Hobbyisten redden oud ambacht van wisse dood Voor de zon van 1977 een lichtgewicht-bril „We hebben nauwelijks nog de tijd voor de afwas" Links: „Jawel hoor, u leert het wel. Alles kost tijd". Een bemoedigend woordje van de vakman voor een van zijn cursisten. Rechts: „We zijn zo enthousiast dat we thuis alleen maar met uit elkaar gevallen boeken lopen te knoeien. Er is nog net tijd voor de afwas", zegt een van de cursisten. transparante tinten. Aldus Do van der Kleij, brilmodekenner- nummer-één, opticien in de Haagse Panderpassage. „Overigens moet je, als je het woord brilmode in de mond neemt, onderscheid maken tussen twee typen: de door zijn kleur, vorm enzovoort mo- debepalende bril en de brillen die jaarlijks worden getoond door modehuizen als Dior, Cardin en Ricci. Deze ontwer pers storen zich niet aan mo debeelden. Zij tonen een eigen gezicht, komen met eigen mo dellen, eigen kleuren en eigen foefjes. Daarnaast is er nog een buitengebeuren dat de mo de enorm kan beïnvloeden; de gebrilde prominent. Het begon indertijd met de toenmalige minister-president De Jong: het „halve" brilletje veroverde Nederland. Maar neem nu Hans Wiegel. Die man draagt een (normaal onverkoopbare) a-modieuze bril. Maar omdat Hans Wiegel hem draagt is het een kassucces. Zo is de bril die ik een tijd geleden heb ont worpen voor autocoureur Gijs van Lennep ook een topper geweest. Voortekenen van een even groot succes zijn er voor wat betreft de bril die die formule-1-rijder Nicky Lauda draagt (een pracht-bril overi gens, ontworpen door een van de beste ontwerpers). Voor wat de dames betreft is er een enorme vraag naar een bril „als van Lous Haasdijk". Wan neer Grace Kelly, Sophia Lo- ren of noem maar op een be paald soort bril opzet, gega randeerd dat er dan tallozen zijn die er ook zo een willen hebben". „Maar lang niet iedereen kan bijvoorbeeld een Lous Haas- dijkbril hebben. Er zijn tal van factoren die meespelen bij de keuze van een goed model bril en dat geldt dus ook voor zon nebrillen. Hoe is de vorm van het gezicht? Is de vrouw een chic of een sportief type? Zo moet een vrouw met een smal gezicht zeker geen bril met vierkante glazen hebben, maar een grote bril met anders ge vormde glazen zal haar uitste kend staan. Een bol gezicht vereist weer die vierkante gla zen" „De kleur van de glazen wordt steeds lichter. Dat komt door dat een zonnebril niet meer alleen wordt gebruikt als be scherming tegen de zon. Het is een mode-accessoire geworden dat men ook op de neus wil hebben op andere plaatsen dan het zonnebad. Daarnaast veroveren de gradiëntglazen (in kleur verlopend van licht naar donker) een steeds groter deel van de markt Voorts zijn de verkleurende glazen (licht binnenshuis en donker in de zon) niet meer weg te denken. Deze zonnebrillen zou ik ech ter een „gewone" brildrager niet willen aanraden, zeker niet wanneer hij of zij sterke glazen nodig heeft. Die ver kleurende glazen kunnen na melijk alleen worden gemaakt van gewoon glas, terwijl de glazen in zijn niet getinte bril zijn vervaardigd van kunst stof. Dit materiaal is namelijk veel lichter. Maar doordat die verkleurende glazen niet van kunststof kunnen worden ge maakt en er dus gewoon glas aan te pas moet komen, wordt zo'n bril bijzonder zwaar. Deze mensen kunnen beter een niet- verkleurende zonnebril kopen met (geslepen) kunststof gla zen". „De polaroid-zonnebril verkoop ik niet Ik ben niet tevreden over het procédé dat voor deze bril (en dat nu ook door enkele andere fabrikan ten wordt gebruikt) wordt toe gepast. Die brillen zijn alleen goed voor vissers. Polaroid- brillen nemen namelijk wel de horizontale schittering (zoals op een wateroppervlak) maar niet de verticale schittering (als op een autoruit) weg. Bo