CDA Herstel woonfunctie binnenstad brengt bedrijven in de knel Sonja: een knot met pretoogjes wol hond zoekt huis tit In 15 jaar meer dan gehalveerd Industriële werkgelegenheid in centrum holt achteruit L it PAGINA 5 LEIDSE COURANT ZATERDAG 30 APRIL 1977 i LEIDEN De werkgelegen heid in de industriële sector is in de Leidse binnenstad de laatste vijftien jaren achter uit gevlogen. Waren in 1960 volgens schattingen van het bureau Sociografie van de ge meente nog 8500 mensen in de binnenstadsindustrie werk zaam, in 1975 was dit aantal al verminderd tot ongeveer 3600. Sinds die tijd hebben zich opnieuw bedrijfssluitin gen voorgedaan en er staat er nu nog een voor de deur (die van de textielfabriek Krantz), zodat het werkelijke aantal mensen dat een boterham in de industriële sector verdient vermoedelijk nog minder is. De enorme dalmg (58%) van de werkgelegenheid in deze sec tor is het gevolg van een tus sen de jaren 1950-1960 al inge zette terugval bij de textielin dustrie, de voedings- en genot middelen met overwegend ves tigingen in de binnenstad en een uitbreiding van de indus triële bedrijvigheid op nieuwe bedrijfsterreinen buiten het stadscentrum. Naast de werkgelegenheid in de binnenstadsindustrie is ook die bij de winkelvestigingen achteruitgegaan. Niet voor niets constateert de deze week gepubliceerde nota van de Stichting Leidse Binnenstad dat het Leidse kernwinkelap- paraat een duidelijke aanzet tot verval toont: omzetten blij ven vergeleken met de gemid-. delde situatie voor heel Neder land duidelijk achter evenals de vloerproductiviteit. De vraag dringt zich op waar het met de werkgelegenheid in de binnenstad naar toe gaat, vooral in het licht van het beleid waarin het herstellen van de woonfunctie voorop staat, waarin onttrekken van ruimten aan de woonbestem ming ten behoeve van uitbrei ding of vestiging van een be drijf uit den boze is en waarbij volgens velen een positieve houding tegenover het bedrijf sleven ver te zoeken is... (Van een onzer verslagge vers) LEIDEN Het herstel len van de woonfunctie ■even in de Leidse binnenstad 1979. middels het verbeteren jvan het woonmilieu, de leden 'woonomgeving, staat rreta-centraal in het beleid ging, van het huidige linkse e Ier [college van burgemeester edes-en wethouders. Met de *rSie regelmaat van de klok erieS rollen op het stadhuis onen verbeteringsplannen, re- Hel- Ihabilitatieplannen en 'raad ontwerp-bestemmings- h.et plannen van de drukpers, ug jdie dit centrale beleids- •s de 'pnnt voor verschillende latio- delen van de Leidse bin nenstad concretiseren. Daarbij kunnen genoemd roeg, worden plannen voor de egen Pieters- en Academie- ig te wijk, de Haver- en Gort- "zoek buurt, Maredorp, De Camp en sinds kort ook üster Pancras-Oost. In al deze ieerd gevallen staat het verbe teren van het woonkli maat duidelijk voorop, en regelmatig pleiten de- i ii tp nota's onomwonden voor het vertrek van een jHproot aantal „ongewen- Bsste bedrijven" uit de be- jjprokken buurten. [Cijfers van de gemeente tonen aan dat bijvoorbeeld in Pan- ig, zo. icras-Oost in het kader van het weer „leefbaar" maken van de- *0- ze wijk maar liefst 40 tot 50% van de hier gevestigde bedrijven i8f ZOijZal moeten verdwijnen. Maar ils', zo (ook in andere oude stadswijken dreigen bedrijven in de knel te t wiss# komen. In de Camp bijvoor- oren' ''beeld zouden ongeveer 10 van de 27 bedrijven verplaatst moe- ^^ten worden. Voor de Haver- en Gortwijk geldt volgens de plan- ^B'voorschriften, dat 65% van de gevestigde bedrijven het veld ®W moet ruimen, waarbij de sector „opslag en stallingsruimte" het :erhof,: zwaarst wordt getroffen. Vooraf Op de keeper beschouwd lijkt Chr.Vdit gewenst geachte vertrek van n 19 Teen groot aantal bedrijven niet n i8.»nre<lelijk: de meeste mensen enst -ihouden nou eenmaal niet van Ibedrijfshinder naast hun huis of 19 Dié-van de P^keeroverlast die eco- ^nomische bedrijvigheid in een oude binnenstad als die van Lei- v.d. Méden met zich meebrengt Maar Haag.