Ik
drink
geen
melk
meer,
u
ook
niet?
Dirk Nauta keert
met Tieisa terug
op de wereldzeeën
Consumptie schoolmelk loopt schrikbarend terug
MONSTERTOCHT ROND DE WERELl
(Van een onzer verslaggevers)
STAVEREN - In Staveren
gaat maandag een bijzonder
schip te water: de Tieisa. De
Tieisa maakt zich op om op 27
augustus van start te gaan in
de Whitbread round the world
race. De verwachting is dat er
ruim veertig jachten van start
gaan in Plymouth voor deze
monstertocht. Eind maart, be
gin april wordt de vloot weer
terugverwacht, na een avon
tuurlijke reis waarin de strijd
met de natuurelementen cen
traal zal staan. Dirk Nauta (33)
afkomstig uit Oppenhuizen bij
Sneek - durft de strijd aan.
Jachtbouw Noord Nederland
maakte zijn schip. De gestaalde
perfectie en het lijnenspel van
de ontwerper Johan Elsenga
moeten de golven kunnen bre
ken.
Er is in de loop van de tijd al
heel wat geschreven over Dirk
Nauta, toekomstige schipper
van de negentien meter lange
oceaanracer Tieisa.
Dirk Tjalle Nauta maakte op
16-jarige leeftijd voor het eerst
kennis met het grote water. Hij
monsterde aan als lichtmatroos
op de „Amazone", een schip van
de wilde vaart. Later bezocht hij
de zeevaartschool in Amster
dam, waar hem de fijne theore
tische kneepjes van het vak bij
gebracht werden. Later kwam
hij als stuurman en als kapitein
bij de kustwacht terecht.
Na 14 jaar op woeste baren
rondgezwalkt te hebben hield
Dirk het eigenlijk wel voor ge
zien. Niet omdat het werk hem
niet meer bekoorde, maar op
het water en op het schip was
het hem toch niet helemaal naar
de zin.
Hij vertelt: „Ik miste het sociale
leven op de wal een beetje en
als je dat eenmaal hebt, wordt
dat gevoel steeds sterker. Aan
boord zit je met een stel ruwe
kerels. Je hoort honderd keer
dezelfde schuine moppen en
tien keer dezelfde sterke verha
len. Op het laatst was ik elke
keer blij als ik weer vaste wal
onder mijn voeten had en voor
een tijdje aan die kleine be
nauwde gemeenschap kon ont
snappen".
Omdat hij toch niet in één keer
over kon schakelen zocht Dirk
Nauta eigenlijk iets wat hem zo
nu en dan weer met de zeevaart
in aanraking kon brengen. Zo'n
baantje was er. Hij kon terecht
bij het zeilcentrum van Henk
Huisman in Uit Wellingerga.
Bij Huisman vond Dirk de voor
hem ideale job. Het was welis
waar hard werken, schilderen,
onderhoud en reparaties aan
zeiljachten en zeilboten, maar
waar het hem om ging was het
chartervaren.
Dirk Nauta werd schipper op
een van de zeegaande jachten
van Huisman, waarmee hij met
betalende gasten, die op die ma
nier nog wat romantiek uit ver
vlogen tijden willen proeven en
aan het „avontuur" willen rui
ken, grote zeiltochten maakte.
Deze chartertochten voerden
hem naar de Scandinavische
Dirk Nauta wijst op de kaart
landen, Engeland, Frankrijk en
Spanje en ook, als in onze stre
ken het weer onaangenaam
werd, naar bestemmingen als de
Canarische Eilanden.
In 1975 vatte Huisman het plan
op om met een van zijn jachten,
The Great Escape, deel te ne
men aan de London-Sydney-
London race.
