-f
Koos en Lenie
hebben beroerde
maand januari
achter de rug
en de zaterdag werd knotdag
00
{jnofe
m
l'
VVvoSK-^SS
JU
\UaJ-
VV\ g\V{ ijc*4v*».
UJ,
l/Caxst^
"3,
\L^ 1
"(3> a IA t^A-
kao^hlt.
5y JiAO
V-j cdjON <V
C^W* cJL Jl
tscv^r>^>
Moo'U DUH
\2>
•y
,U2AA'vv,^ft—v i tTta/v.
5?uvi Cil>cW6ftS -A
U DC
■If .OO
IS O
2i fo
t3 ll
is- to -
ii ^O
jfc lo
t.7r
3- ft o
tf 14
JB. Li
S CO
I 7 O O
2S o Q
l.op
ll c a'
ft i|
fte
natj
Laten we maar zeggen waar het op
staat: Koos en Lenie Middelman
hebben een beroerde maand januari
achter de rug. O nee, met de gezond
heid is het prima, geen ziekten, een
licht verkoudheidje, dat is alles.
Maar financieel zat het goed fout.
Meteen de eerste week eigenlijk al.
Er kwam binnen van de uitkering
'wj van de WW f 301.70 netto. Er ging
iriri uit ruim 440 gulden. Wat het niet
n geringe tekort oplevert van 138 gul-
lao den, meer dan een derde van het
inkomen.
1 De tweede week ging het al niet veel
j beter. Ruim 379 ging er uit Er
I kwam weer 301.70 binnen. Het ver-
-
re-v
Cb O
j>a.
VhzWt&cxs.
i "VcxAAs^vs Kvvd
tb cw>
j§~~\
R.O Cn» 'O u-ULt ^v
p(Jo~
O p tv/v
73. IS"
V
00
s$. 00
1? 00
IV
c, O O c
\7 Of
is- p
l(?
9 <9 5"
1
i' &i'
^10
schil tussen inkomsten en uitgaven
is dus niet zo groot als de week
daarvoor, maar er is ook een belang
rijke uitgavenpost minder, de motor
rijtuigenbelasting van f 66 voor drie
maanden.
De derde week werd door Koos en
Lenie aanmerkelijk minder uitgege
ven: ruim 346 gulden. Binnen kwam
weer de WW-uitkering van 301.70
verschil tussen inkomsten en uitga
ven ruwweg 44 gulden.
De vierde week van januari was de
„goedkoopste" week: binnen kwam
f 301.70 uitgegeven werd een kleine
293 gulden. Over: 9 gulden. Een
triomf voor Lenie's huishoudboek.
Dat mag dan allemaal wel aardig
lijken, over de hele maand gerekend
was er toch een tekort van f 252.48.
Waarbij we dan nteteen een bedrag
van 4 x f 66 willen tellen, dat Koos
en Lenie op jaarbasis, gedeeld
door 52 (weken) moeten betaJen
voor rente en aflossing van hun huis
je. Het tekort van f 252.48 wordt dan
f 516.48 over januari. Dat betekent
dat het middelmatige Middelman
nen-spaarpotje fors moest worden
aangesproken.
O, wacht even, misschien denkt ie
mand: ze kunnen mij nog meer ver
tellen ovei de modale werknemer, zo
lang die er nog een spaarpot op na
kan houden, valt het allemaal nog
wel mee. Om wie dat denkt meteen
uit de droom te helpen: Koos krijgt
vakantiebonnen ter waarde van
79.80 gulden per week, behalve voor
die periode, waarin hij uitkering via
de WW krijgt. Dan krijgt hij van dat
bedrag 80 procent.
Komt de nood aan de man, dat wil
zeggen, komen Koos en Lenie geld
te kort, dan worden er vakantiebon
nen ingewisseld en er is weer geld.
Jawel, maar er blijft voor een echte
vakantie op die manier natuurlijk
niets meer over. Zoals Koos me al
eens eerder zei: „Vakantie? We gaan
nooit met vakantie. Dat is er voor
ons soort mensen niet bij. We moe
ten het geld wel anders gebruiken".
Hij kijkt uit over de vorstwitte ak
kers van het wijde boerenland ach
ter zijn huis. „Nog een maandje",
zegt hij, „dan hebben we het grootste
leed weer geleden. Dan zijn we weer
uit de WW. Dan hebben we weer
volop werk, van 's morgens vroeg tot
's avonds laat toe. Dat betekent over
uren maken en daar zal het toch
weer vandaan moeten komen". Het
lijkt alsof hij het trillende trekker-
stuur al weer in zijn handen voelt.
