Eis vijftien jaar voor gruwelijke 'Spui-moord' Eén-procents-beleid is nog veel te royaal £eidóC©omcmt PLEIDOOI VOOR BETER CONTACT BESTUUR-BURGER Verdachte: Liever de doodstraf "binnenland/buitenland Politie en samenleving STAATSSECRETARIS VAN ROOIJEN: Politie van New York jaagt op moordenaar bruinharige vrouwen Aktie voor reservaat zeehonden in Waddenzee Benoeming Wim Polak tot burgemeester A'dam vanzelfsprekende zaak LEIDSE COURANT ZATERDAG 30 APRIL 1977 PAGINA 7 Frans H in cassatie jtterdam De raadsman mr Hermans van de 41-jarige „jfdverpleger Frans H uit lierkrade, die vorige week woensdag door het gerechtshof in den Bosch werd veroordeeld de tot een gevangenisstraf van nd achttien jaar, heeft voorlopige as bassatie ingesteld tegen het ar de rest. he hoofdverpleger, die zich met ichuldig acht aan moord op be- aarde patiënten, heeft de wens e kennen gegeven tot het uiter ste toe door te vechten. Hij ïoudt vol nimmer de injectie- puit te hebben gehanteerd om ie bejaarde patiënten van de jueckerheidekliniek van het le ren te beroven. Hij zou insuline lebben toegediend om ze van lijn en onrust te bevrijden. Franse schoolklas gast van luitenlandse Zaken )EN HAAG (ANP) Dertig 'ranse schoolkinderen zijn vol lende week in Nederland de jast van het ministerie van Bui- ènlandse Zaken. De kinderen lie op 2 mei arriveren, komen lit Orry-la-Ville. Op het ere- cerkhof daar worden de graven van in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Nederlanders al ve le jaren lang door leerlingen Ivan de lagere school verzorgd. Mevrouw Delmaar, moeder van een in Orry-la-Ville begraven 'Nederlander maakte de Neder landse ambassade in Parijs hie rop attent en zo ontstond het plan een schoolklas enkele da- ,gen naar Nederland te laten ko- Van een onzer verslagge vers AMSTERDAM Voor moord na kalm beraad eiste gistermiddag de Amsterdamse officier van justitie Wolfs 15 jaar cel en onvoorwaardelijke tbr tegen de 23-jarige Amsterdammer Ron M. Deze zou vorig jaar okto ber in een huisje aan het Spui in Amsterdam een 21-jarig meisje om het le ven hebben gebracht door haar met een mes in de keel te snijden, kort nadat zijn broer Peter de 22-jarige vriend van het meisje met een motorket ting had doodgeslagen. Peter moet zich binnen kort als militair verant woorden voor de krijgs raad in Arnhem. Ron na het aanhoren van de eis: „Zo'n hoge straf geeft geen zin. Ik wil niet ver pleegd worden. Ik wil nog liever de doodstraf". De officier beschuldigde hem er niet alleen van dat hij samen met zijn broer schuldig is aan de dood van de beide slachtof fers, waarvan de namen overi gens tijdens de urenlange recht bankzitting niet eenmaal wer den genoemd uit piëteit ten op zichte van de nabestaanden. Ron zou het meisje hebben om gebracht omdat zij de enige ge tuige was van de dood van haar vriend. Uit een waslijst van ge weldplegingen, inbraken en be rovingen selecteerde mr. Wolfs bovendien nog twee aanklach ten: verdachte zou in juli 1976 een man op straat hebben be roofd van 10.000 gulden na hem zwaar te hebben mishandeld en hij zou anderhalve maand later een voetganger met een koevoet op het hoofd hebben geslagen teneinde zich meester te kunnen maken van diens portemonnee met een inhoud van 13 gulden. Net zo koel als Ron het meisje zou hebben vermoord deed hij gisteren zijn relaas. De beide broers hadden na het drinken van talloze glazen bier besloten „op zoek" te gaan naar geld. Zij braken in bij een uitzendbureau op het Spui, waar de buit een paar honderd gulden bedroeg. Onverwacht stuitten zij op een deur die naar de twee bovenge- legen etages leidde. Zij ver moedden dat daar mensen woonden, maar gingen toch naar boven. In het slaapvertrek troffen zij de jongen