Kindermishandeling Welzijn grote witmaker in onze samenleving een noodkreet, een schreeuw om hulp naar twee kanten DEN HAAG Dat doet een mens toch niet. Sigarettepeuken ui drukken op een zacht baby huidje. Een kind met zijn bille tjes op een hete verwanningsra- diator zetten. Een zuigeling in het bad leggen, de heetwater- kraan opendraaien en weglopen om koffie te gaan drinken in afwachting van het resultaat. Dat doet een mens toch niet. Ach nee, dat doet een mens niet. Toch halen dit soort voorvallen regelmatig de voorpagina's. Ze vormen de zwarte top van de grillige ijsberg, die kindermishan deling heet „Gelukkig" zijn deze sadistische vormen van kinder mishandeling slechts uitzonderin gen. Maar desondanks werden vorig jaar alleen al in Nederland ongeveer duizend gevallen van mishandeling gemeld bij de spe ciaal aangestelde vertrouwensart sen. Een onbekend, doch onge twijfeld zeer hoog, aantal blijft verborgen tussen de vier muren van de woning. En naar het aan tal geestelijke mishandelingen, zoals treiteren, achteruitzetten, schelden, pleziertjes onthouden, bespotten, verbieden met andere kinderen te spelen, strenge disci pline of het stellen van onmogelij ke eisen, durft geen enkele offi ciële instantie een slag te slaan. Er bestaan echter schattingen, die zijn gebaseerd op krantepublica ties. Deze schattingen zeggen dat er in ons land jaarlijks 120 kinde ren sterven aan de gevolgen van mishandeling; dat 150 kinderen er blijvend hersenletsel aan over houden en dat 1200 peuters zeer ernstig worden mishandeld. On danks deze cijfers is de publieke mening, dat kindermishandeling in ons welvaartsland niet of nau welijks voorkomt. „Nou ja, je geeft hem eens een tik als hij brutaal of vervelend is. Maar zo hard, dat het kind er ongelukkig van wordt? Nee, dat doet een mens niet". En als er dan weer eens een geval van ernstige kin dermishandeling in de krant komt, dan heerst alom verbijste ring en walging: „Hoe durft hij. Zo'n weerloos wezentje. Die vent moesten ze twintig jaar geven". Instanties die zich met kindermis handeling bezighouden, zoals de Vereniging tegen Kindermishan deling in Den Haag, hebben uit ervaring echter allang geleerd, dat het juridisch in de kraag grij pen van mishandelende ouders geen enkele zin heeft. Even wei nig nut heeft het om deze ouders alleen maar in de gaten te hou den. „De problemen, die ten grondslag liggen aan de emotio nele uitbarstingen die tot mishan deling leiden, moeten worden op gelost", aldus een woordvoerster van de vereniging. „Daarvoor is een heel andere benadering nodig dan de juridische. Want bij kin dermishandeling is er sprake van een kortsluiting tussen ouders en kind". De meeste mensen kunnen het zich niet voorstellen, dat iemand een zo afhankelijk wezentje als een kind ook maar een haar krenkt. Wij idealiseren die ver houding maar wat graag: moeder en kind, overlopend van liefde voor elkaar. „Maar onderzoekin gen hebben uitgewezen, dat twin tig procent van de ouders dit niet zo vanzelfsprekend vinden. .Zij kunnen die liefde niet zomaar zonder meer voelen. Eigenlijk vinden ze kinderen niet zo leuk, zouden ze liever geen kinderen hebben, zijn ze bang voor de ver antwoordelijkheid. En omdat de meeste mensen hiervoor geen be grip hebben, durven ze er met voor uit te komen", zo meent de Vereniging tegen Kindermishan deling. „Men moet dan ook op passen met het cliché: „Oh wat een mooie baby" of „Wat zult u daaraan veel plezier beleven". Dergelijke goedbedoelde opmer kingen maken het voor deze ou ders vaak nog moeilijker". Slechts een klein percentage van mishandelende ouders is geeste lijk gestoord. Veruit de meesten hebben zelf een ellendige jeugd gehad en hebben daaraan zeer /slechte herinneringen. Het heeft hun ontbroken aan liefde, aan dacht en tederheid, aan de veilig heid om op te groeien tot een mens dat het leven aankan. Krij gen deze mensen dan zelf kinde ren, dan hopen zij, dat dit eigen vlees en bloed hun dit tekort zal vergoeden. Zij verlangen, ja eisen zelfs, dat dit kind hun die liefde zal geven. En als een zuigeling apatisch in zijn wiegje ligt of dikwijls huilt, dan beantwoordt het bepaald niet aan de veel te hoog gespannen