Zoals wij op za
terdag 29 januari
hebben beloofd,
zullen wij de ko
mende maanden
met grote nieuws
gierigheid het
huishoudboekje
bekijken van een
„modale werkne
mer". Elke maand
zullen wij u pre
cies vertellen,
wat er in het ge
zin Middelman er
gens in Neder
land, inkwam en
uitging. Wat de
maand januari
aan cijfermate
riaal opleverde,
treft de lezer hier
bij aan.
„Wat jij, zoon?". Dat laatste tegen
zoonlief Chris van één jaar welgeteld
deze maand, die krampachtig pogin
gen doet om zich strak rechtop hou
dend aan de tafelrand, een koekkrui-
meltje dat op een bordje is achterge
bleven, te veroveren. Wat hem
uiteindelijk nog lukt ook.
Chrisje is een jaar geworden. De
tweede week van januari. Het ca
deau was een van de grote uitgaven
posten van Lenie: f 35.70. Ze zegt
het bijna verontschuldigend„Nee,
speelgoed hebben we niet gekocht.
Kleertjes, daar heeft ie veel meer
aan." Nou zal het Chrisje een heel
grote zorg zijn. Voorlopig zijn de
oren van teckel Blackie schitterend
„speelgoed". Je trekt er eens goed
aan en vanzelf gaat dat bruine-geval-
op-vier-pootjes piepen. Kun je het
als kind nog mooier hebben?
Het brengt ons wel aan het praten
over die andere posten in Lenie's
huishoudboekje. Zoals in die eerste
week bijvoorbeeld de vijf gulden
voor de damclub, de twaalf gulden
voor dansles, vijfentwintig gulden
voor een staatslot, de loten van de
ijsvereniging van twee gulden, en de
bondscontributie van vier gulden
vijf cent. Nodig of niet nodig?
Koos: „Die bondscontributie? Hard-
stikke nodig. Wat zouden we moeten
beginnen zonder bonden? Kijk nou
eens om ons heen wat er gebeurt?
We zouden toch worden ingemaakt
door de werkgevers. Nu zien we pas
goed waar de bonden voor vechten.
Als er geen prijscompensatie zou
komen zouden we toch mooi door de
inflatie elk ja ar in inkomen achteruit
gaan."
Akkoord. Maar die andere posten
dan, zo'n staatslot, die dansles, die
damclub?
„Kijk, de een gaat naar het café, en
geeft er zijn geld uit, de ander pro-
7- wccUC
I
Vv\ e U. L
VOVAAA CS* /VV vüa
vtik-
hiMLy-
SU
Ti*
-r'0 "in-*
CvCw-v^ II JVC
Q ow i -wi» «ri v
I) bO
11 s-ö
V
tfl. öO
1 e
I .It
12 .30
31
S" ,cö
\1. 60
T-S.ót
\o .0*
2*-ft
|6. Ht
vTi
beert er iets nuttigs mee te doen.
Dansen is gezond, en bovendien telt
iemand die niet dansen kan, nergens
meer mee. Het is, met de damclub,
ons enige verzetje. Drinken doen we
niet, of nauwelijks. Roken ook al
bijna niet."
Over het staatslot praten we maar
niet verder. Is het niet de hoop van
miljoenen wat minder met aardse
zegeningen bedeelden, om via de
staatsloterij of de lotto of de toto die
ene slag te slaan, die hen net dat
duwtje omhoog geeft, dat hen doet
behoren tot de „betere" klasse? Ze
hebben aan den lijve vaak ondervon
den dat het niet alleen de kennis is
die macht geeft, hoogstens kennis
gecombineerd met geld. Geld alleen
mag ook!
Pieter heeft zojuist een nieuw spelle
tje bedacht, dat ie met Chrisje spe
len kan. Hard op hem toelopen,
voorzover dat kan in een kamer met
zo weinig vierkante meters vloerop
pervlak, en dan opeens stoppen, boe
roepen en briesend spuug blazen.
Chrisje waardeert het maar hiatig,
evenmin ais het daarna door elkaar
geschud worden door grote broer.
