Lido pakt uit met drie nieuwe films Bernsen Drie generaties Bernsen zorgen sinds 1891 voor de inwendige mens Mr. Klein: Losy en Delon op hun best Ondergang van een luchtreus^ Bertolucci's „1900" nu compleet REUSACHTIGE APELIEFDE EN VERDER. IJzersterke visuele humor van Mel Brooks LEIDEN Het uitgebreide bioscoopcom- denburg, >n Lido 2 Silent Movie en in plex van Lido aan de Steenstraat pakt ydo 3 Mr. Klein. Hieronder de recensies deze eerste week goed uit met drie van onze filmredacteur Otto Milo. nieuwe films. In Lido 1 draait The Hin- 9 Lido 1: The Hindenburg (14) met George C. Scott en Anne Bancroft. Regie: Robert Wise. De ondergang van het trotse Duitse luchtschip „Hinden burg" dat op 6 mei op de Amerikaanse luchthaven La- kehurst in 34 seconden tijd in vlammen opging is voor Mi chael M. Mooney aanleiding geweest tot het schrijven van een sabotage-roman, die weer model stond voor de zoveelste rampenfilm. En dan mag u als toeschouwer raden wie van het bonte gezel schap aan boord de catastrofe zal overleven en wie niet. Wat „The Hindenburg" onder scheidt van z'n soortgenoten is de historische achtergrond en het door Robert Wise goed ge troffen tijdsbeeld, waarbij men zich plotseling gaat reali seren, dat in 1937 nog geen ander transatlantisch luchtver keer voor passagiers mogelijk was en „De Hindenburg" met al z'n "luxe de snelste manier betekende om zich tussen Eu ropa en Amerika te verplaat sen. Dan neemt men het verhaaltje maar op de koop toe met George C. Scott als 'n nogal ongeloofwaardige Duitse offi cier belast met de veiligheid voor deze reis, op zijn beurt bewaakt door 'n Gestapoman omdat men ook Scott in het Derde Rijk niet helemaal ver trouwt Om dit tweetal heen 'n aantal verdacht bewegende fi guren, die achteraf alleen maar valsspelers, smokkelaars of onschuldige zakenlieden blijken te zijn. Veel van de spanning of de aan boord verborgen bom al dan niet op tijd wordt gevon den wordt weggenomen omdat we weten dat de „Hinden burg" zal vergaan, maar aan het slot weet Wise— handig gebruik makend van bestaan de journaalopnamen de film toch nog op een spectacu laire climax af te sturen. MILO TRIANON: King Kong(14) met Jeff Bridges en Jessica Lange. Regie: John Guillermin. Toen Merian C. Cooper in 1933 zijn trucdoos wijd opengooide voor de film „King Kong" kon terecht van „het acht ste wereldwonder" gesproken worden door zijn geraffineerde animatie-op- schaal en de onwezenlijke op glas ge schilderde oerwouddecors die aan het werk van Gustave Doré deden denken. Nu 43 jaar later is het wonder er wel 'n beetje af en de techniek zover gevor derd dat het in kleur en breedbeeld heel wat realistischer kan. Maar of dat nu zo'n voordeel is? Regisseur John Guillermin gebruikt voor de nieuwe „King Kong" van Dino de Laurentiis echte oerwouden, werkte met reusachtige modellen waarvan zo nu en dan de verhoudingen zoek zijn. King Kong's voetafdruk moet groter dan twee meter zijn en liet veel minder aan de verbeelding over. Verdwenen zijn de ste- gosaurus en de brontosaurus, de arsinoi- therium en de vliegende pteranondon, alleen het gevecht met de reuzenslang is over. De eilandbevolking is in de loop der jaren voor de massascènes vertienvou digd, de kosten van de productie verhon derdvoudigd. De tweedekkertjes hebben moeten plaats maken voor helicopters, terwijl Kongs laatste gevecht wordt geleverd op het World Trade Centre in plaats van op het Empire State building. Terwijl de dialogen nu duidelijk de draak steken met het gegeven, is deze Kong veel sentimenteler. Kong anno 1933 was 'n grotesk