SPROOKJES VOOR VOLWASSENEN Prachtige Pinokkio Blonde Duinen en De Bonte Wei NIEUWE SERIE ANTON PIECK Dramatisch relaas van Russische marxist TWEE NIEUWE VERKADE-ALBUMS: Kolossaal verzenboek SCHOON IS MOOI DRIE KLEINE BOEKJES Is het met gewone sprookjes al vaak de vraag, of ze wel ge schikt zijn voor het tere kinderzieltje, met na vertelde sprookjes is het soms zelfs twijfel achtig of de hardere ziel van de volwassene ze wel kan ondergaan zon der meer eelt op te lo pen. Want als de sprook jeswereld op zijn kop wordt gezet, waardoor bijvoorbeeld Assepoes ter plotseling een sadis tische hysterica wordt, Hans en Grietje een moorddadig stel d la Blauwbaard en diezelf de Blauwbaard een ver legen en geremde jonge man, in wier leven bo vendien de sex een cen trale plaats inneemt, dan zal menige volwas sene geschokt voorgoed zijn geloof in sprookjes verliezen. Bovenstaande voorbeel den komen uit het nieuwste boek van Leonhard Huizinga „Je leeft maar zo kort en je bent zo lang dood", met de ondertitel: „De naak te waarheid over Doorn roosje en anderen voor volwassenen onthuld". Huizinga rekent erin af met bekende sprookjes figuren als Doornroosje, Sneeuwwitje, Repelsteel tje, de Gelaarsde Kat en Roodkapje door ze pre cies anders voor te stel len dan men gewend is: onschuldige figuren blij ken doortrapte schurken en boosaardige heksen zijn veranderd in lieve grootmoedertjes. Wat Leonhard Huizinga doet is in wezen zo oud als het (volks-)sprookje, dus waarschijnlijk zo oud als de wereld. Voortdurend zijn de ver haaltjes door de vertel lers aangepast aan de tijd. en de omstandighe den, zodat maatschap pijkritiek tussen de re gels door het sprookje niet vreemd is. Huizinga heeft zich daar echter volkomen op geconcen treerd met het gevolg dat zijn sprookjesboek volstaat van verdovende middelen, inflatie, pu blic relations en vakjar gon van de -logiën der menswetenschappen. En van „zachte" seks na tuurlijk, en dat in zeer ruime mate. Zielen, die hard genoeg zijn om daar geen aan stoot aan te nemen, maar ook weer niet té hard om de uitbundige stijl (waardoor de kluchtigheid het wint van het subtiele) nog te kunnen waarderen, zul len er zich ongetwijfeld Een tekening van Pat Andrea uit Rodenko's „Vrijmoedige liefdesverhalen." kostelijk mee amuseren. Een stuk fijnzinniger gaat Paul Rodcnko te werk in zijn „Vrijmoedi ge liefdesverhalen" naar de verhalen uit Duizend en-één Nacht. De koste lijke navertellingen van de dit jaar overleden schrijver verschenen ja ren geleden al in afzon derlijke deeltjes, maar zijn nu met verrukkelij ke tekeningen van Pat Andrea in één band op nieuw uitgegeven, Ro- denko is erg vrij omge sprongen bij de bewerk ing van de vijftien lief desverhalen, maar daar hebben ze alleen maar bij gewonnen. De balda dige humor en de zinne lijkheid van het origi neel hebben in de „ver taling" niets verloren, integendeel ze zijn nogal eens aangedikt, zonder dat het al te boertig wordt. „En dit is wat mij voor ogen gezweefd heeft: een „divertimento" voor de moderne lezer te ge ven, dat op hem onge veer dezelfde indruk maakt als de vertellin gen van de Arabische beroepsverteller op zijn gehoor in het koffiehuis gemaakt moet hebben", schrijft Rodenko in de inleiding. Als het gehoor in dat koffiehuis maar half zoveel plezier heeft gehad als ondergeteken de had bij het lezen van dit boek, dan moet het er nog erg luidruchtig zijn geweest. JAN NIES Leonhard Huizinga: Je leeft maar zo kort en je bent zo lang dood. Uit gave: Stok, Zuid-Hol- landsche Uitgeversmij., Baarn. Prijs: 16.50. Paul