Rroeiers de lange zomer nog proberen ^verlengen. Maar onder de kamer- ftnten die de zomer buiten hebben ^orgebracht. krijgt een aantal zwak- ire broeders nu te lijden onder de ite van de nacht. Wat er dan mee te len? Niet iedereen heeft een kasje in tuin dat geschikt is voor een over- intering, of een fijne ruime planten- ;rre. En het op eqn overwintering uiten laten aankomen, met alle risi- o's van dien, is wel een gemakkelijke Iplossing, maar ook weer niet de loedkoopste. Tankslag (van Milton Bradley) vertoont over eenkomsten met het in brede kring bekende stratego. Het wordt ge speeld door twee perso nen die proberen eikaars legers te slim af te zijn 34,90 Jan van Herpen, bekend van AVRO's hersengym nastiek, bedacht de vra gen voor dit door Milton Bradley uitgebrachte quiz-spel. De moeilijk heidsgraad varieert. 22,50. Een volgens sommige bronnen meer dan 30 eeuwen oud denkspel voor twee personen dat erop is gericht de fiches van de tegenstander in bezit te krijgen. Een topper van Jumbo. Met tien dobbelstenen, waarop de cijfers vervan gen zijn door letters, moeten woorden worden gevormd die aan bepaal de eisen voldoen, 8.95. De top-64 van de Nederlandse bloe misterij, d.w.z. de best verkochte ka merplanten en enkele specifieke ei sen van hun verzorging in de winter: Abutilon: stelt geen bijzondere eisen. Achimenes: na afsterven blad de wor telstokjes bij 10 gr. bewaren. Aglaonema: onthard water, rijkelijk sproeien, uit de zon. Anthurium: niet kouder dan 15 gr., geen natte voeten, maar rijkelijk sproeien met onthard water. Aphelandra: geen zon, vrij warm, op een schoteltje in het water. Araucaria (kamerden): geen zon. lage temperatuur (510 gr.) anders sproeien. Aspidistra: kan tegen verwaarlozing. Begonia: geen bijzondere eisen. Bougainvilles: koel (6-10 gr), licht en heel weinig water. Bromelia: grond vochtig houden, liefst regenwater in koker. Brunfelsia (nachtschade): weinig gie ten tot knopvorming in januari. Cactussen: weinig of geen water Camelia: kluit niet laten uitdrogen. Campanula: koel (ca. 10 gr.), aan de droge kant. Chlorophytum: stelt weinig eisen. Chrysanthemum: koel (4-10 gr) en droog overwinteren. Cissus: kluit niet laten uitdrogen Clivia: tamelijk donker en koel (bene den 15 gr) bewaren. Codiaeum (croton): lichte, warme plaats. Goed sproeien. Coleus (siernetel): niet te vochtig, licht. Columnea: koel (10-15 gr) en tamelijk droog. Cordyline: vochtige warmte. Cyclamen: koel, wekelijks lauw bad. Cyperus (parapluutje): liefst met wor tels in het water. Dieffenbachia: stelt weinig eisen. Dizygotheca (fijnbl. vingerplant). goede luchtvochtigheid, niet kouder dan 15 9' Dracaena: weinig water. Erica: liefst koude kas of serre, veel sproeien, kluit vochtig houden. Euphorbia (kerstster): bloei alleen na twee maanden in donkere kast, in bloeitijd vrij veel water Fatshedera: vrij koel en donker Sproeien. Ficus: met leerachtig blad. niet zoveel water. Bonte soorten meer licht. Sproeien Fuchsia: koel en droog. Hibiscus (Chinese roos): weinig water. gematigd warm. Hoya (wasbloem): weinig water, vrij koel. Hydrangea (hortensia): koel. vanaf ja nuari langzaam aan warmer. Dan veel sproeien. Hypocyrta: wat vochtige lucht, matig gieten. Kalanchoë: rust. In bloei in het voor jaar na drie weken van 12 uur licht en 12 uur duisternis. Maranta: geen bijzondere eisen. Monstera (gatenplant): geen bijzondere eisen. Nerium (Oleander): koel en droog (net vorstvrij) om later te kunnen bloeien. Pachystachys: 15 gr. voldoende. Palmen: matig water, veel sproeien. Passiflora: koel en weinig water. Pelargonium (geranium): koel en droog. Peperomia: niet teveel water, wel sproeien. Philodendron: matig en onthard water. Pilea (kanonplantje): matig warm, niet sproeien. Primula: koel. Kluit mag niet uitdro gen. Rhaphidophora: niet al