weekpuzzel door dr. Pluizer
postzegels
dierenportret
No. 1
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 8 JANUARI 1977
z> oplossing vorige puzzel
ta naaaanaa nasaaania
no ssQi anus Enaü mas na
nan aaaaa a aaaaa ana
naaa aan aaa aan aaaa
n aan anaaanana aas
aatamna a aaa b Hannaa
aan ana aaaan aan nnn
nnaisna a aaa a □naaan
naa ana aaaan aan aan
a coa aaaaaaa aan a
aaa aaa aaaan aan aan
aaaaaaaa ana aaaaanas
na a tsaan n aaan n an
s aan aaaaaanna ann a
annua na taa aaaaa
De prijswinnaars van de
puzzel van vorige week
Twaalf gulden vijftig:
mevr. E. van Dam-Fleur.
Mgr. Broerestraat 14,
Voorhout.
Zeven gulden vijftig: E.A.
van Werkhoven. Duin
zichtstraat 23, Oegstgeest.
De prijzen worden binnen
drie weken per cheque
toegezonden.
Oplossingen voor woens
dag 12.00 uur 's middags
onder vermelding van
„Puzzel 275" zenden aan:
Leidse Courant,
Postbus 11,
Leiden.
Cryptogram
HORIZONTAAL:
1 Die baas komt vaak in het geweer (7); 5 Ik ben er al klaar
mee, domineel (7); 9 Door dit organisch oplosmiddel bent
u in staat aan al uw geldelijke verplichtingen te voldoen (7);
10 Voor een 25 biljet krijgt u deze vogel (7); 11 Bel nu
maar: men zal er begrip voor hebben (5); 12 Om het te
verlengen liep het plan stuk (9); 13 Salaris voor bruidsmeis
jes? (9); 15 Kledingstuk voor een klein lichaam (5); 16 Met
een zet voorover bereikt u een bepaald punt (5); 18 Meer
genegenheid kan er niet bij, anders loopt het over (9); 21
Op zo'n reis heeft men tweemaal zoveel last van de zuiging
van de lucht (9); 24 Met zulk 'n delfstof wordt het een
kostbaar begrip (5); 25 Zelfs voor een kenner van de Engelse
taal is 't lang niet eenvoudig! (7); 26 Onteigening door
volksgenoten (7); 27 Volgens mij blijkt 't leuker een klein
kind te zijn! (7); 28 Het geen voorrang geven bij een verkeers
plein wekt de gramschap van vele anderen! (7).
VERTICAAL:
1 Vervoermiddel voor brievenbestellers? (7); 2 Verbond van
speelgoedfabrikanten? (7); 3 De deserteur verliest water (9);
4 Vindt u een ton te veel als zuiver loon? (5); 5 Zij wordt
ook maar gestuurd! (9); 6 Na de rust zijn wij er als de kippen
bij! (5); 7 En 't weefsel krijgt u voor een prikkie! (7); 8 Door
deze kracht bent u voor mij te sterk (7); 14 Deze bedrieger
zal u wel weer opbeuren! (9); 15 Opbergmeubel met alleen,
kastladen (9); 16 Brengt de typograaf daar zijn spaarcenten
heen? (7); 17 Lichte vlaag in een kleiné vogelkooi (7); 19
Gemalin van koning Winter (7); 20 Met onderricht erbij komt
u met deze dakbedekking in de VS (7); 22 Dans die ruzie
geeft (5); 23 in deze gevangenis verbergt zich een zanger
(5).
Voordat het Suikertoernooi begon
waren aller ogen gericht op de
laatste beslissingen van de compe
titie. Een daarvan was de beslis
singswedstrijd Groningen—Lent,
die na de .rel' vooraf een eigenlijk
verrassende uitslag kende. Gronin
gen won immers zonder Sijbrands
en Kuyken van een volledig Lent
dat geen gebruik maakte van de
gunstige uitgangsstelling.
Debutant Lent overigens onwe
tend van de afwezigheid van Sij
brands en Kuyken faalde in feite
door de sterkste spelers Wiersma,
Hermelink en Palmer in de onder
ste helft te laten meespelen. De
jongeren moesten de sterke Gro
ningers in bedwang houden. En
juist deze aanpak faalde. De jeugd
van Lent bleek niet opgewassen
tegen het talent van de Gronin
gers, die ongetwijfeld geladen aan
de start verschenen.
