Rubens zesde
van rechts
op de plint
Nieuwe ouderwetse
schilderijengalerij
KUNST
LEIDSE COURANT
DONDERDAG 24 FEBRUARI 1977 PAGINA
Een geschilderd beeld van hoe een schilderijengalerij er in de achttiende eeuw uitzag.
De lege zaal, die eind april vol zal hangen met zo'n honderdveertig zeventiende-eeuwse schilderijen.
Op dit fragment van een schilderij van Hendrik Pothoven, dat een kermis
op het Buitenhof in 1781 toont, is ook de galerij (lichte gebouw naast de
Gevangenpoort) afgebeeld.
Den Haag Propvol van plint tot pla
fond. Zo'n honderdveertig schilderijen pal
naast elkaar van muur tot muur, groot en
klein dwars door elkaar, waarbij het for
maat de enige maatstaf in de rangschik
king is. Rembrandt drie hoog links, Ru
bens zesde van rechts op de plint. Jan
Steen tweede van boven beetje links van
het midden gedeeltelijk ingeklemd tussen
De Hondecoeter en Ter Borch. Kortom:
geen centimeter muur meer te zien. Wél
lijst aan lijst zeventiende-eeuwse vooral
Hollandse meesters, zonder modern kunst
licht. Zo gaat de gereconstrueerde Schilde
rijengalerij van Prins Willem V in het
Tweede-Kamergebouw op de Haagse Vij-
verdam eruit zien, als naar verwachting
eind april de deuren voor het eerst tussen
elf en twee uur (dan is het licht het beste)
voor het publiek worden geopend.
„Wie het voor het eerst ziet, zal misschien
geshockeerd zijn, omdat je op je knieën
moet gaan liggen en een verrekijker moet
meenemen om elk schilderij goed te kun
nen bekijken", zegt directeur R. de Haas
van de Dienst 's Rijks Verspreide Kunst
voorwerpen, die de galerij inricht „De
bezoekers zullen waarschijnlijk verbijsterd
zijn en wanhopig uitroepen: wat hangt het
hier vol! Die hele normale zogenaamd be
langrijke ambiance van de gewone ten
toonstellingen zullen ze missen: géén grote
lege wanden met daarop één of twee schil
derijen, die door hun geïsoleerde plaats de
aandacht trekken; géén bewakers, die door
hun aanwezigheid de indruk wekken dat
er een belangrijk werk hangt; géén geraffi
neerde belichting met spots, waardoor een
schilderij op z'n voordeligst wordt uitge
licht; ook géén volgorde naar belangrijk
heid; evenmin houden we rekening met de
gewoonte om de schilderijen chronologisch
te hangen, waarbij je na het laatst gemaak
te werk weer de deur uit wordt gezet. Nee,
in deze galerij telt alleen het formaat: grote
in het midden, er omheen de middelmaat
en onder wat kleintjes."
„Totaal anders dus dan wat we gewend
zijn en dat is precies de bedoeling. Niet,
dat we zo graag willen shockeren of
„grensverleggend" willen zijn, zoals dat
heet Maar het is het logische gevolg van
de opzet om een indruk te geven hoe
kunstverzamelaars in de achttiende eeuw
hun schilderijen ophingen. Dan vallen twee
dingen op: onze manier van tentoonstellen
is totaal afwijkend en ook onze smaak is
anders. Schilderijen die wij nu als absolute
meesterwerken beschouwen werden in die
tijd veel minder gewaardeerd. Wat bijvoor
beeld erg in trek was: een pastoraal tafe
reel met herders en nymfen bij een buiten
huis aan de Vecht, dat de eigenaar van
dat huis in zijn woning in Amsterdam kon
hangen. Een dreigend onweer boven de
plas werd veel minder op prijs gesteld.
Veertig procent van onze „beroemdheden"
komt niet in de galerij voor. Het is een
bewijs hoe smaken in de loop der tijden
kunnen veranderen. Daarom heeft de gale
rij een soort corrigerend effect op de
huidige musea en relativeert ze ons stand
punt. In educatief opzicht wordt deze voor
Nederland unieke galerij dus erg belang
wekkend en dat zullen we ook onderstre
pen door een goedkope folder uit te geven
met veel uitleg".
Dat Den Haag deze galerij krijgt is een
gelukkige toevalstreffer. Na de restauratie
van het Vijverhof-complex was er geen
directe bestemming voor de zaal, waar
stadhouder Prins Willem V in 1773/4 zijn
schilderijenverzameling onderbracht Deze
collectie, die eerst in het Stadhouderlijk
Kwartier op het Binnenhof had gehangen,
was vooral opgebouwd door de voorvade
ren van de prins. Willem V had meer
belangstelling voor zijn naturaliakabinet,
een bonte verzameling van de meest uit
eenlopende voorwerpen van skeletten tót
munten en van opgezette dieren tot ge
bruiksvoorwerpen uit vreemde landen. Dit
kabinet was gevestigd in het rode hoofdge
bouw van het huidige Vijverhof-complex
op de hoek van het Buitenhof en vormt
de basis van het Koninklijk Penningenka
binet.