monster. Kong uit 1976 kijkt met smachtende ogen naar zijn veel te kleine blonde bruid, die tenslotte van hem gaat houden en hem voor de dood wil behoe den. Nieuwe vondsten zijn ongetwijfeld de scène waarin Kong zijn Jessica Lange een douche geeft onder de waterval om haar vervolgens met bolle wangetjes droog te blazen en de presentatie van Kong in New York als 'n reusachtige benzinepomp onder het motto „Stop een Kong in uw tank". Acht, Kong anno 1976 mag er best zijn als hij New York bijna verplettert, ook al moeten we 50 minuten wachten tot we hem voor 't eerst te zien krijgen en ruim anderhalf uur eer het zover is. MILO Lido 3: Mr. Klein (14) met Alain Delon en Jeanne Moreau. Regie: Joseph Losey. Klein (Delon), een rijke Parijse kunsthandelaar, koopt tegen woekerprijs een schilderij van een Joodse stadsgenoot. Het is 1942. Op de deurmat ligt dan een aan hem geadresseerd exemplaar van een Joods in formatieblad. Klein gaat de autoriteiten vertellen dat er een vergissing in het spel is: hij is geen Jood. De autoritei ten geloven hem niet. Klein ontdekt dat hij een naamge noot heeft, die spoorloos ver dween en die aan de kunst handelaar Klein zijn identiteit opdringt. Klein probeert zijn onzichtbare naamgenoot op te sporen, maar weet daarmee de raadsels alleen maar te ver groten. Bij de autoriteiten raakt hij steeds verdér in di- scrediet. Een deel van zijn be zit wordt in beslag genomen, zijn vriendin verlaat hem, zijn vriend (Lonsdale) verkoopt be zit van Klein tegen een woe kerprijs om hem aan een vluchtkapitaal te helpen. Klein beseft de ernst van zijn situa tie nog steeds niet. In een laat ste poging om zich te rehabili teren onderbreekt hij zijn vlucht en keert naar Parijs terug. Daar wordt hij door de Franse politie in een grote raz zia samen met duizenden Jo den opgepakt en op transport gesteld. Hij belandt in dezelfde treinwagen als de Jood van wie hij aan het begin van het verhaal dat schilderij kocht. Mr. Klein is in feite een ver haal van schuld en boete, dat de blauwdruk van Franz Kaf ka's „Het Proces" (over Jo seph K.) op de voet volgt. Evenals K. legt Klein zich aan het einde haast willoos neer bij zijn lot, en evenals K. is het hem dan nog steeds niet dui delijk wat er eigenlijk aan de hand is. In menig opzicht doet de film dan ook denken aan Orson Welles' „The Trial"; Lonsdale lijkt zelfs fysiek op de toenmalige Welles. Klein beseft de ernst van de situatie niet. Hij vertrouwt op de Fran se bureaucratie, de Franse jus titie, want hij weet zeker dat hij „onschuldig" is. Hij vindt het beneden zijn waardigheid om bij een arts (er waren art sen die zich daarin speciali seerden) een „bewijs van Ariërschap" te laten opstellen, niet omdat hij dat op zichzelf een verfoeilijk idee vindt, maar omdat hij dat als echte Fransman toch niet nodig heeft! Klein is volstrekt ego centrisch: blind en onverschil lig voor de gevoelens van an deren. Tijdens de sleutelscène van de film, de verkrachting van het eerste Kindertotenlied van Mahler in een mondain café-chantant (door Losey dik aangezet, en de enige keer dat je Duitsers ziet), raakt Kleins vriendin bevangen door hui ver, maar hijzelf blijft onbe-- wogen. Alleen al voor deze aangrijpende scène moet men de film gaan zien. Fictie en werkelijkheid lopen op over tuigende wijze dooreen. Losey en Delon op hun best! LUXOR: Marathon Man (18). Oustin Hoffman, een beroemd marathonlo per in angstverwekkend gevecht met een oud-SS-er, gespeeld door Laurence Olivier. Voor de derde week. REX: Porno Feelings (18) met Kate O'Mara en Paul Freeman. Regie: Lawrence