vendien zie je in de autoruit vlekken, die weliswaar in de ruit zitten, maar door de pola- roidbril zichtbaar worden." „Gemiddeld wordt eens per twee jaar een zonnebril ge kocht. Het is een artikel dat meer wordt zoekgemaakt dan gebroken. Je kunt ze in alle prijsklassen krijgen. Maar voor een zonnebril die lekker zit. die voldoet aan de eisen die jer aan mag stellen, voor de super-zonnebril dus, moet je toch gauw 80 tot 100 gulden uittrekken". De zonnebril naar het model van de kijkglazen die Nicky Foto's Simon E. Smit Lauda draagt belooft een groot succes te worden. SCHEVENINGEN De hoe veelheid leesvoer die dage lijks van de persen rolt is met geen pen te beschrijven. Het drukken is echter niet de eni ge bewerking die van maagde lijk papier en inkt een literair hoogtepunt, een technische verhandeling of een gefanta seerde avonturenroman maakt. Het binden van de aan het papier toevertrouwde in formatie maakt deze pas lees- en handelbaar. Aangezien de ze handeling bijna volledig is geautomatiseerd, dreigt het hand-boekbinden uit te ster ven. Niet alleen voor liefheb bers van Het Handwerk is dat een betreurenswaardige zaak, het gaat ook problemen ople veren voor bibliotheken en ar chieven die met uit elkaar vallende volumina zitten. Waar kan ik met mijn te res taureren bijbel naar toe? Wie kan nog kleine oplagen of en kele exemplaren binden? Een van de laatste bedrijven in Nederland waar nog met de hand boeken gebonden wor den is binderij Bronsgeest in de Scheveningse Pansier- straat, waar men dientengevol ge niet om werk verlegen zit. Extra verheugend is het dat onder leken en hobbyisten het hand-boekbinden sterk in de belangstelling is gekomen, zo dat het storm loopt voor de cursussen, die in „Het Oude Ambachthuys" op de eerste verdieping van Bronsgeest ge geven worden. Het oude handwerk dat al met een been in het graf stond, lijkt op het nippertje van een voortijdige dood gered. Door de talrijke cursisten wordt het op grote schaal nieuw leven ingeblazen. Enkelen hebben het vak al aardig onder de knie, anderen staan met heftig tegenstribbelende stukken leer te goochelen, vaak met het zweet op het voorhoofd. Het lesprogramma, met af en toe een gastcollege door een ge specialiseerde vakbroeder, wordt afgewerkt onder de be- zielende leiding van de heer J. P. Willems of Brilman, direc teur van hand-boekbinderij Bronsgeest. Voor alle duide lijkheid: er is geen sprake van keuze tussen Willems of Bril man; hij heeft nu eenmaal de ze wat verwarrende dubbele achternaam. Een van de leerlingen heeft hulp nodig. De kleine man met het grote voorschoot flitst heen en weer door het „leslo kaal". Geeft hier advies, doet daar razendsnel iets voor en ontlokt daarmee bewonderen de kreten, waar de door onver mogen veroorzaakte frustratie lichtelijk in doorklinkt. „Tjee- tje, dat leer ik nóóit". Met de wijze glimlach, de meester ei gen, antwoordt hij geruststel lend: „Jawel hoor, u komt er wel. Alles kost tijd." En tijd is er genoeg aangezien zowel de „patroon" als de leerlingen er niet aan denken met de cursussen te stoppen. Daar voor vindt iedereen het veel te leuk. „We zijn zó enthousiast dat we thuis alleen maar met uit elkaar gevallen boeken lo pen te knoeien. Er is nog nét tijd voor de afwas", zegt een van de deelneemsters aan de cursus. Ze zegt het lachend maar het is karakteristiek voor het vuur waarmee men het oude handwerk ip de vin gers probeert te krijgen. De heer Willems of Brilman poogt met zijn lessen, waar een enorme belangstelling voor is, het oude handwerk voor uitsterven te behoeden. Want ook in deze branche schrijdt de mechanisatie voort. Daar is zelfs op nummer 21 in de Pansierstraat niet aan te ontkomen. Alhoewel bij Bronsgeest het handwerk cen traal staat, worden