-taan de andere kant is de wens 0 ds S1"00* aanta* bedrijven te ds. LsKaten verhuizen natuurlijk niet zonder consequenties en zeker olai - frniet in Leiden met zijn grote ds. v. fwerkloosheid. Niet ieder bedrijf kan zo maar het geld opbrengen ds. M»om zlJn ruimten te sluiten en te verkassen naar een andere plaats omdat de heren Waal en ;Verboom dat zo graag willen. ■■IjiJog helemaal afgezien van de vraag of hun wethouderlijke bezoe»c°ltega Van Aken wel in staat 18.30-iis zo'n bedrijf een betaalbaar Bezoekfalternatief te bieden: het aantal Je aib^irijfsterreinen in Leiden en strekkeTde oppervlakte hiervan is uiterst HMS.Mbeperkt, en waar er bedrijven deling: (worden gesloten, is de gemeen te, of een handige projectont- Het voormalige Sijthoff-complex aan de Doezastraat: woonbestemming Archieffoto van de voormalige Leidse Broodfabrieken aan de Korte Mare: woonbestem ming wikkelaar, die het stadsbestuur net te slim af is, er als de kippen bij om de bedrijfsbestemming om te vormen in een woonbe stemming, zodat het aantal ter reinen met een duidelijke werk- gelegenheidsfunctie nog eens extra afneemt: het voormalige Sijthoffcomplex en de terreinen van de Leidse Broodfabrieken aan de Korte Mare zijn daar de meest recente en sprekende voorbeelden van, en het moet nog maar worden afgewacht of het fabriekscomplex van J. J. Krantz en zonen na het vertrek van dit bedrijf naar het Lim burgse Vaals zijn industriële be stemming zal behouden, of ook zal worden opgeofferd aan de woningbouw. Beleidsvisie Door het geleidelijke vertrek van oude grQOtschalige bedrij ven in de textielsector, voe dings- en genotmiddelen en de grafische sector is de werkgele genheid in Leiden er bar slecht voor komen te staan. Aan de andere kant gaat het ook slecht met de kleine bedrijven en met name het kernwinkelapparaat in de binnenstad dat een duide lijke aanzet toont tot verval. De Stichting Leidse Binnenstad gaat hier in haar jongste econo mische analyse uitvoerig op in en komt tot alarmerende con clusies. In een dergelijke situa tie zou men verwachten dat met de mogelijke bedrijfsverplaat- singen uiterst zorgvuldig wordt omgesprongen en dat elke maat regel wordt gewikt en gewogen om te voorkomen dat het aantal werklozen nog toeneemt Er zou dan ook verwacht mogen wor den dat alvorens de stelling te deponeren dat in een bepaalde wijk zo'n beetje de helft van alle bedrijven het veld moet ruimen, een zorgvuldige toetsing heeft plaatsgevonden aan een aantal even zorgvuldig geformuleerde criteria. Niets is echter minder waar. In de praktijk bestaat er nogal wat verschil van inzicht over de vraag of een bepaald bedrijf al dan niet in de binnenstad te tolereren is. Er wordt eigenlijk nergens gewerkt met gewogen criteria. En voorzover er binnen het ambtelijk apparaat in Lei den maatstaven worden gehan teerd bestaan deze uit niet veel meer dan uiterst subjectieve be grippen als „hinderlijkheid", „binnenstadsgebondenheid" en „groot- of kleinschaligheid". Van een uitgebalanceerd beleid kan niet gesproken worden en veel bedrijven kunnen zich dan ook overgeleverd weten aan de mate waarin buurtbewoners een grote mond plegen op te zetten in de richting van het gemeentebestuur om een be paald bedrijf weg te krijgen. Dat verschilt per wijk: in Mare dorp is men gezien de belangrij ke functie van de Haarlemmer straat en de historie van de wijk wellicht eerder geneigd een milder standpunt in te ne men tegenover de economische bedrijvigheid dan bijvoorbeeld in Pancras. Dat is een van de wijken waar door veel vrijko mende ruimten (Van Wijk-Zaal- berg) de opslagfunctie sterk is uitgebreid en de goedkope huis vesting een grote aantrekkings kracht heeft uitgeoefend op „o- neigenlijke" binnenstadsbe