Dra van ma Rose, die jongen had moeten zijn wapent zich voor oorlog tegen de auto Boete bij te lang parkeren: 250 gulden „THE DEADLY IHH0CENTS" (Van onze correspondent Andrew Veitch) Fred was negen en zijn zusje Marilyn acht jaar, toen hun vader, voor hun ogen, hun moeder en haar minnaar met messteken om bracht. Vijf martelende jaren later, na twee maal te zijn opgeborgen in een kindertehuis, leed een poging van Fred om omgang te hebben met een willig meisje van tien jaar, schipbreuk. Hij sloeg haar met een presse-pa- pier de hersens in en stak haar kleding in brand. Marilyn was nog geen zestien toen zij, wanhopig op zoek naar geld, aanpapte met een man van zestig, die, naar zij gehoord had, geld gaf aan meisjes die „met hem wilden praten". Zij nam een mes mee voor het „geval dat". Het „gesprek" eindigde in een poging tot aanranding. Marilyn gebruikte het mes. Dit zijn maar twee gevallen uit een onlangs in het Engels verschenen boek over geweld plegende kinderen „The Deadly Innocents" - De Dodelijke Onschuldigen" (Hogarth Press). In dat boek beschrijft de Amerikaanse psy chiater Muriel Gardiner tien ware gevallen van kinderen, die mensen vermoord hebben of dit geprobeerd hebben. Alleen zijn namen en plaatsen veranderd. Muriel Gardiner is nu zeventig jaar. Zij kwam in aanraking met kinderen toen zij als psy chiater werkte in kinder- en adoloscentenaf- delingen van verschillende inrichtingen. De gevallen die zij beschrijft zijn niet typerend voor „hét gewelddadige kind". Zij koos waar schijnlijk die kinderen uit, die weinig moeite hadden om hun gevoelens en manier van denken te vertolken. Dit is het geval Rose. Rose's ouders, mijnheer en mevrouw Klein, hadden liever, als oudste, een jongen gehad. Het werd een meisje: Rose. Na achttien maanden kwam er weer een meisje, Rachel genaamd. Dat was goed, want alleen de oudste had een jongen moeten zijn. Als bij intuïtie had Rose de pest aan haar zusje; als het even kon sloeg zij het of trok zij het hard aan armen of benen. Het gevolg was dat Rose buitensporig gestraft en Rachel onevenredig verwend werd. De Kleins woonden in een comfortabele flat in een goede wijk van een middelgrote stad. De vader had een schoenenwinkel, waarin ook zijn vrouw hielp. Zij was een goede huisvrouw met een betere opleiding dan haar man, maar daar durfde zij nooit blijk van te geven. Als vader Klein boos was op Rose of op zijn vrouw, klapte hij dicht en ging raad vragen bij zijn eigen moeder. Toen Rose vijf jaar was, had zij woeste driftbuien en gedroeg zij zich zeer aggressief tegenover Rachel, een zeer rustig meisje. Toen Rose zes was, ontdekte men dat zij een hartaf wijking had. Haar ouders vonden dat de verklaring voor haar gedrag en zij zonden haar naar een verpleeginrichting, waar zij haar zelden opzochten. Zij bleef daar twee jaar. In die tijd werd bij de Kleins een derde kind geboren: een jongen, die Sydney werd ge noemd. De Kleins vonden Sydney de mooiste, gezondste, de beste en de schranderste baby, die ooit geboren was en toen Rose na twee jaar weer thuis kwam, was ze weliswaar nog even jaloers op Rachel, maar wat ze voor Sydney voelde, was honderdmaal erger, want zij werd overheerst door een baby die per definitie niets verkeerds kon doen. Na een lijdensweg van maanden, vol ruzies, tranen en driftbuien, werd Rose weer naar het verpleeghuis gezonden en daar bleef aj tot haar tiende jaar Daarna kwam ze nog eens in een pleeggezin terecht en toen zij daarna weer thuis kwam, was Rachel groter