en het meisje aan. Onder bedreiging van een defecte revolver werd het meisje gedwongen met Peter mee te gaan naar beneden, waar zij haar geld bewaarde. Ron bleef bij de jongen in de slaap kamer. Na een paar minuten ging hij toch naar beneden en vertelde zijn broer dat hij de jongen bewusteloos had gesla gen. Nadat de broers zich aan het meisje hadden vergrepen, pakte Peter zijn motorketting, die hij als riem gebruikte, en besteeg opnieuw de trap naar boven. Ron M.: „Plotseling hoor de ik een gil en het zwiepen van de ketting. Het meisje naast me sprong op en viel vlauw. Het slaan duurde een paar minuten en toen kwam Peter weer naar beneden. Hij zei dat de jongen helemaal niet bewusteloos was geweest, maar dat hij nu waar schijnlijk dood was. Ik ben de trap op gerend en zag de jon gen. Ik schrok en heb als in trance zijn hartslag gevoeld. Ik voelde niets en dacht direct aan de gevolgen voor mijn broer. Ik kan me nog herinneren dat ik naar beneden ben gegaan en een keukenmes heb bepakt. Wat daarna is gebeurd weet ik niet meer". Verdediger De Vos vond dat er ruimte is voor aanzienlijke twij fels. Hij stelde dat Ron wellicht de schuld voor de moord aan vankelijk op zich had genomen omdat zijn broer eenmaal zou zijn veroordeeld voor een mis handeling die hijzelf had ge pleegd". De rechtbank doet op vrijdag 13 mei uitspraak. IEDERE vorm van corruptie, waar die ook wordt geconsta teerd, moet onderzocht en berecht worden. Voor het gezond functioneren van de maatschappij is dat van wezenlijk belang. Mocht er ooit sprake van zijn geweest, dat corruptie in bepaalde kringen met de „mantel der liefde" wordt bedekt, dan is dat de laatste tijd in Nederland zeker niet het geval. Dit blijkt ook uit het feit, dat er een onderzoek wordt ingesteld naar mogelijke corruptie binnen het Am sterdamse politiekorps. De steeds duidelijker aanwijzingen zijn ernstig genoeg om een diepgaand onderzoek te laten uitmaken, wat er precies gaande is binnen dit korps. Amsterdam is voor bestuurders en voor hen, die voor de veiligheid van de burgers moeten zorgdragen, een lastige stad. Velerlei vormen van agressie zijn er aan de orde van de dag. Het gaat daarbij dikwijls om de macht van de straat, van de wijk, van bepaalde vormen van maatschappe lijk verkeer. Dat daarbij de politie een kwetsbare positie inneemt, is buiten kijf. Zij wordt, om enkele bondsbestuur- ders aan te halen (die hierover vandaag in deze krant zeer zinnige opmerkingen maken), vaak voor de leeuwen ge gooid. Maar bovendien staat zij, aldus bedoelde bondsbe- stuurders, vaak al „met één been voor de strafrechter", wanneer zij bepaalde middelen aangrijpt om de wet te handhaven. De politie bestaat immers uit mensen. Dit betekent, dat een politieman fouten kan maken als iedere andere Neder lander. Het betekent echter niet, dat dè Nederlandse politie man fout is. Evenmin als iedere Nederlander fout is, wanneer enkele Nederlanders wat dan ook uithalen. De rechter zal moeten uitmaken wie schuldig is aan wat. Maar dan nog is het de individuele politieman, die eventueel schuldig wordt bevonden en niet het korps als geheel. In deze zaak alles over één kam scheren, brengt risico's met zich mee, die ook ernstige bedreiging vormen voor onze rechtsorde. de dit (Van onze parlementaire redactie) at- TILBURG Beperking van de groei van de collectieve lasten (belastingen en pre mies) tot één procent van het nationale inkomen gaat volgens staatssecretaris drs. M. J. van Rooijen van Financiën lang niet \ver genoeg. Aan een verdere matiging valt F volgens hem niet te ontkomen. Hij vindt lelfs, dat een groeibeperking tot 0,7% zoals het CDA voorstaat, niet ver genoeg gaat Als deze percentages namelijk worden aan