Rodenko: Vrijmoe dige liefdesverhalen. Uitgave: L. J. Veen, Wa- geningen. Prijs 24.50. In tegenstelling tot de twee andere sprook jesboeken zijn de avonturen van Pinokkio wél en vooral voor kinderen bedoeld. Geen opvoeder zal ook maar de geringste moeite hebben om zijn kinderen te vertellen van de marionet, die door zijn eigen schuld voortdurend in moeilijkheden raakt. De spannende verhalen zitten boordevol wijze lessen, die er (en dat is de kracht) niet als een dikke moraal achter zijn geplakt, maar die volkomen logisch in de gebeurtenissen zijn ingebouwd: wie niet luistert moet maar voelen. Dat de nieuwe uitgave van Pinokkio toch in de eerstes plaats een boek voor volwasse nen moet worden genoemd, komt door de prachtige uitvoering. Het is uitbundig en verbluffend mooi geïllustreerd door William Kuik en met zoveel zorg gedrukt en gebon den. dat het te kostbaar is om het kinderen in handen te geven. Als voorleesboek zal het een van de mooiste in de boekenkast zijn. Carlo Collodi: Pinokkio. Illustraties: Wil lem Kuik. Uitgave: De Arbeiderspers, Am sterdam. Prijs: 37,50. Pinokkio, zoals William Kuik hem ziet. De vier jaargetijdenalbums van Jac. P. Thijsse hebben, zo'n mensenleeftijd na hun eerste uit gave, in een nieuwe druk zoveel succes gehad dat de uitgever twee volgende delen heeft aangedurfd: de eerste delen in de lange reeks die destijds ook na de jaargetijdenalbums ver schenen. Voor de vele nostalgische verzamelaars is het een prettige bijkomstigheid dat de albums, Blonde Duinen en De Bonte Wei, een fotografi sche weergave zijn van de oorspronkelijke uit gaven en dus in lettertype, lay-out, spelling en illustraties in niets van het origineel verschillen. Alleen, nog een pluspunt, er is een inleiding aan toegevoegd, waarin de bioloog dr. P. Zon derwijk een overzicht geeft van de veranderin gen die zich sinds de eerste uitgave van de boeken van Thijsse in de Nederlandse planten en dierenwereld hebben voorgedaan, in voorko men, verspreiding, inzichten, naamgeving en dergelijke. Wat gebleven is, dat is de onverbeterlijke tekst van Thijsse, die als geen ander geleerd had naar de natuur om hem heen te kijken, op te merken wat er leefde en hoe dit leefde. Deze geboren onderwijzer en verteller wist boven dien een aantal tekenaars aan zich te binden, L. Wenckebach, Jan van Oort en Jan Voerman jr., die de natuurvertellingen van de noodzake lijke illustraties voorzagen en hun naam zetten onder de plakplaatjes, waarmee Verkade zo'n furore maakte. In een tijd waarin we hebben leren beseffen dat de natuur te ver van ons bed is geweken, blijkt de heruitgave van de meesterlijke vertelboeken van Thijsse een schot in de roos. Jac. P. Thijsse: Verkade-albums „Blonde Dui nen" en „De Bonte Wei". Uitgave: Zomër en Keuningr Wageningen. Prijs: 19,50 per deel; ANWB-leden: 15,50. Het eerste wat je door het hoofd schiet bij het zien van het lijvige „Groot Ge zinsverzenboek" is de vraag, welk gezin nog staat te springen om een „ver zenboek". Het lijkt iets van lang geleden, vóór de uitvinding van de televisie toen de winteravonden nog lang waren en vader zijn vrouw en kinderen voor het slapen gaan nog enige verheven gedachten bij bracht door gedichten voor te lezen. Zou er toch een markt zijn voor zo'n boek? Laten we het hopen, want het is een indrukwekkende bloemle zing uit de Noord- en Zuid- Nederlandse poëzie van de ze eeuw rond de thema's „Verwachting en geboorte. Vader en moeder", „Het kind en de jaren van de jeugd", „Het leven ont waakt: de liefde", „Man en vrouw. Het samenleven. Het