weekpuzzel door dr. Pluizer
-i
postzegels
I
dierenportret
oplossing vorige puzzel
511
n
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 23 APRIL'
Af
De prijswinnaars van de puzzel van vorige week zijn:
Twaalf gulden vijftig:
A. W. N. van Wieringen, Rijndijk 31, Hazerswoude.
Zeven gulden vijftig:
Mevrouw C. C. de Vos-Schuyt Korenbloemlaan 37, Oegstegeest.
Vijf gulden:
C. Hocks-Vorst, Meerburgerstraat 11, Leiden.
De prijzen worden binnen drie weken per cheque toegestuurd.
Oplossingen onder vermelding van „Puzzel 16" vóór woensdagmiddag
twaalf uur opsturen naar:
Leidse Courant, Postbus 11, Leiden.
NR. 16
CRYPTOGRAM
HORIZONTAAL:
I Kiekje van een doorgang in de bergen?
(7);
4 Zo te zien houdt hij in het klooster
de eieren warm (7);
8 Hetgeen gewoonlijk usance is in een
leger (5);
9 Wat er nog meer volgt na de bruid
(7);
10 Het vergezellen van die lege bus was
een afleidingsmanoeuvre (7);
II Zijn pootjes maken rimpeltjes (5);
13 Zo'n oormerk is niet fraai (5);
14 Door dat dringend verzoek is tante
in staat gesteld bij dit overheidsorgaan
gehoor te krijgen (9);
16 Schikking van 8 verticaal (9);
18 Afbraak van beddegoed (5);
20 Vruchten van hout (5);
21 Hij zat roerloos toen men vertelde
welk een beeld de bode had (7);
23 Een muzieknoot laat zien dat wij
ermee dwepen (7);
26 Ze ontvangt de hele pot (5);
27 Dat dier huilt krokodilletranen (7);
28 Sterk smakende vogel (7).
VERTICAAL:
1 Dit aanzicht moet u voor lief nemen
(7);
2 Dat soort van vet heeft voor het kleine
kind een minder prettig gevolg (7);
3 Dit maakt uw reis langer (9);
4 Die troep maakt er met recht een troep
van (5);
5 Bezittelijk gewicht (3);
6 Beesten zonder kippenhok (3);
7 Is er via die impresario nog een herha
ling van dat optreden te bewerkstelli
gen? (7);
8 Afmeting van een schrijflijn (9);
11 Men stak 'r slechts een kleinigheid
in (5);
12 Hij mag wel in de ruimte zwammen
(9);
15 De soldaat liet de dieren los (9);
16 Zo te zien is zij erg gesteld op dat
Engelse eiland (7)
17 Zo schoon als deze rivier klinkt is hij
beslist niet! (3);
19 Een spel voor schilders (7);
21 O, bent u bezig met het storten van
dat bouwmateriaal? (5);
22 Hier komt de Spaanse edelman om
ze een twaalftal te doen vormen (5);
24 Hij geeft een rondje aan vader (3);
25 Zulk een hoeveelheid maak 'k niet in
één keer op! (3).
In deze rubriek zijn u de laatste
maanden een aantal spellen ge
toond. waarin de leider ogen
schijnlijk lage kaarten snel tot sla
gen wist te ontwikkelen, waarbij
het loser-on-loser principe een
voorname rol speelde. Easley
Blackwood heeft in het Bulletin
van de American Contract Bridge
League een aantal artikelen aan dit
onderwerp gewijd, waarbij hij tot
de conclusie kwam dat er op dit
gebied bijzonder weinig in de lite
ratuur wordt vermeld.
Een moderne term die hierbij ge
bruikt wordt is: ontdekking (disc
overy) en Blackwood zegt daarbij
dat bridgers graag dit soort crypti
sche omschrijvingen gebruiken om
ze het gevoel te geven dat ze iets
weten, wat normale stervelingen
niet kunnen weten. Ontdekken wil
zeggen: uitvinden wie wèt heeft en
is zo oud als het spel; alleen de
naam is nieuw. Het wil ook nog
wel eens helpen:
H 108
H V 2
CA 10 8 7
A 53
>42 m 75
b 1097 ia# n 8 64 3
54 3 w7° HB62
H B 9 2 1076
AVB963
A 5
V 9
V84
Nadat Noord met 1 SA had geo
pend legde zuid tenslotte aan in
6 schoppen. West kwam uit met
hartenboer en een vluchtige analy
se leert, dat op de derde harten,
van noord een ruitentje kan wor
den geparkeerd, zodat het slagen
van het contract afhankelijk lijkt te
zijn van de situatie in klaveren. Als
oost de heer heeft, wordt het ge
maakt en anders gaat het down.
