Autopooling een
noodzakelijk kwaad?
Van Agt was wel
op de hoogte van
arrestatieplan
„Van gift Menten
weet ik niets"
Patiënten Centrum 45
verontwaardigd over
uitlatingen Wolff (CPN)
ACCENT-HOOFDREDACTEUR KNOOP:
m
LiiJjiUb£i LUUA/liN X
ebitteT
riES
IOf«Ofl
Accent-hoofdredacteur Hans Knoops: „Ik stuitte op
een muur van onwil en tegenwerking".
DEN HAAG Minister Van
A?t van Justitie zou wel dege
lijk op de hoogte zijn geweest
van het plan om de van oor
logsmisdaden verdachte Pieter
Menten te arresteren. De hoof
dredacteur van het weekblad
Accent, Hans Knoop, uitte gis
teren in Den Haag de zware
beschuldiging, dat de minister
„botweg liegt, als hij zegt dat
het niet zo is".
Volgens Knoop, die in een reeks
publicaties het oorlogsverleden
van de 77-jarige Blaricumse
miljonair en kunstverzamelaar
heeft blootgelegd, was Van Agt
lijfelijk aanwezig bij de bespre
king vorige week donderdag op
zijn departement, waar werd
besloten om op korte termijn
tot aanhouding van Menten
over te gaan. De minister heeft
dit in de Tweede Kamer ont
kend.
Inmiddels is echter ook gebleken, dat
een woordvoerder van het departement
van justitie woensdagnacht tegen ver
scheidene verslaggevers heeft meege
deeld, dat de minister „op de hoogte
was van de mogelijkheid van een spoe
dige arrestatie van Menten".
Het PvdA-Kamerlid Kosto wees giste
ren in het debat op die tegenstrijdig
heid, maar Van Agt antwoordde kort
weg, dat hij geen verschil zag in de
gedane verklaringen.
De bewindsman zei woensdagavond bij
zijn terugkeer uit Roemenië, dat hij
volkomen onkundig was van de voorne
mens van het openbaar ministerie in
Amsterdam in de zaak-Menten. „Ik heb
dat niet eerder vernomen dan woens
dagmiddag om één uur in Boekarest",
herhaalde hij in de Kamer. Volgens
Knoop is dat „een aperte leugen".
Minister Van Agt is er tijdens het debat
niet in geslaagd volstrekte duidelijkheid
te verschaffen rond de gang van zaken
op het topniveau voorafgaande aan de
mislukte arrestatiepoging afgelopen
maandag.
Aanvankelijk verklaarde hij, dat de
Amsterdamse justitie-autoriteiten don
derdag een week geleden naar het de
partement in Den Haag kwamen met
het bericht, dat niet langer kon worden
gewacht met de arrestatie van Menten.
In een latere fase van het debat zei hij,
dat het eerste kontakt hierover al da
teert van de dinsdag daarvoor. De Am
sterdamse procureur-generaal mr. Hart
suiker, hoofdofficier mr. Messchaert en
officier van justitie mr. Habermehl lie
ten zich bij die gelegenheid bezorgd uit
over de ophanden zijnde publicaties
van het weekblad Accent
Volgens Van Agt voelden zij er ondanks
het risico dat Menten op grond van deze
publicaties zou vluchten nog weinig
voor om tot aanhouding over te gaan.
Zij meenden, dat het bewijsmateriaal
nog onvoldoende was en de kans groot
dat de rechter zou besluiten Menten bij
gebrek aan bewijs weer op vrije voeten
te stellen.
De journalist Knoop, die het openbaar
ministerie in Amsterdam de afgelopen
weken tot twee keer toe heeft gewaar
schuwd voor het gevaar dat Menten de
wijk zou nemen, zei over deze houding:
„Ik stuitte op een muur van onwil en
tegenwerking. Mij werd te verstaan ge
geven, dat men nog liever het risico van
een vlucht wilde nemen dan voor één
procent het risico van een juridische
nederlaag".
Volgens Knoop wilden de Amsterdamse
justitie-autoriteiten honderd procent ze
kerheid dat een strafvervolging tegen
Menten zou slagen. Tegen hem werd
gezegd: „Die man is zo onmetelijk rijk,
dat ie zich wel vijf advocaten kan per
mitteren".