Britten. CAMERA: Al is de leugen nog zo snel. De heer J. M. Bernsen bedient twee van zijn gasten vijfentwintig lunchschotels en dertig diners. Voor een lunch met drie gangen (soep, snack en pudding of ijs) wordt onge veer zes gulden gerekend. Ie dere dag prijkt er op de menu kaart minstens één verse groente. Een maal per maand verandert de lijst met de titel „speciaal aanbevolen". Deze maand staat als duurste spe ciaal aanbevolen gerecht op de kaart een entrecote grillé met kruidenboter en patates frites voor f 13,25. Een varkensrib mexicain met druiven, cham pignon, piment (rode paprika) in pikante saus en doperwtjes met gebakken aardappelen kost f 10,25. De mehu's varie ren in prijs van f 11,(soep. van de dag, Duitse biefstuk en pudding, yoghurt of koffie) tot f 17,— (Franse uiensoep, cor don blue en vanille ijstaart) Op speciaal verzoek van veel gasten heeft Bernsen elke vrij dag een keur van visschotels van gebakken kabeljauw van f 9— tot gekookte verse zalm van f 15,—. Veel vaste gasten weten al veertig jaar de weg naar Berhsen te vinden. „Toch was er bij veel Leidenaren een soort drempelvrees, voordat we verbouwden," vertelt de heer Bernsen. Hij wijdt dit onder meer aan de weinig op vallende voorgevel en de con ventionele witte kleden die de ronde tafels sierden. Sinds september van het vorig jaar heeft het restaurant een metamorphose ondergaan. De voorgevel is opgesierd met vrolijk gestreepte ronde luifel- tjes. Het interieur heeft thans voornamelijk de kleuren bruin en oranje. Op de eikenhouten tafels liggen parieren place- matches met afbeeldingen van Leidse stadsgezichten „Dat hebben we zelf ontworpen," aldus de trotse eigenaar. Dat is overigens niet het enige stukje „huisvlijt" van de fami- lie Bernsen. De dochter des huizes, die edelsmid is, ver vaardigde met smalle houten laten op artistieke wijze ge groepeerd enkele tussenschot- ten, mevrouw Bernsen koos de wand bekleding in het boven- Voor de lezers van de Leidse Courant heeft de heer Bernsen een feest- menu om eens op een vrije dag uit te probe- ae ren, v Cocktail Henry IV Cocktail Henry IV voor vier personen: 1. Pond kippeborst gaar koken en koud laten wor den. In een glas de koude stukjes kip, champignons en schijfje sinaasappel leggen. Daar overheen een saus van een deel mayonaise en een deel slagroom zonder suiker waardoor cognac, worchester- saus, tomatenketchup en zout r en peper is gemengd. Een L schrijfje citroen op de rand U van het glas gestoken, comple- teert de cocktail. De bouillon van de kip kan worden gebruikt voor het be reiden van een groentensoep. het tweede gerecht op het f eestmenu van Bernsen. Varkenshaar met mangno- cbutneysaus. De varkenshaar bruin braden. In een andere pan een saus espagnol mengen met tomatenpuree, worches- tersaus en mangnochutney- saus (deze saus is te krijgen in een delicatessenzaak. De varkenshaas moet vervolgens even sudderen in de saus. De heer Bernsen serveert bij de varkenshaas doorgaans gebak ken aardappeltjes, lof met ham en kaas erover en uitge holde schijven komkommer van ongeveer vier centimeter met gehakt, die in de oven zijn gaar gekookt. Ijstaart voor zes personen. Een kwart liter slagroom zon der suiker kloppen. Honderd- vijfentwintig gram suiker en drie rauwe eieren iets warmen en daarna koud laten worden, vervolgens luchtig kloppen. De slagroom en de eieren met sui ker mengen met vijfentwintig gram vanillelikeur. Dit geheel in een vorm een nacht in het vriesvak van de koelkast laten staan. De taart kan worden opgemaakt met slagroom en verse vruchten. King Kong anno 