Maar zuid besloot te proberen iets
met de wie-heeft-wót methode te
gaan doen. Hij nam de eerste slag
in de hand, permitteerde zich de
luxe van één troef ronde en ver
volgde met ruitenvrouw. Toen west
hierop laag bijspeelde kwam zuid
tot de conclusie, dat hij iets had
ontdekt. West kon ruitenheer of
-boer hebben, maar zeker niet alle
bei! En dat was eigenlijk alles wat
zuid behoefde te weten. Het spel
zou met vrijwel 100% zekerheid
worden gemaakt.
In noord werd het aas gelegd en
de hoge hartens werden "gei ncas-
seerd. Op de derde harten ver
dween ruiten 9 en de drie nu
gelijkwaardige ruiten in de dummy
hadden nog slechts de heer en de
boer boven zich, die, de ontdek
king!, hetzij verdeeld, hetzij beide
bij oost zaten.
De leider vervolgde met ruiten 10,
met de bedoeling een klavertje af
te gooien als oost niet dekte. Oost
speelde echter de boer en zuid
troefde. Met een tweede troef werd
nu overgestoken naar noord, waar
na ruiten 8 op tafel kwam, weer
met de bedoeling een klavertje
weg te doen als oost laag bijspeel
de.
Oost produceerde evenwel de heer
en _uid troefde nogmaals af. stak
over naar noord en op de nu hoge
ruiten 7 verdween een klavertje.
Zijn speelwijze om te proberen te
ontdekken wie wat had, bleek aan
zienlijk beter, dan te hopen dat
oost met klaverheer was begon
nen.
Het vrij spelen van lage kaarten is
een fascinerende zaak. In een vol
gende rubriek kunt u enig goo
chelwerk van Belladonna op dit
gebied verwachten.
We besluiten de serie over Raman
met drie partijen die door een
slagzet worden beslist. Het eerste
diagram is een studie van Raman
waarin 1.34-30 uiteraard vraagt om
I. 20-25? En nu de fraaie
afwikkeling 2. 27-22! een verras
sende zet. zo uit de problematiek
afkomstig, 2. 18x29 3.39-34
23x32 4.34x14 25x45 5.5(W4 9x20
6.44-40 45x34 7. 43-38 32x43
8.48x6!!
De Antwerpenaar A. Lek is de
auteur van een lokzet, zie tweede
diagram. Zwart haalt er na 1.27-22
een damzet uit: 1. 23-29
2.34x14 25x34 3.14x25 8-12
4.39x30 21-27 5.32x21 16x47. Maar
dan de ontknoping: 6.37-31126x37
7.42x31 47x50 8.43-39 50-33
9.28x39 17x28 10.25-20 15x24
II.30x6! Schitterend.
Een damzet van zeven zetten diep
haalde L J. van Horn uit in zijn
partij tegen J. van Gerritse, zie
derde diagram. 1.32-28! 22x35
n I
tl
1 S i i l
I 1' 1
IR H j
tt jb 11
itt Ét 1
mi mm ss
m m m m
i .1 m m
s m s m m
IÉ tst ii IS
2 M S3 e
b ,a
m Kt
M
és m m
I it I
B J» H tl JÉ
...,N v W"
c v
diagram nr. 1
2.45-40 35x44 3.50x39 29x40 4.39-
34 40x29 5.26-21 16x27 6.38-32
27x38 7.42x4!
Na dit slaggeweld nog twee rustige
standjes, een Frans en een Rus
sisch eindspel, beide uit de jaren
rond 1941. De cijferstand van het
Franse eindspel luidt: wit: 13,15,35
en dam op 20; zwart: 3,5,16 en 37.
De oplossing (alle zetten voor
zwart zijn gedwongen!): 1.20-47
16-21 2.35-30 21-27 3.30-24 27-31
4.24-19 31-36 5.19-14 36-41 6.47x36
37-42 7.36-47 42-48 8.13-8 3x12
9.47-42 48x10 10.15x4 12-17 11.4-
15 17-22 12.1583 22-27 13.33-28
en wint.