teveel water en niet koeler dan 15 gr. Rhipsalidopsis (paascactus): vanaf ja nuari droog en koel, tot bloemknop pen verschijnen. Rhododendron (azalea): veel sproeien, wekelijks lauw bad. Saintpaulia (Kaaps viooltje): matig warm en weinig water. Saxifraga (moederplantje): weinig gie ten en koel. Senecio (cinararia): koel. Sinningia (gloxinia): knol bewaren bij kamertemperatuur, in februari in verse grond. Daarna koeler. Solanum (oranjeboompje): rust. Soleirolia (baard van Mozes): af en toe sproeien. Sparmannia (kamerlinde): koel en droog. Stephanotis (bruidsbloem): weinig wa ter en koel. Streptocarpus: na de bloei minder wa ter, matige temperatuur (niet beneden 16 gr). Tolmiea (kindje op moeders schoot): stelt weinig eisen. Varens: vochtig houden en sproeien. Niet te koud. Vetplanten (bijv. lantarenplantje, erw tenplantje): volop licht. Minder water. Yuca: ongeveer 6 gr. en droog. jngzaam maar zeker beginnen de da- jn korter te worden, het licht zwak- ir. de nachten killer Aan de ochten- juw op de herfstdraden is dit duide- H k zichtbaar. De bloei van veel plan- li loopt terug hoewel de herfst- let gaat hierbij met name om de niet- jinterharde, maar wel overblijvende janten. die we zomers op balkons of i tuinen laten bijkomen van de droge imosfeer in huis. Tot deze groep be- bren o.a. azalea, fuchsia, geranium, ieander, agave en sinaasappelboompje, spanten die op oude buitenplaatsen lak werden ondergebracht in tuin- jisjes of oranjerieën, en die daarom Dk wel oranjerieplanten worden ge ramd. Ze vragen elk hun eigen spe- fieke aandacht, maar licht, veel frisse globaal is een halve tot een hele me ter tussen lamp en plant aan te beve len. Bladplanten reageren ook gunstig op kunstlicht in de avonduren het licht gaat natuurlijk 's nachts uit, want dat hebben de planten nodig. Doorgaans verdienen buislampen de voorkeur, ze ker als het er om gaat de groei te sti muleren. Gloeilampen geven minder licht, maar meer infrarode straling, waardoor de planten de neiging zou den krijgen zich te lang te rekken. Buizen geven gelijkmatiger verlichting en zijn in het gebruik ook veel goed koper. Ongeveer 40 Watt per vierkante meter is voldoende bij gloeilampen heeft men voor hetzelfde resultaat on geveer 100 Watt nodig. Bij goede verzorging is in het najaar- en winterseizoen veel plezier met plan ten in huis te beleven. Het is de tijd dat de vruchten rijpen, dat allerlei bes heestertjes de kamer kunnen kleuren, zoals de kamervijg, ardisia crispa of ook het dwergoranjeboompje. En het is de tijd dat bloembakken worden klaargemaakt die in het vroege voor jaar, mogelijk al rond de kerstdagen, de nieuwe bollenpracht laten zien. mo gelijk in combinatie met vroege twee jarige bloeiers als violen, vergeetme- nietjes of muurbloemen. Zo zorgend hebben we snel het voorjaar weer in huis. jcht en weinig water stellen ze alle maal als eis. ermee is eigenlijk al het grootste in lantenprobleem in de meeste moder- fe woningen aangegeven. Koele ruim- 0jn zijn in de centraal verwarmde hui- ra moeilijk meer te vinden, en juist n- belte is voor planten die de zomer uiten doorbrengen bijzonder gewenst, fisschien dat ze zelfs betere overle- pgskansen hebben in een jas van bij- porbeeld rietmatten op een beschutte aats buiten, dan bij een verwar- ingsradiator. I elk geval is het belangrijk de bin- pnkomst van deze planten zo geleide- jk mogelijk te laten verlopen, dus in ten zo koel mogelijke ruimte. De win- ragasten zouden het anders zwaar te terduren krijgen bij een plotselinge Vergang naar het warme plantenven- fen belang is ook er rekening mee te Jouden dat de planten een rustperiode ^«•'tegemoet gaan, en dat wil zeggen: jaast een zo koel mogelijke tempera- iiur ook zo min mogelijk gieten. Een litzondering op deze regel is dan jeer de azalea, die juist in