en mooier geworden en bleek Sydney een ver wend en vernielzuchtig jongetje te zijn. Na felle ruzies, waarin zij haar vader een keer met een pook dreigde te slaan, kwam zij terecht in een psychiatrische inrichting. Vol gens de psychiater had zij alleen maar een „primaire gedragsstoornis" met „neurotische trekjes". Zij begon zich in de inrichting thuis te voelen, maar bemoeide zich niet met andere kinderen en had het er vaak over, dat ze eigenlijk best dood wilde. Toen zij veertien was, kwam zij weer thuis. Op school ging het redelijk goed, maar vrien den had zij niet en zij deed nooit mee met activiteiten buiten de school. Zij wilde naar de universiteit, maar al het geld moest gespaard worden voor de tot in' de grond verwende Sydney. Omdat haar moe der vaak tot laat in de winkel werkte, moest zij voor het eten zorgen en Sydney in bad en in bed stoppen. Op een middag verbrandde Sydney een boek van Rose. Rose werd zo woedend dat zij hem uit huis smeet en de deur op slot deed. Toen haar vader thuis kwam, hoorde hij een buurman roepen die opgesloten zat in zijn schuur. De buurman zei, dat Sydney hem dat geleverd had, maar Sydney zei dat Rose het gedaan had. Toen werd Rose zo woedend dat zij Sydney met een kandelaar bewusteloos gooide. Het gevolg was dat de Kleins weer probeerden een pleeg gezin voor haar te vinden, maar omdat zij al zestien was, was zij daarvoor te oud. Haar eerste erotische contacten waren evenzovele teleurstellingen: ze wilde dat zij een man was, zodat zij vrouwen kon vernederen. Maar ze kon geen weerstand bieden aan vleierij en ze had vele vluchtige ontmoetingen voor één nacht. Iedere keer brak zij met de man, vol schaamte, haat en angst voor zwan gerschap. Tot zij Larry ontmoette in haar laatste school jaar. Hij was echt in haar geïnteresseerd als mens en hij probeerde haar niet te verleiden. Hij stelde haar voor om naar een universiteit te schrijven. Werd zij aangenomen, dan zou den haar ouders beslist wel toegeven. Rose schreef en werd aangenomen. Bij het avonde ten kondigde zij aan: „Ik ben aangenomen op de universiteit ..Maar je weet dat wij dat niet kunnen beta len", zei haar vader. Er volgde een rumoerige scène. Sydney schold Rose uit voor domoor, wat Rose weer zo razend maakte dat ze Sydney bijna een schaal naar het hoofd gooi de. Vader Klein koos partij voor Sydney en trok zich daarna terug in stilte. Na een week of wat vroeg Rose hem: „Kunnen wij niet over de universiteit praten?" Vader Klein ant woordde niet. „Praat er alsjeblieft over laten we erover préten", smeekte Rose. Haar vader draaide zich om. Rose werd bevangen door een blinde woede: „Dit is je laatste kans. Als je nu niet met mij praat zal ik nooit meer met je praten zolang ik leef." Vader Klein liep weg zonder een woord. Rose had hem wel kunnen doden, maar, zo vond ze, dat was te weinig lijden. Ze moest hem terugbetalen voor alle haar aangedane pijn. En ze wist hoe. Die avond gingen de Kleins uit en Rose moest, gewoontegetrouw, op Sydney passen. Ze maakte de keuken schoon. Om negen uur ging zij naar Sydney's kamer om hem te zeggen dat het bedtijd was. Ze deed iets wat ze nooit gedaan had: ze gaf hem een nachtzoen. Met haar linkerhand deed ze het lampje naast zijn bed uit en met de rechterhand hief ze een bronzen beeldje op, dat zij uit de huiskamer had meegenomen, en sloeg. Sydney kreunde en rochelde. Toen was het stil. Ze sloeg nog eens en nog eens, liet het beeldje vallen, pakte een jas en het enige geld dat ze nog had: dertig