drijfjes, groothandels, garage- .De panden van Krantz aan de Langegracht: woonbestemminq of herverkavelina ten behoeve van bedrijfsvestigingen? bedrijven, aannemertjes en in het algemeen wat randbedrij- ven met een zwakke financiële samenstelling. Alleen al in Pan- cras-Oost moet 40-50% hiervan bij de uitvoering van het verbe teringsplan de wijk verlaten. Waarheen? Afgezien van het feit dat op een vrij willekeurige manier een be drijf het stempel van „ongewen st" opgedrukt kan krijgen door het ontbreken van een onder bouwd beleid op dit punt, heeft het gemeentebestuur van Lei den die bedrijven die het veld moeten ruimen en hiertoe be reid zijn ook nauwelijks wat te bieden: geschikte industrieter reinen zijn of veel te duur voor deze meestal wat armlastige be drijven, of al bijna vol (zoals de Grote Polder en - zij het op papier - het peperdure indus triegebied de Waard). Boven dien kan men zich afvragen of een bedrijf dat gewend is ge weest op korte afstand van zijn klanten in de binnenstad geves tigd te zijn, wel zo floreert in een moeilijk bereikbaar of ex centrisch gelegen industrieter rein. Er zijn bedrijven waarvan het bestaan staat of valt met een vestiging in de binnenstad die dus duidelijk binnenstadsgebon den zijn. Wat te doen als zo'n bedrijf hinder en overlast ver oorzaakt en ejus de woonomge ving stoort. Hét gemeentelijk be leid voorziet nauwelijks in een bevredigend antwoord op pro blemen als deze. Voor het her stellen van de woonfunctie staat de geldkraan ruim open: de ene miljoenensubsidie is nog niet binnen of de andere kondigt zich al weer aan. Zo is er een ruime financiële vergoeding om een bedrijfscomplex in huizen te veranderen. Dat geld is uite raard nodig, want anders zou er geen enkel huis in Leiden verbe terd worden. Maar de overheid, zowel de lokale als de rijksover heid lijken in hun beleid vol strekt onvoldoende rekening te houden met de gevolgen die be drijven kunnen ondervinden van het gevestigd zijn in deze verbeteringsgebieden. De finan ciële ondersteuningsmogelijkhe den die er voor het Leidse be drijfsleven zijn, steken dan ook schril af bij alle mogelijkheden die een huizenbezitter heeft als hij zijn woning wil opknappen. En voorzover er voor het be drijfsleven regelingen zijn ont worpen gelden ze nog lang niet allemaal voor Leiden, omdat de ze stad, ondanks z'n grote werk loosheid, geen zogeheten „stimu leringsgebied is... Herverka velen Maar het is niet alleen de rijks overheid die te weinig oog üjkt te hebben voor de kleine be drijfjes in binnensteden als die van Leiden. Het is ook de ge meentelijke overheid zelf die op dit punt niet vrijuit gaat On danks het feit dat, zoals gesteld, een groot aantal bedrijven uit de oude binnenstad zal moeten vertrekken ter wille van het her stellen van de woonfunctie, is ook in Leiden nog nauwelijks gedacht aan het herverkavelen van bedrijfsterreinen om deze bedrijfjes in elk geval een be taalbaar alternatief te bieden: het bestemmen van oude inmid dels verlaten fabriekspanden om er minder kapitaalkrachtige binnenstadsbedrijfjes in te con centreren. Een afwijkende nota van het bureau ESS over de verbetering van de wijk Pan- cras-Oost pleitte in dit verband voor het herverkavelen van be drijfsruimten aan de Middelste gracht, waarbij vooral werd ge doeld op het complex van Van Wijk en Zaalberg, dat na het vertrek van beide textielbedrij ven door de gemeente werd aan gekocht en tijdelijk onderdak heeft geboden aan verscheidene bedrijven. In het verbeterings plan is deze functie echter niet gehandhaafd: ook dit bedrijfs complex zal worden opgeofferd aan de woonfunctie. Naast deze broedplaatsen dicht bij of in de binnenstad zou te denken zijn aan nieuwbouwge- bieden voor kleine bedrijven waarbij aan bijvoorbeeld te Langegracht gedacht zou kun nen worden en voor de meer kapitaalkrachtige bedrijven op nog aan