huwelijk", „Het ouder huis en de herinnering eraan", „Het grote leven. De vragen. De pijn", en „Eenzaamheid, ziekte en dood". Samensteller Jozef Deleu heeft vijhonderd gedichten bijeengebracht vanaf Her man Gorter en Guido Ge- zelle tot en met jonge dich ters van nu. In zijn keuze heeft Deleu zich mede laten leiden door de toeganke lijkheid van de gedichten, wat voor een bundel van een dergelijke opzet een be grijpelijk uitgangspunt is. Uiteraard valt er te twisten over de selectie van enkele gedichten, maar het boek is alleen al waardevol door dat het een ruime staal kaart biedt van mooie en lelijke en rijpe en groene poëzie uit de twintigste eeuw. Een kolossaal boek, ook voor het gezin dat tele visie heeft. Jozef Deleu: Groot Gezins verzenboek. Vijfhonderd gedichten over leven, lief de en dood. Uitgave: Lan- noo Tielt/Utrecht. Prijs 62.-. De behoefte aan teke ningen van Anton Pieck schijnt onverza digbaar. Kalenders, wenskaarten, koek trommels, boeken: wie het wil kan zijn huis volhangen en -zetten met afbeeldingen van de superromantische wereld, die Anton Pieck in zijn tekenin gen tot leven roept. Tot die wereld beho ren ook Piecks stads gezichten „Langs de water kant" en zijn „Ontmoeting met Hil- debrand", zoals die nu in boekvorm zijn ver schenen. Volgens het beproefde recept heeft de tekenaar in „Langs de waterkant" een aantal fraaie plekjes in onder meer Amster dam, Den Haag Delft en Haarlem vastge legd, waarbij door sa mensteller Hans Voge- lesang een inleiding is geschreven en passen de gedichtjes zijn ge zocht. In „Ontmoeting met Hildebrand" zijn een kleine twintig tekenin gen bijeengebracht met taferelen uit de „Camera Obscura", de scherpe schets van het Hollandse familieleven uit de vorige eeuw, die Nicolaas Beets onder het pseudoniem Hilde brand op papier zet ten. Ook hierbij een in leiding van Hans Voge- lesang, terwijl naast de tekeningen de betref fende passages uit de „Camera Obscura" zijn afgedrukt. De tekeningen zijn overigens niet onberis pelijk geproduceerd. Iets om op te letten bij de volgende delen van wat kennelijk de serie „De Wereld van Anton Pieck" moet gaan wor den. Anton Pieck: Langs de waterkant; Ontmoe ting met Hildebrand. Uitgave: Omniboek, Den Haag. Prijs per deel: 14,90. Onze nationale deugd is de zindelijkheid. Dat vindt de leiding van Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam en daarom kreeg zijn weekagenda het motto „Schoon is mooi" mee. Het is weer een schitterende uitgave, weer zó mooi dat je er eigenlijk geen regel in durft te schrijven. Wassen en baden is het centrale thema, dat kunstenaars inspireerde als Baj, Bonnard, Je roen Bosch, Degas, Dürer, Goltzius, Rubens, Jan Steen en vele anderen. Ze staan gereproduceerd in kleur of zwart-wit mèt afbeeldingen van porce- lein, tin en meubels die met schoon en mooi te maken hebben. Ideaal om cadeau te krijgen of cadeau te geven, ook voor buitenlandse relaties want de toelich tende teksten zijn ook in het Engels afgedrukt. Weekagenda Museum Boymans - Van Beuningen Rotterdam. Prijs: 15.- incl. portokosten. 