Dirk Nauta: „Het was een ge
waagde onderneming, ook zake
lijk gezien en ik waardeer het
nog altijd in Huisman dat hij dit
aangedurfd heeft, want het is
toch geen tochtje over het Sne-
kermeer
De zeilrace van de Great Escape
naar Sydney en terug stond
volop in de belangstelling, voor
al omdat er bij de terugkeer van
het jacht in Nederland grote
moeilijkheden ontstonden tus
sen Huisman en Nauta. De
heenweg had Huisman gezeild,
de terugweg zeilde Dirk. Huis-
aan hoe de Tieisa in augustus
man was vanuit Sydney weer
naar Holland terug gevlogen. De
feestelijk bedoelde terugkeer
van de Great Escape indigde in -
droeve taferelen. Een overspan
ning Huisman, die zichzelf niet
meer in bedwang had en op een
gegeven moment zelfs de Great
Escape bezette, aan de ene kant
en aan de andere kant een te
leurgestelde Dirk Nauta met z'n
bemanning die na een formida
bele prestatie toch een andere
thuiskomst hadden verwacht.
Dirk: „Tja, alles is achteraf wel
weer op zijn pootjes terechtge
komen, maar nadat dit alles ge
beurd was, besloot ik toch maar
van verdere samenwerking met
Huisman af te zien. Toen het
bekend was dat ik weg zou gaan
werden me van alle kanten
baantjes aangeboden. Op een
gegeven moment kreeg ik een
telefoontje van directeur Hoog
land van Jachtbouw Noord Ne-
nd de wereld vaart
derland uit Staveren. Hij vroeg
me of ik bedrijfsleider wilde
worden van de dochteronderne
ming van het bedrijf „Delta
Charter". Deze afdeling was ei
genlijk in het slop geraakt en
aan mij was de taak om het spul
weer een beetje leven in te bla-
Toch kruipt het bloed waar het
niet gaan kan. Al tijdens zijn
periode bij Huisman groeide bij
hem het idee en verlangen een
dergelijke monsterrace nog eens
te varen met een schip dat hele
maal is gebouwd en uitgerust
voor dergelijke zware tochten:
Dirk: „Tijdens die tochten krijg
je te maken met extreme om
standigheden als langdurige
koude, sneeuwstormen, hoge
zeeën, mist. en ijsbergen, bakken
water over het schip, zeilen wis
selen en reparaties verrichten
bij temperaturen onder het
vriespunt, maar ook bij tropi-
sche hitte, vliegende stormen
met orkaankracht, slingeren en
stampen, weken achtereen zei
len met een helling van 25 tot
30 graden
En onder al die moeilijke om
standigheden - uiteraard afge
wisseld met ideale zeilcondities
- moet er ook zo snel' en veilig
mogelijk worden gezeild.
De schipper moest daarnaast
voortdurend de tactiek bepalen
in verband met weersystemen
en zeestromen, de navigatie con
troleren, zeil wisselingen toepas
sen, improviseren bij materiaal-
schade of bijzondere omstandig
heden, zorgen voor een goede
stemming aan boord, de pro
viand en drinkwatervoorziening
nauwkeurig bijhouden.
„Ik ging toen op zoek naar een
schip dat aan die eisen zou vol
doen, maar het lukte me niet om
er een te vinden waar ik geluk
kig mee was. Hier op de zaak
wisten ze natuurlijk ook wel wat
van die plannen en op een gege
ven moment kwam Johan El
senga, onze ontwerper, bij me
en zei: „Zeg Dirk, waarom kun
nen we hier geen schip voor je
bouwen?" Ik dacht eerst dat het
een geintje was, maar Johan
bedoelde het bloedserieus. Hij
liet me zelfs al wat schetsjes
zien die hij in zijn vrije tijd
gemaakt had. Ik was natuurlijk
erg enthousiast, zeker nadat ie
dereen bij de jachtbouw wel
mee wilde doen".