„Deze maand staat er ook nog een
cadeau aan mijn schoonzus op", zegt
Lenie. „Kijk daar, vijftien gulden. Je
kunt ook wel zeggen dat dat te veel
is, maar waar vind je iets goeds
goedkoop? Nou, en als je dan die
avond van haar verjaardag op visite
gaat ben je ook een tientje voor de
oppas kwijt. Zo kost die ene dag van
de week je vijfentwintig gulden.
Maar het is niet anders."
Koos vult aan: „Nou ja, de laatste
week van januari hebben we ook de
voetbalvereniging betaald 15.25 in
de drie maanden. Ach, ik trap graag
een balletje, en dan is die vijf gulden
in de maand toch niet te veel?"
Nee Koos, niet te veel als je het mij
vraagt. Een balletje trappen is nog
gezond ook trouwens. Minder gezond
lijkt het, dat in de vierde week van
januari geteerd wordt op wat in de
derde week bij de slager gehaald is.
Natuurlijk, er zat nog wat in de
diepvries, wat die forse elektriciteits
rekening ook een klein beetje ver
klaart, maar toch....
Lenie's huishoudboekje van januari
bekijkend, valt wel meteen op hoe
hoog de „vaste lasten" als electra
gas, reinigingsrechten en water ge
worden zijn. Samen 281.25. Dat is
per week een goeie zeventig gulden,
oftewel iets minder dan een kwart
van het inkomen.
Het is nog veel te vroeg, nu al, na
een maand, conclusies te trekken of
onze familie Middelman, Koos en
Lenie, Pieter en Chris of de „modale
werknemer" met dat wat hij per jaar
verdient, wel rond kan komen. Het
is uiteraard eveneens te vroeg om
zelfs maar de vraag op te werpen,
wat er gedaan zou kunnen worden
om, als de modale werknemer niet
rond zou kunnen komen, in die toe
stand verbetering te brengen. Voer
voor werkgevers en vakbondspsy
chologen. Over een maand laten we
zien hoe het gezin in februari draai
de.
GERARD CRONE
r Wee
Q>-e.vO\.v<v
C v'U.urkfti
J5?
a.n.,v
>i
V
.y-t
III
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG - Van alle denk
bare zaterdagse trimoefenin-
gen is knotten nog wel een
van de aardigste. Knotwilgen
knotten. Behalve gezond is
die activiteit ook erg gezellig.
Het maatschappelijk nut van
de bezigheid is onbetwistbaar
en tenslotte raakt men er niet
oververmoeid door.
Knotten als vrijetijdsbesteding
is in Nederland in zwang ge
raakt aan het begin van de
jaren zeventig. Als reactie op
de verwaarlozing door de eige
naren van de naar schatting
één miljoen knotbomen die
ons land telt.
Het aantal werkgroepen dat er
elke laatste dag van de week
met zaag en bijl op uittrekt is
sindsdien gegroeid tot zo'n
110. „Een respectabel aantal",
beaamt knotter van het eerste
uur Willem Alleijn, die is ver
bonden aan de Stichting Na
tuur en Milieu en de grote
motor achter het wilgenbe-
heer-door-vrijwilligers ge
noemd mag worden, „maar bij
lange na niet voldoende om
het bestand ook in de toe
komst op peil te houden. Sinds
de gevolgen van de verwaarlo
zing zich rond 1967 zijn gaan
aftekenen, zijn er zeker enkele
honderdduizenden van dit
soort bomen verloren gegaan.
Als in de huidige situatie geen
verandering komt zullen er de
komende jaren nog even zove
le volgen".
Achtergrond van de wilgenmi
sère is het grotendeels teloor
gaan van het economisch mo
tief om de bomen goed te on
derhouden. „Vroeger werden
de tenen verwerkt in de zink-
stukken die men gebruikt bij
waterstaatkundige werken",
aldus de in landschapsbeheer
gespecialiseerde Alleijn, tegen
woordig maakt men die din
gen meestal van nylon. Am
bachtelijke mandenmakers die
van wilgetenen gebruik maken
zijn er nauwelijks meer en ook
als brandhout hebben de afge
knotte takken weinig waarde
Dat maakt dat landeigenaren
zoals boeren, de bomen ge
woon maar aan laten groeien.
