationale inko
men van 3,75% Van Rooijen vindt een
lager groeipercentage waarschijnlijker
dan pikt de overheid in het midden van de
jaren negentig al die groei in en is er voor
de particuliere sector niets meer over. Stelt
men de norm op 0,7%, dan treedt die situatie
enige jaren na de eeuwwisseling in. Vandaar
dat Van Rooijen een 0,7-norm slechts tot
1981 aanvaardbaar vindt en dat hij na dat
jaar verdere ombuiging onontkoombaar
vindt. De één-procents-norm betekent in
concrete, aldus Van Rooijen, dat er tot
1980 elk jaar twee miljard gulden meer
belasting moet worden geïncasseerd. Dat
zou weer betekenen, dat in die periode alle
tariefpercentages in de loon- en inkomsten
belasting met vijf punten moeten worden
verhoogd. Zou men de noodzakelijke hogere
belastingopbrengst via de btw willen realise
ren, dan moeten daar de tarieven met vier
procentpunten omhoog: van 4 naar 8 voor
het lage tarief en van 18 naar 22 voor het
algemene tarief. Denkbaar is ook een combi
natie van verhoging van de loon- en inkom
stenbelasting èn de btw. Maar hoe men het
ook doet, Van Rooijen vindt de belastingver
hoging zo'n probleem, dat hij reeds in de
komende kabinetsperiode naar de norm van
0,7% wiL
Ruime aandacht besteedde Van Rooijen ook
aan de vraag, hoevèr men kan gaan met het
telkens opnieuw opleggen van zwaardere
lasten aan de bevolking: Hoe lang wordt de
collectieve druk maatschappelijk aanvaard?
Nu reeds ziet men afwenteling van die druk:
Hogere prijzen, fraude, belastingontduiking,
belastingvlucht. De verdeling van het natio
naal inkomen tussen collectieve sector en
particuliere sector wordt nu dus reeds door
velen niet meer aanvaard. Het is volgens
Van Rooijen dan ook van groot belang, dat
voor degenen, die de collectieve lasten moe
ten opbrengen, het profijt van de collectieve
uitgaven herkenbaar wordt
NEW YORK (RW) - In New
York City is de jacht sinds ja
ren ontketend op een man die
zonsondergang vrouwen met
dónker haar vermoordt. Hij
zoekt zijn slachtoffers in de
rustige woonwijken van de
stad. De politie meent dat de
man die zij zoekt gestoord en
gevaarlijk is en vastbesloten
nog meer moorden toe te voe
gen aan de vijf die bij sinds juli
van het vorig jaar heeft ge
pleegd.
De moordenaar, wiens leeftijd
wordt geschat op tussen ae
twintig en dertig jaar, sluipt
rond in de woonwijken van de
New Yorkse stadsgedeelten
Bronx en Queens.
Daar zijn plaatsen bij waar, tot
dat hij er opdook, niemand
bang hoefde te zijn, wanneer
het donker geworden was. Men
zat er na gedane arbeid voor
zijn woning het vallen van de
avond gade te slaan.
De moordenaar heeft het ge
munt op jonge brunettes die op
straat lopen of in auto's zitten
Vindt >hij een slachtoffer naar
zijn gading, dan vuurt hij zon
der omwegen een pistool van 44
kaliber af, een wapen dat niet
alleen de dood, maar ook gru
welijke verminking veroorzaakt.
De laatste moorden hadden vo
rige week plaats, toen de sluip
moordenaar een paartje dood
schoot dat op straatafstand van
het ouderlijk huis van het meis
je in een auto zat. De slachtof
fers waren Suriani,* Surinam,
een studente wier passie de zorg
voor zwerfkatten en klassieke
pianomuziek waren, en haar
vriend sinds drie jaar, Alexan
der Esau, chauffeur van beroep.
Valentina Suriani en Esau zaten
in de wagen van laatstgenoem
de. Beiden hadden lang bruin
haarde fysieke karakteris
tiek die de moordenaar volgens
de politie bij zijn slachtoffers
zoekt. Deze laatste slachtoffers
verschaften de politie haar eer
ste houvast: de moordenaar liet
een briefje achter. Wat erin
staat wordt niet gepubliceerd,
maar volgens de politie is de
tekst „onsamenhangend ge
klets".