Toen moest er natuurlijk geld
op tafel komen. Er moesten
sponsors zijn om het gehele pro
ject, waarvan de kosten inclu
sief het schip zelf op 880.000
gulden geraamd zijn, te bekosti
gen. Ook die kwamen er. De
Nederlandse Tieisa Keuken Or
ganisatie bv nam 75 pet van de
lasten van het project. Het jacht
werd dan ook Tieisa gedoopt.
Een groot gedeelte van de reet
komt voor rekening van een
aantal andere bedrijven die di
verse uitrustingsstukken geheel
of gedeeltelijk gratis beschik
baar stelden. Dirk zelf gaat na
de Hiswa-tentoonstelling, waar
de Tieisa voor de RAI een
plaatsje krijgt, vijfdaagse toch
ten maken met betalende gas
ten. Op deze manier wil hij hel
pen het financiële gat in de
begroting, die nog niet helemaal
rond is, te dichten. Het mes
snijdt op deze manier aan twee
kanten. Er moet ook zoveel mo
gelijk met de Tieisa gevaren
worden om het schip te leren
kennen en om alle onderdelen
zoveel mogelijk te kunnen per
fectioneren.
Dirk heeft al een overweldigen
de belangstelling ondervonden
van mensen die zich als beman
ningslid beschikbaar stelden.
Uit de doktoren, advocaten, stu
denten en andere lieden zal hij
binnenkort een bemanning gaan
samenstellen van zo'n 12 a 14
koppen.
Van de Tieisa zelf heeft Dirk
hoge verwachtingen. Het schip
wordt gebouwd van cor-ten, een
staalsoort dat ongeveer 40 pet
grotere trekvastheid heeft dan
normaal staal, met het oog op
gewichtsbesparing en dus snel
heid. De multi-knikspant bouw
wijze maakt het schip erg stijf
en hecht, wat ook alweer de
snelheid ten goede komt. Door
het toegepaste materiaal en de
bouwwijze wordt de oceanracer
een zeer sterk, zeewaardig zeil
jacht dat snel kan zeilen en
tegen grote krachten bestand is.
Het schip moet dan ook even
tueel het hoofd kunnen bieden
aan zwaar weer, aanvaringen
met walvissen, ijsbergen enz. In
de moderne flush-deck-ron
wordt een interieur aangebrac
dat een normaal comfort bie
aan de bemanning, zonder eni
overdaad. Voorts zal de uitnl
ting van het schip voldoen a
gezonde, sportieve eisen
overmatige toepassing van ele
tronica wordt vermeden. Ai
het dekplan en de tuigage (i
Tieisa heeft twee masten en
kits getuigd) wordt alle mogelj
ke aandacht besteed.
„Deze oceanracer is een veil
en tegelijk snel en winnei
jacht", zegt Dirk Nauta m
overtuiging.
Die veiligheid wordt deels oi
gewaarborgd door de (verplic
te) 400 watt korte golf zendi
die alleen al een vermogen ko
Verder zijn er natuurlijk od
reddingsvlotten, zwemvesten
andere veiligheidsvoorziening!
aan boord. Deze maatregel
zijn beslist niet overbodig, waJ
de Whitbread Race zal een zvl
re race worden, waarin je v<
alles kunt verwachten.
Op 27 augustus vindt de sta
plaats in Plymouth. De eers
„stop" is in Kaapstad. Daan
volgen Auckland, Rio de Jam
ro en terug naar Plymou
waar de finish wordt verwac
in maart/april 1978. Als all
naar plan verloopt zal de Tiel
maandag te water gelaten w«
den. Het zijn spannende dagó
voor Dirk Nauta en de zijnq
maar, zoals hij zelf zegt: „Als
met de voorbereiding bezig bé
lijkt het, alsof die zwaarder zi
dan de race zelf. Dit is natuif
lijk niet zo, maar het vergt tod
wel veel zenuwen, spanning»
en energie. Ik zal blij zijn
straks het startschot is gevalle
Dan kunnen we er echt teg
aan".