5e strA bladzijde uit Alpejagerslied. Drie kleine en opmerkelijke boekjes, die u om hun prijs niet in de winkel hoeft te laten liggen: Paul van Ostayens grappige gedichtje „Alpejagerslied" over de ontmoeting van twee heren met een hoed op is door illustrator Stefan Frenkel regel voor regel in beeld gebracht. Het is er nog gekker op geworden. Ideaal om als aardigheidje cadeau te doen. (Uitgave: Thomas Rap, Amsterdam. Prijs: 8,90). Ter herinnering aan zijn zeventigste verjaardag heeft Karei Jonckheere het boekje „Ook ik, zelfs gij, vooral wij" geschreven. Hij wil er in afrekenen met de „taalvlooien" „ook", „zelfs" en „voor al", die volgens hem overbodige woor den zijn. Door ze te herhalen bij ruim tweehonderd aforistische zinnetjes doet hij ze voorgoed in de ban. Eén zinnetje voor de smaak: „(ook) biechtvaders le ven van de zonde". (Uitgave: Manteau, Brussel. Prijs: 1,-). Marnix Gijssen vertelde inmiddels al weer meer dan tien jaar geleden aan een groep jonge Dominikanen, waarom hij zijn geloof verliet en agnosticus werd. De lezing, die al eerder in boek vorm verscheen, is herdrukt onder de titel „Biecht van een heiden". Marnix Gijsen kraakt erin harde noten over de Kerk, niet om te polemiseren maar om zijn hart te luchten over onrecht (hem) in naam der Kerk aangedaan. Een openhartig, menselijk document. (Uitga ve: Thomas Rap, Amsterdam. Prijs: 10.-). „Voor eeuwig bewaren" Op de dossiers van vooral politieke Russische gevangenen staat het stempel „Voor eeuwig be waren". Het betekent, dat de man of de vrouw, wier leven vastgelegd is in deze dossiers, voor altijd als vijand van het huidige Russische sys teem beschouwd worden. Het zijn er nogal wat in het enorme Rusland: politici, ambtenaren, kunstenaars academici, Russische joden Rus sen, die omwille van hun denken, hun woorden, hun geschriften, gevangen gezeten hebben of nog zitten, in werkkampen of psychiatrische inrich tingen opgesloten zijn, of geweest zijn. Zij blijven hun hele verdere leven ook wanneer zij „in ere" hersteld zijn getekenden. Want hun dos siers liggen in de bureaus van alle soorten gehei me diensten „voor eeuwig bewaard". Een stroom van documenten en boeken, die de laatste jaren ook in het Westen verspreid worden, getuigt daarvan. Schrijvers als Solzjenitsyn, Sa- charov, de thans in Nederland verblijvende Andrej Amalrik, en een aantal anderen, vestigen onafge broken in hun boeken de aandacht de geestelijke en dikwijls ook lichamelijke terreur, die het Russi sche systeem hanteert tegenover inwoners met afwijkende meningen. Eén van hen is de oud-officier en germanist Lew Kopelev, die van 1945 tot 1956 van de ene gevange nis naar de andere is gesleept, die tientallen rechtszalen van binnen op zijn duimpje kent. In 1956 werd hij „in ere" hersteld. Maar ook op zijn dossier staat scherp en duidelijk: „voor eeuwig bewaren". Lew Kopelev heeft over de dramatische periode uit zijn leven tussen 1945 en heden een aangrij pend boek geschreven, dat onder de titel „Voor eeuwig bewaren" verschenen is. Daarin beschrijft hij zijn lijdensweg simpel en rustig maar tegelijk hevig ontroerend van menselijkheid en zelfs hier en daar van mededogen. Hij mag niet meer in het openbaar spreken, hem is slechts een beperkte levensruimte toegestaan. En waarom? Omdat hij in 1944, als propaganda-officier aan het Russische- Duitse front ontdekte, dat zijn vaderland op een meer dan barbaarse manier de hand lichtte met de menselijkheid tegenover krijgsgevangenen. Of het nu Nazi-Duitsers waren of Joegoslaven, Polen, Tsjechen of eigen medeburgers. Een jaar later werd Lew Kopelev er officieel van beschuldigd vijanden van Rusland in bescherming te nemen, het voor hen op te nemen en voor hen te pleiten. De belangrijkste beschuldiging was, dat hij besmet bleek door „burgerlijk-humanistische ideeën". Dat betekende in feite al een vonnis, zoals hij tot op heden nog steeds ondervindt. Hij kwam echter tot zijn houding, omdat hij ontdekte, dat de „door ons gepredikte en dialektiek relativistische moraal