Biennale Venetië 1976 W DAAG Varkenshok veranderd in familie-boerderij met boetiek op zolder Environment in de kunst met veel ontsporingen f^Weebjzonder^^ bloesjes van en morgen bij CM. titbch\toolde£iyeA!^j Zoals het was toen er nog varkens werden gefokt. Nu een boetiek de zolder van wat eens een varkensschuur was. Aan een verstopte weggetje dat achter het station Soest in landerijen wegvlucht, staat een viertal lage boerenwonin gen: „Het Oude Ambacht" waar antiek wordt verkocht; Pannekoekenboerderij „De Smickel" met een assortiment van 16 soorten pannenkoeken en 12 soorten thee, Edelsteen slijperij „De Spring" een 300 jaar oude „Schaapskooi", een voormalige stal die eens da genlang de bruidskamer is ge weest van een stier en zijn geliefde. Tot voor kort woonden er nooit mensen.- Heel vroeger wel schapen en de laatste 20 jaar varkens, die werden gefokt door Boer Blom. Te zelfder plekke woont nu Aaltje reina Markus-Grootens, kind van de Hoge Veluwe, ge huwd met een Philips-man, die werkzaam is in Baarn. Na 18 jaar in Soest kunsthandel „De Dissel" te hebben gedreven,, verhuisde Aaltje een paar jaar geleden naar het Gooise dorp Eemnes. Ze zat er ziek van heimwee te snakken naar de Lage Vuurse. „Ik dacht alleen maar: terug naar Soest". Toen ze dan een telefoontje kreeg van Ton Meyer, (huidige buur man en eigenaar van „De Smickel") dat boer Blom zijn varkenstal van de hand ging doen, kocht zij na overleg met haar man de opstal telefonisch en ongezien in eer. uur. Onder leiding van vriend en bouw kundig ingenieur Flip Wentink toverde het echtpaar met hulp van dochter José uit de smeri ge vervallen troep, die eerst ontsmet moest worden, een ju weel van een woon-boerderij (22 m. lang, 9 m. breed) met weiland erbij. Trendmodellen Als hobby ontwerpt zij daar nu met José in alle rust en stilte folkloristische trendmo dellen in speciaal grote maten. Aaltjereina reinz heeft het goed bekeken. Aan folkloristi sche invloeden is dit seizoen niet te ontkomen en grote ma ten hebben er moeite mee. „Voor mij is toch niets leuk", zuchtten de 44- en 48 vrouwen ontmoedigd. Hieraan wilde mevrouw Markus iets doen. „Het is zo leuk mensen weer wat zelfvertrouwen te geven. We hebben hier reuze fijne gesprekken, heus niet altijd al leen om te kopen. Het komt voor dat iemand met niets weggaat, zo lang hebben we gepraat. Maar dat kan mij niets sqhelen. Ik krijg ontzettend veel eenza men. De omgeving, de kalmte hier maakt de mensen los. Het enige wat ik dan doe is luiste ren. Er wordt tegenwoordig te weinig geluisterd: „De klanten komen dan ook uit alle wind streken: Drachten, Enschede, Bergen, Beilen, Brabant. Sfeer is er genoeg in „De Schaaps kooi", waar op zolder de boe tiek is gevestigd. Het woonge deelte beneden hurkt onder een deels van stro, deels met strootjeshout betimmerd dak gestut door balken. Daartus sen hier en daar een schuin schildersraam, nodig voor vol doende lichtval. Het (stro)dak bloest behoorlijk ver over de vensters. Op de grond liggen grinttegels, in de moderne open keuken, over gaande in biezen vloerbedek king.' De zithoek is puur knus. Tegen een enorme bank met pastelkleurig handgeweven kussens een zelf gemetseld muurtje van afgebikte oude stenen dat als een pier in de ruimte steekt. Hierin zit een grote open haard. Overal in de kamer is iets te zien: koperen potten met vol geladen den- neappels, ouderwets huisraad, een antieke stallantaren, knot ten kleurige schapenwol aan spijkers langs de met carbo- leüm bewerkte balken. In elk hoekje van de boerderij droomt een stukje historie spullen uit Aaltjes ouderlijk huis. een brok folklore, een vleugje nostalgie door ouder wets geschikte meubeltjes uit oma's tijd. Wat het huis echter bezieling meegeeft is het met elkaar creatief bezig zijn, het indrin gend contact met allerlei soort mensen. „Iedereen gaat hier blij weg", meldt Aaltje als we de lange houten wen teltrap beklimmen die naast