cent en liep de flat uit naar Larry, aan wie ze alles vertelde. „Hier zal mijn vader nooit, nooit overheen komen." Rose had gelijk. Haar vader, moeder en zuster werden met een shock in het ziekenhuis opge nomen. Haar vader kwam het nooit teboven: hij stierf na een paar hartaanvallen. Haar moeder verhuisde en zorgde ervoor dat ze nooit meer gevonden kon worden. De buren hadden medelijden met Rose. „Zij kreeg nooit een kans en dat verwende rotjoch zou iede reen dol maken", zeiden zij. Rose toonde geen berouw en nauwelijks enige emotie. Zij werd, via een opvoedingsgesticht, naar een psychia trische inrichting gezonden. De psychiater zegt dat hij weinig hoop heeft dat Rose nog ooit geschikt zal worden om de maatschappij in te gaan en de directeur zegt: „Haar leven is volkomen vernield Copyright The Guardian Niettemin kunnen deze strij ders voor het openbaar ver voer voorzichtig optimistisch zijn. Genoeg kiezers zijn tegen de auto om nog meer autowe- rende maatregelen af te dwin gen. Bij tussentijdse verkiezin gen in Parijs voor het parle ment haalde een milieulieven- de kandidaat 70 pet van de stemmen en bij de gemeente lijke verkiezingen hielpen de milieubeschermers veel kandi daten van de regering te ver slaan. Op de lange duur hoopt men dat de hernieuwde belangstel ling voor het openbaar ver voer, die al gebleken is uit het grotere busgebruik, nog ver hoogd zal worden als nog meer rijbanen voor de bus worden gereserveerd en dank zij de strikt voor voetgangers opengestelde stadsdelen, die nu nog wat dromerig gepland worden rond de Hallen, langs de Rive Guache en rond de belangrijkste stations. De belangrijkste factor blijft echter de prijs van het bus kaartje. In 1952 gingen 470.000 mensen dagelijks met de bus. Toen een éénsoortig kaartje voor bus en metro ingevoerd werd, begon dit te dalen. In de volgende jaren bleef maar 40 pet. van de busreizigers over. In juli van vorig jaar werd een maandabonnement ingevoerd. Voor slechts 45 franc (27 gul den) mag men met dit abonne ment ongelimiteerd gebruik maken van bus en metro. Het abonnement had groot succes. Voor het eerst sinds jaren gin gen kantoormensen weer met de lunch naar huis per bus. De bussen raakten zelfs over vol en er moesten 200 nieuwe ingezet worden. Met een duur der abonnement kan men ook naar de verder afgelegen voor steden rijden. Forensen beta len nu ongeveer de helft min der voor dë bus dan voorheen en dat maakt het voor hen onvoordelig hun auto te ne men. Ook de metro heeft uit breidingsplannen, de grootste in 70 jaar. De voorstanders van het open baar vervoer wachten nu wan hopig op de dag waarop ze kunnen aankondigen dat de automobilist is overgestapt op bus en metro. Tot die tijd is er een ware oorlog te ver wachten tussen Parijs en de auto. Paul Webster (Copyright the Guardian) Het overschrijden van de parkeertijd komt in Parijs op een zware boete te staan. Hier een .aubergine' in actie op de Champs Elysóes. PARIJS De miljoen auto's van Parijs die daar zo langza merhand de baas waren ge worden, zullen dat niet voor lang meer zijn. Een Parijze- naar in het vervoerswezen zegt: „Als u de datum wilt waarop het tij zich heeft ge- ]keerd tegen de auto, kiest u dan maar 1976. Of om zeker te zijn 1977". Zo zeker lijkt 1977 echter ook niet, zeker niet tegen de 'avond, wanneer alle 750.000 wagens die verder de hele dag geparkeerd staan - plotseling weer beginnen te rijden allemaal tegelijker- tijd. Binnen de kortste keren zit alles dan ook muurvast en zelfs