De Rus V. T. Sjosjin stelde een
diagram nr. 3
knap eindspel samen, met een
zeldzame eindstand, een soort
zelfmat. Men zette de stand op:
wit: 35,43,45 en dam op 3; zwart:
29,34 en dam op 25. De stille
eerste zet 4338 brengt zwart in
zetdwang.' 34-39 is gedwongen en
nu verrassend 35-30! 25x34 en
3-25 en zwart staat mat!
Wanneer men in de gelegenheid
is een „Amerika"-verzameling door
te nemen, krijgt men een goed
beeld van de belangrijkste gebeur
tenissen die zich in de geschiede
nis van dat land hebben afge
speeld. Belangrijke feiten, gebeur
tenissen en personen worden bij
jubilea vaak met de uitgifte van
een bijzondere emissie herdacht,
al spreekt het haast vanzelf dat de
Amerikaanse PTT overstelpt wordt
met aanvragen om iets of iemand
met een bijzondere emissie onder
de aandacht te brengen, waarbij
dan een zeer scherpe selectie
moet worden toegepast.
Een van de gebeurtenissen die
zeker de uitgifte van een bijzonde
re uitgifte wettigt is de eerste
transatlantische vlucht van Charles
August Lindbergh met het vlieg
tuig „Spirit of Saint Louis". Deze
vlucht ving aan op 20 mei 1927,
dus dit jaar vijftig jaar geleden.
Daarom verschijnt er op 20 mei
as. een bijzondere zegel van 13
c. die deze vlucht nog eens onder
de aandacht brengt. Het ontwerp
is van de hand van de in Amerika
zeer bekende schilder E. Cunning
ham uit Fort Worth in Texas. Deze
kunstenaar geniet grote bekend
heid door zijn stukken die zich in
hoofdzaak beperken tot scènes op
lucht- en ruimtevaartgebied.
Op de zegel ziet men de „Spirit
of Saint Louis" laag boven het
water tussen Nova Scotia en New
foundland tijdens het negende uur
van de vlucht. De ondergaande
zon is zichtbaar achter de rechter
vleugel van het toestel. Verder op
de zegel de tekst „50th Anniversa
ry Solo Transatlantic Flight". De
zegel werd gedrukt in de kleuren
geel. helrood, cyaan en verschil
lende tinten zwart.
Op de daq dat deze zegels zullen
•schijnen zal de directeur-gene
raal van de Amerikaanse posterij
en, F. Bailar, een album dat deze
herinneringszegel bevat overhandi
gen aan de weduwe van Charles
A. Lindbergh.
Een blokje van vier herdenkingsze-
elk ter waarde van 13 c.,
verscheen op 13 april j.l. Deze
zegels hebben als motief kunst
voorwerpen vervaardigd door de
Pueblo indianen, afkomstig uit het
zuidwesten van de V.S. De Pueblo
indianen waren bekend om hun
vaardigheid bij het maken van ke
ramiek, en elk van de zegels toont
dan ook een werkstuk van een van
de Pueblo-stammen. De vier stam
men die zich bezighielden met de
pottenbakkerij zijn de Zia, de Aco-
ma, de San lldefonso van Nieuw
Mexico en de Hopi uit Arizona. De
in Nieuw Mexico geboren schilder
Ford Ruthling heeft een studie
gemaakt van de cultuur van de
Pueblo indianen. Bij het vervaardi
gen van het ontwerp voor de ze
gels had hij vooral als doel de
schoonheid van de Indiaanse
kunstvorm zoveel mogelijk tot zijn
recht te laten komen. De keramiek
die werd uitgekozen om op de
zegels te worden afgebeeld, werd
vervaardigd tussen 1860 en 1920
door onbekende pottenbakkers, en
bevindt zich nu in musea te Arizo
na, Nieuw Mexico en Colorado. Op
de zegel ziet men tevens de naam
van de betrokken stam en de
plaats waar het afgebeelde voor
werp zich bevindt.