gehouden, ook het laagste, slokt de over- t heid te zijner tijd de hele groei van het nationale inkomen op, zo betoogde hij gis- termiddag in een rede voor de Tilburgse Fiscalisten Vereniging. ■an De één-procents-norm door de heer Van Rooijen reeds een hele stap genoemd, werd nog maar kort geleden door het kabinet ingevoerd. Ze betekende een aanzienlijke I beperking van het uitgavenpatroon, dat de regering aanvankelijk voor een reeks van 6. (jaren had ontwikkeld. Maar bij die één (procent kan het volgens de staatssecretaris niet blijven, want nu reeds legt de overheid beslag op 80% van de groei van het nationale inkomen via belastingen en premies. En al=> de één-procentsnorm wordt gehanteerd, bij een jaarlijkse groei van het nationale inko men van 3,75% Van Rooijen vindt een lager groeipercentage waarschijnlijker dan pikt de overheid in het midden van de jaren negentig al die groei in en is er voor de particuliere sector niets meer over. Stelt men de norm op 0,7%, dan treedt die situatie enige jaren na de eeuwwisseling in. Vandaar dat Van Rooijen een 0,7-norm slechts tot 1981 aanvaardbaar vindt en dat hij na dat jaar verdere ombuiging onontkoombaar vindt. De één-procents-norm betekent in concrete, aldus Van Rooijen, dat er tot 1980 elk jaar twee miljard gulden meer belasting moet worden geïncasseerd. Dat zou weer betekenen, dat in die periode alle tariefpercentages in de loon- en inkomsten belasting met vijf punten moeten worden verhoogd. Zou men de noodzakelijke hogere belastingopbrengst via de btw willen realise ren, dan moeten daar de tarieven met vier procentpunten omhoog: van 4 naar 8 voor het lage tarief en van 18 naar 22 voor het algemene tarief. Denkbaar is ook een combi natie van verhoging van de loon- en inkom stenbelasting èn de btw. Maar hoe men het ook doet, Van Rooijen vindt de belastingver hoging zo'n probleem, dat hij reeds in de komende kabinetsperiode naar de norm van 0,7% wiL Ruime aandacht besteedde Van Rooijen ook aan de vraag, hoevèr men kan gaan met het telkens opnieuw opleggen van zwaardere lasten aan de bevolking: Hoe lang wordt de collectieve druk maatschappelijk aanvaard? Nu reeds ziet men afwenteling van die druk: Hogere prijzen, fraude, belastingontduiking, belastingvlucht. De verdeling van het natio naal inkomen tussen collectieve sector en particuliere sector wordt nu dus reeds door velen niet meer aanvaard. Het is volgens Van Rooijen dan ook van groot belang, dat voor degenen, die de collectieve lasten moe ten opbrengen, het profijt van de collectieve uitgaven herkenbaar wordt NEW YORK (RW) - In New York City is de jacht sinds ja ren ontketend op een man die zonsondergang vrouwen met dónker haar vermoordt. Hij zoekt zijn slachtoffers in de rustige woonwijken van de stad. De politie meent dat de man die zij zoekt gestoord en gevaarlijk is en vastbesloten nog meer moorden toe te voe gen aan de vijf die bij sinds juli van het vorig jaar heeft ge pleegd. De moordenaar, wiens leeftijd wordt geschat op tussen ae twintig en dertig jaar, sluipt rond in de woonwijken van de New Yorkse stadsgedeelten Bronx en Queens. Daar zijn plaatsen bij waar, tot dat hij er opdook, niemand bang hoefde te zijn, wanneer het donker geworden was. Men zat er na gedane arbeid voor zijn woning het vallen van de avond gade te slaan. De moordenaar heeft het ge munt op jonge brunettes die op straat lopen of in auto's zitten Vindt >hij een slachtoffer naar zijn gading, dan vuurt hij zon der omwegen een pistool van 44 kaliber af, een wapen dat niet alleen de dood, maar ook gru welijke verminking veroorzaakt. De laatste moorden hadden vo rige week plaats, toen de sluip moordenaar een paartje dood schoot dat op straatafstand van het ouderlijk