Slechts
in
negen
gemeenten
staan Mevrouw N. A.
vrouwen
Mevrouw G. J. van de Bosch-Brethouwer, burgemeester van Puttershoek
Van de 769 burgemeesters die ons land telt, zijn er maar negen van het vrouwelijk
geslacht, oftewel 1,17 procent. Bedroevend weinig dus. De grootste gemeente waar
een vrouw aan het roer staat is een kleine 45.000 inwoners groot. Dat is Voorburg.
Een grotere gemeente is nog nooit aan de zorgende handen van een vrouw toever
trouwd. Het zou er bijna op gaan lijken of „Den Haag" niet graag een vrouw op
de burgemeestersstoel ziet zitten. De minister van Binnenlandse Zaken, De Gaay
Fortman, onder wiens verantwoording het benoemen van burgemeesters valt, heeft
dat verwijt al eens naar het hoofd geslingerd gekregen. Maar, zegt deze, er is geen
sprake van dat wij een vrouw als burgemeester minder geschikt zouden vinden dan
een man en daarom dus de benoeming van een vrouw tegenhouden. Nee, „er zijn
te weinig capabele vrouwen die solliciteren naar het burgemeestersambt". Welke
zin dan weer tweeledig uitgelegd kan worden. Of er zijn genoeg capabele vrouwen
maar die solliciteren niet, of van al diegenen die solliciteren zijn er te weinig capa
bel. En dat capabel dan natuurlijk altijd bezien door 's ministers bril.
Mevrouw W. W. Veenhof, burgemeester van
Barradeel
den Haan-Groen, burgemeester van Voorburg
man kunnen uitgaan. Haar omgeving moet dezelf
de kansen geven aan haar als aan een man".
Mevrouw Van der Wal uit Geldermalsen doet de
zaken kort af. „Dat er maar zo weinig vrouwen
het burgemeestersambt bekleden komt doordat er
aanmerkelijk minder vrouwen solliciteren dan
mannen. En waarom niet? Zeker niet omdat ze
niet bekwaam genoeg zouden zijn. Maar een bur
gemeestersambt ergens in den lande heeft conse
quenties. Man en kinderen moeten meeverhuizen
en dat gaat in veel gevallen zeer moeilijk. Dat is
wel de voornaamste reden. Anderzijds is er na
tuurlijk ook een groot aantal jonge vrouwen dat
een geheel andere carrièreplanning heeft dan jon
gemannen".
•Mevrouw Van den Bosch, sinds 1972 burgemeester
van Puttershoek, maar daarvoor o.a. lijsttrekker
van Open Appèl in Wassenaar, heeft de volgende
mening: „Vrouwen hebben in het algemeen nog
moeite om in leidende functies te worden aange
steld. Dat is zo bij het bedrijfsleven, dat is zo bij
de overheid. Ook al staat de post open voor zowel
mannen als vrouwen, toch gaat men er nog steeds
van uit, dat een vrouw best aardig bezig kan zijn,
maar dat ze voor een leidende positie minder ge
schikt is. De vrouw heeft ook lang achter gestaan
bij de man wat de opleiding betreft, zeker wat de
hogere opleidingen betreft. We zijn nu op het punt
aangekomen, dat Marie inderdaad wijzer moest
wezen en niet meer moet denken: „Ik ga toch trou
wen dus het is allemaal niet zo belangrijk".
Mevrouw De Jong uit het Noordhollandse Graft/-
De Rijp ziet naast andere bezwaren ook moeilijk
heden op het sociale vlak. „Veel sollicitanten naar
het ambt komen al uit een ambtelijke sfeer. Naar
verhouding zijn er veel minder ambtenaressen dan
ambtenaren. Het is dus logisch dat er ook minder
vrouwen solliciteren naar een opengevallen burge
meestersplaats. Daar komt nog bij, dat de positie
van de ambtenares zeker van de gehuwde
niet dezelfde is als van de mannelijke ambtenaar.
Dat geldt ook voor een burgemeester. Volgens het
geijkte patroon is de man hoofd van het gezin en
uit hoofde van zijn inkomen worden alle sociale
voorzieningen bekeken; dat wil zeggen dat een
vrouw o.a. weduwenpensioen krijgt. Het omgekeer
de is niet het geval. Bij een vrouwelijke burge-
Mevrouw M. de Jong-Meyer, burgemeester van Graft de Rijp
Negen vrouwen aan het roer. In Rozendaal (Gel
derland), Geldermalsen, Puttershoek, Soest, Blari-
cum, Arcen en Velden, Barradeel, Graft/De Rijp
en Voorburg.
Het laatst benoemd is mevrouw N. A. den Haan-
Groen, de burgemeester van Voorburg. De oudste
in dienstjaren is mevrouw M. van der Wall-Duy-
vendak, burgemeester van Geldermalsen sinds
1964. De eerste vrouwelijke burgemeester werd
echter al in 1946 benoemd. Dat was mevrouw G.
C. Th. M. Smulders-Beliën, die aan het roer stond
van de gemeente Oost-West- en Middelbeers (N.