Desondanks, de 128 zege yiel
royaal uit, eindelijk had Groningen
(eigenlijk Roxy Dual) aan een ge
lijkspel genoeg door meer bord-
punten in de competitie te hebben
i m m m i
m m m mm
JMl E
a s s. s...
jy H (xi m
B S S D
es m
K m m m
m m
m 8 Q B i
b m m
■aai
Mc»a
G. Geurts
gescoord. Uit deze voor het lands
kampioenschap beslissende wed
strijd twee fragmenten, de kortste
en de langste partij.
Lent kreeg al snel een tegenslag
te incasseren toen G. Geurts een
riskante partijopzet zag afgestraft
door ex-studentenkampioen Schol
ten. Zwarts laatste zet (zie dia
gram) was 17. 17—21 (voorafge
gaan door 3430 25x34 39x30) Er
dreigt nu een en ander: 1217
Th. Braam
23x12 27—31 36x27 21x25, maar
ook 18—22 28x17 13—19 24x13
8x50.
Er is nu maar een zet die beide
dreigingen tegelijk opheft nl. 18.
24—19 13x24 19. 30x19 maar nu
volgt 19. 12—17 20. 23x12
14x34. Nu dreigt ook 27—31 zodat
wit in arren moede 21. 2823
speelde om na 21. 3—9! 22.
12x25 15—20 23. 25x14 10x50 ont
moedigd op te geven.
De langste partij, Braam-Jansen,
duurde bijna zes uur. Het tweede
diagram toont de stand na 46.
7—12. Wit staat ongemakkelijk en
koos voor een dure doorbraak. 47.
35—30 24x35 48. 33—29 12—18
49. 28—22 8—13 50. 25—20 14x25
51. 22—17 21x12 52. 27—22 18x27
53. 29x7 27—31 54. 48-42 31—36
55. 42-37 13-18! (op 7—1 volgt
nu 364147 en zwart wint door
overmacht). 56. 3833 1924 57.
34—29 24—30 58. 7—1 35—40 59.
1x23 40—44 60. 23—5 30-35 61.
2924 44—49 62. 32—28 48-27
(de centrumschijven maken de po
sitie van wit hopeloos: het verschil
is één schijf, maar de nederlaag
is onafwendbaar).
63. 28—23 27—9 64. 24—20 25x14
65. 5x19 35—40 66. 19—5 40-44
67. 5—19 44—50 68. 33—29 9—20
uit, wit speelde nog: 69. 19—24
20—15 70. 37—31 36x27 71.
24—13 15x38 72. 13x36 38—32 een
grapje tot besluit: wit geeft zich
gewonnen. Op 2318 volgt im
mers 32—27.
Een nieuw jaar is begonnen, waar
in we alle lezers veel goeds toe
wensen! In deze rubriek kunt u
regelmatig studies verwachten,
maar dan wel studies die sterk
verbonden zijn met de partij. Wat
we noemen de „natuurlijke stu
die". Daarnaast studies waaruit u
kunt leren wat de stukken waard
zijn en wat er mee gedaan kan
worden.
Ook eindspelgedeelten uit gespeel
de partijen waar wat zinnigs en
leerzaams over te zeggen valt. Stu
dies zijn het „béte noire" van de
partijspelers. Meestal zegt men:
„Zoiets komt in de partij niet
voor", maar ik geloof dat het
hoofdzakelijk komt doordat de
doorsnee schaakspeler slecht kan
analyseren. Daar moet dus wat aan
worden gedaan! Om de algemene
tegenzin tegen studies te overwin
nen zal ik u wel eens bij de neus
nemen met een verhaal over de
oude meester Vonk, die in het
gehucht Fantom in de polder
woont. U zult er dan verbaasd over
staan hoe goed die oude baas nog
speelt en wat een inzicht hij heeft
over juist die eindspelen.
Maar deze keer krijgt u een echt
en heuselijk partijslot voorgescho
teld! Een paar maanden geleden
vond ik in een clubblad onder
staande stelling: Diagram nr. 1
Wit had in het begin van de partij
een finesse overzien die hem pion
f2 had gekost. Daarna had zwart
te veel stukken afgeruild en wit
had de tijd benut om zijn pionnen
op de juiste velden te brengen en
verdedigt met zijn koning de toe
gangspoort van zijn stelling. Zwart
moest in de diagramstelling spelen
en liet volgen: 43e5-e4! Hierna
was de partij snel uit. Er volgde:
44. Lc6xe4, Ke6-e5 en wit gaf op,
omdat hij de zwarte koning in zijn
stelling moet toelaten of een van
de pionnen op de damevleugel
verliest. Ook: 44. Ke4:, Pd6f 45.