verwachtingen. Dat kan bij deze mensen, met hun neurotisch minderwaardig heidsgevoel, een volledig gebrek aan zelfvertrouwen en een gevoel van te hebben gefaald, leiden tot agressie. Maar vaak gaat dit ge paard met andere factoren, zoals slechte woonomstandigheden, hu welijksmoeilijkheden, een geïso leerde positie, werkloosheid of ziekte. Ook oververmoeidheid door gebrek aan slaap als het kind steeds maar huilt, kan ver hoogde agressie tot gevolg heb ben. Een buitenechtelijk kind krijgt dikwijls de schuld van het mislo De ideale situatie; een liefhebbende moeder, een gelukkig kind. Maar helaas is het niet altijd zo. pen van een verhouding. De moe der voelt zich met handen en voeten aan het kind gebonden en komt niet zo makkelijk aan een partner. Kinderen die extra risico lopen zijn die peuters, die veel huilen of die niet goed gedijen. Het zijn de couveusekinderen, met wie de moeder in de eerste weken geen hechte band heeft kunnen aanknopen. Kinderen die lang van huis geweest zijn, gehan dicapte kinderen, pleeg- en stief kinderen. Mishandeling van kin deren komt voor in alle milieus en meestal zijn de mishandelende ouders naar buiten toe heel gewo ne mensen. Maar het zijn ook mensen, die om ieder wissewasje de huisarts bellen, steeds van zie kenhuis veranderen of van huis arts, dikwijls verhuizen, de kinde ren vaak thuishouden van school of kinderdagverblijf. Waarom doen deze mensen dat? „Omdat kindermishandeling moet worden gezien als een nood kreet, een schreeuw om hulp", zeggen de deskundigen. Op een noodkreet mag niet worden geantwoord met de justitie. Dit zou alles alleen nog maar erger maken. Het kind is weliswaar het slachtoffer van de mishandeling en zal zo spoedig mogelijk hulp moeten krijgen. Maar de ouders hebben even hard een helpende hand nodig, hulp in situaties die zij dikwijls niet aankunnen. Meestal wordt het kind in het ziekenhuis opgenomen en er zo lang mogelijk gehouden om de hulpverleners de tijd te geven hun werk te. doen. Pas in het uiterste geval zal men overgaan tot het uit huis plaatsen van een kind. „Maar kindermishandeling kan eerder worden gesignaleerd dan op het moment dat het te laat is. De meeste familieleden en bu ren echter zijn bang om zich met andermans zaken te bemoeien. Het onderwijzend personeel zou ook veel vaker mishandeling kun nen herkennen en melden. Maar de meeste ondenvijzers en onder wijzeressen schieten hierin hope loos te kort. Door terzijde te blij ven staan wordt niemand gehol pen. Het zou prettig zijn, wanneer iedereen die met een geval van kindermishandeling wordt gecon fronteerd, dit zou melden bij een van de vertrouwensartsen. Ook als men slechts een vermoeden heeft van mishandeling", zegt de Vereniging tegen Kindermishan deling. Een mishandeld kind toont veelal het volgende gedrag: het is schuw, nerveus en angstig; het is overaanhankelijk of juist afwe rend, apatisch of juist agressief en uitdagend tegen bijvoorbeeld leeftijdgenootjes. En wanneer het moet worden behandeld aan ver wondingen „die hij heeft opgelo pen toen hij van de trap viel", zoekt het eerder steun bij de arts of verpleegster. Heeft u ook maar enig vermoe den van kindermishandeling in uw omgeving, meldt dit dan bij de vertrouwensarts. Voor de pro vincies Zuid-Holland en Zeeland is dat dr. J. I. v.d. Leeuw. postbus 2525 in Rotterdam, tel. 010- 1 12.81.10. Zo men dit wil kan de melding anoniem worden gedaan. En uiteraard kunnen ook de be treffende ouders hier terecht, of (ter informatie) bij de Vereniging tegen Kindermishandeling, Ko ningsplein 27 in Den Haag. LONNEKE VAN KOOT HENGELO „Welzijn is de grote wit maker in onze samenleving", schreef Paul Kuypers in het blad Maatschappe lijk Welzijn. „Wat niet in ons economi sche kader valt op te lossen moet door de welzijnssector worden geklaard. Het sociaal-cultureel werk, maatschappe lijk werk en de gezondheidszorg heb ben de handen vol aan de sluitpost op de rekening die de maatschappij zich zelf presenteert". Een graadmeter voor deze ontwikkeling is het feit, dat steeds meer "burgers een beroep moeten doen op de Algemene Bijstandswet (ABW). (In de begroting 1977 is ruim 4 miljard gulden voor bijstandsuitkeringen