Brabant). Zij volgde haar man op. In 1966 over
leed ze. De tweede vrouwelijke werd pas in 1964
benoemd in Leersum, dat was mevrouw mr. C. M.
s'Jacob-des Bouvrie, in 1975 ging ze met pensioen.
In 1968 volgden er twee benoemingen, die van me
vrouw H. L. M. Flugi van Aspermont-d'Hangest
barones d'Yvoy van Mijdrecht tot burgemeester
van Rozendaal (Gelderland) en van mevrouw mr.
J, M. Corver-van Haaften tot burgemeester van
Heiloo. In 1972 een benoeming van mevrouw G. J.
van den Bosch-Brethouwer in Puttershoek. In dat
zelfde jaar ging mevrouw Corver-van Haaften van
I Heiloo naar Soest. Daarna elk jaar nieuwe benoe-
I mingen. In 1973 die van mevrouw A. J. Ie Coultre-
j Foest in Blaricum; in 1974 die van mevrouw M. H.
G. van Soest-Jansbeken in het Limburgse Arcen
en Velden; in 1975 die van mevrouw W. W. Veen-
I hof in Barradeel en in 1976 dan die van mevrouw
M. de jong-Meijer in Graft/De Rijp en van me- i
vrouw Den Haan in Voorburg.
Waarom zijn er maar zo weinig vrouwelijke burge
meesters? De mening van de minister van binnen
landse zaken hebben we gehoord. Wat denken de
meest betrokkenen, de vrouwelijke burgemeesters,
er zelf van? We kunnen ons namelijk niet voorstel
len, dat er zo weinig van hun seksegenoten ge
schikt zouden zijn voor het ambt. Een mogelijk
motief van de capabele vrouwen zou misschien
kunnen zijn dat de plaats van benoeming meestal
slecht uit komt in verband met het werk, dat hun
echtgenoten doen. Of mogelijkerwijs zijn ook de
kinderen te veel handenbindertjes om zo'n zwaar
ambt volledig naar behoren te kunnen vervullen.
De eerste die we er naar vroegen was mevrouw
Corver-van Haaften, burgemeester van Soest. „Ik
geloof, dat het waar is wat minister De Gaay Fort
man heeft gezegd; dat er maar zo weinig vrouwen
solliciteren. Er begint echter nu pas een categorie
vrouwen te komen die een aantal jaren wethouder
schap achter zich hebben en daardoor in aanmer
king komen voor het ambt van burgemeester.
Vrouwelijke burgemeesters worden dikwijls geko
zen uit hen, die uit het politieke leven komen.
Maar over het aantal vrouwelijke wethouders en
Kamerleden kunnen we geen hoera roepen. Ik heb
overigens wel het gevoel, dat bij een keuze tussen
twee gelijkwaardige mensen, een man en een
vrouw, de man de voorkeur krijgt. Zo zullen we
nog wel een generatie doortobben, al wordt het be
ter. Hoewel zo langzamerhand ook zeker grotere
gemeenten aan vrouwen zullen toevallen, zie ik
niet zo meteen een vrouw als burgemeester van
Den Haag, Amsterdam of Rotterdam. Maar laten
we eerlijk zijn, het aanbod van mannen is op dat
niveau groter".
Mevrouw Flugi uit Rozendaal neemt wat meer af
stand van de problematiek. Volgens haar is er de
laatste jaren een gunstige ontwikkeling te zien.
Mevrouw H. L. M. Flugi-van Aspermont d'
Hangest, barones d' Yvoy van Mijdrecht,
burgemeester van Rozendaal (Gelderland).
„Maar ik heb er geen idee van hoeveel vrouwelijke
sollicitanten er zijn. Dat weten alleen de commis
sarissen van de koningin en het ministerie. Dat er
niet genoeg capabele vrouwen Zouden zijn is na
tuurlijk onzin". Naar haar mening is een van de
redenen waarom vrouwen niet in grotere aantallen
solliciteren de positie van de echtgenoot in ver
band met een eventuele verhuizing. „Voorts kan
het komen, doordat ze de verplichtingen van een
vaste baan niet willen; zich liever inzetten voor de
Plattelandsvrouwen, het Rode Kruis en noem maar
op, omdat dat vrijblijvender is. Ze kunnen er uit
stappen als ze dat willen om zich meer aan het ge
zin te wijden. Een andere reden van niet sollicite
ren is drempelvrees. Ook is men bang, voor de pu
bliciteit die aan het ambt vastzit".
Het argument van de gezinsband en de werkkring
van de man spreken mevrouw De Haan uit Voor
burg erg aan. „Natuurlijk is een vrouw gebonden
aan de plaats waar haar man werkt. Het gebeurt
maar heel zelden dat een burgemeestersplaats vrij
komt in je eigen woonplaats of daar in de buurt.
Voor mij speelde dat ook. Mijn man werkt in Rot
terdam, ik in Voorburg en we wonen in Leiden.