Minister Van Agt heeft deze stellingna-
me van het OM gisteren bevestigd. Hij
zei, dat hij zich al in een veel eerder
stadium garant had gesteld voor een
eventuele mislukking van een strafzaak
tegen Menten. „Het openbaar ministerie
wüde dat ik een voortijdige arrestatie
met het risico dat Menten weer vrij zou
komen, met mijn politieke verantwoor
delijk zou dekken. Daartoe heb ik mij
bereid verklaard. Het OM had mijn
toestemming om in te grijpen, als zij
dat nodig achtte".
Volgens de bewindsman is op dinsdag
9 november ondanks de bedenkingen
van het Amsterdamse OM toch beslo
ten, dat de arrestatie dan maar moest
doorgaan. Het tijdstip werd vastgesteld
op maandag 15 november, één dag voor
Accent zou uitkomen.
Het motief om nog zolang met de aan
houding te wachten was, aldus Van Agt,
dat men hoopte in de tussentijd vol
doende bewijsmateriaal te vergaren, zo
dat het risico dat de verdachte door de
rechter weer in vrijheid zou worden
gesteld was geëlimineerd.
De bewindsman zei, dat de Amsterdam
se justtie op donderdag 11 november
naar Den Haag kwam „voor alle zeker
heid". Men wilde zich ervan overtuigen
dat de komende aktie door het departe
ment zou worden gedekt, ook als die
op een mislukking zou uitlopen.
De tomambtenaren van de minister
hebben bij die gelegenheid de garantie
verlangd van het OM, dat het huis van
Menten in de tussentijd zou worden
bewaakt. Die toezegging is gedaan vol
gens Van Agt, maar niet uitgevoerd.
„Het OM heeft blijkbaar de lichtvaardi
ge gedachte gehad, dat Menten niet
voor maandag de wijk zou nemen",
aldus de minister.
Hans Knoop, die deze zomer de zaak-
Menten opnieuw aan het rollen heeft
gebracht, laakte gisteren het optreden
van de justitietop in de affaire. Hij zei
tot vier keer toe te hebben gewaar
schuwd voor het risico dat Menten de
benen zou nemen.
Dat gebeurde voor het eerst in juli van
dit jaar, toen hij er in een persoonlijk
onderhoud bij minister Van Agt op
aandrong om bij wijze van voorzorg het
paspoort van Menten in te trekken.
Hetzelfde verhaal heeft hij later tegen
topambtenaar mr. Mulder afgestoken.
In beide gevallen waren de reakties
negatief, aldus Knoop. „Men wilde de
vrijheid van Menten niet beknotten".
In het najaar kreeg Knoop meer aan
wijzingen dat Menten er weieens van
door zou kunnen gaan. „Hij ging över
tot liquidatie van zijn onroerend goed.
Het vermoeden was gegrond, dat hij
bezig was een eventuele vlucht voor te
bereiden, zonder bezit te hoeven achter
laten".
Met deze wetenschap klopte Knoop aan
bij de justitie-autoriteiten in Amster
dam. Zijn waarschuweingen werden
echter opnieuw in de wind geslagen.
HANS SOSLINGA
OUD-KVP-VOORZITTER W. J. ANDRIESSEN
(Van onze parlementaire
redactie)
BUNNIK - Op de be
schuldiging, dat de KVP
indertijd een gift van
200.000 gulden zou hebben
gekregen van de nu voort
vluchtige Pieter Menten,
heeft de heer W. J. An-
driessen, vader van de hui
dige fractievoorzitter, oud
voorzitter van de KVP en
oud-Kamerlid verklaard:
„Ik weet van niets. Als
zo'n gift indertijd gegeven
zou zijn, had ik dat toch
wel moeten weten, omdat
ik toen partijvoorzitter
was. Ik kan echter met de
hand op mijn hart verkla
ren dat ik er niet van af
weet".
De beschuldiging, dat de KVP
omstreeks 1948 een bedrag
van 200.000 gulden zou hebben
geïncasseerd, is afkomstig van
Hans Knoop, hoofdredacteur
van het weekblad Accent. De
heer Knoop zegt de bewijzen
te hebben gezien, waaruit
„zonneklaar blijkt, dat Menten
indertijd dat grote bedrag aan
de KVP heeft geschonken".
Nadat deze beschuldiging is
geuit, heeft de Katholieke
Volkspartij een intern onder
zoek ingesteld naar de finan
ciële jaarstukken. Uit de nu
nog aanwezige stukken, aldus
het KVP-bestuur, is niets ge
bleken van ontvangst van wel
ke omvang ook, die afkomstig
zou zijn van Pieter Menten.
