Autopooling een noodzakelijk kwaad? Van Agt was wel op de hoogte van arrestatieplan „Van gift Menten weet ik niets" Patiënten Centrum 45 verontwaardigd over uitlatingen Wolff (CPN) ACCENT-HOOFDREDACTEUR KNOOP: m LiiJjiUb£i LUUA/liN X ebitteT riES IOf«Ofl Accent-hoofdredacteur Hans Knoops: „Ik stuitte op een muur van onwil en tegenwerking". DEN HAAG Minister Van A?t van Justitie zou wel dege lijk op de hoogte zijn geweest van het plan om de van oor logsmisdaden verdachte Pieter Menten te arresteren. De hoof dredacteur van het weekblad Accent, Hans Knoop, uitte gis teren in Den Haag de zware beschuldiging, dat de minister „botweg liegt, als hij zegt dat het niet zo is". Volgens Knoop, die in een reeks publicaties het oorlogsverleden van de 77-jarige Blaricumse miljonair en kunstverzamelaar heeft blootgelegd, was Van Agt lijfelijk aanwezig bij de bespre king vorige week donderdag op zijn departement, waar werd besloten om op korte termijn tot aanhouding van Menten over te gaan. De minister heeft dit in de Tweede Kamer ont kend. Inmiddels is echter ook gebleken, dat een woordvoerder van het departement van justitie woensdagnacht tegen ver scheidene verslaggevers heeft meege deeld, dat de minister „op de hoogte was van de mogelijkheid van een spoe dige arrestatie van Menten". Het PvdA-Kamerlid Kosto wees giste ren in het debat op die tegenstrijdig heid, maar Van Agt antwoordde kort weg, dat hij geen verschil zag in de gedane verklaringen. De bewindsman zei woensdagavond bij zijn terugkeer uit Roemenië, dat hij volkomen onkundig was van de voorne mens van het openbaar ministerie in Amsterdam in de zaak-Menten. „Ik heb dat niet eerder vernomen dan woens dagmiddag om één uur in Boekarest", herhaalde hij in de Kamer. Volgens Knoop is dat „een aperte leugen". Minister Van Agt is er tijdens het debat niet in geslaagd volstrekte duidelijkheid te verschaffen rond de gang van zaken op het topniveau voorafgaande aan de mislukte arrestatiepoging afgelopen maandag. Aanvankelijk verklaarde hij, dat de Amsterdamse justitie-autoriteiten don derdag een week geleden naar het de partement in Den Haag kwamen met het bericht, dat niet langer kon worden gewacht met de arrestatie van Menten. In een latere fase van het debat zei hij, dat het eerste kontakt hierover al da teert van de dinsdag daarvoor. De Am sterdamse procureur-generaal mr. Hart suiker, hoofdofficier mr. Messchaert en officier van justitie mr. Habermehl lie ten zich bij die gelegenheid bezorgd uit over de ophanden zijnde publicaties van het weekblad Accent Volgens Van Agt voelden zij er ondanks het risico dat Menten op grond van deze publicaties zou vluchten nog weinig voor om tot aanhouding over te gaan. Zij meenden, dat het bewijsmateriaal nog onvoldoende was en de kans groot dat de rechter zou besluiten Menten bij gebrek aan bewijs weer op vrije voeten te stellen. De journalist Knoop, die het openbaar ministerie in Amsterdam de afgelopen weken tot twee keer toe heeft gewaar schuwd voor het gevaar dat Menten de wijk zou nemen, zei over deze houding: „Ik stuitte op een muur van onwil en tegenwerking. Mij werd te verstaan ge geven, dat men nog liever het risico van een vlucht wilde nemen dan voor één procent het risico van een juridische nederlaag". Volgens Knoop wilden de Amsterdamse justitie-autoriteiten honderd procent ze kerheid dat een strafvervolging tegen Menten zou slagen. Tegen hem werd gezegd: „Die man is zo onmetelijk rijk, dat ie zich wel vijf advocaten kan per mitteren". Minister Van Agt heeft deze stellingna- me van het OM gisteren bevestigd. Hij zei, dat hij zich al in een veel eerder stadium garant had gesteld voor een eventuele