Dat zijn afstanden die gemakkelijk te overbruggen
zijn. Het verbaast me wel dat er niet meer onge
trouwde vrouwen solliciteren (van de negen is er
slechts een ongehuwd). Wat-het inwonertal van de
gemeenten betreft, waar vrouwelijke burgemees
ters aan het hoofd staan, verbaast het me dat de
grootste gemeente slechts 45.000 inwoners telt. Een
verklaring ervoor heb ik niet. Misschien is men
bang dat een vrouw een grotere gemeente niet kan
besturen. De mannen vinden dat misschien grieze
lig. Ik geloof trouwens dat de commissarissen van
de koningin het beslist moeilijk hebben met de be
noeming van vrouwen als burgemeester. Je kunt je
voorstellen dat ze heel wat verwijten naar hun
hoofd krijgen zo van: moet je nu zo nodig een
vrouw benoemen, dus weer twee salarissen op el
kaar stapelen, juist nu we bezig zijn aan een sala
risnivellering?"
De juiste persoon op de juiste plaats is het argu
ment dat mevrouw Van Soest uit het landelijke
Limburgse Arcen en Velden voorstaat. „Nog steeds
is de maatschappij zo ingericht, dat de zorg voor
huis en kinderen op de schouders van de vrouw
rust. Dan is het zeer moeilijk een full-time job
en dan zeker het burgemeestersambt met veel ver
antwoording te hebben. We zitten met een histo
rische erfenis waar echter in de komende genera
tie verandering in zal komen. Het wil overigens
nog niet zeggen, dat we er nu voor moeten gaan
ijveren, om koste wat het kost meer vrouwelijke
burgemeesters te krijgen. Ik ga van het standpunt
uit, dat de beste mensen op de vrije plaatsen ko
men. Men moet er niet naar kijken of dat mannen
of vrouwen zijn. Een vrouw is even geschikt maar
ze moet wel van een gelijk vertrekpunt als een
Mevrouw M. H. G. van Soest-Jansbeken,
burgemeester van Arcen en Velzen
meester zou het wel eens kunnen voorkomen, dat
haar man een veel eenvoudiger plaats inneemt in
het arbeidsproces. Is dat zo, dan neemt die man
een enorm risico. Als zijn vrouw burgemeester
wordt, zou het voor zo'n man beter zijn, om het
wat rustiger aan te doen en wat meer thuis te zijn.
De rollen worden dus omgekeerd. Maar dat kan
nu bij een vrouwelijke burgemeester niet. Want als
zij sterft, krijgt die man geen weduwnaarspensioen
en heeft hij zijn eigen pensioenopbouw ook afge
broken. Hij moet dan een nieuwe plaats in het ar
beidsproces zien te vinden en kan zelfs in het on
gunstigste geval in de bijstand terecht komen. Ik
teken het erg cru, maar het is niet denkbeeldig.
Daarom is het een onlogische zaak eigenlijk dat de
overheid niet meer vrouwen benoemt want het is
bijzonder lucratief. Vrouwen zijn goedkoper dan
mannen wat dit betreft. Overigens is een kleine ge
meente niet makkelijker te besturen dan een grote.
In een kleine gemeente moet je een heleboel din
gen zelf doen omdat je minder ambtenaren hebt.
Maar in een grote gemeente moet je je vaak zake
lijker opstellen en welke vrouw is daarin voldoen
de getraind? Ik weet trouwens zeker, dat wanneer
de bevolking de burgemeester koos, er dan geen
vrouw meer zou bijkomen".
Mevrouw Veerihof, burgemeester van het Friese
Baradeel, net over de Afsluitdijk, dié zich zelf
in het noorden de grote uitzondering noemt, omdat
ze de enige was, die als westerling naar het noord
en wilde, aarzelt een beetje om redenen te noemen
waarom er zo weinig vrouwelijke burgemeesters
zijn. Uiteindelijk zegt ze dat het volgens haar ligt
in de sfeer van het werk. „Het is geen gemakkelij
ke baan. Het betekent soms, op het ontmoedigende
af, je uit de naad werken. Begrijpelijk dus dat
veel vrouwen er tegen op zien. Daar komt bij, dat
het voor gehuwde vrouwen zeker moeilijk is in
verband met haar gezin en de werkkring van haar
man. Ik ben zelf ongehuwd, maar die bezwaren
kan ik me wel voorstellen".
De laatste die haar mening geeft is mevrouw Le
Coultre uit Blaricum. Ook volgens haar is het het
gezin dat de vrouw belemmert om naar zo'n post
te solliciteren. „Natuurlijk hoef je niet getrouwd te
zijn voor het ambt, maar het is zo'n hard, impone
rend beroep, dat het wel erg fijn is als je een wat
ïelativerende omgeving thuis hebt Het lijkt me dat
er meer vrouwelijke burgemeesters zullen komen.
Het hoeft niet meer per definitie de man te zijn
die werkt voor het gezin. Het gaat er echter bij het
burgemeestersambt om, dat je de beste op de juis
te plaats krijgt. Wat doet het er dan nog toe of
het een man of een vrouw is?"
GERARD CRONÉ
Mevrouw A. J. Le Coultre-Foest, burgemees
ter van Blaricum
Mevrouw J. M. Corver-van Haaften, burgemeester van Soest
Mevrouw M. van der Wall-Duyvendak, burge
meester van Geldermalsen