kersthart:
rijke
deense
traditie
kwiek
klaar te
maken
kerstdiner
eerlijk
eten
is heerlijk
eten
nederlandse
ontwerpers
over
kerstmodel
rimpelloos
kerstfeest
3
lsejicaiesse. ten letmermj zcgi v au umc.
En daarmee wordt iets anders bedoeld dan
een bal gebakt, gelardeerd met tomatenket
chup, ofschoon dat ook heel lekker kan zijn.
Een delicatesse is iets aparts, iets dat de
pot niet elke dag schaft. Truffels tussen de
soep en de patatten voorafgegaan door vers
gepiementeerde slakken kan tocb geen da
gelijkse kost genoemd worden. En bet vlees
wordt normaal versierd met champignons
en niet met morilles, crêpes of cantharellen.
Maar er zijn van die speciale dagen dat
onze magen niet gevuld willen worden met
meervoudig verzadigde vetzuren en dat de
eettafel wat extra versierd wordt.
Kerstmis is zo'n dag. Kalkoenbouten en
reeruggen vliegen over de toonbanken van
handenwrijvende poeliers, het voorverpakte
viees van ue supeifliarKten Kiijgi een ioze-
rood lintje en het persoonlijk stempel van
de kerstman. De tomatensoep krijgt een
speelse Franse naam, de aardappel wordt
in broodkruim gepakt en de pudding zakt
onder de last van geconfijte vruchten bijna
in elkaar. En de reclame doet geloven dat
door al dit imitatielekkers de engeltjes over
de tong zouden dansen.
Een eerlijke delicatesse is wat anders. En
daarmee worden niet de extravagante voe
dingsmiddelen zoals sprinkhanenpootjes, be-
revlees, slangevet en olifantsnieren bedoeld.
Dat is alleen maar duur en niet lekker.
Eerlijke delicatessen zijn echter schaars en
dus duur. Verse vissoorten vallen onder deze
categorie. Vers gerookte zalm, verse kreeft,
vers gerookte paling, verse forel, rivieren-
krapjes en slakken. Ue eerlijkheid speelt
ook mee bij de vleessoorten. De salami
achter het matglas bij de slager is hoogst
waarschijnlijk geen salami maar imitatie
van een regionale worstfabriek of in andere
gevallen afkomstig uit België. Onze zuider
buren exporteren de meest uiteenlopende
patésoorten naar ons land. Maar: eerlijk is
eerlijk, het is niet echt. Een Franse paté
hoort nu eenmaal uit Frankrijk te komen
en kan in een uitzonderlijk geval f 32,50 per
honderd gram kosten. Salami komt uit Italië
en in speciale gevallen nog uit Frankrijk of
Spanje. Maar vlees uit Spanje is in Neder
land helemaal niet verkrijgbaar en wel om
de simpele reden dat Spanje geen vlees
exporteert vanwege mond- en klauwzeerbe-.
palingen.
irunejs nomen vaax in kerstmenu s voor.
Heerlijk die truffels, maar de echte kosten
wel ongeveer f 100,- per ons. Dat kan ook
niet anders want deze champignonachtige
vruchten gedijen zo'n veertig tot vijftig cen
timeter onder de grond in de Franse Peri-
gord en in sommige Italiaanse streken. De
truffelzoekers maken gebruik van varkens
die naar deze wilde vruchten snuffelen. Te
genwoordig maakt men in de meeste geval
len gebruik van speciaal afgerichte honden.
Terug naar het menu. Na de verse zalm,
moeilijk te krijgen in tegenstelling tot de
zeelachs, de roodgekleurde koolvis, een
soepje. Iets aparts. En dat is nog altijd de
schildpaddensoep. Een blik kost weliswaar
zo'n vijf tot tien gulden, maar dat is de
goede.
De hootdais. waarom niet eens op zoek naar
een ganzebout uit Hongarije of echt Hol
lands hertevlees of schapevlees van Texel?
En als toetje een exotische vrucht. Geen
mango, avocado, kiwi of khaki, dat is al
bijna gemeengoed. Maar bijvoorbeeld een
duduk, een ramboetan of een longanberry:
heerlijke vruchten uit Indonesië.