uiteindelijk schadelijk is voor ons, schadelijk voor het communisme" en dat het systeem „slechts Lew Kopelev: voor altijd getekend. gewetenloze, ongeïnteresseerde moordenaars kan voortbrengen Gewenning aan geweld en leu gens, wantrouwen tegenover de uitspraken „van bovenaf" zouden zich zeker tegen ons keren Hoe moest dit vermeden worden?", zo schrijft hij. Daarbij komt nog, dat Kopelev nog steeds marxist is en dat hij juist daardoor in zichzelf te lijden heeft. Hij weet ook, dat hij „voor eeuwig" bewaard wordt als een afvallige en dat maakt zijn leven als marxist extra tragisch. „Gerammel van sleutels tegen een gesp. Geknars van sleutels in sloten. Alle verschillende geluiden van de gevangenis zwollen aan en ebden weg. De eeuwigheid duurde voort" Zo voelt hij zijn leven, gevangen en gekneveld in het systeem, dat hem niet zal laten ontsnappen. Zoals zelfs Russi sche dissidenten, die het land als banneling verla ten hebben er nog steeds niet aan kunnen ontko men. Dat wordt vooral duidelijk bij het lezen van het in boekvorm verschijnende tijdschrift „Continent" (De Boekerij-Baarn), waarvan er totnutoe twee verschenen zijn. Daarin schrijven voornamelijk verbannen Russische schrijvers en academici hun verlatenheid en bitterheid weg in artikelen vol verlangen naar een ander Rusland. Het wordt nog veel duidelijker bij het lezen van het zojuist in Nederlandse vertaling verschenen boek „Van onder het puin" met artikelen van zeven schrijvers, onder wie Solzjenitsyn, de 33-jari- ge kunsthistoricus Barabanov en de 31-jarige ge schiedkundige Borisov. Zij willen zoals zij in 1974 al op een persconferentie in Moskou vertelden dat de „algemene verdrukking van de geest" in Rusland een einde neemt, want deze verdrukking „maakt geen einde aan het denken, maar leidt tot vervorming der gedachten, tot ge brekkige geïnformeerdheid, onwetendheid tussen de land- en tijdgenoten onderling". En verder: „De geschiedenis zijn wij zelf en wij 'hebben geen andere keus, dan zelf de last op onze schouders te tillen en dat waar wij zo begerig naar uitzien, uit de diepten omhoog te torsen". Of zoals de kunsthistoricus Barabanov schrijft: „Nu gissen wij naar de wijze waarop de Kerk en Rusland zich uit de verschrikkelijke impasse, waarin wij terecht zijn gekomen, zullen redden. Het ligt voor de hand, dat de beste toekomst voor Rusland een toekomst is, die onafgebroken verbonden blijft met het Christendom. En als het land een wederopleving beschoren is, kan die zich alleen maar op religieu ze bodem voltrekken". In diepste wezen komen de uitlatingen van de marxist Kopelev en die van de jonge kunsthistori cus Barabanov op hetzelfde neer. De eerste zoekt de wedergeboorte van Rusland via een ethisch marxisme, de tweede ziet nog steeds het christen dom als de basis van herstel. Beiden veroordelen het huidige systeem in Rusland als ondraaglijk en vooral onmenselijk. De jonge geschiedkundige Borisov stelt in „Van onder het puin" niet voor niets de vraag: „Wat zijn wij: een vervloekt en verworden ras of een groot volk Is voor ons nog een toekomst weggelegd of is Rusland slechts in de wereld verschenen om naar de onbezonnen profétie van Leontjev uit zijn ingewand de antichrist voort te brengen? Wat staat ons te wachten: een wijd opengesperde afgrond of een steile en moeizame klim omhoog?" TON v.d. HOUTEN Lew Kopelev: „Voor eeuwig bewaren". Uitgave: Becht, Amsterdam. Prijs: ƒ29,50. A. Solzjenitsyn e.a.: „Van onder het puin". Uitga ve: De Boekerij, Baarn. Prijs: 24,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 15