Kd3, Ke5 leidt tot hetzelfde.
De annotator vermeldde nog: B.
44. Ke3, Kd6! en wit verliest een
pion of komt weer in tempodwang
en verliest dan have en goed.
Hij besluit met: „Een prachtig
eindspel, bij het naspelen bemerkt
men pas duidelijk dat het zwarte
paard vele malen sterker is dan de
witte loper".
Nu moet men zich bij het trekken
van conclusies niet al te zeer ver
plichten, zeker niet als dat zoals
in variant B berust op slechts één
zet! Een loper en een paard zijn
nagenoeg even sterk, en als ik dan
lees dat op een gegeven moment
een paard „vele malen sterker is
dan een loper, dan denk ik
aan een beroemde studie van
Troitzky, waarin vier paarden en de
koning het, bij een overigens leeg
bord, regelmatig winnen tegen ko
ning en dame, of aan een studie
van Kok, waarin drie paarden win
nen van een loper.
Laten we nu eens bezien hoe het
staat met de partij na die variant
B: 44. Ke3, Kd6! Wanneer wit nu
zijn loper naar e8 brengt is het
inderdaad snel uit: 45. Le8?, Pb6
46. Lb5, Ke5! en wit is in zet-
dwang. Zou zwart moeten zetten,
dan zou wit remise kunnen hou
den.
Waar het om gaat is hier niet in
eerste instantie die extra pion van
zwart, maar het verdedigen van de
toegangspoort tot de witte stelling.
De witte koning verdedigt het laat
ste bastion (de velden d4, e4 en
f4), de zwarte koning heeft daarbij
1 M
e
k
AAA
k
1 cS m
Wit: Kd3, Lc6; pion
nen: a4, c4, g4, h3. Zwart: Ke6,
Pc8; pionnen: a5, c5, e5, *)5, h6.
1 f
1
1$.
m
A
k
k I
A
Au
A
li <2?
A
Wit: Ke3, Ld5; pion
nen: a4, c4, g4, h3. Zwart: Ke5,
Pd6; pionnen: a5. c5, e4, g5, h6.
Zwart begint en wint.
het voordeel dat hij twee van die
bastions heeft (de velden d5, e5
en f5, maar ook nog d6, e6 en f6).
Wit moet vervolgen met: 45. Lb5!,
Ke5 46. Lc6,met de bedoeling
om pion e4 op te ruimen.
46Pd6 47. Lb5!, Pe7 48.
Lc6!,.... en nu blijkt dat zwart al
leen maar zijn paard naar d6 kan
terugspelen, want zowel:
48Pd8 49. Ld5!,.... als:
48Ph8 49. Le8,doet wit win
nen!
Terug dus met het paard:
48Pd6 49. Lb5, Pc8 50. Lc6,
Pb6 51. Lb5, Pa8 52. Lc6, Pc7 53.
Le4:De nu volgende variant
dient om aan te tonen dat de loper
beslist niet de mindere is van het
paard. Wit zowel als zwart kunnen
wel anders spelen, maar bij beider
zijds goed spel is er geen voordeel
te behalen' voor een der partijen.
53Pa6 54. Lc2, Pb4 55. Lb1, Pc6
56. Lc2, Pd4 57. Ld1, Pe6 58. Le2,
Pf4 59. Lf1,Men ziet dat de
loper het paard steeds en overal
goed partij kan geven en in be
dwang houden. Wanneer zwart nu
in deze stelling zijn h-pion laat
oprukken, dan kan wit reeds zon
der bezwaar de oppositie van de
koningen opgeven en op:
59h5 60. Kf3spelen. Er
zijn een drietal varianten:
a). 60Kd4 61. h4en wit krijgt
goede winstkansen.
b). 60 h4 61 Ke3.,wit neemt de
oppositie weer in en zwart kan
niets meer beginnen.
c).6 0hg4:f 61. Kg4:, Pe6 62.
Lg2, Kd4 63. Ld5, Pf4 64. h4
en het slot loopt uit op een remise
brengend dame-eindspel.
Op één punt moet ik nog wijzen,
en dat is, dat wanneer wit op de
47e zet niet Lb5! speelt maar: 47.