Deze verklaring hoeft overi
gens niets op te lossen, zo
meent een ingewijde in de
KVP, want de giften die inder
tijd binnenkwamen, werden
volgens hem niet met vermel
ding van de naam in de finan
ciële jaarstukken opgenomen.
De naam werd wel vermeld,
maar dan in stukken bestemd
voor bijvoorbeeld de penning-
Oud-KVP-voorzitter Andriessen sr.:
door Menten mij niets bekend".
„Van schenking
meester. Dit soort stukken uit
die tijd zijn alleen bewaard
wanneer zij politiek-relevante
betekenis hadden. Zij werden
dan ondergebracht in een poli
tiek documentatiecentrum.
De KVP acht het onwaar
schijnlijk dat rond 1948 een
gift zou zijn ontvangen van
200.000 gulden; een voor die
tijd zo hoog bedrag, dat het
omgerekend voor onze tijd on
geveer een miljoen gulden
moet hebben betekend. Een
dergelijk bedrag is in de stuk
ken niet te achterhalen en
evenmin een aantal bedragen
die samen 200.000 gulden zou
den vormen. Maar volgens de
beschuldiging van Knoop zou
Menten een eenmalig bedrag
hebben geschonken.
De penningmeester, die het
dus zou moeten weten, was in
die tijd de heer Alberts. Hij
heeft verklaard zich in het ge
heel niets van zo'n gift te her
inneren. Ook hij meent dat,
wanneer er werkelijk sprake
was van een zo genereus ge
baar van Menten, hij daarvan
op de hoogte zou zijn geweest
(Van onze verslaggevers)
OEGSTGEEST/DEN HAAG
In Centrum 45, de Oegst-
geestse kliniek waar oorlogs-
slagoffers worden behandeld
die de klap van de jaren '40-
'45 geestelijk nog steeds niet
te boven zijn, is vannacht met
grote verontwaardiging ken
nis genomen van de beschul
digingen die het communisti
sche Kamerlid Wolff in het
Kamerdebat over de affaire-
Menten uitte aan het adres
van staatssecretaris Zeeval-
king en de secretaris-generaal
van het ministerie van justi
tie, dr. Mulder. De heer C. J.
van Tiggelhoven (50) uit Ro
zenburg, die woensdagmiddag
met zijn mede-patiënte me
vrouw Muis op het departe
ment het gesprek met Zeeval-
king en Mulder voerde, heeft
nog tijdens het Kamerdebat
geprobeerd het CPN-Kamer-
lid telefonisch te bereiken om
hem verijten te maken over
de „onwaarachtige" interpre
tatie van het gesprek. Het luk
te hem niet.
Volgens Wolff zouden de pa
tiënten van Centrum 45 op het
departement een „politiek les
je" hebben gehad over de
„Drie van Breda". Hij, Wolff,
zou de gevolgen daarvan na
afloop hebben aanschouwd tij
dens een ontmoeting met de
patiënten in de kliniek.
Volgens de heer Van Tiggelho
ven heeft Wolff de gang van
zaken verdraaid weergegeven.
Zijn verhaal: „Woensdagmid
dag zijn we met zes patiënten
naar het departement gegaan.
Twee van ons, mevrouw Muis
en ik, hadden een uur lang,
van twaalf tot één, een ge
sprek met Zeevalking en Mul
der, dat zeer prettig verliep.
Aan het einde van het gesprek
vroeg mevrouw Muis of de
heer Zeevalking de garantie
kon geven, dat de „Drie van
Breda" nooit of te nimmer
vrijgelaten zouden worden.
Zeevanlking antwoordde daar
op dat de drie tijdens de be
windsperiode van dit kabinet
per se niet vrijgelaten zouden
worden. Maar hij voegde er
aan toe, dat de zaak in volgen
de kabinetten onherroepelijk
weer aan de orde zou komen.
De heer Mulder voegde toen,
weliswaar ongevraagd, daar
als zijn persoonlijke mening
aan toe dat hij op het stand-
Centrum 45-patïënt Van
Tiggelhoven: „Wolff ver
draaide de zaak".
punt had gestaan, dat de drie
nooit vrijgelaten moesten wor
den, maar dat hij daarop in
middels was teruggekomen.