1976 spelend met z'n treintje, 'n uitgebreidere versie van een van de hoogtepunten uit 1933. Leiden Welke Leidenaar kent niet bet pand van Bernsen H aan de Breestraat? Al sinds 1891 zorgen drie gereneraties t Bernsen met hart en ziel voor de inwendige mens. Het is begonnen met grootvader Bernsen die in 1891 aan de Breestraat 157 een chocolaterie en een kokerij inrichtte. De vader van j de huidige eigenaar, J. M. Bernsen, maakte er een restaurant van. Sinds 1958 zwaait de Heer J. M. Bernsen de scepter in bet bedrijf dat thans tearoomrestorant is. Mevrouw Bernsen is meestal in de zaak te vinden, baar man bereidt in de keuken, i bijgestaan door vier koks, de maaltijden. Gelegen aan de Breestraat is tearoom-restaurant Bernsen en veel bezochte uitspanning voor het winkelend publiek. De openingstijden zijn daar dan ook op afgestemd. Van negen uur 's morgens tot half negen 's avonds kan men er elke dag uitrusten van een paar vermoeiende uren winke len of van een drukke werk dag. Zondags is Bernsen geslo ten. Een uitgebreide menukaart biedt de bezoeker alle moge lijkheden tot culinair genot voor een vriendelijke prijs. In het restaurant zijn zowel uitge breide lunches als diners op elk uur van de dag te krijgen. Ook voor een „tussendoortje" is het prettig toeven bij het echtpaar Bernsen. De heer Bernsen staat borg voor elke dag vers gebak. zaaltje dat regelmatig voor partijen wordt ingericht. De zelfde bekleding is terug te vinden in het restaurant ge deelte op de langs een wand aangebrachte banken „De huidge inrichting is veel prak tischer." aldus de heer Bern sen. „Komt er nu opeens een groep van acht man dan is het een kwestie van de tafeltjes aan elkaar schuiven. Met de ronde tafels van vroeger was dat niet mogelijk". Ook het publiek lijkt door een metamorphose te worden aan getrokken. ,Men stapt nu ge makkelijker naar binnen. Op sommige dagen is het zo erg dat ik elke minuut in de weer ben," aldus mevrouw Bernsen. „Dan is een praatje hier en daar zoals dat vroeger ging gewoon niet meer mogelijk. In totaal kan de gast kiezen uit Dat vind ik wel jammer. Studio: 1900 deel 2 (16) met Robert de Niro en Gerard Depardieu Regie Bernardo Bertolucci Toen onlangs alléén het eerste deel van Bernardo Bertolucci's epos „1900" werd vertoond hebben we daarover flink zitten mopperen. Nu Studio/Lido zijn nieuwe zaaltjes opent heeft men nagela ten iets goed willen maken door naast het tweede deel ook nog eens in een ander theater deel één te vertonen. „Novecento, deel 2" houdt zich zoals de slotbeelden van deel één reeds voorspel den bezig met de opkomst van het fascis me in Italië in het algemeen en de kloof, die ditzelfde fascisme veroorzaakt in de vriendschap tussen het rijkeluiszoontje Alfredo en de eenvoudige Olmo in het bijzonder. Want Alfredo wordt gedwon gen te kiezen tussen de machthebbers (met de rentmeester Attila als personifi catie van het kwaad en de perversiteit) en het arbeidersvolk. Uit de beelden van „1900, deel I" weten we al dat Attila na de val van Italië in de tweede wereldoorlog zijn trekken thuis krijgt en door het gepeupel wordt vermoord, in deel 2 laat Bertolucci wederom in wonderschone beelden zien waar al deze opgekropte haat van daan komt Een indrukwekkend tijddocument, waar in Bertolucci zich een meester toont in de opbouw van zijn scènes en Robert de Nico met Gerard Depardieu als acteurs schitteren in zorgvuldig uitgebalanceerde rollen terwijl Donald Sutherland het iets gemakkelijker heeft omdat hij als Attila de slechtheid er duimendik bovenop mag leggen. MILO Gerard Depardieu als