In dit kader van jubilea en herden
kingen in de V.S. past het ook
melding te maken van de eerder
verschenen zegel ter gelegenheid
van het eeuwfeest van de geluids
registratie. Als wij onze huidige
stereo- of quadrofonische installa
tie in werking stellen, staan we er
niet bij stil dat het nog maar
honderd jaar geleden is, dat dit
alles nog in zeer prille kinder
schoenen stond. Om dit feit nog
eens onder de aandacht te bren
gen verscheen in de V.S. een zegel
van 13 c. met als motief Edison's
fonograaf uit 1877. Het ontwerp is
van Walter Einsel uit Westport,
Connecticut, die ook een aandeel
had in het ontwerp van de electro-
nica-zegels in 1973. De banier op
de afgebeelde fonograaf heeft als
tekst „Centennial of Sound Recor
ding".
Evenals in ons land kent men ook
in de V.S. zegelverkoop via de
zogenaamde „boekjésautomaten".
Ten behoeve van deze automaten
verscheen een nieuw boekje met
een zegelinhoud ter waarde van
een dollar. De uitgifte van dit
boekje viel samen met de 19e
internationale filatelistische ten
toonstelling Interpex 77, georgani
seerd door de Amerikaanse vereni
ging van postzegelhandelaren. Het
boekje bevat een blokje van acht
zegels, bestaande uit zeven van 13
c. en een van 9 c.. zodat de totale
waarde precies een dollar be
draagt. De zegel van 13 c. is nieuw
ontworpen en toont de Amerikaan
se vlag en het Capitool. Voor de
zegel van 9 c. maakte men gebruik
van bestaande ontwerp van de
zegel met als onderwerp „vrijheid
van vergadering", echter nu op
een witte in plaats van de eerder
gebruikte grijze achtergrond.
ic°jr<
Een van mijn schaakvrienden zond
mij de volgende stand uit een
kompetitiepartij. Hij meende daar,
ondanks een pion achterstand,
winstkansen in te hebben.
Wit: Kf2, Pe2, pionnen: a3, c3, g4.
Zwart: Kc4, Lbl: pionnen: a7. c7.
(Zie diagram 1).
Men was gevorderd tot de 41e zet
en nadat wit op de 42e en de 45e
zet een zekere remise had ver
zuimd, kwam zwart gewonnen te
staan, verwisselde twee zetten en
de partij eindigde in een vreedza
me remise. En nu was de vraag
of zwart terecht winst mocht ver
wachten.
Wit heeft een gezonde vrijpion
meer die eventueel ten koste van
de loper kan doorlopen. Maar
zwart kan zich intussen te goed
doen aan de witte pionnen en dan
staat het paard ver verwijderd van
het strijdtoneel. Zwart redeneert
terecht: „Ik sta weliswaar een pion
achter, maar die pion op a3 kan
ik veroveren en dan heeft mijn
a-pion vrij baan". Al met al zou
men geneigd zijn zwart de beste
kansen toe te kennen. Maar nu
roepen we onze eindspelkennis te
hulp en zien dan dat de loper de
verkeerde kleur heeft ten opzichte
van de a-pion. Wit kan rustig af
stand doen van zijn gehele krijgs
macht in ruil voor de zwarte c-pion
en de toegang voor zijn koning
naar het hoekveld al.!
Als zwart op winst wil spelen moet
hij beginnen met: 1..., c5, want na:
1...., a5 kan wit al direkt remise
maken met: 2.Pd4, c5 3.Pe6 Kc3:
4.Pc5:,... en wit wint ook nog de
a-pion. Datzelfde geschiedt als
zwart direkt op de a-pion afgaat:
3..., Kb3 4.Pc5:+, Ka3: 5.Pb7,...
Ook: 3..., Kd5 4.Pf4+,Ke4 5.Pe6, c4
6.Ke2,... haalt niets uit. Hiermede
>P
d.'
er ij
Diagram nr. 1
is wel voldoende aangetoond dat
zwart moet beginnen zijn c-pion
op te spelen om het witte paard
van het veld d4 af te houden. Dus:
1..., c5 2.Ke3, a5 3.Kd2,... Nu dreigt
wit al onder aanval op de loper
het hoekveld te bereiken. Boven
dien lonkt het paard nog steeds
naar pion c5. Zwart vervolgt dus
met: 3..., Kb3. Met het oog op de
eindspeltheorie zou nu de juiste
voortzetting voor wit zijn: 4.c4!,.„
Zwart kan dan niet op c4 nemen
op straffe van het binnendringen
van de witte koning naar b2, waar
na het paard op c3 komt en wit
een onneembare vesting heeft ge
bouwd. Gaat na: 4.... Kc4: 5.Kc1,...
de loper naar d3 met aanval op
het paard dan komt: 5.... Ld3
6.Pf4,... en gaat wit zijn paard
offeren voor de c-pion en daarna
komt zijn koning altijd in de hoek.