Zeevalking wees er toen weer
op zijn beurt heel duidelijk op,
dat dat het persoonlijke stand
punt van Mulder was. Dat
vonden we uiteraard spijtig,
maar de sfeer verslechterde er
per se niet door en we gingen
dan ook heel vriendelijk uit
elkaar. Leter, 's avonds aan
het eten, Wolff was gekomen
met Teengs Gerritsen van het
voormalig verzet en Wolff zat
toevallig naast me, kwam het
gesprek uiteraard op het ge
sprek dat we 's middags op het
ministerie hadden geboerd.
Teengs Gerritsen vroeg op een
gegeven moment aan mijn
overbuurman hoe het nou met
hem ging. Die man, die direct
niets met de affaire-Menten of
de Drie van Breda, te maken
had, was op dat moment erg
emotioneel. Hij liep huilend
van tafel. Maar dat had niets
met het gebeuren op het mi
nisterie te maken. Ik begrijp
dan ook niet dat Wolff deze
gebeurtenis aan tafel heeft
aangegerepen om zijn gram te
halen op minister Van Agt,
staatssecretaris Zeevalking en
de heer Mulder. Onbegrijpe
lijk".
Aldus het relaas van de heer
Van Tiggelhoven die met zijn
mede-patiënten het Kamerde
bat tot diep in de nacht volg
de.
Volgens één van de verzorg
sters van de kliniek hebben de
patiënten de affiare-Menten en
het Kamerdebat erover vrij
rustig verwerkt. En ze hadden
volgens haar de verklaring
van minister Van Agt als posi
tief ervaren.
Het debat in de Tweede Ka
mer over „de zaak-M." werd
gisteren op de publieke tribu
nes gevolgd door talrijke oud-
verzetsstrijders en vervol
gingsslachtoffers uit de twee
de wereldoorlog. Onder hen
bevond zich de heer J. Teengs
Gerritsen, vriend van prins
Bemhard en voorzitter van de
gezmaenlijke organisaties van
voormalige verzetsstrijders en
vervolgden.
Na de verklaring van minister
Van Agt zei Teengs Gerritsen
veel begrip te hebben voor de
moeilijke situatie waarin de
minister zich door het on-
zorgdvuldig optreden van de
justitiële autoriteiten geplaatst
ziet. „De minister kwam volko
men oprecht op mij over1', al
dus Teengs Gerritsen.
„Ik voel zelf heel goed dat hij
niet direct schuldig is aan de
gebeurtenissen van het afgelo
pen weekeinde, maar ander
zijds is het logisch dat hij niet
onder zijn verantwoordelijk
heid als minister uitkomt. Dat
hij zich daardoor een beetje
hulpeloos voelt, vind ik alles
zins begrijpelijk". Een vrouwe
lijk lid van het Auschwitz-Co-
mité zei er tijdens de debatten
heilig van overtuigd te zijn
geraakt, dat Menten niet al
leen in het verleden veel baat
heeft gehad bij de hulp van
invloedrijke vrienden, maar
dat hij ook bij de gebeurtenis
sen van de laatste tijd via die
contacten op de hoogte is ge
houden van de stand van za
ken in het onderzoek tegen
DEN HAAG Minister Wester
terp van verkeer en waterstaat
heeft een ondankbare taak. Stelt
hij maatregelen voor ter bevorde
ring van het openbaar vervoer,
dan heet dat al gauw „autootje
pesten". Bedenkt hij maatregelen
om het openbaar vervoer efficiën
ter te doen functioneren, dan
wordt er van andere zijde gemord.
Het lijkt erop, dat Westerterp nu
met een nieuw idee de kool en de
geit wil sparen, de autopooling,
oftewel het met meer mensen tege
lijk gebruik maken van één auto.
De bewindsman heeft zich persoon
lijk in San Francisco ervan over
tuigd, dat er best maatregelen te
vinden zijn om dat poolen te bevor
deren. In die Amerikaanse stad
hoeft voor auto's met drie of meer
inzittenden geen tol betaald té wor
den op de Golden Gatebrug. Bo
vendien mogen die auto's gebruik
maken van de vrije busbaan.
Dat idee sprak de minister wel aan.
Nee, zei hij in een openbare verga
dering van de Tweede Kamer-com
missie voor Verkeer en Waterstaat,
ons beleid is niet gericht op autoo
tje pesten. Er moet naar een zuinig
gebruik van het autopark gestreefd
worden in het belang van de auto
mobilist zelf. Vandaar mijn plei
dooi voor een hogere bezettings
graad van de automobielen. Het
autogebruik moet op die tijdstip
pen spitsuren waarop de ene
automobilist van de andere hinder
ondervindt beperkt worden.