uitgetrokken). De bijstandsuitkeringen aan onder meer alleenstaande vrouwen, onvolledige ge zinnen, bejaarden, zelfstandigen en langdurig werklozen nemen sterk toe. De gemeentelijke sociale diensten, waaraan de uitvoering van de ABW is opgedragen, kunnen het nauwelijks bij benen. De hulpverleners, de bijstand maatschappelijk werkers, voelen zich langzamerhand anonieme ambtenaren werkzaam bij filialen van de grote CRM-uitkeringsfabriek. Dat roept frus traties op. Bij hulpverleners (veldwer kers) en cliënten. Beide groepen besef fen dat geld alleen geen welzijn bevor dert, om materiële en vooral immaterië le noden werkelijk te kunnen verhelpen is een goede relatie tussen hulpverlener en hulpontvanger noodzakelijk. Maar dat contact is er niet of zelden. Daar voor ontbreekt tijd en mankracht bij de sociale diensten. En er komen steeds meer cliënten... Vandaar dat tal van instanties zich in deze welzijnsproblematiek hebben ver diept. CRM en de Vereniging van Ne-* derlandse Gemeenten (VNG) hebben vo rig jaar het Instituut voor Sociaal We tenschappelijk Onderzoek van de Ka tholieke Hogeschool in Tilburg op dracht gegeven een onderzoek in te stellen naar het functioneren van gemee telijke sociale diensten en secretarie-af delingen sociale zaken in ons land. Er werden een stuurgroep en een project groep (zonder vertegenwoordigers uit het „veld" en cliëntenkring) geïnstal leerd. De eerste resultaten worden eind dit jaar verwacht. Tussentijds zijn er wel extra gelden beschikbaar gekomen uit het gemeente fonds (100 miljoen gulden voor 1976 en 1977) om de penibele personeelssituatie bij sociale diensten enigszins te verlich ten. Maar onlangs sprak het Centraal Bureau van de Vereniging van Direc Klaas van Till, voorzitter van het Landelijk Kontakt Veldwerkers (I.) en Drees Kroes, een van de mede-oprichters. teuren van Sociale Diensten (Divosa) in Den Haag het vermoeden uit, dat niet alle gemeenten deze extra-uitkeringen van het rijk voor het beoogde doel gebruiken, maar voor de aanleg van prestige-objecten als zwembaden, brug gen, en sportvelden. Hierover zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld. Duidelijk is, dat de gemeentelijke socia le dienst ter discussie staat. Npg vier mensen hebben zich er intensief mee bezig gehouden: Emiel Kars, Arjen Mie- dema, Jan Sanders en Drees Kroes uit Hengelo. Deze vier bijstand-maatschap pelijk werkers hebben in mei vorig jaar het Landelijk Kontakt Veldwerkers (LKV) opgericht met als doel de positie van veldwerkers en cliënten te verbete ren. Het LKV is ontstaan uit de onmachtspo- sitie van de werkers bij sociale dienst en. „Je zag dingen om je heen gebeuren, die ons aangingen. Daar hadden we niets over te vertellen. We werden er niet over gehoord. Als veldwerkers had den we geen eigen stem. Om daarin verandering te brengen hebben we het LKV opgericht", aldus Klaas van Till, voorzitter van het landelijk kontakt. Het LKV wil tal van zaken aanpakken, zoals het personeelstekort, de onder waardering van het beroep, bijstand maatschappelijk werker, de onduidelij ke visie op de hulpverlening, 'de kwets bare situatie van de cliënt, de gebrekki ge organisatie van sociale diensten, het tekort aan deskundigheid en onvoldoen de mogelijkheden om de wel aanwezige deskundigheid tóe te passen en de be perking die aan de individuele hulpver lening wordt opgelegd door de steeds verder ingrijpende landelijke norme ring van de uitkeringen door CRM. Kritiek heeft het LKV ook op het advies rapport van het college Algemene Bij standswet Dit werkstuk werd op 21 juni jl. aan staatssecretaris Meijer van CRM aangeboden. Daarin wordt onder meer gesteld, dat een versterking van de rechtswaarborgen van de individuele bijstandsaanvrager gewenst is. Cliënten zouden meer bij de bijstandsaanvragen betrokken moeten worden. Een zinnige suggestie. Het LKV meent echter, dat dit adviescollege de kennis en vaardig heid van de individuele cliënt overschat. Die kan, stelt het LKV, niet met bureau- Dit is het eerste verhaal in een serie, die onze krant publiceert over het welzijnswerk in Ne derland. Wij zijn van plan aan dacht te besteden aan verschil lende facetten rondom de so ciale dienstverlening en daar bij zullen aan de orde komen: het Landelijk Overleg Sociale Dienstverlening (LOS), de ver eniging van directeuren van so ciale diensten (Divosa), de bij standsbonden, de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het vrijwilligerswerk en de aanpak van de werkloos heid in cultureel verband. cratieën omgaan en staat bovendien in een ongelijke positie tegenover de wer ker. De veldwerkers verwachten meer van de participatie van cliënten als collectief, als groep. Daarvoor zou een cliëntenraad moeten worden ingesteld. Ook wordt gepleit voor plaatselijke cliëntenbonden. 