Ten slotte een goede wijn. Ondanks alle
schandaalberichten over frauderende en
knoeiende Franse wijnboeren is er best een
goede fles te koop. Want eten doet men niet
met de mond alleen. Eten gaat met de ogen,
neus, oren en mond. De ogen voor de spie
gel, de neus voor de geur, de oren voor de
muziek. En de mond? Dat is bekend.
LEON VANKAN
Kervelsoep (blik)
Gevulde avocado's (4 personen)
2 avocado's
2 ons garnalen
eetlepel mayonaise
scheutje whisky
scheutje cognac
De avocado's doormidden snijden en
het vruchtvlees in kleine blokjes snij
den. Deze vermengen met de garnalen,
de mayonaise en de cognac. Het meng
sel in de uitgehulde avocado's leggen.
Haas aux champignons
1 rugstuk van 800 gram (zeer goede
poelier uitkiezen)
2 dl. room
750 gram champignons
50 gram vet spek
Kooktijd 15-20 minuten
Het rugstuk larderen met dunne reep
jes spek en het 24 uur in een kruidige
marinade van witte wijn, cognac, ges
neden sjalotten, tijm, laurier en peper,
smaak laten aannemen. Het rugstuk uit
de marinade halen en in de oven bruin
braden. (Het moet zo gaar zijn dat het
vlees bijna met een lepel van de botten
af te halen is). Het vlees uit de oven
nemen en de marinadevoor drievierde
laten inkoken. Zeef het en doe het in
een caserole, waarna de room voorzich
tig wordt toegevoegd. Laat het mengsel
op een zacht pitje even binden. Leg het
rugstuk op een tevoren warm gemaakte
schaal en giet de saus er kokend heet
over. Garneren met in boter goudgeel
gebakken champignons, die op een
warme plaat gereed staan. Geef er klei
ne ronde aardappeltjes bij (in blik ver
krijgbaar) en een marmelade met een
paar druppels citroen. Desgewenst nog
een schaal kastanjepuree op tafel zet
ten.
Cranberry gelei in coupes
De cranberry's (verkrijgbaar in doos)
met suiker koken en zeven tot een
dikke gelei. In coupes gieten en in de
koelkast laten opstijven. Garneren met
een mengsel van geklopte room en
kwark. (Deze gelei kan tevoren ge
maakt worden).
De tafel „versieren" met schaaltjes bon
bons, gember, „After Eight" en bij de
kleine kopjes mokkakoffie een uitste
kende likeur schenken.
schillende kleur. Vouw elk stuk doormidden
met de gekleurde zijde*aan de buitenkant
Begrens een vierkant (afb. 1), gebruik de
bovenkant van het vierkant als basis en trek
daarboven met een passer een halve cirkel.
(Men kan daarvoor ook de rand van een
kopje of een glas gebruiken). Knip de cirkel
uit het vierkant (afb. 2, langs de geschaduw
de lijn). Trek nu precies vanuit het midden
van de stippellijn een lijn recht naar bene
den (afb. 3) en knip die in. Steek de ontstane
„flappen" papier in elkaar volgens afb. 4 en
5. Afbeelding 6 toont het hart met de in
elkaar gehaakte papierflappen. Let op de
merkjes en 0. Het sits-hart is nu klaar
en wordt voorzien van een lusje aan de
bovenkant (rood lint of een koordje), zodat
het in de boom kan worden opgehangen.
Het huis Pier Augé heeft een nieuwtje op
het gebied van schoonheidsmaskers. Mooi
voor de komende feestdagen, maar het is
natuurlijk ook voor andere speciale gebeur
tenissen te gebruiken. Het is Ampul Beauté
Instantanee: een capsule gevuld met een
verjongende vloeistof die de rimpels in het
gezicht twaalf uur als sneeuw voor de zon
laat verdwijnen, omdat ze de huid strak
trekt. Voor een rimpelloze Kerst.
del. De synthetische stof is uiterst dun, om
de benen spoelend, bijvoorbeeld rose quia-
na. Onder de tuniek draagt ze een paarse
kokerpantalon, bijna Indo-Chinees. Lang op
lang is de mode. Om de nek een zwart koord
met een gordijnkwast eraan. Daarbij moet
ze dan hele fijne sandaaltjes aantrekken met
hele hoge naaldhakken. Past dat roze bij
rood van de kerstsfeer? Jéan Louzac: „Het
staat geweldig, de kerstboom eens niet rood,
maar rose op te tuigen. Rose slingers in het
groen, roze vogeltjes tussen de takken, rose
kaarsen op tafel.
