Massaal spelevaren
fa-vakantieoord
halve eeuw oud dankzij bioscoopcollecte
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Als de plannen doorgaan, die
beogen belasting te heffen op het watertoerisme,
zou dat in het recreatiebeleid van de overheid een
principiële ommekeer betekenen. Tot nu toe im
mers kent ons land alleen regelingen die voorzien
in de verlening van subsidie op openluchtrecreatie.
Of de nieuwe vorm van belasting echt nodig is
om het watertoerisme de komende Jaren in goede
banen te leiden, wordt door velen betwijfeld. Maar
dat er maatregelen moeten worden genomen om
het massale spelevaren voor een chaos te behoeden
staat voor iedereen wel vast
Het watertoerisme geeft nog immer een zeer sterke
groei te zien. Volgens tellingen neemt het aantal
boten jaarlijks met 8 procent toe. Als die tendens
doorzet is over enige tijd een drukte denkbaar die
overeenkomt met de huidige toestand op rijwegen.
Nu al zijn er drukbevaren beroepswaterwegen (Am
sterdam-Rijnkanaal), die de watertoerist beter kan
mijden. In het hoogseizoen begint de Friese Jeltes-
loot al filevorming te vertonen. Deze sloot is de
belangrijkste verbinding tussen de meren en plassen
van de Zuidwesthoek en die van midden- en noord-
Friesland en Groningen.
Over de Jeltesloot ligt de ophaalbrug in de weg
Lemmer/Sneek, ook al een drukke route maar dan
voor het wegverkeer. Vorig jaar is een openingstij
denregeling voor deze brug ontworpen die tot doel
heeft de hinder zo eerlijk mogelijk tussen het weg
en waterverkeer te verdelen. Deze regeling dreigt
te mislukken en hoe hoog de nood gestegen is mag
misschien blijken uit de opvatting van de ANWB
dat het aanbeveling verdient om op deze én soortge
lijke plaatsen elders, voor het wegverkeer tunnels
onder de vaart te bouwen. Sterker nog: de eerste
Friese tunnel, die water- en wegverkeer voor el-
kaars overlast moet vrijwaren, bij Uitwellingerga
in de nieuwe Rijksweg Heerenveen/Sneek, nadert
inmiddels zijn voltooiing.
Een probleem dat eveneens nijpend begint te wor
den is de zogenaamde „lintbeboting." Tien jaar
geleden kon de rustzoekende watersporter zijn boo
tje altijd wel ergens kwijt. Er waren legio plekjes
en een naburige boer was altijd wel bereid tegen
een kleine vergoeding in geld of natura een oogje
in het zeil te houden. Nu is dat anders. Het aantal
watersporters is zo groot geworden dat er vrijwel
overal boten van „langparkeerders" liggen.
Mensen die in de weekeinden varen en die hun
schip de tussenliggende weken aan een veilig walle
tje meren. Als gevolg hiervan zijn de gevraagde
vergoedingen fors omhoog gegaan en in veel provin
cies en gemeenten staat de overheid het lang-meren
niet meer toe. „Een oplossing is dat natuurlijk niet,"
vindt de chef van de afdeling waterrecreatie van
de ANWB, Bob Stijger. „Als je de mensen ergens
wegstuurt, moet je wel elders ligplaatsen creëren.
En als die meergelegenheden er nog niet zijn, moet
een noodvoorziening worden getroffen in de vorm
van een overbruggingsperiode met ontheffingen."
Eén mogelijkheid om meer ligplaatsen te maken
blijkt te worden geboden door de Veluwerandme-
ren. Een Overijssels plan on^ ook ten oosten van
de Noordoostpolder een randmeer voor de oude kop
van Overijssel neer te leggen, heeft de volledige
sympathie van de ANWB-waterrecreatie. Onder
meer vanwege de mogelijkheid van jachthaven-
bouw. Maar ook om de drukbevaren route Overijs
sel/Friesland via Giethoorn en de Kalenberger-
gracht te ontlasten.
Een en ander illustreert inmiddels wel dat de
regeringstoezegging dat een "water-toeristisch be
leid" tegemoet mag worden gezien geen overbodige
luxe is. De ANWB is er bijzonder blij mee. Deze
organisatie hoopt dat het beleid ondermeer zal
inhouden dat polders en zinloze uithollingen in het
landschap met water gevuld worden. En ook dat
het zal voorzien in vaarverbindingen tussen nu nog
geïsoleerd liggende plassen, meren en nieuw aange
legde recreatiepiassen. Een rondom afgesloten plas
als die van Bussloo tussen Apeldoorn en Deventer
is een voorbeeld van hoe het niet moet. Ook aan
de huidige praktijk om kanalen die voor de beroeps
vaart niet meer zo interessant zijn af te danken zou
een dergelijk beleid een eind moeten maken.