'Motivatie LKV: „De macht van de sociale diensten die nood zakelijkerwijs voortvloeit uit de afhan kelijke positie van de cliënten, dient gecontroleerd en gecorrigeerd te wor den door de belanghebbenden. Hulpver lenende instellingen ontlenen hun legiti miteit immers aan deze mensen". Verder acht het LKV de aanstelling van een onafhankelijke ombudsman/vrouw wenselijk. Deze zou in elk geval de bevoegdheid moeten krijgen klachten over de behandeling van werkers van sociale diensten uit te zoeken. De om budsman/vrouw zou zo nodig bij het college van b en w of gemeenteraad op maatregelen moeten aandringen. Dit al les past in het LKV-streven naar ver maatschappelijking, eigenlijk democra tisering, van sociale diensten. Moeite heeft het Landelijk Kontakt Veldwer kers ook met de aanstelling van sociale rechercheurs, die fraude en misbruik door bijstandscliënten moeten opspo ren. Op zich heeft Van Till niets tegen controle. Waken over onze veiligheid Steeds meer mensen moeten gebruik gaan maken van de gemeentelij ke sociale diensten. door de politie is in zijn visie even noodzakelijk als waken over het sociale verzekeringsstelsel, of over zeggenschap in bedrijven, de besteding van extra-gel den voor sociale diensten of de bestem ming van gelden ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat is geen punt. „Maar", zegt hij, „Je moet er niet een groep uitlichten. Als je spreekt over misbruik van sociale uitkeringen denk je meteen aan bijstandstrekkers, niet aan werkgevers. Maar werkgevers laten mensen ook illegaal werken. Het insti tuut sociale recherche riekt naar een politionele zaak. Moet zo'n instituut nu verbonden worden aan een sociale dienst? Of moet het onder justitie val len?" De vrees bestaat, dat een sociaal recher cheur als „ongewenste" derde een vaak subtiele relatie tussen cliënt en hulpver lener kan verstoren. Wanneer de recher cheur een cliënt achter de broek zit kan de cliënt het vertrouwen in de werker verliezen. De controletaak kan volgens de LKV-filosofie beter door de werker zelf uitgeoefend worden. Van Till: „Wij bouwen bij onze hulpverlening een stuk vertrouwen in. We vertellen de cliënt, die een uitkering krijgt ook dat deze aan bepaalde voorwaarden moet vol doen. We vragen of de cliënt zich be schikbaar stelt voor de arbeidsmarkt. Of deze solliciteert, enz. Controle is een onderdeel van onze hulpverlening. Dat heeft meer effect". Bovendien stelt het adviescollege Alge mene Bijstandswet, dat het aantal frau de- en misbruikgevallen beperkt is: Slechts één tot twee procent van het aantal bijstandsontvangers. Het college staat ook sceptisch tegenover de aan stelling van sociale rechercheurs. De vraag is of het optreden van het Lande lijk Kontakt Veldwerkers succes heeft. Zijn er in het afgelopen jaar waarneem bare vorderingen gemaakt? Van Till: „Ik zie geen direct oorzakelijk verband tussen wat wij doen en de discussie die op gang is gekomen over de sociale diensten. Wel is het zo, dat een groot deel van onze knelpunten in gesprekken zijn betrokken. Daar zorgen we zelf ook voor. We zijn attent. We reageren direct. Al onze punten vragen op langere ter mijn beleidsbeslissingen. We richten ons dan ook op mensen die het beleid uit maken. En de actieve LKV'efs brengen op onze vergaderingen een hoop mate riaal binnen. Dat kan iedereen in de eigen werksituatie gebruiken. Bij veel gemeenten was indertijd door veldwer kers de hoop op verbetering al, opgege ven. Door het LKV zijn er nieuwe im pulsen gekomen". HENNY EVERTS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 14