de nieuwe rijbanen voor de bus bieden geen uitweg naar huis. Jean-Claude Delarue, voorzit ter van de federatie van tran sportgebruikers, noemt dit het .Groucho Marx-fenomeen: de zelfvernietigende comédie hu- maine van twee tegengestelde krachten. De ene kracht wordt gevormd door de mensen die nog steeds werken aan wijlen president Pompidou's plannen om de stad aan te passen aan de auto. De andere kracht zijn de mensen die, in navolging van president Giscard d'Es- taing, de auto zien als niets meer of minder dan een mon ster. Zo op het eerste gezicht lijken publieke opinie en economie tegen de automobilist te zijn. Uit een recente opiniepeiling bleek dat 78% van alle Parij- zenaars de auto geweerd wil zien uit hun binnenstad. Van de vrouwen wil 65 pet. dat de auto helemaal uit Parijs ver dwijnt en dat het openbaar vervoer gratis wordt Het ze vende vijfjarenplan, dat on langs van start ging, omvat veel vriendelijke maatregelen voor het openbaar vervoer. Zo is er een plan een tol te heffen op alle toegangswegen naar Parijs en meer geld beschik baar te stellen voor de aan koop van bussen en metrotrei- nen. De RATP, de in 1948' opgerichte vervoersmaat schappij van Parijs, jubelt over een plotselinge verande ring in een van de dagelijkse gewoonten van de Parijze- naars. Het busgebruik ging binnen een paar maanden met sprongen omhoog: 50 pet over het geheel genomen, en zelfs 150 pet. op de belangrijkste lijnen. Om de autobezitter zo veel mogelijk het gebruik van zijn .monster' te bemoeilijken laat de gemeenteraad 50.000 extra parkeermetersneerzetten, daarbij zelfs oprukkend tot in de rustige voorsteden. Volgens een ander plan dat nog op tafel ligt, zouden alleen auto mobilisten die een garage heb ben hun wagen binnen de stad mogen brengen. De hele verkeersstroom van Parijs zal herzien worden, zo dat het blijkbaar onmogelijk wordt in de binnenstad te stoppen. Te lang parkeren bij een meter gaat 500 franc 250) kostea Er zijn ongeveer een miljoen auto's in Parijs. Daarvan hoeft maar minder dan de helft, 400.000, tegelijkertijd te rijden om de boel volkomen vast te zetten. Toch is nog niet bewe zen dat de maatregelen die al genomen zijn of nog genomen worden dat aantal drastisch zal verlagen. In tien jaar is het aantal auto's met meer dan 50 pet. gestegen. De gebruikers van die auto's negeren de parkeerverbods borden over het algemeen, en er is trouwens weinig reden om die borden serieus.te ne men. De .aubergines', de in paarse uniformen gestoken uitschrijf- sters van bonnen, jagen vooral in het centrum op foutpar- keerders. Zelfs met de hulp van de gewone politie zijn er nog niet genoeg om te voorko men dat 120.000 auto's ver keerd geparkeerd worden. De politie ontkent dat er niets gedaan wordt. „De automobi listen denken dat we maar een op de vijf beboete foutpar- keerders ook werkelijk vervol gen", zegt een woordvoerder. „We hebben een achterstand van 18 maanden met de nog te innen boetes. Menig fout- parkeerder zal dus een schok krijgen wanneer de eis tot be taling in zijn bus glijdt. Parijs verdient overigens een aardige duit aan de parkeerboetes: Zo'n 360 miljoen franc 180 min.) per jaar. Voorstanders van het openbaar vervoer me nen echter dat er altijd wel genoeg rijke Parijzenaars zul len zijn die zich zelfs de hoog ste boete kunnen veroorloven. Het auto- en parkeerprobleem in Parijs is geen zaak van alleen maar de grote boulevards. Alle straten krijgen hun deel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17