De ANWB hoopt verder dat op tal van plaatsen
getroffen „onlogische" maatregelen worden tegenge
gaan. Om een voorbeeld te noemen: in sommige
jachthavens bestaat het verbod om scheepstoiletten
direct op het water te lozen, terwijl de toiletten aan
de wal wel direct in de jachthaven uitkomen. Een
andere wens van deze organisatie is dat de overheid
de waterbermen in beheer gaat nemen, net als zij
nu al döet met de wegbermen. Naar het voorbeeld
van de Friese Marrekrite zou zij in het hele land
vrije aanlegplaatsen met primitieve accommodaties
kunnen aanleggen en zodoende het verschijnsel van
de lintbeboting landelijk in de hand houden.
Of de realisering van een effectief watertoeristisch
beleid onvermijdelijk leidt tot invoering van een-
belasting op het watertoerisme wordt, het is al
gezegd, door velen betwijfeld. Volgens Bob Stijger
kan de watertoerist met een dergelijke belasting
alleen vrede hebben als volkomen vast staat dat de
geïnde gelden direct aan het watertoerisme ten
goede komen.
De bekende blauwe kraai met gele snavel en
krakende stem uit het mytylsprookje heeft
nog altijd een beetje werkelijkheidszin wan
neer het gaat om de twee keer per jaar te
houden collecten in alle Nederlandse biosco
pen. In de plaats van de vogel met zijn bij
de al wat ouderen bekende opmerking „dat
kost veel duiten", wordt er nu een filmpje
gedraaid over de Stichting Bio-Vakantieoord.-
De opbrengst mag formidabel genoemd wor
den: een half miljoen, per jaar. Voor 1960,
werd het geld besteed aan de „bleekneusjes",
kinderen uit maatschappelijk zwakkere mi
lieus. In het Bio-Vakantieoord „Het Russen
duin" in Bergen aan Zee hebben sinds de
oprichting van de stichting op 21 maart 1927
ruim 22.000 kinderen genoten van een vakan
tie in de frisse lucht. Toen er bijna geen
bleekneusjes meer waren, verzette de stich
ting in 1960 de bakens en kocht tussen Ooster
beek en Wolfheze een 20 ha groot (bos) ter
rein. Men stichtte er een revalidatiecentrum
en opende er een mytylschool. De collecten
in de bioscopen bleven in de zomervakanties.
Tijdens de dagen voor kerst wordt er gecollec
teerd in alle Nederlandse bioscopen.
op 21 maart 1927 op initiatief van de
'Nederlandse Bioscoopbond opgerichte stich
ting wijzigde in dit (kroon) jaar de naam in
Stichting Bio Kinderrevalidatie. „Onze be
kendheid genieten we echter nog steeds onder
de naam Bio Vakantieoord, en dat is wel wat
vreemd als men weet dat 17 jaar geleden het
accent van dit werk werd verlegd naar de
revalidatie", vertelt directeur Martinot. „Het
komt misschien wel omdat we niet aan de weg
tunmeren. Dat willen we trouwens ook niet,
v/e willen wel ons werk in alle rust doen en
dat kan gelukkig hier midden in het bos".
Het research- en ontwikkelingswerk van de
stichting kent drie belangrijke items: het
gangbeeldonderzoek, de orthopaedische werk
plaats en de mytylschool. „Wat wij hier doen",
aldus de heer Martinot, „mag van landelijke
betekenis worden genoemd. Het werk is direct
gericht op het kind. Ten behoeve van het
gangbeeldonderzoek is een intern universitai
re stuurgroep in het leven geroepen, waarin
de Katholieke Universiteit van Nijmegen, de
Vrije Universiteit van Amsterdam en de T.
H. Eindhoven participeren. Hoewel dit onder
zoek spectaculair genoemd kan worden, is de
behuizing beperkt gebleven tot de voormalige
garage. Nieuwbouw voor dit onderdeel zou
geen luxe zijn".
In het centrum is speciaal ontwikkelde elec-
tronische apparatuur aanwezig (kosten vele
miljoenen guldens) waarmee het looppatroon
van de kinderen kan worden geregistreerd en
het skeletstelsel nauwkeurig kan worden be
keken. Eventuele afwijkingen kunnen op deze
manier snel aan het licht komen. Aan de hand
van in computers opgeslagen gegevens wordt
naderhand een plan voor de behandeling ge
maakt. Dat kan een therapeutische begelei
ding zijn, maar ook een operatie. De resulta
ten van dit onderzoek zijn meer dan bemoedi
gend.
„De acceptatie van het gehandicapte kind in
de samenleving levert gevoelsmatig grote pro
blemen op. Ook voor de gehandicapte zelf.
