Waarom korfbal geen Europa Cup?
Theo van Zee overtuigd van
prolongatie Europese titel
Cort van Dijk, voorzitter korfbalbond:
Zakelijker
denken clubs
broodnodig
Alleen maar
sport werkt
vervlakkend
Ons Eibernest start
tegen Boeckenberg
DEN HAAG Ons Eibernest, pioen Boeckenberg en het West
dat vandaag en morgen in Lon- duitse Adler Rauxel. Neder-
den de Europese korfbaltitel lands kampioen LUTO speelt in
verdedigt, is ingedeeld in poule groep A tegen de Belgische be-
B. Daarin zal de ploeg uitko- kerhouder Kwik en het Engelse
men tegen de Belgische kam- Vultrix.
AMSTERDAM Cort van Dijk maakt de
indruk een bedachtzaam man te zijn. Ge
zeten in een comfortabele fauteuil wijst
de voorzitter van het Koninklijk Neder
lands Korfbal Verbond met de regelmaat
van de klok op het relatieve van alle
aardse bezigheden en vooral als dit (top)s-
port betreft. Wolkjes sigarenrook de lucht
inblazend benadrukt hij eveneens ver
schillende keren dat hij de zaken slechts
„vanuit zijn eigen optiek" kan bekijken.
Af en toe achteroverleunend teneinde de
wereld vanuit een enkele graden gewijzig
de ooghoek te aanschouwen, komt hij tot
de conclusie dat het toch een goede zaak
is dat er gespeeld kan worden om een
Europa Cup korfbal.
„Laten wij vooral niet de pretenties heb-
ben ons te kunnen of willen meten met
het Europa Cup gebeuren in de voetbalwe
reld. Onze internationale contacten zijn
beperkt. Ik vind echter we) dat wij moeten
streven naar instandhouding van die con
tacten. Met intensivering zal in zekere mate
ook nivellering volgen. Nu is het inderdaad
nog zo dat Nederland, en in iets mindere
mate België, de boventoon voert. Maar
mag dat als bezwaar of belemmering gel
den een Europa Cup-toernooi te houden?
Ik geloof het niet. Kijk eens naar honkbal,
volleybal of schaatsen. Allemaal sporten
waarin door een zeer beperkt aantal lan
den de dienst wordt uitgemaakt. Als je dat
in je achterhoofd houdt, geloof ik niet dat
er iets tegen een dergelijk toernooi aan te
voeren is. Het zou waanzin zijn om je er
voor te generen. Je moet de status van een
dergelijk evenement niet verheerlijken, er
mankeert nog veel aan de formule, maar
je moet evenzeer uitkijken niet aan zelfver
nietiging te doen. Het blijkt dat de korfbal
sport leeft. Het voor het eerst deelnemen
van een Duitse ploeg is daar een onweer
legbaar bewijs van. Langzaam maar zeker
gaan wij de goede kant op".
„Ik weet zeker wat het niet is: een erebaantje."
Verbazing
„Nee, ik geloof beslist niet dat de kosten
factor belemmerend werkt. Ik heb met
verbazing kennis genomen van verhalen
als zouden Nederlandse verenigingen met
vrijwel onoverkomelijke financiële pro
blemen kampen".
„Andere sporten kennen dezelfde proble
men. Maar stel nu dat de reis voor een
groep van twintig personen op zesduizend
gulden komt Daarvan nemen NSF en
CRM via subsidies vijfendertighonderd
gulden voor hun rekening. Dat houdt in
dat de resterende twee en een halve mille
door twintig man moet worden betaald.