(Van een onzer verslaggevers)
RIJSWIJK Nederland drinkt
steeds minder melk. De halve li
ter per dag, die voedingsbollebo
zen voor ons lichamelijk welzijn
onmisbaar vinden, halen we lang
niet. De halfvolle en magere be
denksels van de vlijtige zuivelin
dustrie ten spijt. Zelfs de roep
van landelijk bekende drinkers,
dat melk moet, helpt niet.
Straks is er ook misschien al geen
schoolmelk meer. Nog geen kwart
van de kinderen op de kleuter- en
lagere scholen drinkt het. Hun
aantal slinkt met de dag.
Het Centraal Schoolmelkcomité
in Rijswijk is teleurgesteld. Een
nieuwe landelijke campagne staat
al twee jaar in de ijskast. Ze was
bedoeld om het aantal „melkdrin-
kende scholen" in een jaar of vijf
van 7.000 op 12.000 te brengen.
„Steeds meer leerkrachten liggen dwars. Ze hebben teveel werk aan de schoolmelk".
Voor volle melk voelt het schoolmelkcomité niets.
In ons land krijgt het gros van de kinderen halfvolle
melk voorgezet. Het vet in de schoolmelk is enkele
jaren terug van 4,5 tot 2 gram per dag terugge
bracht. Onder dwang van de vetzurenpsychose, die
in Nederland nog altijd onverzadigbaar heerst. Een
terugkeer naar de vette volheid zou het einde van
de schoolmelkvoorziening alleen maar kunnen ver
haasten.
In een Brusselse prijssubsidie aan de consument
zien ze in Rijswijk niet zoveel. Voorlichter Van der
Made: „Je hebt kans dat ze na een paar jaar de
kraan,weer dichtdraaien. En dan krijgt de school
melk weer een enorme dreun". Veel liever wil het
comité een subsidie voor de aanschaf van koelkis-
ten. Want die apparaten kunnen het Nederlandse
schoolkind aan de melk houden.
Het is namelijk een feit, dat de consumptie ook snel
terugloopt doordat de kinderen de melk niet lekker
vinden. Van der Made: „Halfvolle melk moet je koel
drinken. Bij de centrale verwarming en zomerse
temperaturen verliest ze enorm aan smaak. Dus als
we op alle scholen koelkisten kunnen plaatsen
hebben we goede hoop dat het verbruik weer
toeneemt".
De bewijzen zijn er al. Bij wijze van proef heeft
de C.M.C./Melkunie in Zoetermeer op kleuter- en
basisscholen 50 van die kisten geplaatst. Gevolg: de
omzet steeg met een kwart. Het kost vijf miljoen
gulden om alle 7000 melkdrinkende scholen met die
koelapparaten uit te rusten. En daarvoor hoopt men
in Rijswijk op Brussel.
Doet de Nederlandse overheid dan niets?
Van der Made: „Jawel, we hebben al een half
miljoen subsidie gehad van het ministerie van Land
bouw voor de aankoop van koelkisten. Maar die
zijn geplaatst op de enkele honderden scholen voor
voortgezet onderwijs, die meedoen aan de school
melkvoorziening. Het is de vraag of we nog meer
krijgen".
De schoolmelk hebben we te danken aan de crisisja
ren. In die tijd kwamen de kinderen thuis veel
onmisbare voedingsstoffen tekort. Schoolmelk was
een uitkomst. Nu niet meer, zeggen veel mensen.
De ouders zijn nu echt wel in staat om hun kinderen
juist te voeden. Van der Made: „In staat wel ja,
maar of ze het doen is een tweede. Onderzoekingen
hebben aangetoond, dat meer dan de helft van de
schooljeugd een onvoldoende en slecht samenge
steld ontbijt gebruikt. Schoolmelk vormt daarop een
gezonde aanvulling, dankzij een reeks voedingsstof
fen die gewoon onmisbaar zijn". Het is een feit:
een halve tot driekwart liter melk per dag verschaft
bijna de helft van onze behoefte aan dierlijk eiwit
en vitamine b 2 en verder driekwart van onze
behoefte aan kalk. „Bovendien voorkom je met
schoolmelk, dat de kinderen hun trek halverwege
de ochtend stillen met snoep, koek, patat en andere
grote vetleveranciers. Vergeet ook niet dat de kinde
ren na de melkpauze tot hogere leerprestaties ko
men. Dat is bewezen".