Weet je wat ook kan: Een wijde lange broek
van spijkerstof, die met een lipje om de
enkels sluit. En daar boven een opahemd".
Helemaal Fong Leng: brocaat jumpsuit met een aan twee kanten draagbaar klokkend jasje van
chintz, afgezet met suède biezen. Het jasje kan met opgerolde of met lange mouwen gedragen
worden Het nieuwe silhouet, breed van boven en smal van onderen komt tot uitdrukking in
de broek.
Hans Christian Andersen beschreef in 1845
hoe verrukkelijk het was om zelf een kerst
boom in het bos uit te zoeken, die mee naar
huis te nemen en te versieren. Het optuigen
van de boom is dan ook een reeds lang
bestaande traditie in Denemarken. De
kerstvreugde begint al weken voor het ech
te feest met het zelf vervaardigen van
decoraties.
Dit zijn heel fijne netjes, gemaakt van uitge
knipte gekleurde papierstrookjes, die uiterst
zorgzaam worden gevlochten zodat het pa
pier niet scheurt. Men vult ze met snoepjes.
Aan de boom hangen ook vergulde appels
en noten alsof ze er gewoon aangegroeid
zijn. Bij een grote boom staan meer dan
honderd rode, blauwe en witte kaarsjes
tussen de takken te glanzen. Bovenin komt
een ster van goudpapier.
De „kerstboom" in zijn volle glorie bereikte
Denemarken via Duitsland, waar men de
Sparrebomen al eerder opsierde met kaars
jes, speelgoed, appels en gemberbroodjes.
Met papier knutselde men nog niet zo. Dat
kwam pas in de belangstelling toen men in
Engeland ten tijde van koningin Victoria
verschillende pakjes zo begeerlijk in kleurig
papier wikkelde. In het begin was papier erg
duur, later daalde de prijs en kwam het
binnen ieders bereik. De eerste machine die
papier maakte, kwam in 1929 in Denemar
ken en sinds die tijd zijn de Denen verzot
op dit materiaal.
Hans Andersen moet erg handig met de
schaar zijn geweest. Hij knipte mooie sil-
ok, wijd als een tent, van wollen gabardine. Daarop een vlinderjasje. De taille is uiterst
)e biezen zijn in verschillende tinten roze afgewerkt.
Zelf de versiering voor de kerstboom maken is een al lang bestaande Deense traditie.
houetten en vouwde van dunne reepjes mi
niatuur meesterwerkjes. Waarschijnlijk
heeft ook hij die gekleurde netjes uitgevon
den. Andersen was de eerste die kegelvormi
ge zakjes maakte en mandjes vlocht met
zijdeachtig papier afgewerkt. Aangezien van
hem ook verschillende soorten hartvormige
knipsels afkomstig zijn, is het niet verge
zocht de knipseltechniek van de „harten" die
tot de Deense kerstdecoraties behoren, aan
de sprookjesverteller toe te schrijven. Het
zijn wonderlijke stukjes huisvlijt, typisch
Deen? en ze komen in geen enkel ander land
voor. Het leuke is dat zelfs de allerkleinsten
in de familie de decoratie kunnen maken
en hier komt het geheim, vastgelegd in een
uit Denemarken afkomstige werktekening.
Neem twee stukken sitspapier van een ver-
Als een vrouw van middelbare leeftijd zich
voor een kerstdiner bij haar kinderen
kleedt, moet ze de competitie met haar
dochter(s) aankunnen. Waar ik erg dol op
ben voor een doorsnee dinertje, is een lange
rok in-een Schotse ruit als uitgangspunt.
Daarbij een crèpe-de-chine hemd of -blouse
in de bijpassende of net-even-andere kleur
als de rok (vroeger zou je zeggen: een kleur
die „vloekt"). Het contrast tussen rok en
blouse mag niet te groot zijn. Met een witte
blouse erbij lijk je doormidden gezaagd.