de winter yeit en dus behalve zijn geregelde ffproeibeurten ook om een steeds bochtige bodem vraagt. Een andere teinterbloeier is Erica, de bekende Jopheide, die graag buiten zou over- Vinteren als het niet te koud zou wor den. Kan Erica binnenshuis voldoende koel overwinteren, liefst begoten met regenwater, dan kan de bak met dop heide in de zomer weer naar buiten. Moeten dergelijke planten een harde strijd voeren om de winter in huis met zijn temperatuurwisselingen op de ven sterbank in onvoldoende geluchte ka mers te overleven, in iets mindere ma te geldt dit voor de meeste andere ka merplanten. Ze hebben weliswaar niet te maken met een plotselinge over gang, zonder gelegenheid tot acclima tiseren, maar moeilijk hebben ze het al te vaak. Centrale verwarming geeft een droge, vaak te hoge temperatuur. En het lot wil dat planten op de smalle venster banken vaak precies in de warme luchtstroom staan die de aarde in de potten doet uitdrogen. Een hygrometer moet een vochtigheid van 70 aangeven als de planten zich lekker voelen. We kunnen de situatie verbeteren door verbreding van de vensterbanken, waardoor de warme stijgende lucht stroom iets verder van planten en pot ten verwijderd blijft. Als dan bovendien de nieuwe vensterbank even los staat van het raam, kan de warme lucht be ter circuleren en de ergste kou van de ramen wegnemen. Het gebruik van plantenbakken op de vensterbank maakte de toestand nog beter. En in elk geval zal er voortdurend gesproeid goede afvoer noodzaak. Een probleem vormen hier de grote temperatuurswis selingen, zeker in het geval van ka merbewoners die overdag en in de weekeinden van huis zijn. In dat geval is het verstandig zich te beperken tot planten die daar dan ook tegen opge wassen zijn, zoals primula's, cyclamen, klimop, bromelia-soorten, cissus, vet planten e.d. Petroleumwalm is zeer schadelijk, dus ook hier een goede af voer geboden. Het licht is in de komende donkere dagen een hoofdstuk apart. Het wordt minder in duur en intensiteit, maar groene planten kunnen nu eenmaal niet zonder. Geen wonder dus dat de planten minder groei gaan vertonen, geen knoppen en nieuwe bladeren vormen en zelfs voor een deel afster ven. Daarbij komt dat planten vaak staan op plaatsen die toch al verre van ideaal zijn. De plantenbakken op de kantoren zijn er vaak goede of liever slechte voorbeelden van. In portalen, hallen of donkere kamerhoe ken moeten ze de indruk geven dat het werk tussen betonmuren niet al te ver van de natuur afstaat. Maar het trieste gevolg is dat ze weinig kunnen profiteren van natuurlijk licht. En thuis geldt vaak hetzelfde als op kantoor. Kunstlicht is dus het antwoord, want de planten mogen niet in verval raken. Heel frappant dat we de bloei van bij voorbeeld het Kaaps Viooltje of het Vlijtig Liesje al kunnen rekken door ze 's avonds niet achter gordijnen maat onder een lamp te zetten. En gera niums en fuchsia's die het hele jaar binnen worden gekweekt, reageren nauwelijks minder. De afstand is wel afhankelijk van de lichtsterkte, maar moeten worden om de luchtvochtig heid op peil te houden. Waterbakjes aan de radiatoren kunnen daarbij van enig nut zijn. In de verwarmde kamer hebben de planten, en zeker die boven de ver warmde radiatoren, water nodig zodra de aarde licht gekleurd is en droog aanvoelt. Regenwater zou het beste zijn, maar dat is jammer genoeg een schaars artikel. Leidingwater wordt echter wat minder hard als het een dag staat, en dan is het gelijk op ka mertemperatuur. In elk geval moet niet gegoten worden als de aarde nog vochtig is. En voor cactussen, die liefst bij ongeveer 10 graden overwin teren kunnen we het gieten helemaal vergeten. Bij gasverwarming is, niet alleen voor planten maar toch ook voor hen, een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 3