Toch noteert men steeds minder schoolmelkdrin-
kers. In 1973 dronken nog 7786 scholen melk. Nu
geen 7000 meer. Dat is minder dan 50 pet. Ook het
aantal drinkers per school gaat hard achteruit. In
1970 gemiddeld driekwart van de leerlingen, nu nog
niet de helft. Er zijn diverse andere oorzaken dan
alleen de slechte smaak van lauwe melk. In veel
plaatsen is de schoolmelk duurder dan melk in de
winkel of aan de deur, als gevolg van het teruglopen
van gemeentelijke subsidies. Verder neemt de inte
resse van het onderwijzend deel der natie ook af.
Vaak is de schoolarts nog een van de weinigen, die
zich als kampioen van de schoolmelk druk maakt.
Van der Made: „Er komen steeds meer leerkrachten
die dwars liggen. Ze hebben er veel werk aan. De
betaling van de melk is ook een groot problef
Dat hebben we al een paar jaar in studie, m;
we zijn er nog steeds niet uit. De melkbonnen z
geen succes. Ze zijn eigenlijk alleen maar bij
melkman te krijgen. Een poging om ze in sigara
winkels en grootwinkelbedrijven te laten verkop
is mislukt".
Waarom eigenlijk geen gratis schoolmelk in grati
koelkisten? Wie weet stijgt de consumptie dan sii
en wordt er tegelijk een flink stuk van de boterbel
afgesnoept. I
Van der Made zou het toejuichen, maar hij ziet h"
niet direct zitten. Het is een politieke zaak, verzuó
hij. En wat die boterberg betreft: „Het gaat mi
om 116.000 ton schoolmelk in de E.E.G tegenof
een totale melkconsumptie van 25,5 miljoen t
Zelfs al zou de hoeveelheid schoolmelk verdubbe
of verdrievoudigen dan nog zou dat geen zoden a
de dijk zetten".
De Nederlanders behoren niet tot de grootste me|
drinkers van Europa. Die eer moeten we aan
Ieren laten. De cijfers over 1975 waren: Ierland
kilogram, Noorwegen 185, Zweden 173, Engela
146, Oostenrijk 141, Nederland 139, Denemark)
128, Zwitserland 120, West-Duitsland 77, Italië
België 73 en Frankrijk 67.
Melk levert eiwit, kalk en vitamine b2. Zonder
voedingsstoffen kunnen we niet. Om er voldoen
van binnen te krijgen schrijven de deskundigen o
voor: een halve liter melk per dag voor volwassen
en kinderen tot 10 jaar. Opgroeiende jonger
tussen 10 en 20 jaar, aanstaande moeders en mt
ders die zelf voeden, wordt driekwart liter per d
aangeraden. Wie met de melk niet te veel vet i
consumeren kan kiezen uit: halfvolle melk (1,5
vet), karnemelk (0,4), Magere melk (0,1), gewo
yoghurt (3,2), en magere yoghurt (geen vet). Al da
produkten bevatten evenveel kalk en vitamine I
als volle melk.
Het Wachten is op centen, maar
de subsidie blijft uit. De E.E.G.
wil de schoolmelk wel 30 cent per
liter subsidie geven, maar onder
twee voorwaarden. In de eerste
plaats moet er voortaan volle
melk in de kinderkelen vloeien en
in de tweede plaats moeten de
nationale of plaatselijke overhe
den dan ook een bijdrage geven:
de helft van de E.E.G.-subsidie.