mislukking van een strafzaak tegen Menten. „Het openbaar ministerie wüde dat ik een voortijdige arrestatie met het risico dat Menten weer vrij zou komen, met mijn politieke verantwoor delijk zou dekken. Daartoe heb ik mij bereid verklaard. Het OM had mijn toestemming om in te grijpen, als zij dat nodig achtte". Volgens de bewindsman is op dinsdag 9 november ondanks de bedenkingen van het Amsterdamse OM toch beslo ten, dat de arrestatie dan maar moest doorgaan. Het tijdstip werd vastgesteld op maandag 15 november, één dag voor Accent zou uitkomen. Het motief om nog zolang met de aan houding te wachten was, aldus Van Agt, dat men hoopte in de tussentijd vol doende bewijsmateriaal te vergaren, zo dat het risico dat de verdachte door de rechter weer in vrijheid zou worden gesteld was geëlimineerd. De bewindsman zei, dat de Amsterdam se justtie op donderdag 11 november naar Den Haag kwam „voor alle zeker heid". Men wilde zich ervan overtuigen dat de komende aktie door het departe ment zou worden gedekt, ook als die op een mislukking zou uitlopen. De tomambtenaren van de minister hebben bij die gelegenheid de garantie verlangd van het OM, dat het huis van Menten in de tussentijd zou worden bewaakt. Die toezegging is gedaan vol gens Van Agt, maar niet uitgevoerd. „Het OM heeft blijkbaar de lichtvaardi ge gedachte gehad, dat Menten niet voor maandag de wijk zou nemen", aldus de minister. Hans Knoop, die deze zomer de zaak- Menten opnieuw aan het rollen heeft gebracht, laakte gisteren het optreden van de justitietop in de affaire. Hij zei tot vier keer toe te hebben gewaar schuwd voor het risico dat Menten de benen zou nemen. Dat gebeurde voor het eerst in juli van dit jaar, toen hij er in een persoonlijk onderhoud bij minister Van Agt op aandrong om bij wijze van voorzorg het paspoort van Menten in te trekken. Hetzelfde verhaal heeft hij later tegen topambtenaar mr. Mulder afgestoken. In beide gevallen waren de reakties negatief, aldus Knoop. „Men wilde de vrijheid van Menten niet beknotten". In het najaar kreeg Knoop meer aan wijzingen dat Menten er weieens van door zou kunnen gaan. „Hij ging över tot liquidatie van zijn onroerend goed. Het vermoeden was gegrond, dat hij bezig was een eventuele vlucht voor te bereiden, zonder bezit te hoeven achter laten". Met deze wetenschap klopte Knoop aan bij de justitie-autoriteiten in Amster dam. Zijn waarschuweingen werden echter opnieuw in de wind geslagen. HANS SOSLINGA OUD-KVP-VOORZITTER W. J. ANDRIESSEN (Van onze parlementaire redactie) BUNNIK - Op de be schuldiging, dat de KVP indertijd een gift van 200.000 gulden zou hebben gekregen van de nu voort vluchtige Pieter Menten, heeft de heer W. J. An- driessen, vader van de hui dige fractievoorzitter, oud voorzitter van de KVP en oud-Kamerlid verklaard: „Ik weet van niets. Als zo'n gift indertijd gegeven zou zijn, had ik dat toch wel moeten weten, omdat ik toen partijvoorzitter was. Ik kan echter met de hand op mijn hart verkla ren dat ik er niet van af weet". De beschuldiging, dat de KVP omstreeks 1948 een bedrag van 200.000 gulden zou hebben geïncasseerd, is afkomstig van Hans Knoop, hoofdredacteur van het weekblad Accent. De heer Knoop zegt de bewijzen te hebben gezien, waaruit „zonneklaar blijkt, dat Menten indertijd dat grote bedrag aan de KVP heeft geschonken". Nadat deze beschuldiging is geuit, heeft de Katholieke Volkspartij een intern onder zoek ingesteld naar de finan ciële jaarstukken. Uit de nu nog aanwezige stukken, aldus het KVP-bestuur, is niets ge bleken van ontvangst van wel ke omvang ook, die afkomstig zou zijn van Pieter Menten. Deze verklaring hoeft overi gens niets op te