te wijzen industrieter reinen. Het lijkt de enige manier om er voor te zorgen dat de stadsvernieuwing ongehinderd door kan gaan zonder dat dit voor nog meer mensen werk loosheid betekent ARJEN BROEKHUIZEN ragen ezinsve 30-10.00 r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt buis". In deze rubriek wordt een bond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij bet dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven bonden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijke, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt buis" beschre ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel Besjeslaan 6b, Leiden, tel. 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-17.00 uur. Zaterdag van 10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondag en maandag gesloten. Sonja heeft in zijn korte leven waar schijnlijk al heel wat meegemaakt. Zijn uiterlijk gedrag wijst er tenminste op, dat hij in vijf maanden meer heeft meege maakt dan een andere hond in zijn hele leven. Een van die euiterlijke kenmerken is zijn schuwheid. Deze is echter wille keurig en niet gericht tegen bijvoorbeeld alleen mannen. Het is van tevoren abso luut niet te voorspellen of Sonja iemand mag of niet, en alleen door uitproberen kan men er achter komen. Het is echter niet bekend of deze antipathie van blij vende aard is of niet Maar gezien het vrolijke karakter van Sonja en gezien zijn leeftijd (vijf maanden), bestaat er een grote kans, dat, na een gewenningsperio de, Sonja een lieve en betrouwbare hond zal blijken te zijn. Sonja is een maand geleden door de politie van de straat opgepikt. In een desolate toestand en bang voor alles en iedereen. In het hok op het politiebureau, waar alle gevonden dieren een dag in doorbrengen om te wachten op een even tuele eigenaar, zat Sonja stil in een hoek je en kroop direct in elkaar als er iemand aandacht aan hem besteedde. Nu, na een maand in het asiel te hebben gezeten, is Sonja weer levendig en speels geworden en het mag haast een wonder genoemd worden dat eigenlijk alleen die onvoor spelbare schuwheid is overgebleven van het brokje desillusie dat toen op het politiebureau zat. Met andere honden weet Sonja eigenlijk niet zo goed raad. Als hij in de buitenkennel van het asiel bij andere (spelende) honden wordt gezet probeert hij wel even om mee te doen, maar al gauw krijgt hij het gevoel aange vallen te worden en dan trekt hij zich in een hoekje van de kennel terug. Met mensen kan hij echter wel bijzonder leuk spelen en toont geen spoor van angst als hij eens een keertje onverwachts opgetild wordt of zoiets. Tot zover het karakter van Sonja. Wat betreft zijn uiterlijk vallen zijn krullen eigenlijk het meest op. Op het eerste gezicht lijkt Sonja op een wat slordig in elkaar gedraaide knot wol en valt er geen kop of staart aan te onderscheiden. Op het tweede gezicht zal men ontdekken dat er wel degelijk een kop aan zit, waarin twee donkerbruine pretoogjes glimmen. En ook de staart zit er aan, die bij de begroeting heftig heen en weer gaat. De kleuren van Sonja zijn wit met zwart Sonja is erg goed gehoorzaam en heeft niet de neiging alleen op avontuur te gaan. Het enige 7,probleem" van Sonja is, dat hij niet helemaal zindelijk is. Maar wat wilt U van een hond van vijf maan den. De beste oplossing voor Sonja is dat hij terecht komt liefst bij een alleenstaande of bij een wat ouder echt paar. Daar zal Sonja de betrekkelijke rust vinden die hij toch wel een beetje nodig heeft. Ook een plaats in een gezin met kinderen zal Sonja echter beslist geen kwaad doea Timmy Timmy, het kleine pientere hondje van vorige week, heeft in Leiden een thuis gevonden waar ze zich zeer op haar gemak voelt. Ze werd zaterdag van het asiel opgehaald door een enthousiaste bazin die beloofde voor Timmy als voor een prinses te zullen zorgea BART SPYKER