Ld5?.... Er ontstaat dan de volgen
de stand: diagram nr. 2
Wit verliest nu. omdat zwart door
een bepaalde manoeuvre een pion
kan winnen en de witte stelling
dan kan binnendringen. Kunt u dat
vinden? De oplossing volgt een
volgende keer.
Bijzondere stempelvlaggen
De eerste filatelistische rubriek in
het nieuwe jaar kunnen wij openen
met wat gevarieerd nieuws uit ei
gen land. Zo kan melding gemaakt
worden van het gebruik van enkele
bijzondere stempelvlaggen in een
reeks van postkantoren: „Kerkba
lans januari", die gebruikt zal wor
den in de periode van 3 tot en met
31 januari 1977. De postkantoren
die deze vlag in een van hun
stempelmachines gaan opnemen
zijn: Amersfoort. Amsterdam, Arn
hem. Assen, Breda. Eindhoven, En
schede, 's Gravenhage, Groningen.
Haarlem, Heerlen, 's Hertogenbo
sch, Leeuwarden, Maastricht, Mid
delburg, Nijmegen, Rotterdam,
Terneuzen, Utrecht en Zwolle. Ver
der wordt in een van de stempel
machines van het postkantoor te
Utrecht in de periode van 3 tot en
met 31 januari nog een tweede
bijzondere stempelylag gebruikt.
Deze heeft als tekst: „16e Lustrum
tandheelkundige studenten vereni
ging Johan Tomes".
Uit eigen land kan voorts melding
worden gemaakt van het feit dat
alsnog werd besloten de 300e
sterfdag van Spinoza te herdenken
met de uitgifte van een bijzondere
postzegel. Het streven is deze ze
gel omstreeks de 21ste februari in
omloop te brengen. Deze aanvul
ling op het eerder door de PTT
gepubliceerde programma van
postzegeluitgiften voor 1977 werd
op 15 december j.l. schriftelijk me
degedeeld aan de voorzitters van
de beide kamers der Staten-Ge-
neraal. Staatssecretaris Van Huiten
van Verkeer en Waterstaat had
eerder te kennen gegeven dat een
bijzondere „Spinoza" -zegel niet
paste in het beperkte uitgiftesche
ma van de P T T. Tevens bestond
het vermoeden dat de herdenking
van het overlijden van de wijsgeer
niet in brede kring de aandacht
zou trekken. Recente informatie
over de a.s. Spinoza-herdenking
heeft duidelijk gemaakt, dat de
uitgifte van deze bijzondere post
zegel daavan een zinvolle onder
steuning betekent.
Voor verder nieuws nu naar Aus
tralië, waar op 19 januari het uitgif-
16e LUSTRUM
TANDHEELKUNDIGE
STUDENTEN VERENIGING
"MN TOMES"
teprogramma voor 1977 geopend
wordt met vier bijzondere zegels.
Met deze zegels wordt het belang
van traditionale vormen van kunst
in het Australische leven van alle
dag onder de aandacht gebracht.
De zegels zullen muziek (20 ct),
dramatische kunst (30 ct), de dans
(40 Ct) en opera (60 ct) als onder
werp hébben. Het ontwerp voor
deze zegels werd vervaardigd door
miss Wendy Tamlyn uit Sydney en
de zegels werden gedrukt door de
bankpapierdrukkerij van de reser
vebank van Australië te Melbourne.
Het 25-jarig regeringsjubileum van
koningin Elizabeth wordt in Aus
tralië op 2 februari herdacht met
de uitgifte van twee bijzondere
zegels. Op een daarvan in de waar-
de van 18 ct ziet men het portret
van de vorstin, dat gekozen werd f
uit een reeks die in een Australisch 5
damesweekblad heeft gestaan. Een j
zegel met een waarde van 45 ct.
toont een portret van koningin
Elizabeth met prins Philip, naar I
een foto van lord Lichfield. Konin-
gin Elizabeth besteeg de troon op -
6 februari 1952, als opvolgster van [t
haar vader, koning George VI.
De kroning vond plaats in de West
minster abdij in Londen op 2 juni,
1953. Het drukken van deze zegels 1
is handen van The Government
Printer in Canberra. Dit is voor het
eerst sinds de olympische spelen-
uitgifte van 1956, dat Australische
zegels niet door de bankpapier
drukkerij worden uitgevoerd.