lossen, zo meent een ingewijde in de KVP, want de giften die inder tijd binnenkwamen, werden volgens hem niet met vermel ding van de naam in de finan ciële jaarstukken opgenomen. De naam werd wel vermeld, maar dan in stukken bestemd voor bijvoorbeeld de penning- Oud-KVP-voorzitter Andriessen sr.: door Menten mij niets bekend". „Van schenking meester. Dit soort stukken uit die tijd zijn alleen bewaard wanneer zij politiek-relevante betekenis hadden. Zij werden dan ondergebracht in een poli tiek documentatiecentrum. De KVP acht het onwaar schijnlijk dat rond 1948 een gift zou zijn ontvangen van 200.000 gulden; een voor die tijd zo hoog bedrag, dat het omgerekend voor onze tijd on geveer een miljoen gulden moet hebben betekend. Een dergelijk bedrag is in de stuk ken niet te achterhalen en evenmin een aantal bedragen die samen 200.000 gulden zou den vormen. Maar volgens de beschuldiging van Knoop zou Menten een eenmalig bedrag hebben geschonken. De penningmeester, die het dus zou moeten weten, was in die tijd de heer Alberts. Hij heeft verklaard zich in het ge heel niets van zo'n gift te her inneren. Ook hij meent dat, wanneer er werkelijk sprake was van een zo genereus ge baar van Menten, hij daarvan op de hoogte zou zijn geweest (Van onze verslaggevers) OEGSTGEEST/DEN HAAG In Centrum 45, de Oegst- geestse kliniek waar oorlogs- slagoffers worden behandeld die de klap van de jaren '40- '45 geestelijk nog steeds niet te boven zijn, is vannacht met grote verontwaardiging ken nis genomen van de beschul digingen die het communisti sche Kamerlid Wolff in het Kamerdebat over de affaire- Menten uitte aan het adres van staatssecretaris Zeeval- king en de secretaris-generaal van het ministerie van justi tie, dr. Mulder. De heer C. J. van Tiggelhoven (50) uit Ro zenburg, die woensdagmiddag met zijn mede-patiënte me vrouw Muis op het departe ment het gesprek met Zeeval- king en Mulder voerde, heeft nog tijdens het Kamerdebat geprobeerd het CPN-Kamer- lid telefonisch te bereiken om hem verijten te maken over de „onwaarachtige" interpre tatie van het gesprek. Het luk te hem niet. Volgens Wolff zouden de pa tiënten van Centrum 45 op het departement een „politiek les je" hebben gehad over de „Drie van Breda". Hij, Wolff, zou de gevolgen daarvan na afloop hebben aanschouwd tij dens een ontmoeting met de patiënten in de kliniek. Volgens de heer Van Tiggelho ven heeft Wolff de gang van zaken verdraaid weergegeven. Zijn verhaal: „Woensdagmid dag zijn we met zes patiënten naar het departement gegaan. Twee van ons, mevrouw Muis en ik, hadden een uur lang, van twaalf tot één, een ge sprek met Zeevalking en Mul der, dat zeer prettig verliep. Aan het einde van het gesprek vroeg mevrouw Muis of de heer Zeevalking de garantie kon geven, dat de „Drie van Breda" nooit of te nimmer vrijgelaten zouden worden. Zeevanlking antwoordde daar op dat de drie tijdens de be windsperiode van dit kabinet per se niet vrijgelaten zouden worden. Maar hij voegde er aan toe, dat de zaak in volgen de kabinetten onherroepelijk weer aan de orde zou komen. De heer Mulder voegde toen, weliswaar ongevraagd, daar als zijn persoonlijke mening aan toe dat hij op het stand- Centrum 45-patïënt Van Tiggelhoven: „Wolff ver draaide de zaak". punt had gestaan, dat de drie nooit vrijgelaten moesten wor den, maar dat hij daarop in middels was teruggekomen. Zeevalking wees er toen weer op zijn beurt heel duidelijk op, dat dat het persoonlijke stand punt van Mulder was. Dat vonden we uiteraard spijtig, maar de sfeer verslechterde er per se niet door en we gingen dan ook heel vriendelijk uit elkaar. Leter, 's avonds aan het eten, Wolff was gekomen met