Nu is dat op zich geen gek idee.
Wie, vooral in de randstad, zich
dagelijks moet ergeren aan het tijd
verlies, dat een file oplevert, zal het
in zijn hart met de minister eens
zijn. Alleen, hoe krijg je de mensen
zo ver dat ze gezamenlijk in één
auto gaan zitten om naar hun werk
te gaan en weer terug. Dat is tot
op heden alleeft nog maar gelukt
in de energiecrisistijd. Juist in dat
woon-werkverkeer liggen de knel
punten. Rijen auto's met één mi
stroostig kijkende man of vrouw
aan het stuur, en verder de wagens
helemaal leeg.
Stel dat minister Westerterp het
zou kunnen doordrijven om van
elke driebaans autoweg de derde
baan alleen te bestemmen voor au
to's met drie of meer inzittenden.
Of van elke tweebaansweg de twee
de baan; dat zou tot een chaos
leiden van jewelste. Bovendien, wie
controleert dat. Zet collega Van
Agt dan om de 200 meter een
rijkspolitieman om tot drie te tel
len, alvorens te bekeuren. Of denkt
minister Westerterp aan de slagzin
„die pet past ons allemaal", en
verwacht hij, dat de ene automobi
list de andere automobilist zal gaan
„aangeven". Dat is buiten de
waard, oftewel de koppige, vrij
heidslievende blij-dat-ik-rij-auto-
mobilist gerekend.
Westerterp's collega Van Doorn
van CRM kondigde kort geleden
het rapport „autogebruiksbeper
king: mogelijkheden en aanvaard
baarheid" aan, een rapport opge
steld door het Centraal Planbu
reau. Daarin staat te lezen:
„Autogebruikers zowel als niet-au-
togebruikers zijn vaak overtuigd
van de nadelen die de huidige ver-
keersontwikkeling met zich mee
brengt. De autogebruiker zal deze
mening echter zelden in zijn per
soonlijk gedrag tot uiting brengen.
In het algemeen viel het op dat
men zich een wereld zonder auto
eigenlijk niet kon voorstellen en
dat men zich erg moeilijk in een
andere situatie dan de huidige kon
verplaatsen".
Het rapport komt tot de eerlijke
conclusie: „Deze vaststelling en de
opvatting dat het gesignaleerde
complex van houdingen uiterst
moeilijk te doorbreken is, leiden tot
de keuze van een uitgangspunt,
namelijk dat een beleid gericht op
autogebruiksbeperking primair tot
doel moet hebben de bevolking of
delen ervan te doen wennen aan
beperkende maatregelen. De invoe
ring van een breed scala aan maat
regelen, variërend afhankelijk van
plaatselijke mogelijkheden, kan
een proces van gewenning aan en
aanvaarding van beperkende maat
regelen in gang zetten".
Het is duidelijk: de automobilist
kankert wel op de drukte, maar hij
wil zijn auto beslist niet thuis laten.
Hij moet echter gewend raken aan
beperking door een reeks maatre
gelen. Welke, wordt nog even bui
ten beschouwing gelaten.
Wil men het autogebruik terugdrin
gen om het energieverbruik en het
grondstoffengebruik te verminde
ren, dan blijkt uit nuchtere ver
koopcijfers dat het ageren tegen de
auto tot op heden niets heeft uitge
haald. In de eerste negen maanden
van dit jaar zijn in totaal in ons
land 404.795 personen- en combina
tiewagens verkocht. Doortellend
komt men dan aan het eind van
het jaar op meer dan een half
miljoen auto's. En dat is een abso
luut record in de geschiedenis van
de Nederlandse automobielver
koop.
Al die auto's brengen de staat veel
geld op. Wederom nuchtere cijfers,
ditmaal van Westerterp zelf. Ht
jaar 1975 heeft de staat 4400 mil
joen gulden opgeleverd; 4100 mil
joen daarvan werd „slechts" be
steed ten behoeve van het wegver
keer, waarvan ruim 2000 miljoen
voor aanleg, onderhoud, verbete
ring en beheer van wegen. Dat leidt
automatisch tot de conclusie, dat,
als er nog meer geld aan wegen
besteed zou worden en dat meer
geld komt blijkens Westerterps ei
gen cijfers, elk jaar weer binnen
dat dan de verkeerscongesties
vermeden konden worden, wat
weer in het belang van de automo
bilist is. En daar streeft minister
Westerterp naar, gezien zijn uitla
tingen in de openbare vergadering
van de vaste Tweede Kamercom
missie voor verkeer en waterstaat
tijdens de begrotingsbehandeling.