Ons ontwikkélingswerk heeft daarom het
initiatief genomen tot het stichten van een
zogenaamd oudercentrum. Dit nieuwe onder
deel van het voorzieningenpakket heeft zijn
nut reeds bewezen en bovendien is het aanbod
dermate groot, dat we in de eerste plaats
mensen moeten teleurstellen en in de tweede
plaats is de beschikbare ruimte te gering.
Nieuwbouw hiervoor behoort dat ook tot het
wensenpakket van de stichting", aldus direc
teur Martinot.
In het oudercentrum kunnen ouders van kin
deren met afwijkingen met elkaar in contact
worden gebracht. Men kan met elkaar over
de gezamenlijk problemen praten maar ook
de kwesties bespreken met de staf van de
stichting. Twee andere aspecten van het meer
voudige doel zijn: de overgang van het kind
uit het beschermde huiselijke milieu naar
opname voor langere tijd, en de niet-gehandi-
capte mens vertrouwd doen raken met de
problematiek van de revalidatie. Omdat soms
reeds op zeer jeugdige leeftijd (drie maanden)
afwijkingen geconstateerd kunnen worden,
kan bij opname van een min of meer com
pleet gezin de behandeling al vroeg beginnen
zonder dat het normale functioneren van het
gezin in al te grote mate wordt verstoord. De
orthopaedische werkplaats gaat in vele geval
len hand in hand met mytylschool. Beide zijn
gesticht in 1960, beide ook zijn niet los te
koppelen. De werkplaats heeft veel bijgedra
gen in de ontwikkeling van orthopaedische
apparatuur. Dat is nu nog een ambachtelijke
zaak, maar op den duur wellicht te automati
seren. Daarvoor vindt materiaalstudie plaats
en wordt de vacuumvormtechniek toegepast
„Ook daarvoor worden de collectegelden aan
gewend", aldus directeur Martinot „Zo heb
ben we research verricht omtrent de toepas
sing van titanium, een kunststof met het
gewicht van aluminium, maar driemaal ster
ker dan roestvrij staal. Gebruik van deze stof
beperkt niet alleen het aantal reparaties, maar
omdat het materiaal veel gemakkelijker te
hanteren is, zijn de toepassingen veel groter.
Kortom: met de orthopaedische werkplaats
zijn we enorm blij als onderdeel van een nog
steeds rechtstaand stukje particulier initiatief,
want'(lat is de stichting nog steeds".
In het revalidatiecentrum kunnen thans 180
kinderen worden behandeld. 72 Van hen zijn
intern en gaan voor het merendeel naar de
mytylschool, die thans wordt uitgebreid met
zes lokalen en andere ruimten die voor dit
soort onderwijs onontbeerlijk zijn. De in ge
bruikneming van de nieuwe school moet sa
menvallen met de herdenking van het 50-jarig
bestaan, een evenement dat voor de buitenwe
reld een symposium-achtig karakter zal krij
gen (maar voor de kinderen een groot feest
zal worden) en vermoedelijk plaats vindt in
oktober dit jaar. Behalve aan interne kinde
ren geeft deze onderwijsinstelling onder su
pervisie van het hoofd der school, de heer K.
Klazes, een gerichte leercursus aan externe
kinderen, die met een eigen schoolbus en
eventueel per taxi uit de gehele provincie
Gelderland dagelijks worden gehaald en weer
thuis gebracht Het spreekt vanzelf dat naast
de medische aspecten aandacht wordt ge
schonken aan de terugkeer van het gehandi
capte kind in de maatschappij en aan de
ontwikkeling in de persoonlijkheidsvorming.
Er zijn ook speciale voorzieningen getroffen
voor kinderen die naast een motorische handi
cap een hoorstoornis hebben. De heer Klazes:
„Het onderwijs is een geweldige organisatie,
die van tijd tot tijd aangepast moet worden.
En hoewel je zou denken dat zo'n kind van
situatie naar situatie wordt gesleept, zitten er
meer overlappingen in dan op het oog ver
moed wordt Het onderwijs manifesteert zich
ook als het ineen klinken van doelstellingen.-
Het naar de w.c. gaan kan een functionele
oefening zijn, het kleren aantrekken is ar-
beidstherapie enzovoort. De therapeuten, de
onderwijsmensen en het paviljoen vormen de
eerste ring om het kind".
Het onderwijs heeft geconstateerd dat de bele
vingservaring van het gehandicapte kind klein
is. Tegenwoordig gaan de kinderen dan ook
naar openingen van bruggen, naar de film en
ook naar een weekmarkt Van de uitstapjes
worden bijvoorbeeld fotoreportages gemaakt
voor het visuele herinneringsbeeld. Op deze
manier is de stichting Bio Kinderrevalidatie
volledig ingespeeld op de hedendaagse situa
tie.
JAN VnN KERKVOORDE
Duizenden kinderen hebben in de loop van vijftig jaar genoten
van een verblijf in een Bio-Vakantieoord.