Teengs Gerritsen van het voormalig verzet en Wolff zat toevallig naast me, kwam het gesprek uiteraard op het ge sprek dat we 's middags op het ministerie hadden geboerd. Teengs Gerritsen vroeg op een gegeven moment aan mijn overbuurman hoe het nou met hem ging. Die man, die direct niets met de affaire-Menten of de Drie van Breda, te maken had, was op dat moment erg emotioneel. Hij liep huilend van tafel. Maar dat had niets met het gebeuren op het mi nisterie te maken. Ik begrijp dan ook niet dat Wolff deze gebeurtenis aan tafel heeft aangegerepen om zijn gram te halen op minister Van Agt, staatssecretaris Zeevalking en de heer Mulder. Onbegrijpe lijk". Aldus het relaas van de heer Van Tiggelhoven die met zijn mede-patiënten het Kamerde bat tot diep in de nacht volg de. Volgens één van de verzorg sters van de kliniek hebben de patiënten de affiare-Menten en het Kamerdebat erover vrij rustig verwerkt. En ze hadden volgens haar de verklaring van minister Van Agt als posi tief ervaren. Het debat in de Tweede Ka mer over „de zaak-M." werd gisteren op de publieke tribu nes gevolgd door talrijke oud- verzetsstrijders en vervol gingsslachtoffers uit de twee de wereldoorlog. Onder hen bevond zich de heer J. Teengs Gerritsen, vriend van prins Bemhard en voorzitter van de gezmaenlijke organisaties van voormalige verzetsstrijders en vervolgden. Na de verklaring van minister Van Agt zei Teengs Gerritsen veel begrip te hebben voor de moeilijke situatie waarin de minister zich door het on- zorgdvuldig optreden van de justitiële autoriteiten geplaatst ziet. „De minister kwam volko men oprecht op mij over1', al dus Teengs Gerritsen. „Ik voel zelf heel goed dat hij niet direct schuldig is aan de gebeurtenissen van het afgelo pen weekeinde, maar ander zijds is het logisch dat hij niet onder zijn verantwoordelijk heid als minister uitkomt. Dat hij zich daardoor een beetje hulpeloos voelt, vind ik alles zins begrijpelijk". Een vrouwe lijk lid van het Auschwitz-Co- mité zei er tijdens de debatten heilig van overtuigd te zijn geraakt, dat Menten niet al leen in het verleden veel baat heeft gehad bij de hulp van invloedrijke vrienden, maar dat hij ook bij de gebeurtenis sen van de laatste tijd via die contacten op de hoogte is ge houden van de stand van za ken in het onderzoek tegen DEN HAAG Minister Wester terp van verkeer en waterstaat heeft een ondankbare taak. Stelt hij maatregelen voor ter bevorde ring van het openbaar vervoer, dan heet dat al gauw „autootje pesten". Bedenkt hij maatregelen om het openbaar vervoer efficiën ter te doen functioneren, dan wordt er van andere zijde gemord. Het lijkt erop, dat Westerterp nu met een nieuw idee de kool en de geit wil sparen, de autopooling, oftewel het met meer mensen tege lijk gebruik maken van één auto. De bewindsman heeft zich persoon lijk in San Francisco ervan over tuigd, dat er best maatregelen te vinden zijn om dat poolen te bevor deren. In die Amerikaanse stad hoeft voor auto's met drie of meer inzittenden geen tol betaald té wor den op de Golden Gatebrug. Bo vendien mogen die auto's gebruik maken van de vrije busbaan. Dat idee sprak de minister wel aan. Nee, zei hij in een openbare verga dering van de Tweede Kamer-com missie voor Verkeer en Waterstaat, ons beleid is niet gericht op autoo tje pesten. Er moet naar een zuinig gebruik van het autopark gestreefd worden in het belang van de auto mobilist zelf. Vandaar mijn plei dooi voor een hogere bezettings graad van de automobielen. Het autogebruik moet op die tijdstip pen spitsuren waarop de ene automobilist van de andere hinder ondervindt beperkt worden. Nu is dat op zich geen gek idee. Wie, vooral in