de zithoek naar de boetiek spiraalt. Daar hangen in rek ken jurken gemaakt van lap jes Iibertystoffen uit Londen, van stukken handgeweven stof, die mevr. Markus uit Oostenrijk krijgt, of stoffen die een bevriend KLM-piloot ergens ter wereld voor haar oppikt Lis Jörgensen, de in Nederland wonende Skandi- navische weefster zorgt voor restanten wol uit Denemar ken en andere handweefstof fen. Van een Deense weefster krijgt ze weer voorgekrompen wol uit Finland. Aaltjereina heeft zo haar connecties. Zelf koopt ze handdrukts van 't Paepje en Engelse flannels. Ze maakt daar simpele jurken van, afgezetmet stoelband. „De stoffen moeten 't doen". Vandaar Aaltjereina's volhar dende tochten naar Staphorst en tripjes naar Spakenburg voor onderrokkengoed (hier van maakte ze een prachtjurk voor een 80-jarige dame). Voor de grote maten werkt ze na tuurlijk veel in de lengte. Een imposante maat 48 van een zuivere Franse wollen stof heeft bijvoorbeeld een inge- crusteerde stola van folkloris tisch motief met een kwastje eraan. Daarnaast heeft ze mooie japonnen van Engelse Flanel (Metz Co), al dan niet op te frissen met een wit kraagje (vastgezet door druk knopen). De basisjurk ont breekt niet. Een paarse wollen japon (zeker een 56) kan wor den gedragen met een geruite blouse eronder, maar ook met een z.g. „kraplap", (een soort slabbe aan voor- en achter kant) uit Staphorst erover. Van Pander, Metz Co, en uit Oostenrijk komen de gordijn stoffen met zeer fraaie print, die erg goed zijn voor de meest uiteenlopende modellen, van simpel recht toe recht aan met patchwork frontje tot een djalabba. „Als ik mijn stoffen goedkoop inkoop, verkoop ik ze ook goedkoop door", vertelt Aaltjereina, wie het niet zo zeer om de winst („acht ik verdien er een zakcentje mee") dan om de gein van het werk en de menselijke contacten te doen is. „Soms ga ik naar Amsterdam met geld op zak en ik kom met lege handen thuis. En een andere keer zie ik onverwacht een lap en dan denk ik: „Dat is iets voor een grote vrouw met grijs haar". „Bij de meeste jurken, af komst „Schaapskooi" staan zwarte kousen en -schoenen het beste. Erg mooi die zwarte onderranden ook bij een japon in twee tinten grijs, parel en anthraciet met patchwork front en afgezet met linnen band: „Alle materialen zijn eerlijk, zelfs de knopen. Die krijg ik uit Oostenrijk". Canada Dochter José (24), die jaren lang met haar moeder samen werkte, gaat nu na een Cana dese reis voor zichzelf begin nen. „Je doet in het buitenland weer eens nieuwe ideeën op en dan wil je ddar op eigen kracht iets mee doen". José heeft de artisticiteit van haar moeder geërfd, ze specialiseert zich in het borduren van bruidsjaponnen en tilt er al even zwaar aan 't haar klanten naar de zin te maken. „Zes wekenvoor de bruiloft vraag ik de bruid hier te komen. Dan kijk ik goed naar haar teint, de keur van ogen en haren en ik vraag wat de bruidegom gaat dragen. Dat is erg belang rijk. Laatst had ik het zusje van Arnold Gelderman, die beslist geen traditonele bruids japon wilde hebben. Toen heb ik boertige katoenen stof voor haar gekocht en die helemaal met schitter kraaltjes en pailet- ten over geborduurd, zodat het fonkelde als de zon er op scheen. Ik wilde er iets erg feestelijks van maken". Ze vertelt het, sereen doorpriege- lend aan de zoom van een roomkleurige lap. Onder de baan licht uithet schilderraam lijkt ze weggelopen van een oud-Hollands schilderij in. haar lange bruine jak op bruingrijze rok met in het midden gescheiden, strak ge trokken haar. „Ik zit hier al tijd op de bank, daar kan ik mijn gedachten het beste laten gaan hoe het worden moet". In de adventsdagen, voorafgaande aan het Kerstfeest hèèft iedereen graag een „besje" in huis. Hier is dan Skimmia met een weelde van rode bessen eraan, die de aardige gewoonte heeft het tegen de lente (als ze is uitgebloeid) ook goed in de tuin te doen. Ze wordt dan ineens een buitenplant (uit voorzorg tot mei goed toedekken, op nachtvorst en gure voorjaarswind is ze niet erg gesteld). In de maand december pronkt ze echter nog heel lang met haar felrode besjes, liefst op een niet te warm plekje maar wel voor het raam. Alleen water geven als de aarde droog is. De Skimmia is een één- of tweehuizige plant (in het eerste geval dus mannelijk en vrouwelijk tegelijk). De eenhuizige (als op de foto) bloeit zonder dat er „iemand" aan te pas komt. Men ziet duidelijk bloempjes en besjes tussen de bladeren. De tweehuizige moet buiten hebben gestaan om bes te maken. De insecten dienen de bloempjes te bevruchten om te zorgen dat er volgend seizoen opnieuw besjes verschijnen. Een sterke plant voor ca f 25,—. Environment is een kunstvorm waar de beschou wer niet tegenaan of rond omheen kan kijken (schilderkunst, beeldhouwkunst). Het gaat om ruim ten die door artistieke ingrepen zijn veranderd. Tussen vier wanden een vloer en een plafond kan de beschouwer zich midden in die ruimte begeven en deze ervaren. De grote tweejaarlijkse kunstma nifestatie de Biennale te Venetië was dit jaar gewijd aan environment met speciale aandacht voor „deelname" en „culturele structuren", aan dacht dus voor de sociale funktie van de omgeving. Op deze Biennale waren de interpretaties van dit begrip zo verschillend, dat een nieuwe afspraak over de inhoud van environment noodzakelijk lijkt. In de Giardini, het plaatselijk park, hadden nege nentwintig landen hun visie gegeven. In dezelfde tuin waren nog twee (kunst)historische tentoonstel lingen. Op het Giudecca-eiland waren eveneens twee tentoonstellingen te bezoeken. De ene, een groot overzicht van kunstenaars die de jaren 1972- 1976 moesten vertegenwoordigen werd in de alge mene inleiding van de Biennale door Vittore Gre- gotti verantwoord met een „Het resultaat is een tentoonstelling geworden die rijk is aan dubbelzin nigheden en tegenstrijdigheden die misschien ook vol leemten of overbodigheden maar die vol leven digheid is en thema's ter discussie stelt". De heer Gregotti, het hoofd van de afdeling beeldende kunsten en architectuur van Biennale verantwoordde in een rustige inleiding wars van het sociologisch jargon dat veel van de kunstbeschou wers en architecten hanteer den de spraakverwarring waartoe het thema environ ment heeft geleid. In een korte lineaire opsom ming komt het ongeveer hier op neer: omgeving is collectivi teit is communicatie is actie is 'straat is architectuur is massa media is wereld. Geen kunst Alles was dus mogelijk en al les was ook geprobeerd. Het is jammer dat verschillende in zenders de vrijheid die dit im pliceert niet goed hadden be grepen en met een dwingende didactiek of een naïeve hoop vervelende socio-politieke pro gramma's hadden gemaakt die niets meer met kunst van doen hadden. Vooral de tentoonstel ling van de vijfentwintig archi tecten leed daaraan. Bij f Tij- wel elk van de stands moest men eerst door een rijstebrij berg van woorden heen om de essentie van de vormgeving te begrijpen en dan bleek dat het utopische ideeën of monoma- nistische esthetiek waren, ver pakt in een communicatief maatschappelijk jasje De lan- deninzendingen in de Giardini lieten zo'n grote warboel zien dat het kunsthistorische be grip environment er helemaal door op de achtergrond raak te. Eigenlijk zorgde België met vijf eenmansexposities daar al voor. Filip Tas, met een serie fotocollages die een spanning verbeeldden tussen urbanisa tie en individu. Superrealisti sche doeken van Marcel Maeyer waren volgens de kunstenaar kermistenten die met hun vrijheid, spel en ver beelding temidden van de grij ze metropolen een nieuw Uto pia scheppen. De „Uitzichten van de ramen van mijn huis" van Joseph Willaert het wa ren grote verlichte kleuren dia's gevat in heuse ramen waren van een landelijke on schuld, het effect was te naïef. Een film van een groep, geleid door Dominique Stroobant en