Variaties in rood vind ik goed. Ik zie zo'n
ensemble ook in bordeaux met groen, de
blouse dan in één van die twee kleuren, er
even tegenaan.
Max Heymans, Amsterdam
(Klassiek ontwerper, naar wiens show mo-
deminnend publiek elk seizoen uitkijkt).
„Weet u wat ik heel geestig vind om te
zeggen: Een jurk van Max Heymans. Maar
daar schiet men niet veel mee op. Mijn
eerste vraag is altijd: Wanneer en waar
draagt u het en wie komen er? Met het
kerstdiner, het echte diner, is het tegenwoor
dig afgelopen. Tegenwoordig zitten de kin
deren mee aan tafel. Vroegen aten ze
„apart" met de kinderjuffrouw.Nu bren
gen de getrouwde kinderen de kleintjes mee
en daar zit je dan als gastvrouw. Ik heb veel
klanten die zeggen: „Ik voel me opgelaten
met een half gepailleteerd bovenstukje. Dan
ben ik tussen al die jongeren de gebeten
schoonmoeder". Men kleedt zich niet meer
voor zoiets.
Wat ik altijd heel chic vind is een dunne
zijden tricot, of een lang gehaakt hes, met
of zonder ceintuur. Daarmee kun je ook in
een hotel gaan eten. Een blouse met een
lange rok is ook altijd goed. Dan ben ik voor
tweed. Een mooie soepele tweed met een
shantung blouse erbij in dat typische rood
dat ik bijvoorbeeld dit jaar bracht. Die
tweedrok heeft dan een streepje van dat
rood. En de blouse (natuurlijk ook in die
kleur) heeft manchetten en een boordje van
dezelfde tweed.
„Vraag: en duur?" „Bij mij wel, maar vraag
eens wat de mensen uitgeven voor een vaat-
wasmachine. Zo'n rok en blouse zijn ook
weer geweldig voor de wintersport".
Fong Leng, Amsterdam
(Extravagante ontwerper, die elk jaar een
daverende modeshow geeft waar beroemd
heden komen kijken).
Ze begint te giechelen bij de vraag, maar
antwoordt zonder aarzeling: „Ik zie die
vrouw in té veel bont, in té veel glitter en
in té veel paars. Ze heeft té veel ringen aan
de vingers en té veel plissé's in haar rokken.
Dat is het enige dat ik kan bedenken.
Jean Louzac, Den Haag
(Inventief ontwerper, met exotische voor
keur, vertaald in draagbare kleren).
„Ik denk bij zo'n vraag direct aan Brigitte
Bardot, die in Parijs met een ontwerper van
het huis Real een modesalon is begonnen.
Ze is verzot op „plakkleren". Van die jurken
die tegen je lichaam „plakken". Ik ben
ervoor de vrouw met Kerstmis te kleden in
een nauwe tuniek met aangeknipte vleer
muismouwen en splitten tot vrijwel het mid-
Araagt de vrouw met Kerstmis? Deze
4 werd aan vier zeer bekende Neder-
icouturiers gesteld. Hun meningen
fhogal uiteen, hoewel sommigen het
d eens waren. Hun antwoorden.
Govers, Amsterdam
-gardistische ontwerper met geweldi-
Isten in zijn collectie).
intwoord komt direct: „Something old,
ig new". Iets ouds en iets nieuws,
lederlandse vrouw moet leren dat ze
ieder feestje iets nieuv/s nodig
Niet steeds maar prullen kopen. Laat
ieder geval oppassen. Alles wat lang
ift niet mooi te zijn. Wat er momenteel
winkels hangt vindt ik zo waanzinnig
van stof, van patroon, van kleur. In
;te plaats moet wat ze draagt bij haar
passen, bij de gelegenheid waar ze het
[t, bij de omgeving. De omgeving is het
«langrijkste. Waar trekt ze zo'n jurk
Thuis op een party, bij de kinderen?
uev
•in
De
/el
it 1
Heymans is klassiek. Cape-ensemble
bijpassende tulband en losse voskraag.
I