de eenvoudi ge Olmo op het moment dat Ber nardo Bertolucci de verhaaldraad weer opvat in zijn tweede deel van „Novecento". LIDO 2 Silent movie (a.l.) met Mel Brooks en Marty Feldman. Regie: Mei Brooks. In een tijdperk dat iedere speelfilm in kleur gemaakt werd stond Mel Brooks er terecht op, dat zijn „Young Frankenstein" in zwart-wit zou worden gedraaid en ter wijl de laatste film zonder ge sproken dialoog „The thief" met Ray Mill and en Rita Gam in 1952! op 'n grandioze mislukking uitliep, maakte Brooks zijn revival van de ou de slapstick „Silent movie" met uitsluitend achtergrond muziek en geluidseffecten. Het enige gesproken woord komt uit de mond van de Franse mimekunstenaar Marcel Mar- ceau! „Silent movie" is een triomf voor Mel Brooks, die niet al leen blijk geeft 'n geweldige kennis van de oude slapstick te bezitten en de timing van dit soort humor, maar boven dien nog met een aantal fon kelnieuwe visuele grappen komt, die m dit genre nog in geen enkele variant werden vertoond. Hij heeft daarbij het voordeel dat inmiddels vele ta boes doorbroken zijn en „sick jokes" over blinden en hun geleidehonden, mestende draaimolenpaarden, zwanger schap en ziekenhuizen nu niet meer tot de slechte smaak v/orden gerekend. Het verhaaltje is simpel. Brooks zelf speelt een aan de drank geraakte filmregisseur, die met twee makkers Mar ty Feldman en Dom de Luise zijn comeback wil maken met een zwijgende film. Een bijna failliete studio is geïnte resseerd, mits er sterren met klinkende namen in meespe len. En dus gaat het drietal op pad, weet zelfs Burt Reynolds, James Caan, Liza Minelli, An ne Bancroft en Paul Newman te interesseren, maar dan dreigt er gevaar van de zijde van een louche beleggings maatschappij die het koste De drie vrolijke „Silent movie" makers: Dom de Luise, Marty Feldman en Mel Brooks op zoek naar bekende sterren voor hun film. wat het kost de studio wil overnemen en vreest dat de film een succes zal worden. Terwijl sommige episoden wat lang zijn uitgevallen met name de wiebelende caravan- scène met James Caan en de cantine-episode met Liza Mi nelli stort Brooks in 'n ra zend tempo zoveel briljante grappen op de toeschouwer uit, dat wij er potlood en pa pier bij moesten halen als rug- gesteuntje. Niet voor de varianten op be kende comedy-acts als de wat gerekte jassengrap van Slokop en Pikker vrije vertaling van Engulf en Devour of de opklapbeddenscènemaar juist voor die heel korte grapjes die je bijna ontgaan. Let ook op de muziek van John Morris „San Francisco" als we het panorama van New York te zien krijgen en Irving Berlin's „Let's face the music" als Brooks in zjn verbeelding als Fred Astaire op een roomtaart danst en de drie varianten in de „running gag"; het kran tenver kopert je dat onder zijn eigen handel bedolven wordt. Doordat Brooks de stuwende kracht van het trio speelt komt Marty Feldman wat min der uit de verf dan in „Young Frankenstein" maar de veel vraat Dom de Luise weet naast Brooks als typetje over eind te blijven. Met zijn bijna vierhonderd vaak oerdomme Nederlandse tussentitels is „Silent movie" een verrukkelijke ode aan de goeie ouwe ongecompliceerde filmhumor en meer in stijl dan de toch wel vaak op de dialo gen steunende „What's up, Doc"? van Peter Bogdanövich of Stanley Kramer's wat over dadige „It's a mad, mad, mad, mad world". Een feest voor wie van visuele grappen houdt en om ons bij uitzondering eens helemaal achter de slag zin op te stellen: „Het nieuwste op het gebied van puur enter tainment". MILO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 6