Volgens twee misdaadverslagge
vers van de New York Daily
News bevat het briefje niette
min de duidelijke waarschu
wing van de moordenaar, dat
hij opnieuw zal toeslaan, maar
politiewoordvoerders hebben dit
om voor de hand liggende
redenen tegengesproken.
Psychiaters menen dat het
briefje een teken is dat de moor
denaar gegrepen wil worden.
Zij theoretiseren voorts dat tel
kens wanneer de man doodt, hij
verlichting zoekt voor zijn eigen
verkeerd afgelopen romance
met een bruinharige vrouw of
voor zijn sexuele frustratie.
Het dagblad „The News" heeft
de moordenaar opgeroepen
zichzelf bij de krant bekend te
maken als hij niet eigener bewe
ging naar de politie wil gaan.
Dit is gebeurd in het geval van
George Metesky, de „Mad Bom
ber" van New York City, die tot
aan zijn .aanhouding op het
einde van de jaren vijftig 37
ontploffingen had teweeg ge
bracht op openbare plaatsen,
waarbij 15 mensen verwondin
gen opliepen
Een stadskrant had er bij Me
tesky op aan gedrongen zich
bekend te maken en te zeggen
waarom hij zijn bommen plaat
ste. De man ging er op in en
de politie kwam door zijn brie
ven op het spoor.
Zolang de moordenaar zich niet
bloot geeft, speurt de New
Yorkse politie met ongekende
intensiteit naar hem. Zij heeft
ruim vijftig rechercheurs voor
de zaak vrijgemaakt. Sommigen
zoeken in de archieven van se
xuele misdadigers en anderen
zitten als lokvogels in niet als
politiewagens herkenbare auto':
die staan geparkeerd op plaat
sen in de stad waar de moorde
naar heeft toegeslagen. Weer an
deren zoeken naar getuigen, in
de hoop „vlees te kunnen geven
aan het geraamte" dat men al
van de man heeft.
Drie jonge vrouwen die door de
moordenaar zijn gewond, leven
intussen in angst en vreze. Een
hunner, een meisje van 17, durft
alleen nog in groot gezelschap
haar woning uit Een andere
waagt zich alleen buiten voor de
gang naar de ziekenhuizen waar
loopt als leerling-ver-
De derde vrouw kan
haar huis niet meer verlaten. De
kogel van de moordenaar ver
lamde haar onderlichaam voor
de rest van haar leven. Wat de
drie vrouwen zich over de moor
denaar herinneren is de „vreem
de uitdrukking inzijn ogen".
Zij zijn bang dat hij terugkomt
Langste bus
De Amerikaanse stad Richmond in
Indiana pretendeert dat het de
langste bus ter wereld aflevert Het
gevaarte weegt zo'n 11 ton én is
ruim 19 meter lang. Er is plaats
voor 121 zittende en voor 66 staan
de passagiers. Richmond zelf heeft
zo'n lintworm niet nodig: de bus
is dan ook bestemd om arbeiders
te vervoeren van en naar de olie
velden in Egypte.
HARLINGEN (ANP) De
werkgroep Zeehond van de Ver
eniging tot Behoud van de Wad
denzee wil, dat delen van de
oostelijke Waddenzee vóór me
dio volgend jaar tot zeehonden
reservaten verklaard worden.
Scheepvaart in deze gebieden
zou in elk geval verboden moe
ten zijn gedurende de werp- en
zoogtijd van zeehonden van half
juni tot half augustus. De rijk
spolitie te water zou daar mid
dels een doeltreffende surveil
lance op toe moeten zien, vindt
de werkgroep.
De werkgroep beschouwt het in
stellen van reservaten als een
van de maatregelen, die kunnen
voorkomen, dat de zeehonden
stand in de Waddenzee tegen de
tachtiger jaren is verdwenen.
Naar schatting van de werk
groep komen nu nog driehon
derd zeehonden voor in de Wad
denzee.