veel taken door machines verlicht of ge deeltelijk overgenomen. Dat is duidelijk zichtbaar in het be drijf op de begane grond waar mannen met witte jassen ach ter grote plak- en snijmachi nes en persen boeken binden voor bibliotheken, ministeries „Gewone" zonnebrillen die door de modehuizen werden gepresenteerd geven samen weer een ruime keuze. „De mensen met contactlezen vormen een hoofdstuk apart. Toen die lenzen in opkomst waren vreesden de opticiens dat zij brodeloos zouden wor den. Gebleken is echter dat het tegendeel waar is. De con tactlensdragers zijn de beste afnemers van de opticiën. Ten eerste kopen velen van hen een bril met vensterglas ter bescherming van de snel geïr riteerde ogen. Daarnaast kun nen zij, zo blijkt, nauwelijks zonder zonnebril omdat zij veel last hebben van schitte ring bij zonnig weer. En dan is er nog een categorie die voor op het strand een zonne bril met geslepen glazen aan schaft en de lenzen thuislaat omdat zand in de ogen bij het gebruik van contactlenzen rampzalig genoemd kan wor den. Zo zie je maar weer...." Hoewel hun brillen dit seizoen eveneens licht in gewicht en zacht van kleur zijn, trekken ontwerpers als Cardin, Ricci en Dior zich weinig aan van modebeelden. DEN HAAG - De lonnebril met het zware montuur is uit. Ook ter ziele zijn de bruine oogglazen met een witte of andere „hard gekleurde" om randing. Deze zonbeschermers hoorden bij de zomer van het vorig jaar. De zonnebril 1977 is k'cht in gewicht met een montuur van dun metaal of van kunststof in zachte en universiteiten tot aan die van Michigan, Verenigde Sta ten, toe en waar jaargangen van allerlei tijdschriften tot lij vige boekwerken worden ge bundeld. Dat was wel even anders toen de energieke „directeur" hij vindt het zelf geen prettig woord twintig jaar geleden met zijn vrouw in de achterka mer van het woonhuis boeken begon te binden. Zij naaide de katerns, de delen van elk 16 bladzijden waaruit de meeste boeken zijn opgebouwd, en hij voltooide het werk met het bevestigen van de borden (de harde kaft op voor- en achter kant van het boek), de rug en het leer met de reliëfletters en versieringen. Op 14-jarige leef tijd werkte hij al in een boek binderij. Zijn vader zei, met de ellende van de crisistijd nog vers in het geheugen, dat hij maar een grafische opleiding moest gaan volgen omdat „daar altijd werk in is te vin den". Ongemotiveerd ging hij naar de Haagse grafische school en,doorliep vervolgens de patroonsopleiding in Am sterdam. Die opleiding bestaat nog wel maar is niet specifiek gericht op het hand-boekbin den. „Het Oude Ambacht huys" is dat wel. Naast de hobbycursussen waarin de cursisten enig in zicht en handvaardigheid wor den bijgebracht om het boek binden met succes ambachte lijk te beoefenen, zijn er ook professionele cursusprogram ma's die in overleg met de deelnemer samengesteld wor den. „Archivarissen krijgen bijvoorbeeld een hele maand les in allerlei bindtechnieken, gaan die kennis bij hun eigen werk in praktijk brengen en komen daarna weer een maand terug. Soms komen er mensen die iets heel speciaals willen leren. Zo is hier een week lang een Frangaise les sen komen volgen in het titel- vergulden. Zij kon al boekbin den maar wilde zich verder bekwamen in het met blad goud inleggen van teksten en figuren op de kaft van het boek. Dat is een van de moei lijkste werkjes bij het boek binden, waar naast een gro,te dosis bekwaamheid ook veel artisticiteit voor nodig is om tot een bibliofiel hoogstandje te komen". Een van de grootste proble men is het opscharrelen van de gereedschappen zoals klei ne boekenpersjes, stempels voor letters en cijfers, ge maakt uit klokkenbrons en snijploegen om hele boeken op maat te snijden. Weliswaar wordt