Schuwheid en nog niet geheel zindelijk, zijn de „nadelen" van Sonja (De gastvrijheid, aan schrij vers van deze rubriek ver leend. behoeft niet te beteke nen dat hun meningen altijd overeenkomen met ons standpunt weergegeven in de commentaarrubriek.) ICDA-politiek realistisch In deze tijd van landelijke politieke activiteit op het verkiezingsfront valt het mij moeilijk te schrijven over polarisatie, verhar ding en tegenstellingen in de gemeentepolitiek. Ik grijp dan ook graag de gelegenheid aan om - in mijn ogen - wat meer fun damentele punten onder de aandacht van de lezer te brengen. Het wordt wel duidelijk dat een driedeling in de politiek zich in Nederland aan het voltrekken is en wel Socialistisch, Liberaal en Christen Democratisch. Vooral de socialisten heb ben tot het einde toe ge probeerd de eenwording van de Christen-Democra ten te voorkomen. Het was bij de formatie van het kabinet Den Uyl ge lukt de C.H.U. af te schei den van de overige Chris telijke partijen. Gelukkig bleek dat wat bindt ster ker te zijn dan datgene wat verdeelt. Vooral de socialisten vrezen de een heid die bereikt wordt op basis van het Evangelie. Hun standpunt is, een po litiek, gebaseerd op het Evangelie is geen politiek. Zij zien christelijke poli tiek als een mengsel van liberale- en socialistische opvattingen. Socialistische- en liberale politiek, geïnspireerd door marxistische en conserva tieve opvattingen, is in wezen gebaseerd op een volslagen afwijkend we reldbeeld of filosofie. Bei de politieke richtingen be schouwen arbeid als de belangrijkste weg waar langs men zijn doel kan bereiken. De liberalen beschouwen de economische mens en de socialisten - Marx vol gend verzekeren dat de mens van andere levende wezens verschilt door de mogelijkheid te hebben zijn eigen bestaan te ver zekeren. Beide politieke opvattin gen bezien de verhoudin gen tussen mensen in het licht van het conflict of de strijd. Voor de socialis ten betekent dit een zeke re vorm van klassestrijd, de liberalen valt de nadruk op de individuele en economische competi tie. Klassestrijd zou kunnen eindigen in dictatuur van het proletariaat, economi sche competitie zou kun nen eindigen in monop olie. Met andere woorden, beide politieke filosofieën neigen naar concentratie van macht in de handen van weinigen. In tegenstelling met deze twee politieke richtingen pogen de christen demo craten de mens te be schouwen met nadruk op zijn individuele, sociale, zijn materiële én zijn geestelijke waarde. Het principe van solidariteit, spreiding van macht, ver trouwen in de dialoog, eerbied voor de mening van anderen en dus geen angst om tot een vergelijk te komen, een compromis, dient voorop te staan. De verantwoordelijke mens in een verantwoordelijke maatschappij. Wat volgt hieruit? Wij geloven in het huidige economische systeem waarin handel, industrie en regering elk hun eigen verantwoordelijkheid heb ben, zonder angst voor hervormingen. Dit sys teem moet ruimte bieden aan de handel en de in dustrie om in beheerste vrijheid te opereren, d.w.z geregeld door wetten be treffende multi-nationals, prijspolitiek, milieu, werk gelegenheid en spreiding van nieuwe fabrieken. Wij geloven in solidariteit met de derde wereld. On ze steun daaraan moet niet afhankelijk zijn van toename of afname van onze eigen welvaart Wij strijden tegen ontbin ding van de gezinsband, omdat het gezin in onze ogen de basis is van de maatschappij. Tenslotte geloven wij in vrede en veiligheid. Zoalgn er geen werkelijke regeling is betreffende de betrekkingen tussen Oost en West gebaseerd op we derzijds vertrouwen, be schouwen wij de NAVO als hét schild waarachter onze samenleving kan functioneren op de door ons gewenste wijze. J. VAN ELSEN (CDA) Lid 2e kamer der Staten- Generaal Lid Gemeenteraad van Sassenheim

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 5