Ja maar, werpen tegenstanders van
de auto dan als argument op, Ne
derland wordt dan één asfaltvlakte.
De Stichting Weg komt met een
sussend woord: „Er is geen sprake
van dat Nederland als gevolg van
de toeneming van het autopark één
asfaltvlakte wordt Gedurende de
laatste tien jaar werd het totale
verharde wegennet uitgebreid met
15.000 kilometer, van 71.000 naar
86.000 km. Hiervan lag 10.000 kilo
meter binnen de bebouwde kom.
dus de zogenaamde woonstraten
met een veelvoud van functies en
5000 kilometer buiten de bebouwde
kom. De afgelopen tien jaar onder
ging de omvang van het Neder
landse motorvoertuigenpark een
verdubbeling. Dat desondanks niet
overal een verkeerschaos ontstond,
was vooral te danken aan verbre
ding van bestaande wegen en
nieuwbouw van bredere wegen.
Voor de toekomst staat geen kolos
sale verdere toeneming van de om
vang van het motorvoertuigenpark
te wachten. Nederland heeft op dit
moment bijna 4 miljoen personen
auto's. De schattingen van de om
vang van het autopark in het jaar
2000 liggen tussen 5 6 miljoen.
Deze 5 a 6 miljoen voertuigen ver
eisen geen spectaculaire uitbreidin
gen van het wegennet".
Indien railvervoer wordt geprefe
reerd boven particulier autover
keer, dient de vraag onder ogen te
worden gezien in hoeverre spoorlij
nen wat betreft landschapsdoor
snijding, ruimtebeslag en dergelij
ke, minder ongunstig uit de bus
komen dan wegen. In dit verband
is een vergelijking van belang, die
de minister van Verkeer en Water
staat dit jaar op verzoek van de
Eerste Kamer heeft opgesteld met
betrekking tot de vervoersprestatie
op een vijftiental spoorlijnen en op
parallel daaraan lopende verkeers
wegen. Over de vijftien wegvlak
ken, Waarbij zowel snelwegen als
enkelbaanswegen blijken per werk
dag 2 tot 3 maal zoveel personen
per auto te worden vervoerd, als
over de naast gelegen spoorlijnen
per trein.
Daar komt nog bij, dat van de
goederenstromen in Nederland, die
over de weg veruit de grootste is.
Beroeps- en eigen vervoer over de
weg samen namen in '76 van de 413
miljoen ton bijna 328 miljoen ton
voor hun rekening. Dat is 79,3 pro
cent. Het marktaandeel van de be-
roepsgoederenvervoerders over de
weg is in het totale binnenlandse
beroepsgoederenvervoer eveneens
gestegen van 80,9 tot 81,6 procent,
zijnde 201,8 miljoen ton.
Dus toch maar meer wegen bou
wen om èn het grote wegvervoer
èn het openbaar vervoer, waar het
de bussen betreft, èn de particulie
re autobezitter te steunen? Of is er
nog een andere, een tussenoplos
sing mogelijk?
Drs. A. Kloezen uit Eindhoven
vindt van wel. Hij staat aan het
hoofd van de organisatie „Spectra"
(Specialisten in Transport) waar
de partners zijn Daf Holding,
de Nederlandse Spoorwegen en
Ogem in Rotterdam. Hij vindt dat
er een te grote tegenstelling is tus
sen auto en openbaar vervoer en
pleit voor een tussenoplossing in de
vorm van een „busje" (het ziet er
anders uit) voor 8 zittende passa
giers of zes zittende en 6 staande.
Zo'n vervoermiddel zou de reizi
gers met een enkele keer overstap
pen tot bijna in huis brengen door
een aanzienlijk groter aantal hal
tes.
Waarmee dan toch een soort van
pooling bereikt is. Maar Kloezen's
systeem moet nog bestudeerd wor
den. En het kan vele jaren duren
voor zo'n project van de grond
komt. Tot zo lang doen we het wel 1
met de eigen auto. Of het moet zo
druk op de wegen worden dat auto
pooling echt een noodzakelijk
kwaad wordt.
GERARD CRONE