een gedeelte van de ont brekende boekeklemmen en dergelijke nagemaakt door een houtbewerker, maar voor de meeste gereedschappen moeten antiek- en rommel markten worden afgeschuimd. In Parijs is nog wel het een Geen zware monturen dit jaar. maar zonnebrillen met een dunne metalen rand zullen het zomerse modebeeld bepalen De vakman zelf aan het werk: J. P. Willems of Brilman, directeur van de hand-boekbinderij Bronsgeest in Sche- veningen. tere, met lijmlucht gevulde werkplaatsen. Dat klopt na tuurlijk niet. Wij zijn eerder hard werkende handwerklie den die het koppetje er goed bij moeten houden", aldus de heer Willems of Brilman. Dat geldt vooral bij de restau ratie van oude boeken, meestal oude bijbels. „Elk blaadje wordt afzonderlijk bij gewerkt, geplakt en desnoods verstevigd. Daarna worden al le katerns in de goede volgor de opnieuw aan de rug van hit boek genaaid en wordt de le ren, va&k druk bewerkte kaft volledig hersteld. Een ongeloo flijk tijdrovend en secuur, maar wel erg dankbaar werk. De boeken zijn vaak genera ties lang in het bezit van een familie en hebben daardoor een extra emotionele waarde. De mensen zijn dan ook enorm blij als het er weer helemaal gaaf uitziet. Dat de werkelijke waarde soms onder het restauratiebedrag ligt, is voor hen helemaal niet belang rijk". Het meeste plezier beleeft de boekbinder aan opdrachten waarbij hij de vrijheid heeft om naar eigen inzicht en smaak te werken. „Soms komt er een klant naar me toe en zegt: „Maak er maar wat moois van". Dan kan ik mijn hart ophalen aan het werken met verschillende kleuren leer, motieven op de kaft en vergul de titels. Maar ja, de meeste klanten hebben van tevoren al een prijs en afwerking in hun hoofd en ook dan moet je er het beste van maken. Dat is gewoon een uitdaging." En hij buigt zich over een in verregaande staat van ontbin ding verkerende bijbel, die zo te zien geruime tijd in' het water heeft gelegen. „Een hele klus, maar we maken hem wel". PAUL WESTSTRATE Foto's MILAN KONVALINKA en ander te koop, vaak nieuw gemaakt naar oud model, en af en toe kom je in Nederland wat tegen. „Vorig jaar liep ik op de Haagse antiekmarkt op het Voorhout en zag tot mijn verbazing een snij ploeg. De dames van onze cursussen zijn doodsbang voor de grote me chanische messen die we heb ben staan, dus kunnen we de ze handzamere modellen goed gebruiken. De koopman wist niet wat voor gereedschap het was, waardoor ik er een mooi koopje aan had. Zo'n gelukje heb je echter niet vaak", ver telt de patroon. Met het stij gend aantal boekbinders wordt de markt van oud ge reedschap snel uitgeput, zodat de heer Willems of Brilman zichzelf' wat dat betreft met zijn cursussen in de vingers snijdt. De boekbinders in spe begin nen htm oefeningen met blan co papier, kunnen na een paar lessen al een boekje binden en komen dan meestal met hun oude lievelingsboeken om ze helemaal op te knappen. Hoe verder men is, hoe mooier en sjieker het werk onder hun handen vandaan komt. Van eenvoudig boekjes in linnen band komt men uiteindelijk tot knappe staaltjes van han denarbeid met leren kaft, re liëfwerk dat met allerlei stem pels in het leer gedrukt wordt, goud op snee en een artistiek verantwoord schutblad van zo genaamd marmerpapier. Het maken van dit marmerpapier het marmeren is een van de meest in de smaak vallende^ onderdelen van het lespro-" gramma. De hobbyisten, meest dames die hun vrije tijd nuttig willen maken, beleven enorm veel plezier aan dit werken met verf. „Dit is eigenlijk het enige on derdeel van het boekbinden waarbij nog „ouderwets" ge kliederd wordt, wat past in het imago dat wij boekbinders schijnen te hebben: vieze, ou de plakkende baasjes in duis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 14