huis van het meis je in een auto zat. De slachtof fers waren Suriani,* Surinam, een studente wier passie de zorg voor zwerfkatten en klassieke pianomuziek waren, en haar vriend sinds drie jaar, Alexan der Esau, chauffeur van beroep. Valentina Suriani en Esau zaten in de wagen van laatstgenoem de. Beiden hadden lang bruin haarde fysieke karakteris tiek die de moordenaar volgens de politie bij zijn slachtoffers zoekt. Deze laatste slachtoffers verschaften de politie haar eer ste houvast: de moordenaar liet een briefje achter. Wat erin staat wordt niet gepubliceerd, maar volgens de politie is de tekst „onsamenhangend ge klets". Volgens twee misdaadverslagge vers van de New York Daily News bevat het briefje niette min de duidelijke waarschu wing van de moordenaar, dat hij opnieuw zal toeslaan, maar politiewoordvoerders hebben dit om voor de hand liggende redenen tegengesproken. Psychiaters menen dat het briefje een teken is dat de moor denaar gegrepen wil worden. Zij theoretiseren voorts dat tel kens wanneer de man doodt, hij verlichting zoekt voor zijn eigen verkeerd afgelopen romance met een bruinharige vrouw of voor zijn sexuele frustratie. Het dagblad „The News" heeft de moordenaar opgeroepen zichzelf bij de krant bekend te maken als hij niet eigener bewe ging naar de politie wil gaan. Dit is gebeurd in het geval van George Metesky, de „Mad Bom ber" van New York City, die tot aan zijn .aanhouding op het einde van de jaren vijftig 37 ontploffingen had teweeg ge bracht op openbare plaatsen, waarbij 15 mensen verwondin gen opliepen Een stadskrant had er bij Me tesky op aan gedrongen zich bekend te maken en te zeggen waarom hij zijn bommen plaat ste. De man ging er op in en de politie kwam door zijn brie ven op het spoor. Zolang de moordenaar zich niet bloot geeft, speurt de New Yorkse politie met ongekende intensiteit naar hem. Zij heeft ruim vijftig rechercheurs voor de zaak vrijgemaakt. Sommigen zoeken in de archieven van se xuele misdadigers en anderen zitten als lokvogels in niet als politiewagens herkenbare auto': die staan geparkeerd op plaat sen in de stad waar de moorde naar heeft toegeslagen. Weer an deren zoeken naar getuigen, in de hoop „vlees te kunnen geven aan het geraamte" dat men al van de man heeft. Drie jonge vrouwen die door de moordenaar zijn gewond, leven intussen in angst en vreze. Een hunner, een meisje van 17, durft alleen nog in groot gezelschap haar woning uit Een andere waagt zich alleen buiten voor de gang naar de ziekenhuizen waar loopt als leerling-ver- De derde vrouw kan haar huis niet meer verlaten. De kogel van de moordenaar ver lamde haar onderlichaam voor de rest van haar leven. Wat de drie vrouwen zich over de moor denaar herinneren is de „vreem de uitdrukking inzijn ogen". Zij zijn bang dat hij terugkomt Langste bus De Amerikaanse stad Richmond in Indiana pretendeert dat het de langste bus ter wereld aflevert Het gevaarte weegt zo'n 11 ton én is ruim 19 meter lang. Er is plaats voor 121 zittende en voor 66 staan de passagiers. Richmond zelf heeft zo'n lintworm niet nodig: de bus is dan ook bestemd om arbeiders te vervoeren van en naar de olie velden in Egypte. HARLINGEN (ANP) De werkgroep Zeehond van de Ver eniging tot Behoud van de Wad denzee wil, dat delen van de oostelijke Waddenzee vóór me dio volgend jaar tot zeehonden reservaten verklaard worden. Scheepvaart in deze gebieden zou in elk geval verboden moe ten zijn gedurende de werp- en zoogtijd van zeehonden van half juni tot half augustus. De rijk spolitie te water zou daar mid dels een doeltreffende surveil lance op toe moeten zien, vindt de werkgroep. De werkgroep beschouwt het in stellen van reservaten als een van de maatregelen, die kunnen voorkomen, dat de zeehonden stand in de Waddenzee tegen de tachtiger jaren is verdwenen. Naar schatting van de werk groep komen nu nog driehon derd zeehonden voor in de Wad denzee. Om een en ander bij de over heid te bewerkstelligen start de werkgroep volgende week zater dag de actie „De Zeehond terug in de Waddenzee'. Een tweede doel van de actie is bij de over heid te pleiten voor een onder zoek naar de herkomst van zwa re metalen en andere gifstoffen die schadelijk zijn voor de zee hond, en stopzetting van de lo zing hiervan. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Zonder enig politiek gehakke tak, bijna als een vanzelfsprekendheid heeft het kabinet Wim Polak, de 52-jarige staatsse cretaris van binnenlandse zaken, benoemd tot Amsterdams nieuwe burgemeester. Dat is wel haast een uniek feit. De benoeming van belangrijke politieke ambtsdragers behoort in de vaderlandse poli tiek tot een folklore waarbij de partijpolitiek zich tot z'n smalst verengt. Eindeloosgetouw trek, soms zelfs verdachtmakerijen en vriend jespolitiek zijn doorgaans de ingrediënten van de strijd die aan zo'n benoeming voorafgaat. Men herinnere zich de stampij rond de benoe ming van de socialist André van der Louw tot burgemeester van Rotterdam. De aanwijzing van Polak (de gekozen burge meester lijkt weer verder af dan ooit) vormt op die regel een opmerkelijke uitzondering. Dat zegt veel over de man. Blijkbaar staat voor vriend en vijand zijn bekwaamheid buiten twij fel en is zijn persoon onomstreden. Wat de bestuurlijke deskundigheid van Polak betreft, valt er ook nauwelijks te klagen. Op alle zetels die hij in zijn loopbaan heeft bezet, „deed hij het goed", zoals dat in de politiek heet. De politieke carrière van Polak verliep, op rolletjes. In 1962, op 38-jarige leeftijd, deed hij voor de Partij van de Arbeid zijn intrede in de Amsterdamse gemeenteraad. Nog geen twee jaar later werd hij fraktieleider om een jaar later door te schuiven naar een wethouder- spo.st. Hij hield zich in die functie bezig met kunstzaken, financiën en de automatisering. In 1973 haalde Joop den Uyl ham naar Den Haag voor de post van staatssecretaris onder de „Ouwe op binnenlandse opbinnenlandse zaken. Polak behoort tot het bestuurderstype. Hij is geen uitgesproken partijganger. In de nieuw- linkse beweging in de Partij van de Arbeid, ontstaan in het begin van de jaren zestig om de partij uit haar gezapigheid te halen, speelde hij geen actieve rol hoewel er toch veel Amster damse PvdA'ers bij betrokken waren. Partijpo litieke uitspraken heeft hij tijdens de afgelopen kabinetsperiode ook niet gedaan, hoewel hij de Partij van de Arbeid al van jongsaf aan zeer is toegedaan. Voorafgaande aan zijn politieke loopbaan werkte hij als redacteur bij het Vrije Volk (toen nog de partijkrant) en was hij actief in de Wiardi Beckmanstichting, het weten schappelijk bureau van de PvdA. Met Polak krijgt Amsterdam een uiterst be kwaam bestuurder (terug), maar zeker geen man met regenteske trekken zoals diens voor gangers Samkalden, Van Hall en d' Ailly. Bo vendien is hij nog altijd uitstekend op de hoogte van de (vooral financiële) problemen van de hoofdstad, als staatssecretaris op „het torentje" had hij daar volop mee te maken. Mede om die reden was hij al maanden lang de gedoodverfde kandidaat om de jurist Sam kalden („Sammie") op te volgen. Op het departement van binnenlandse zaken zullen ze hem met lede ogen zien vertrekken. Hij heeft zich daar niet alleen als persoon beminnelijk gemaakt, maar stond tevens in het parlement zijn mannetje, met name bij de verdediging van het impopulaire spreidingsbe- leid. Polak maakt als mens en politicus een rustige en evenwichtige indruk. Sommigen