Om een en ander bij de over
heid te bewerkstelligen start de
werkgroep volgende week zater
dag de actie „De Zeehond terug
in de Waddenzee'. Een tweede
doel van de actie is bij de over
heid te pleiten voor een onder
zoek naar de herkomst van zwa
re metalen en andere gifstoffen
die schadelijk zijn voor de zee
hond, en stopzetting van de lo
zing hiervan.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Zonder enig politiek gehakke
tak, bijna als een vanzelfsprekendheid heeft
het kabinet Wim Polak, de 52-jarige staatsse
cretaris van binnenlandse zaken, benoemd tot
Amsterdams nieuwe burgemeester. Dat is wel
haast een uniek feit.
De benoeming van belangrijke politieke
ambtsdragers behoort in de vaderlandse poli
tiek tot een folklore waarbij de partijpolitiek
zich tot z'n smalst verengt. Eindeloosgetouw
trek, soms zelfs verdachtmakerijen en vriend
jespolitiek zijn doorgaans de ingrediënten van
de strijd die aan zo'n benoeming voorafgaat.
Men herinnere zich de stampij rond de benoe
ming van de socialist André van der Louw
tot burgemeester van Rotterdam.
De aanwijzing van Polak (de gekozen burge
meester lijkt weer verder af dan ooit) vormt
op die regel een opmerkelijke uitzondering. Dat
zegt veel over de man. Blijkbaar staat voor
vriend en vijand zijn bekwaamheid buiten twij
fel en is zijn persoon onomstreden. Wat de
bestuurlijke deskundigheid van Polak betreft,
valt er ook nauwelijks te klagen. Op alle zetels
die hij in zijn loopbaan heeft bezet, „deed hij
het goed", zoals dat in de politiek heet.
De politieke carrière van Polak verliep, op
rolletjes. In 1962, op 38-jarige leeftijd, deed hij
voor de Partij van de Arbeid zijn intrede in
de Amsterdamse gemeenteraad. Nog geen twee
jaar later werd hij fraktieleider om een jaar
later door te schuiven naar een wethouder-
spo.st. Hij hield zich in die functie bezig met
kunstzaken, financiën en de automatisering. In
1973 haalde Joop den Uyl ham naar Den Haag
voor de post van staatssecretaris onder de
„Ouwe op binnenlandse opbinnenlandse zaken.
Polak behoort tot het bestuurderstype. Hij is
geen uitgesproken partijganger. In de nieuw-
linkse beweging in de Partij van de Arbeid,
ontstaan in het begin van de jaren zestig om
de partij uit haar gezapigheid te halen, speelde
hij geen actieve rol hoewel er toch veel Amster
damse PvdA'ers bij betrokken waren. Partijpo
litieke uitspraken heeft hij tijdens de afgelopen
kabinetsperiode ook niet gedaan, hoewel hij de
Partij van de Arbeid al van jongsaf aan zeer
is toegedaan. Voorafgaande aan zijn politieke
loopbaan werkte hij als redacteur bij het Vrije
Volk (toen nog de partijkrant) en was hij actief
in de Wiardi Beckmanstichting, het weten
schappelijk bureau van de PvdA.
Met Polak krijgt Amsterdam een uiterst be
kwaam bestuurder (terug), maar zeker geen
man met regenteske trekken zoals diens voor
gangers Samkalden, Van Hall en d' Ailly. Bo
vendien is hij nog altijd uitstekend op de
hoogte van de (vooral financiële) problemen
van de hoofdstad, als staatssecretaris op „het
torentje" had hij daar volop mee te maken.
Mede om die reden was hij al maanden lang
de gedoodverfde kandidaat om de jurist Sam
kalden („Sammie") op te volgen.
Op het departement van binnenlandse zaken
zullen ze hem met lede ogen zien vertrekken.
Hij heeft zich daar niet alleen als persoon
beminnelijk gemaakt, maar stond tevens in het
parlement zijn mannetje, met name bij de
verdediging van het impopulaire spreidingsbe-
leid.