Het Britse regeringsjubileum zal
dit jaar nog diverse~rreren onder
de aandacht komen. Zo heeft o.m.
Nieuw Zeeland voor 2 februari een J
bijzondere strook van vijf zegels
op de agenda staan, met dit jubi-
leum als onderwerp.
Australia 20
45 j |lf
Dromen honden van kluiven? -
Als een hond languit in de
kamer ligt te slapen en hij
maakt daarbij zachte jank-
geluidjes en kleine bewe
gingen met staart en poten,
dan denken we altijd: wat
zou hij dromen? Want
waarom zou een hond of
een ander dier niet kunnen
dromen., Ze slapen toch
ook net als wij? Voor we
ons gaan verdiepen in de
dromen van dieren, moeten
we ons eerst even bezig
houden met onze eigen
dromen.
Om te beginnen zouden we onze
slaap kunnen indelen in drie fasen:
de lichte, de diepe en de zoge
naamde R. E. M.-slaap. Het woord
R. E. M. is een afkorting van .rapid
eye movements' (snelle oogbewe
gingen). Tijdens deze R. E. M.-
Het is een bekend verhaal, dat er
spellen zijn die de doorsnee huls-
tuin-en-keukenbridger zonder eni
ge moeite maakt, terwijl experts
daar down in gaan. Dat komt dan,
omdat de huiskamerbridger door
gaans weinig belangstelling heeft
voor winstkanspercentages en
mogelijke eindspelfiguren en
recht voor zijn raap zijn slagen
bijeen probeert te krijgen, terwijl
de doorgewinterde speler naar de
kansrijkste speelwijze uitziet. Die
laatste is wel eens tot mislukken
gedoemd en dan heeft men weer
zo iets.
Bij de wat meer ervaren spelers
komt een ander aspect om de
hoek kijken. Zij kennen vele listen
en lagen en de remedie daartegen,
maar het gevaar bestaat dat die
remedie automatisch wordt toege
past, zonder verder te kijken of het
wellicht op een andere manier nog
beter kan.
Het bewijs van deze uitspraak
wordt door de gebeurtenissen in
het onderstaande spel bewezen.
Zuid moet 4 harten spelen, waarte
gen west met schoppenheer uit
komt. Er zijn negen vaste slagen
en als de klaveren rond zitten
wordt zuids vierde klavertje de
tiende slag. Een beginner weet
verder niets te bedenken en gaat
geruisloos eentje doen, maar de
meer ervarene weet dat hij zijn
kansen kan vergroten. Tweemaal
troef trekken en vervolgens drie
B 4 2
oB 9 5
O A 6 4 2
H72
A H 10 7 M V 8 5 3
48 7 2 C4 3
ct H B 10 5
43
B 1091
96
o A H V 10 6
ü73
+A V 6 5
hoge klaveren incasseren gaat niet
alleen goed als de klaveren 3-3
verdeeld zijn (de laatste troef
wordt dan gehaald), maar ook als
de tegenstander met de vierkaart
klaveren ook de driekaart troef
heeft (de vierde klaveren kan dan
worden getroefd, alvorens de laat
ste troef te trekken).
Vaak zal men zien, dat deze laatste
methode nu automatisch wordt
toegepast en dat leidt in dit geval
dan ook tot een down, omdat west
de doubleton klaveren met de laat
ste troef heeft, zodat klavervrouw
wordt getroefd en er nog een
ruitenslag verloren gaat.
Het speelplan was goed, maar niet
het beste. Als de klaveren niet
slechter dan 4-2 zitten en de troe
ven 3-2 (ongeacht welke lengte bij
wie) is het contract safe.
Na het introeven van de derde
schoppen wordt direct een ruiten-
slag afgegeven. Stel dat oost ver-
volgt met klaverboer (beste). Zuid
neemt klaveraas, steekt over naar
ruitenaas en troeft een ruiten met
hartenvrouw. Hierna hartenaas en
met een kleine klaveren naar de
heer van noord. De vierde ruiten
wordt nu met de heer getroefd,
waarna met de 10 naar de boer
wordt overgestoken en de laatste
troef door de 9 wordt getrokken.
Klavervrouw is dan de laatste slag.