De schilderijengalerij, die slechts tot de
Franse bezetting in het gebouw op de
Vijverdam bleef, was opgebouwd volgens
de doorsnee-smaak van die dagen, zoals
uitvoerige artikelen door medewerkers van
de Rijksdienst in het augustus-september-
nummer van het maandblad „Antiek" aan
tonen. De hoofdmoot werd gevormd door
zeventiende-eeuwse genrestukken en land
schappen. een betrekkelijk klein aantal
portretten en enkele stillevens, vooral
bloem- en fruitstukken. Realistische zeven
tiende-eeuwse landschappen ontbraken in
de verzameling en werken van een Ruijs-
dael of Hobbema waren er niet te zien.
Toch of misschien daarom was de
mening vein de bezoekers van deze eerste
„openbare" schilderijenverzameling in Ne
derland positief. Het enige waarover werd
geklaagd was, dat sommige schilderijen
niet goed waren te zien; het gebruik van
een trapje en een toneelkijker was dan ook
geen zeldzaamheid.
Een ongewild bewijs van de waardering
voor de collectie is, dat de Fransen in 1795
de hele verzameling „ontvoerden" naar
Parijs. Twintig jaar later kwamen de schil
derijen na moeizame onderhandelingen
weer terug naar Den Haag en werden na
een paar jaar ondergebracht in het Mau-
ritshuis, waar ze nog steeds de kern van
de collectie vormen. De galerij zou daarna
uiteindelijk dienst gaan doen als opslag
plaats voor oude archieven van het kadas
ter. Totdat de gebouwen onlangs werden
gerestaureerd ten behoeve van de Tweede
Kamer en het zaaltje leeg bleef. Een recon
structie van de oude schilderijengalerij van
Het omstreden schilderij De Berenjacht van Paulus
Potter, een van de belangrijkste en grootste schilderijen
in de nieuwe galerij.
Op de tweede etage van dit pand naast de Gevangenpoort wordt df"
schilderijengalerij van Prins Willem V gereconstrueerd.
Prins Willem V lag toen voor de hand.
Uitgangspunt daarbij was, dat een soortge
lijke verzameling in de galerij werd gehan
gen en niet dat met name het Mauritshuis
zou worden geplunderd om de collectie in
haar authentieke staat terug te brengen.
„De wijze van ophanging en het laten zien
van een vroegere smaak is voor ons het
belangrijkste; het stadhouderlijk bezit
staat op de tweede plaats", aldus directeur
De Haas. „Zeker omdat er topstukken in
zaten, die in de bestaande musea beter tot
hun recht komen en voor het publiek
gemakkelijker toegankelijk zijn, aangezien
de galerij net als vroeger in verband met
het licht maar een paar uur per dag open
is."
Het gevolg hiervan is, dat bijvoorbeeld de
kolossale Stier van Potter mag blijven
grazen in het Mauritshuis. Maar omdat een
dergelijk realistisch doek alleen al door
zijn forse afmetingen een onmisbaar stuk
is in de galerij, zal zijn plaats worden
ingenomen door een andere grote Potter:
De Berenjacht. Het schilderij heeft zo'n
vijftig jaar gehangen in het stadhuis van
Enkhuizen, de geboorteplaats van Paulus
Potter. Dat men het werk weer moet „inle
veren" heeft daar veel kwaad bloed gezet
en een krant in Noord-Holland schreef
een pagina-groot bijtend artikel onder de
kop „Haagse heren op de Berenjacht",
waarin fel wordt geprotesteerd tegen de
„ontbinding van het gouden huwelijk tus
sen Enkhuizen en De Berenjacht". Tot in
de Tweede Kamer is de zaak uitgevochten,
maar minister Van Doorn en zijn Dienst
van Verspreide Kunstvoorwerpen hielden
hun poot stijf: De Berenjacht gaat naar
Den Haag.
Het doek zal direct na aankomst worden
gerestaureerd, wat een tijdrovende klus
lijkt te gaan worden omdat eerst bekeken
wordt in welke staat het zal worden terug
gebracht In het begin van de vorige eeuw
werd het al eens fors onder handen geno
men, waarbij tamelijk grote plekken wer
den overgeschilderd. De vraag is nu, of de
negentiende eeuwse retouches moeten wor
den gehandhaafd, of dat het in de originele
zeventiende eeuwse toestand moet worden
gerestaureerd. De restauratie zal aan het
Buitenhof geschieden om het risico van
„blind slaan" van het vernis bij een ver
plaatsing te voorkomen. Om dezelfde re
den staat de Nachtwacht in het Rijksmu
seum achter glas om niet aan klimatologi
sche veranderingen te worden blootgesteld.
Zodra naar verwachting eind april de res
tauratie klaar is, gaat de galerij open.
Hoewel alle schilderijen in Den Haag zijn,
is een eerdere openstelling niet mogelijk,
omdat een grote lege plek in een achttien
de eeuws schilderijenkabinet een onbe
staanbare zaak is. Het moet er vol hangen.
Propvol.
JAN NIES
ADVERTENTIE
BREESTRAAT-LEIDEN