Dirk van den Ejmde zou een verantwoording zijn van een simultane actie waarbij van afval van de steengroeve in Carrara kunstwerken gescha pen werden. Tenslotte was er een sympa thieke, maar zeer knullige pre sentatie van Krokus, een werkgroep voor rehabilitatie, van het stedelijk milieu, die zich via een prijsvraag heeft beziggehouden met een stads wijk in Mechelen. Nederland De Nederlandse inzending liet een bijzonder ruime interpre tatie zien van de mens in zijn fysieke omgeving. „Meer dan een onderdak" was de titel van de tentoonstelling die in geleid werd met een grote col lage van foto's van nieuw bouwwijken, fabriekscomple xen en verkeersknooppunten: een verdraaiing van een deel van de werkelijkheid dus. Een oude stadswijk bezat meer dan materiële waarden. As pecten als het kennen van de eigen omgeving, de mogelijk heden tot onderzoek en tot kontakten waren aanwezig en door enkele architekten wordt hierop ingespeeld. Voorbeel den van Van Klingeren, Her man Haan, Piet Blom, Herman Herzberger, Aldo van Eyck en Lucien Kroll (overigens een Belg) werden gegeven. Het protest tegen de winst op de bouwondernemers gebaseerde woningvoorziening werd geïl lustreerd met foto's van acties van Provo's, Kabouters en van bredere sociale en politieke ac ties. De actieve rol van de bewoners werd aangetoond met het Visbuurt-renovatie project te Den Helder. Tenslot te werden in een diaprogram ma van portretkoppen van Ne derlanders uitgangspunten ge steld die noodzakelijk zijn om tot de nieuwe bouw te komen: de sociale kwaliteit moet uit gangspunt worden, het moet om de behoefte gaan en niet om de te verwachten winsten en ook moet de maatschappij veranderd worden. De samenstellers waren wel zo diplomatiek om te verzwijgen dat zij in wezen zgn. progres sieve politiek bedreven. Moge lijk hebben ze gelijk, maar voor Nederlanders was het ei genlijk een vervelende ten toonstelling; het liedje is al zo vaak gezongen. Het was in fei te een uittreksel van de ge ruchtmakende tentoonstelling „De Straat" die enkele jaren geleden in het Van Abbemu- seum in Eindhoven werd geor ganiseerd en waarvoor o.a. Hein Reedijk verantwoordelijk was, die nu met Tjeerd Deel stra en Gijs van Tuyl dit „Meer dan een onderdak" sa menstelde. De inrichting zag er goed uit; foto's met weinig tekst waren gegroepeerd tus sen rood geverfde steigers die doen het altijd lekker, evenals de fotocollages, die echter zeer gevaarlijk zijn om dat ze onmiddellijk een vals beeld geven en dat kan bij een tentoonstelling met documen taire pretenties niet. Het hele probleem van de verstedelij king was in feite behandeld vanuit de optiek van de rand stedeling en er zijn meer Ne derlanders, bijna 14 miljoen zoals het zeer beperkte statis- tiekje aan het begin van Een van de fotocollages van de Nederlandse inzen ding „Een actieve rol voor de bewoners". tentoonstelling vertelde. De grootste fout van deze tentoon stelling was dat het interieur nauwelijks aan bod kwam. Op wat Karregatfoto's na (het gro te buurtcentrum dat Van Klin geren in Eindhoven realiseer de) werd niet duidelijk ge maakt wat er binnen het on derdak gebeurt Het is nauwe lijks de moeite waard om er over te spreken maar Hans Keiler, die de laatste jaren door opmerkelijke tv-opdrach- ten voor de VPRO de televisie- journalistiek een vernieuwen de impuls heeft gegeven, had voor de tentoonstelling een film over bouwen gemaakt: een duffe schoolfilm met pom peuze effecten. Hij liet deze kleurenfilm synchroon lopen met een collage-van films uit de jaren vijftig over hetzelfde onderwerp. Het was een braaf paar, dat volkomen overbodig was. PETER KARSTKAREL. ■V Elegante zwarte uy of witte bloes UP met wijde mouwen bindceintuur. Om overal mee te kombineren. 36-46, Schitterende polyester/lurex bloes met bindceintuur. Voor'n prijs die Vandaag de d L '&jWlÜP bizonder v goedkoop is: 40-50,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 4