Dat is dacht ik niet bezwaarlijk. Mocht
blijken dat een club het echt niet kan
betalen, dan geloof ik dat men niet tever
geefs bij de Bond aanklopt. Wij zouden
f dan best bereid zijn in de kosten bij te
l springen, juist omdat wij het nut van
internationale contacten inzien. Van de
kant van de verenigingen wordt regelmatig
gezegd dat het Verbond nog niet volwassen
is. Ik geloof daartegenover te kunnen stel-
len dat nog slechts een enkele vereniging
echt professioneel, in de goede zin van het
woord, denkt. Met professioneel bedoel ik
absoluut niet dat wij de kant op zouden
moeten gaan van beroeps- of semiberoeps-
sport. .Laten wij alsjeblieft hopen dat wij
nooit in een dergelijke stroomversnelling
'terecht komen. Wat ik wil zeggen is dit.
laat het dilettantisme los en ga meer zake
lijk denken. Een bond wij werken met
een begroting van 1,4 miljoen en in
mindere mate ook een vereniging, is een
bedrijf geworden. Echte amateurverenigin
gen bestaan niet meer. De tijd dat er geen
geld werd uitgegeven, is voorgoed voorbij.
In mijn tijd was het bittere armoede, nu
durf ik te stellen dat er vrijwel geen
armlastige korfbalverenigingen meer be
staan. Het opvangen van de jeugd, het
samen sport beoefenen, het werken aan de
sociale kant van de sport, dat noem ik
professioneel".
VERGOEDING
„Ik vraag mij trouwens ernstig af of er
verenigingen in Nederland zijn, die zich
bereid verklaren de geheel andere kant op
te gaan. Neem het voorbeeld van iemand
die dan vier keer in de week zou moeten
trainen. Moet daar dan een vergoeding
tegenover staan"?
„Laten we dan spreken over een bedrag
van vijfentwintig dertig gulden per week.
Ik geloof dat je iemand alleen maar het
plezier ontneemt in iets dat hij vroeger
graag deed. Misschien bestaan er inder-
Cort van Dijk: „Het opvangen van de jeugd, het samen sport beoefenen,
het werken aan de sociale kant van de sport, dat noem ik professioneel".
daad fanatiekelingen die het opbrengen. Ik
had het nooit gekund en zeg nu dat ik het
ook niet zou willen. Ik durf nog wel verder
te gaan. Ik geloof dat het clubbestuur, dat
met een dergelijk voorstel bij zijn spelers
en/of speelsters komt, eigenlijk een onoir-
bare daad pleegt. De bedragen zijn dan
dusdanig gering dat je de mensen af
scheept met een fooi. Het is ccn lokkertje.
In de kern bedrijf je dan niets anders dan
prostitutie Langzaam maar zeker is te
merken dat ook onder de semiberoepsvoet-
ballers verstandige mensen rondlopen Men
moet zich niet laten kopen voor een hand
vol zilverlingen. Als je je teveel op de sport
werpt, let wel dat zeg ik nu vanuit mijn
gezichtspunt werkt dat vervlakkend.
Jonge mensen moeten ook de gelegenheid
krijgen, en nemen, met andere cultuurvor
men in aanraking te komen: Juist door die
andere mogelijkheden tot ontspanning
maakt de verenigingssport een moeilijke
tijd door. Vroeger was er niets, nu kan
men alle kanten op. Het gezin is weer
belangrijk aan het worden. Men wil meer
dingen met zijn allen doen. En daar kom
je weer op een raakvlak met in het bijzon
der het korfbal. Jo van Marle, de voorzitter
van de sectie amateurs van de KNVB,
heeft eens tegen mij gezegd jaloers te zijn
op de vele kinderwagens die op de korfbal-
velden staan. Dat vind je nergens anders.
Het is een van de krachten van onze sport.
Internationaal dwingen wij andere landen
niets op, het blijkt wel een enorme aan
trekkingskracht te hebben. In het verleden
is al meermalen gebleken dat dit de enig
juiste invalshoek is.
VOORWAARDEN
Niemand een mening opleggen, een luiste
rend oor open houden en bereid tot het
aanhoren van kritiek zijn volgens Cort
van Dijk zomaar enkele voorwaarden
waar een bondsbestuurder aan moet vol
doen, maar waar het in veel gevallen toch
nog aan ontbreekt.
„Ik ben helemaal voortgekomen uit het
verenigingsleven. Ik kwam op mijn twaalf
de. dat was in 1932, bij Blauw Wit, zat op
mijn zeventiende in het bestuur en was van
1945 tot 1968 voorzitter van de vereniging.