In de partij speelde wit: 4.Pc1+,-
Ka3: 5.g5, c4 6.Ke3?,... en stond
toen ineens verloren! Zwart had
hier moeten spelen: 6.... Lg6 waar
na het paard verloren gaat voor de
a-pion. Hij hapte echter te snel toe
en vervolgde met: 6..., Kb2 waarna
Diagram nr. 2
de partij als volgt remise liep:
7.Kd4, a4 8.Kc4.\ a3 9.Kb3. Kc1:10.
Ka3: .Kd2 en de zwarte koning liep
naar de g-pion en de loper kon
de witte c-pion tegenhouden met
een vreedzame remise. En zo
kwam alles dus op zijn pootjes
terecht.
Ik ben u nog schuldig hoe wit na
de 4e zet van zwart toch nog
remise had kunnen houden. Dan
is de volgende stand ontstaan:
Wit: Kd2, Pel; pionnen; c3, g4.
Zwart: Ka3, Lb1; pionnen: a5, c5.
Wit had dan moeten vervolgen
met: 5.Pd3+Ld3: 5.Kd3:. Kb2 7.g5,
a4 8.g6. a3 9.g7, a2. 10.g8D, alD
en dat is dan net niet te winnen,
voor wit wel te verstaan.
Indien zwart niet neemt op d3,
maar:..., c4 speelt, dan komen we
weer terecht bij de eindspeltheorie
en moet volgen: 6.Pe5, Kb3 7.Kc1.-
Le4 8.Pc4:, Kc4: 9.Kb2,... en wit
heeft weer de remisepositie be
reikt.
Op het moment dat dit wordt ge
schreven is de strijd om het kam
pioenschap van Nederland begon
nen, zonder Sosonko die zich we
gens vermoeidheid heeft tij
trokken. We komen daarop
hand wel terug.
Intussen hebben we tijd,'
aandacht te besteden aan I
grip „oppositie". Ook zo'l
spelbegrip, dat dikwijls een f
hulp kan zijn.
Zet maar eens de stand: \AtJ{
Zwart: Kf6 en pion: g6
bord. Om niet te verliezen ri
de oppositie innemen door?
f2!.... Indien nu de zwarte j
naar f5 gaat dan blijft a-
koning de oppositie (Kf3) v^e
met zijn koning naar g3 g«oe.
De volgende studie van'
Mandler, La Strategie 193u0
hetzelfde principe gebouwd
Wit: Kei; pionnen: g4,,ht
Zwart: Kf6, pion: g6'
Wit begint en wit wint. (v
9'am 2). SJ
Als wit nu op f2 de
inneemt, dan gaat net fou j.
zwart beschikt over een ta
manouevre: 1.Kf2, Kf7 2.kL
3.Kf4,... wit heeft nu welisw
oppositie, maar: 3....
4.hg5:+,Kg6 doet zwart zi;
terugwinnen en daarna is i.
wit niets meer te bereikeij
als zwart de oppositie bere^-
wit ook niet winnen. Ir
1.Ke1-d2!,... Ook dat is opT
1Kf6-e6 2.Kd2-e2!,
3.Ke2-d3, Kf6-e7 4.Kd3*3!.s2
5.Ke3-d4,... diagonale opt
5. Kf6-e6 6.Kd4-e4, Ke6-f6?p
d5, Kf6-f7 Nu heeft zwart we0"
de oppositie, doch moet di?
weer afstaan: 8.g4-g5,
9.Kd5-e5,... en de witte
dringt de zwarte stelling -f1^1
verovert pion g6 en wint !~g
sloffen! L
Kunnen insecten spreken?