de randstad, zich dagelijks moet ergeren aan het tijd verlies, dat een file oplevert, zal het in zijn hart met de minister eens zijn. Alleen, hoe krijg je de mensen zo ver dat ze gezamenlijk in één auto gaan zitten om naar hun werk te gaan en weer terug. Dat is tot op heden alleeft nog maar gelukt in de energiecrisistijd. Juist in dat woon-werkverkeer liggen de knel punten. Rijen auto's met één mi stroostig kijkende man of vrouw aan het stuur, en verder de wagens helemaal leeg. Stel dat minister Westerterp het zou kunnen doordrijven om van elke driebaans autoweg de derde baan alleen te bestemmen voor au to's met drie of meer inzittenden. Of van elke tweebaansweg de twee de baan; dat zou tot een chaos leiden van jewelste. Bovendien, wie controleert dat. Zet collega Van Agt dan om de 200 meter een rijkspolitieman om tot drie te tel len, alvorens te bekeuren. Of denkt minister Westerterp aan de slagzin „die pet past ons allemaal", en verwacht hij, dat de ene automobi list de andere automobilist zal gaan „aangeven". Dat is buiten de waard, oftewel de koppige, vrij heidslievende blij-dat-ik-rij-auto- mobilist gerekend. Westerterp's collega Van Doorn van CRM kondigde kort geleden het rapport „autogebruiksbeper king: mogelijkheden en aanvaard baarheid" aan, een rapport opge steld door het Centraal Planbu reau. Daarin staat te lezen: „Autogebruikers zowel als niet-au- togebruikers zijn vaak overtuigd van de nadelen die de huidige ver- keersontwikkeling met zich mee brengt. De autogebruiker zal deze mening echter zelden in zijn per soonlijk gedrag tot uiting brengen. In het algemeen viel het op dat men zich een wereld zonder auto eigenlijk niet kon voorstellen en dat men zich erg moeilijk in een andere situatie dan de huidige kon verplaatsen". Het rapport komt tot de eerlijke conclusie: „Deze vaststelling en de opvatting dat het gesignaleerde complex van houdingen uiterst moeilijk te doorbreken is, leiden tot de keuze van een uitgangspunt, namelijk dat een beleid gericht op autogebruiksbeperking primair tot doel moet hebben de bevolking of delen ervan te doen wennen aan beperkende maatregelen. De invoe ring van een breed scala aan maat regelen, variërend afhankelijk van plaatselijke mogelijkheden, kan een proces van gewenning aan en aanvaarding van beperkende maat regelen in gang zetten". Het is duidelijk: de automobilist kankert wel op de drukte, maar hij wil zijn auto beslist niet thuis laten. Hij moet echter gewend raken aan beperking door een reeks maatre gelen. Welke, wordt nog even bui ten beschouwing gelaten. Wil men het autogebruik terugdrin gen om het energieverbruik en het grondstoffengebruik te verminde ren, dan blijkt uit nuchtere ver koopcijfers dat het ageren tegen de auto tot op heden niets heeft uitge haald. In de eerste negen maanden van dit jaar zijn in totaal in ons land 404.795 personen- en combina tiewagens verkocht. Doortellend komt men dan aan het eind van het jaar op meer dan een half miljoen auto's. En dat is een abso luut record in de geschiedenis van de Nederlandse automobielver koop. Al die auto's brengen de staat veel geld op. Wederom nuchtere cijfers, ditmaal van Westerterp zelf. Ht jaar 1975 heeft de staat 4400 mil joen gulden opgeleverd; 4100 mil joen daarvan werd „slechts" be steed ten behoeve van het wegver keer, waarvan ruim 2000 miljoen voor aanleg, onderhoud, verbete ring en beheer van wegen. Dat leidt automatisch tot de conclusie, dat, als er nog meer geld aan wegen besteed zou worden en dat meer geld komt blijkens Westerterps ei gen cijfers, elk jaar weer binnen dat dan de verkeerscongesties vermeden konden worden, wat weer in het belang van de automo