Wat mij. achteromkijkend, is opgevallen is
dat je als verenigingsbestuurder als alles
goed gaat eigenlijk een beetje in slaap
sukkelt. Als de zaken eenmaal draaien,
komt er over het algemeen weinig weer
woord, een meningsverschilletje is met een
paar persoonlijke woorden opgelost. Toen
ik in 1965 bij het hoofdbestuur kwam, was
een van de eerste dingen die mij opvielen
het enorme communicatiegat. Het heeft
mij enorm gefrustreerd. Ik heb mij er dan
ook altijd voor ingezet dat te verbeteren.
En dan kom ik op wat ik zeggen wil. De
doorsnee bondsbestuurder is te weinig toe
gankelijk. Ik ken die verhalen ook wel. De
vergrijsde regent die vanaf zijn troon toe
kijkt en zich niet meer in de realiteit kan
verplaatsen. De rechtse bestuurder en de
rode journalist. Je moet je in de eerste
plaats als mens openstellen. Kritiek van de
achterban vind ik goed. Net zoals je op
den duur ook ongefundeerde kritiek naast
je neer leert leggen. Het is nu eenmaal ook
een vaststaand feit dat je het nooit goed
doet. Of je verprutst het bij de progressie
ve stroming, of je ligt overhoop met de
vastgeroeste knarren. En dat laatste heeft
niets met ouderdom te maken. Het is ver
ontrustend te merken hoeveel jonge men
sen zeer behoudend denken. Conservatis
me is in mijn ogen beslist geen kwestie
van leeftijd".
AANTREKKELIJK
„In ieder geval is „mijn tweede baan" een
fantastische hobby. Wat er aantrekkelijk
aan is? Vraag dat niet aan een man die
het zijn hele leven gedaan heeft. Ik weet
zeker wat het niet is: een erebaantje".
„De paar keer dat je op het podium staat,
wegen niet op tegen de ontelbare uren van
inspanning. Ik vind het heerlijk om te
doen. Gedurende mijn hele leven heb ik
getracht een evenwicht te vinden tussen
mijn werk en hobby. Ik werk k als belas
tingconsulent veel met cijfers, met dos
siers. Het is niet, zoals veel mensen den
ken, dor en droog werk, af en toe is het
wel benauwend. Als je alleen met je be
roep bezig bent is dat een deformatie. Ik
geloof dat ik op deze manier de juiste
balans heb gevonden. Wel heb ik mezelf
voorgenomen op mijn zestigste als ik
het nog vier jaar leuk blijf vinden er
definitief een punt achter te zetten. Ver
grijzing is fout. Dan moet maar een jonge
vent van een jaar of veertig de voorzitters
hamer overnemen".
PAUL HOVIUS
Het is voor Ons Eibernest al bijna
traditie geworden dat de Europese beker
wordt veroverd. Theo van Zee (foto)
twijfelt er niet aan dat de Eibers in
Londen weer Europees kampioen zullen
worden.
(Van onze sportredactie)
DEN HAAG Theo van Zee,
de trainer/coach van hoofd
vereniging Ons Eibernest, is
sterk in het relativeren. On
danks die beschouwende in
stelling komt hij toch soms
tot haast provocerende uit
spraken. Zo zegt hij er bij
voorbeeld zeker van te zijn
dat de Haagse ploeg, evenals
in de drie voorgaande jaren,
winnaar zal worden van de
Europa Cup. Een mening die
hij stoelt op een aantal feiten.
„Ten eerste hebben wij een
erg goed team, dat alle capa
citeiten in zich heeft om eer
ste te worden. Bovendien is in
het verleden al dikwijls geble
ken dat de ploeg op het beslis
sende ogenblik exact de juiste
mentale instelling kan op
brengen". Tegenwerpingen
dat Ons Eibernest de laatste
tijd toch
wel degelijk aan kracht lijkt te
hebben ingeboet, worden door
Theo van Zee met een simpel
schouderophalen van de hand
gewezen. „Ik geloof dat al die
critici van het verkeerde uit
gangspunt uitgaan. Het is niet
zo dat wij veel zwakker zijn
geworden; andere ploegen zijn
juist in kracht toegenomen.