Daardoor worden de takken
alsmaar zwaarder tot ze uit
eindelijk zo topzwaar zijn ge
worden dat de stammen open
scheuren en de bomen uit ei
kaar vallen. Daarnaast
den wilgen die niet tijdig, dat
wil zeggen om de vier jaai
geknot worden, bedreigd doo
de zogenaamde watermerk
ziekte, die in veel gevallen
eveneens fataal is.
Wij schatten dat van alle knot
wilgen in ons land zo'n 70
procent door de eigenaren aan
zijn lot wordt overgelaten. De
overige worden wel onderhou
den. Voornamelijk omdat men
ze in stand wil houden als
omzoming van wegen of als
windscherm rond boomgaar
den".
De bedreiging van de knotwilg
is het eerst onderkend op de
Zuidhollandse eilanden. Daar
formeerden zich helemaal
spontaan de eerste groepjes
milieubezorgde vrijwilligers
die in hun vrije tijd de boer
optrokken om topzware wil
gen een knotbeurt te geven en
zo van de ondergang te red
den. De in Maartensdijk woon
achtige Willem Alleijn nam het
initiatief in 1973 in Utrecht
over en dankzij zijn bemoeie
nissen als medewerker van de
Stichting Natuur en Milieu is
het vrijetijdsknotten vervol
gens een landelijke aangele
genheid geworden. „De werk
groepjes bestaan uit zo'n 20 a
30 man'\ aldus Alleijn. „Ze
beginnen met geleend mate
riaal, sparen geleidelijk aan
eigen gereedschappen bij el
kaar en verwerven zich ui
teindelijk ook een eigen ac
commodatie. Zaterdag is over
al de vaste knot-dag. Ontzet
tend genoeglijk. Je bent met je
handen bezig, ontmoet andere,
toch min of meer gelijk ge
stemde mensen en je ziet heel
concreet het resultaat van je
werk. Maar wat velen van ons
frustreert is het gevoel dat je
tenslotte toch tegen de bier
kaai vecht. Hoe hard de vrij
willigers ook werken, ze kun
nen de verwaarlozing door de
eigenaren van de bomen nooit
bijbenen. Daar komt bij dat
men zich in deze kring langza
merhand ook bewust is gewor
den van de deplorabele toe
stand waarin andere land
schapselementen als heidevel
den, dijkhellingen en houtwal
len verkeren. In veel gevallen
speelt daar hetzelfde pro
bleem: onderhoud is econo
misch niet meer interessant.
Ook daaraan moet wat gedaan
worden en dat kan niet anders
dan ten koste gaan van het
knotwerk. Twee oplossingen
zijn denkbaar. Het aantal vrij
willigers zou een drastische
uitbreiding kunnen ondergaan
en de overheid zou zich ermee
kunnen bemoeien. Wij streven
naar beide.
Wat de bemoeienis van de
overheid betreft: op initiatief
van de Stichting Natuur en
Milieu wordt momenteel in
verschillende provincies, bij
voorbeeld in Utrecht en Zuid-
Holland geprobeerd een coör
dinatie van het landschapsbe
heer van de grond te krijgen.
Gestreefd wordt naar de op
richting van provinciale licha
men die de activiteiten van
alle organisaties die zich met
landschapsbeheer bezig hou
den op elkaar afstemmen. De
bedoeling is dat die provincia
le instanties de gemeentes
gaan stimuleren om het land
schap beter stand te houden,
en daarnaast initiatieven ont
plooien die het voor de eigena
ren aantrekkelijk maken hun
knotwilgen, houtwallen enzo
voort weer te onderhouden.
Daarbij kan je denken aan
subsidies maar ook aan voor
zieningen die het onderhoud
„Als je eenmaal een wilg hebt geknot, vergeet je dat je leven lang niet meer"
vergemakkelijken. Steun en gers. Dat moet mogelijk zijn.
adviezen van staatsbosbeheer Het werk is, zeker voor hoofd
bijvoorbeeld. Maar daarnaast arbeiders verschrikkelijk at-
blijven we streven naar opvoe- tractief. Als je eenmaal een
dat je leven lang niet meer".
Belangstellenden voor knot
werk en andere vormen van
natuurbeheer kunnen zich
ring van het aantal vrijwilli- wilg hebt geknot, vergeet je aanmelden bij de Vereniging
tot Behoud van Natuurmonu
menten, Noordereinde 60 in 's
Graveland. Zij ontvangen dan
het adres van een werkgroep
in hun omgeving.