bilist is. En daar streeft minister Westerterp naar, gezien zijn uitla tingen in de openbare vergadering van de vaste Tweede Kamercom missie voor verkeer en waterstaat tijdens de begrotingsbehandeling. Ja maar, werpen tegenstanders van de auto dan als argument op, Ne derland wordt dan één asfaltvlakte. De Stichting Weg komt met een sussend woord: „Er is geen sprake van dat Nederland als gevolg van de toeneming van het autopark één asfaltvlakte wordt Gedurende de laatste tien jaar werd het totale verharde wegennet uitgebreid met 15.000 kilometer, van 71.000 naar 86.000 km. Hiervan lag 10.000 kilo meter binnen de bebouwde kom. dus de zogenaamde woonstraten met een veelvoud van functies en 5000 kilometer buiten de bebouwde kom. De afgelopen tien jaar onder ging de omvang van het Neder landse motorvoertuigenpark een verdubbeling. Dat desondanks niet overal een verkeerschaos ontstond, was vooral te danken aan verbre ding van bestaande wegen en nieuwbouw van bredere wegen. Voor de toekomst staat geen kolos sale verdere toeneming van de om vang van het motorvoertuigenpark te wachten. Nederland heeft op dit moment bijna 4 miljoen personen auto's. De schattingen van de om vang van het autopark in het jaar 2000 liggen tussen 5 6 miljoen. Deze 5 a 6 miljoen voertuigen ver eisen geen spectaculaire uitbreidin gen van het wegennet". Indien railvervoer wordt geprefe reerd boven particulier autover keer, dient de vraag onder ogen te worden gezien in hoeverre spoorlij nen wat betreft landschapsdoor snijding, ruimtebeslag en dergelij ke, minder ongunstig uit de bus komen dan wegen. In dit verband is een vergelijking van belang, die de minister van Verkeer en Water staat dit jaar op verzoek van de Eerste Kamer heeft opgesteld met betrekking tot de vervoersprestatie op een vijftiental spoorlijnen en op parallel daaraan lopende verkeers wegen. Over de vijftien wegvlak ken, Waarbij zowel snelwegen als enkelbaanswegen blijken per werk dag 2 tot 3 maal zoveel personen per auto te worden vervoerd, als over de naast gelegen spoorlijnen per trein. Daar komt nog bij, dat van de goederenstromen in Nederland, die over de weg veruit de grootste is. Beroeps- en eigen vervoer over de weg samen namen in '76 van de 413 miljoen ton bijna 328 miljoen ton voor hun rekening. Dat is 79,3 pro cent. Het marktaandeel van de be- roepsgoederenvervoerders over de weg is in het totale binnenlandse beroepsgoederenvervoer eveneens gestegen van 80,9 tot 81,6 procent, zijnde 201,8 miljoen ton. Dus toch maar meer wegen bou wen om èn het grote wegvervoer èn het openbaar vervoer, waar het de bussen betreft, èn de particulie re autobezitter te steunen? Of is er nog een andere, een tussenoplos sing mogelijk? Drs. A. Kloezen uit Eindhoven vindt van wel. Hij staat aan het hoofd van de organisatie „Spectra" (Specialisten in Transport) waar de partners zijn Daf Holding, de Nederlandse Spoorwegen en Ogem in Rotterdam. Hij vindt dat er een te grote tegenstelling is tus sen auto en openbaar vervoer en pleit voor een tussenoplossing in de vorm van een „busje" (het ziet er anders uit) voor 8 zittende passa giers of zes zittende en 6 staande. Zo'n vervoermiddel zou de reizi gers met een enkele keer overstap pen tot bijna in huis brengen door een aanzienlijk groter aantal hal tes. Waarmee dan toch een soort van pooling bereikt is. Maar Kloezen's systeem moet nog bestudeerd wor den. En het kan vele jaren duren voor zo'n project van de grond komt. Tot zo lang doen we het wel 1 met de eigen auto. Of het moet zo druk op de wegen worden dat auto pooling echt een noodzakelijk kwaad wordt. GERARD CRONE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 13