Het potentieel waarmee wij nu
werken, is in principe nog pre
cies hetzelfde als enkele jaren
geleden. Met de goede ploeg
van enige tijd geleden konden
wij ons zonder al te veel moei
te aan de top handhaven. Het
is echter veel moeilijker om
aan de top te blijven dan om
de top te bereiken. Als je een
paar keer kampioen bent ge
weest kun je alleen nog maar
teleurstellen. Andere ploegen
kunnen nog naar een dergelijk
hoogtepunt toewerken".
„Voor mezelf zie ik een ont
wikkeling dat de „buitensteed-
se" ploegen steeds sterker zul
len worden. Waarom? Daar
heeft men de accommodatie
om enkele keren per week op
normale uren over een sport
hal te beschikken. Een meer
intensieve training zal zonder
meer rendement opleveren.
Ons Eibernest zou zich weer
zonder moeite boven de ande
re ploegen uit kunnen werken.
Maar dan moet de ruimte ge
schapen worden om meer te
trainen. Een ploeg die drie,
misschien vier, keer per week
traint, wordt kampioen. Als je
maar vaak genoeg oefent, is
het echt niet zo moeilijk om
die bal door dat mandje te
krijgen".
„Maar neem nu de resultaten
van dit seizoen. Je speelt ge
lijk en verliest met respectie
velijk elf en negen doelpunten
voor. Normaal gesproken
moet dat voldoende zijn om te
winnen
„De conclusie: we zullen iets
moeten doen om minder doel
punten tegen te krijgen. Daar
zal in middenvak en verdedi
ging hard aan gewerkt moeten
worden. Ik geloof dat de ploeg
zich dat ook bewust aan het
worden is. Men weet, althans
sommigen, dat er niet hard
;s&iSIJS5&
Vorig jaar werd Ons Eibernest (ook) Europees kampioen. De finale ging (ook
toen) tegen Luto (gestreept shirt).
genoeg aan getrokken is. Dat
vertel ik ze niet, ze moeten er
zelf mee komen. Maar voor
zo'n Europa Cup hoef ik ze
niets te vertellen. Dan is iede
reen al optimaal geconditio
neerd"
„Normaal gesproken zal de fi
nale wel gaan tussen LUTO
en Ons Eibernest. Onze eerste
wedstrijd is de gevaarlijkste.
Je weet maar nooit waar toe
Boeckenberg in staat is".
„Als die hindernis is genomen,
geloof ik dat wij voor de rest
wel safe zitten. Tot nu toe
hebben wij het tegen LUTO in
een Europa Cuptoernooi nog
nooit laten afweten. Wij heb
ben een grote kans, zij hebben
ook een kans. Belangrijk zal
ook de leiding zijn. Neem nu
het eerste duel. Dat wordt ge
leid door een Engelsman. On
begrijpelijk. De man zal onget
wijfeld zijn uiterste best doen,
maar ik waag het oprecht te
betwijfelen of hij voldoende
capaciteiten heeft om een wed
strijd op dit niveau te leiden".
„En ach, neem nu het geval
dat we het niet halen. Wat dan
nog? Hoe belangrijk is het in
feite om Europees kampioen
te zijn?. Het is leuk, maar dan
houdt het eigenlijk ook op. Als
je ziet hoe de jeugd in bewe
ging is, wat er gedaan wordt
op het gebied van trainersbe
geleiding dan besef je dat er
nog heel wat gedaan kan wor
den. De korfbalkennis is bij
Ons Eibernest in ruime mate
aanwezig. Hoe die over te dra
gen is je voornaamste zorg. En
als je eerste dan een titel heeft
of kampioen wordt, leuk en
aardig, maar verlies de rest
niet uit het oog. Korfbal heeft
nog zoveel in zich. En ik geloof
in de toekomst van een fami-
liesport."
„Als je vaak genoeg oefent maar
daar moet ruimte voor geschapen wor
den is het echt niet zo moeilijk die
bal door dat mandje te krijgen"