schrijven hem een zachtmoedig karakter toe zonder zijn onverzettelijkheid tekort te doen. Zo zullen vele Amsterdammers hem nog altijd prijzen om het feit, dat hij in 1966 als enige PvdA'er in de gemeenteraad tegen de bouw van een metro stemde. Van onze parlementaire redactie DEN HAAG Een goede communicatie tussen over heid en de burgers is geboden. Die stellingname loopt als een rode draad door het boekje „Macht en informatie", een pleidooi voor versterking van de communicatiestroom in het politiek circuit. Schrijver van dit pleidooi is ir. Eric Denig, directeur voorlich ting en externe betrekkingen van het ministerie van landbouw en visserij, oud-voorzitter van het Neder lands Genootschap voor Public Relations en actief in Een paar suggesties van Denig: in de ambtelijke advisering aan ministers kan meer accent worden gelegd op het politieke element, 6 over de politieke advisering van ministers dient grotere duidelijkheid te komen. Op ieder departement zou een kleine groep adviseurs gebundeld kunnen worden in een beleidsadviesgroep, 9 het kabinet van de koningin dient onder verant woordelijkheid van de minister-president te komen, 6 de politieke partijen moeten meer aandacht beste den aan het opleiden en selecteren van toekomstige politici. In een parlementaire democratie is het steeds weer goed aandacht te besteden aan vraagstukken over de macht en de controle daarop. Wie hebben de macht? Wie controleren? Om controle op de uitoefening van de macht mijgelijk te maken, is informatie nodig. Het parlement controleert de regering, maar moet daartoe beschikken over informatie betreffende regeringsbe slissingen en de voorbereiding daarvan. In een demo cratie moeten ook de burgers over die informatie beschikken, teneinde zich een oordeel te kunnen vormen over het beleid en de opstelling van de ■verschillende politieke groeperingen. Informatie is macht, zegt Denig in zijn boekje. In Modieus jargon zegt hij dan ook dat de communicatie stroom tussen bestuur en burgers optimaal moet zijn. Een goede democratie kan niet zonder openheid - dat is een kwestie van mentaliteit - en openbaarheid - het feitelijk resultaat van de open instelling. Het bestuur moet in een zo vroeg mogelijk stadium zo goed mogelijke informatie aan de burgers geven, opdat de mensen zich een oordeel kunnen vormen. Die informatie moet eerlijk zijn, geen propaganda, al zal eerlijke, betrouwbare voorlichting wel een propagandistisch element kunnen inhouden. De ambtenaren vormen een macht op zichzelf, ze worden wel „de vierde macht" genoemd. Topambte naren op een departement hebben een grote invloed op het beleid, hun adviezen en beleidsvoorbereiding zijn natuurlijk niet waardenvrij. Zij kunnen zich nooit „blanco" opstellen, ook al willen zij zo onkreukelbaar mogelijk handelen en adviseren. Juist omdat ambte naren in de advies-sfeer zo'n invloed hebben, zou naar buiten meer bekend moeten worden hoe de beleids voorbereiding en -advisering tot stand is gekomen, welke ambtenaren er aan adviezen enz. hebben mee gewerkt, welke alternatieven eventueel ter sprake zijn geweest. Omdat het bij de overheid dikwijls gaat om ingrijpende en zwaarwegende beslissingen, zal de openbaarheid vooral in het stadium van de beleids voorbereiding wel altijd haar grenzen blijven behou den. Maar het blijft een goed teken als het ambtelijk apparaat met de neus steeds weer wordt gedrukt op de noodzaak om de burgers zo tijdig en goed mogelijk te informeren, zodat de politiekbewuste mensen in ieder geval kunnen meepraten en meedenken. De departementale topambtenaar Denig heeft zijn mede-ambtenaren met zijn boekje nog eens op die noodzaak gewezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 7