Wanneer we het hebben over com
municatie, over spreken of het
overbrengen van berichten, zullen
we gauw geneigd zijn te denken,
dat dat altijd net zoals bij ons
mensen, met de mond moet ge
beuren. Dat is trouwens niet zo
vreemd, want onze mond is het
meest gebruikte orgaan voor de
menselijke communicatie, waar
naast de handen, de ogen en de
gezichtsuitdrukking slechts een se
cundaire rol venrullen.
In de insektenwereld liggen deze
zaken wat anders. Daar maken we
kennis met een voor ons bijna
onbekende vorm van communica
tie, namelijk door middel van de
reuk.
Dat is voor insekten de meest
voorkomende en de meest effectie
ve manier om soortgenoten een
bepaalde mededeling te doen.
Want dat is een ding dat alle
insekten gemeen hebben: het ver
mogen en de behoefte om in be
paalde levensperioden contacten
te leggen met hun soortgenoten.
Ze moeten in staat zijn om elkaar
te laten weten waar bijvoorbeeld
voedsel te vinden is, of elkaar te
waarschuwen voor vijanden en an
dere gevaren. Ook is het van be
lang dat ze leden van hun kolonie
kunnen onderscheiden van vreem
delingen.
Het ingewikkelde leven van insek
ten, de vele facetten ervan, zoals
het leven in staten of kolonies, van
de sociaal levende insekten en het
leven van de zogenaamde solitai
ren, is voor de mens zo eindeloos
boeiend, dat er vele boeken mee
volgeschreven zouden kunnen
worden. Het heeft bij de insekten
zelf geleid tot de ontwikkeling van
een bijzonder gecompliceerd com-,
municatiesysteem. Zoals al ge
zegd, is het reukvermogen bij in
sekten zeer goed ontwikkeld, zelfs
zo goed dat scheikundige stoffen,
waarvan soms maar enkele mole
culen in de lucht aanwezig zijn,
een belangrijke rol spelen.
Wanneer een insekt een scheikun
dige stof gebruikt als mededeling
voor een soortgenoot, noemen we
die stof: feromoon.
Binnen een grote gemeenschap als een bijenvolk speelt de communicatie een/5
rol
Zo'n feromoon kan zowel uit een
scheikundige stof bestaan als uit
meerdere en combinaties daarvan.
De meeste feromonen worden
door het insekt zelf gevormd, door
speciale klieren, die zich op ver
schillende plaatsen van het li
chaam kunnen bevinden, bij de
mond, op de vleugels of op het
achterlijf. Er zijn echter ook fero
monen, die niet door het insekt,
maar door bladeren van bepaalde
bomen gevormd worden.
Het insektelichaam, althans het ze
nuwgestel ervan, reageert blinde
lings op deze feromonen, zonder
dat daarbij het denkvermogen ge
bruikt wordt. Ook wanneer de geur
van een bepaald voedsel het reuk
orgaan van een insekt bereikt, zet
het zenuwgestel alle spieren in
werking om het dier naar dat voed
sel toe te bewegen. Daarna, zon
der dat het insekt het feitelijk in
de gaten heeft, beginnen de mond-
delen te werken om het voedsel
af te bijten, fijn te kauwen en door
te slikken.
Ook wordt de communicatie door
middel van feromonen gecombi
neerd met een soort „seinen" van
voelsprieten en antennes. Geluiden
maken slechts enkele soorten in
sekten, zoals de krekel, die een
geluid maakt, waar de vrouwtjes
op af komen. Bij andere soorten
maken de wijfjes weer geluiden,
om de mannen te laten weten waar
ze zich ophouden.
Bij de honingbijen maken we ken
nis met een hele andere vorm van
communicatie, namelijk: de lucht-
dans, waarmee een bericht gege-
ven wordt. Dit is niet zo man
dans van blijdschap of i
maar een vrij c
deling waar zich
De rondedans, bijvc
bericht, waarmee een bij mt^
dat er dichtbij de korf vo<7g'
vinden is. De dans bestaat 75
aantal kleine cirkels, steec75
naar rechts en dan naar lin)75
Daarnaast is er de „kwispr 7e
dans", een zeer inge«75
dans. die uit een soort ci»75
staat, door een rechte lijn ed
door gedeeld. De dansen. 7'
hiermee, dat er op groterei 6S
van de korf voedsel te vid7C
Door verschillende uitvd71
van deze dans is zij in 7C
afstand tot de korf en d
waaronder gevlogen moet*
te beschrijven.