Polak maakt als mens en politicus een rustige
en evenwichtige indruk. Sommigen schrijven
hem een zachtmoedig karakter toe zonder zijn
onverzettelijkheid tekort te doen. Zo zullen vele
Amsterdammers hem nog altijd prijzen om het
feit, dat hij in 1966 als enige PvdA'er in de
gemeenteraad tegen de bouw van een metro
stemde.
Van onze parlementaire redactie
DEN HAAG Een goede communicatie tussen over
heid en de burgers is geboden. Die stellingname loopt
als een rode draad door het boekje „Macht en
informatie", een pleidooi voor versterking van de
communicatiestroom in het politiek circuit. Schrijver
van dit pleidooi is ir. Eric Denig, directeur voorlich
ting en externe betrekkingen van het ministerie van
landbouw en visserij, oud-voorzitter van het Neder
lands Genootschap voor Public Relations en actief in
Een paar suggesties van Denig:
in de ambtelijke advisering aan ministers kan
meer accent worden gelegd op het politieke element,
6 over de politieke advisering van ministers dient
grotere duidelijkheid te komen. Op ieder departement
zou een kleine groep adviseurs gebundeld kunnen
worden in een beleidsadviesgroep,
9 het kabinet van de koningin dient onder verant
woordelijkheid van de minister-president te komen,
6 de politieke partijen moeten meer aandacht beste
den aan het opleiden en selecteren van toekomstige
politici.
In een parlementaire democratie is het steeds weer
goed aandacht te besteden aan vraagstukken over de
macht en de controle daarop. Wie hebben de macht?
Wie controleren? Om controle op de uitoefening van
de macht mijgelijk te maken, is informatie nodig. Het
parlement controleert de regering, maar moet daartoe
beschikken over informatie betreffende regeringsbe
slissingen en de voorbereiding daarvan. In een demo
cratie moeten ook de burgers over die informatie
beschikken, teneinde zich een oordeel te kunnen
vormen over het beleid en de opstelling van de
■verschillende politieke groeperingen.
Informatie is macht, zegt Denig in zijn boekje. In
Modieus jargon zegt hij dan ook dat de communicatie
stroom tussen bestuur en burgers optimaal moet zijn.
Een goede democratie kan niet zonder openheid - dat
is een kwestie van mentaliteit - en openbaarheid -
het feitelijk resultaat van de open instelling. Het
bestuur moet in een zo vroeg mogelijk stadium zo
goed mogelijke informatie aan de burgers geven,
opdat de mensen zich een oordeel kunnen vormen.
Die informatie moet eerlijk zijn, geen propaganda,
al zal eerlijke, betrouwbare voorlichting wel een
propagandistisch element kunnen inhouden.
De ambtenaren vormen een macht op zichzelf, ze
worden wel „de vierde macht" genoemd. Topambte
naren op een departement hebben een grote invloed
op het beleid, hun adviezen en beleidsvoorbereiding
zijn natuurlijk niet waardenvrij. Zij kunnen zich nooit
„blanco" opstellen, ook al willen zij zo onkreukelbaar
mogelijk handelen en adviseren. Juist omdat ambte
naren in de advies-sfeer zo'n invloed hebben, zou naar
buiten meer bekend moeten worden hoe de beleids
voorbereiding en -advisering tot stand is gekomen,
welke ambtenaren er aan adviezen enz. hebben mee
gewerkt, welke alternatieven eventueel ter sprake zijn
geweest. Omdat het bij de overheid dikwijls gaat om
ingrijpende en zwaarwegende beslissingen, zal de
openbaarheid vooral in het stadium van de beleids
voorbereiding wel altijd haar grenzen blijven behou
den. Maar het blijft een goed teken als het ambtelijk
apparaat met de neus steeds weer wordt gedrukt op
de noodzaak om de burgers zo tijdig en goed mogelijk
te informeren, zodat de politiekbewuste mensen in
ieder geval kunnen meepraten en meedenken.
De departementale topambtenaar Denig heeft zijn
mede-ambtenaren met zijn boekje nog eens op die
noodzaak gewezen.