En als de troeven 4-1 zitten? Dan
wordt de kans dat de doubleton
klaveren bij de'vierkaart troef zit
alleen maar groter. Bovendien is
de kans op het niet gelijk verdeeld
zijn van een even aantal ontbre
kende kaarten (de zes klaveren)
het grootst, evenals het zo gelijk
mogelijk verdeeld zijn van een
oneven aantal, (de vijf hartens).
slaap zijn onze oogballen bijna
voortdurend in beweging, terwijl in
de diepe slaap de ogen juist niet
bewegen. Iedere 90120 minuten
van de slaap doorlopen we zo'n
cyclus.
Toen men ging onderzoeken wat
'de betekenis was van deze fasen,
bleek dat dromen meestal voorko
men tijdens de R. E. M-slaap Eerst
vermoedde men dat de snelle oog
bewegingen verband hielden met
het volgen van de droombeelden,
maar later bleek dat er geen relatie
was tussen de verschillende typen
van oogbewegingen en de visuele
ervaringen van een proefpersoon.
Wel ontdekte men dat iemand die
gewekt werd in de R. E. M-slaap
zijn dromen beter kon navertellen
dan wanneer hij in een van de
andere fasen gestoord werd. Voor
dat we nu overgaan naar de die
ren, kan nog verteld worden dat
kinderen een langere R. E. M.-
slaap hebben dan volwassenen. Bij
de dieren bestaat er ook een
slaapcyclus, alleen is de R. E.M.-
fase korter dan bij de mens. Met
proeven kon worden aangetoond
dat de electrische activiteit van de
hersenschors bij de dieren tijdens
de R. E. M -slaap veranderingen
ondergaat, die vergeleken kunnen
worden met de veranderingen die
de mens ondergaat. Zo werd ons
iets meer zekerheid verschaft om
trent het vermoeden dat dieren
kunnen dromen, maar een bewijs
was nog steeds niet geleverd. Bij
honden bijvoorbeeld lijken toch de
bewegingen van staart en poten
zoveel op die tijdens het .waakle
ven' dat dit geen toeval of zuiver
lichamelijke refleksen kunnen zijn.
Ook vermoedt men dat honden
reukdromen hebben, in tegenstel
ling tot de mens. die visuele dro
men heeft. Met deze reukdromen
heeft men enige aardige proeven
genomen, door ze kunstmatig op
te wekken bij honden in de R. E.
M -fase van hun slaap. Onder meer
hield men een hond, die gek was
op zoetigheid, een klontje suiker
W
Më» *Nr"
Dromen van een droomkluif
voor de neus en het dier likte in te drukken, waarna een nieu-jm
onmiddellijk zijn lippen af. Een we dia verscheen. Toen de apen u_
andere hond, die heerlijk lag te dit eindelijk goed hadden geleerd jjn
slapen na een vermoeiende jacht, en steeds tijdig de knop indrukten,
liet men ruiken aan wat denne- deed men deze zelfde test nog een 2
naalden en meteen spitste hij de ♦iiHone Ho R p
oren en spande het hondelichaam
zich zonder te ontwaken.
Een derde hond. in een diepe
slaap gedommeld, werd een worst
voor zijn neus gehouden en na
enkele seconden begon hij kauw
bewegingen te maken. Zelfs als
een hond slaapt, vergeet hij zijn
geliefde niet, want toen men eens
een slapende reu aan een teef van
hetzelfde ras liet ruiken, begon hij
liefkozende geluidjes te maken.
Nog meer zekerheid over de dieyen
dromen kreeg men. toen de Ameri-
keer, maar nu tijdens de R. E.
M.-fase van hun slaap. Nu bleek g'
dat de aapjes steeds keurig op 9"
de knop drukten en zelfs vaker 9'
dan nodig was. Kennelijk waren er gj
dus visuele ervaringen, maar het q.
is ook mogelijk dat ze alleen maar 8
droomden van het lekkers dat ze 8
zouden krijgen als ze steeds in- 8.
drukten. 8-E
In ieder geval zouden ze in staat 8-'
zijn te dromen; maar wat een aap 8-
kan hoeft nog niet voor een
ander zoogdier op te gaan. We
kunnen wel aannemen, ofschoon g
kaanse geleerde Vaughan in 1964 echte bewijzen nog steeds ontbre- g
een proef deed met rhesusapen,
die mogelijk visuele ervaringen
aantoonde tijdens de R. E. M-fase.
•Hij vertoonde dé apen een serie
dia's en leerde de dieren een knop
ken, dat dieren in staat zijn te
dromen. 7
Maar het blijft toch een vermoe
den, want vertellen zullen ze het^
ons nooit