Israël verjaagt droogte uit Negev- woestijn I ip IRDAM Sigaren zijn oud, Set zo oud als de mensheid. Een -«weer oud standaardwerk weet len: „De bewoners van Amerika, e meeste soorten nicotiana (ta- inten) inheems zijn, hebben de ilanten reeds lang voor de ont- door de Europeanen over bijna ix^je continent verbouwd om de Ude bladeren op verschillende "fals genotsmiddel te gebruiken. I^estindische eilanden waar Co- het eerst landde, werden de ;n opgerold en, in een maisblad ^eld, op de wijze van sigaren ),fl Aan deze rollen gaven de In een naam waarvan de Spanjaar- ibaco" hebben gemaakt, welke iter op de plant is overgebracht, injaarden namen het gebruik 0 bot roken over en begonnen op San 9.4 f0 tabak te verbouwen. Dit en to^d werd al spoedig door de 1e et)zen in Brazilië en de Engelsen inia gevolgd. Sigaar komt van "^Unse woord „cigarro", afgeleid aars i werkwoord „cigarrar" dat „in anlenwikkelen" betekent en dat Jieurt is afgeleid van het Maya- jm fisiqar". s in Amsterdam is ook oud, liet zo oud als de sigaar, al de firma aan het fameuze ro- jjn nationale en internationale (onderdvijftig jaar bestaat deze [iet eerbiedwaardige bedrijf dat 'vindingrijke volksmond „haaie- ferd bijgenaamd en dat via de I kreet „Ha, Hajenius" populair |cen als de firma daar niet veel voor was. Veel groten der jn er binnengestapt eerst op indam (zo geheten omdat bij de ?rvan een bedorven lading vij- ;rmee een schip was binnengelo- rd gebruikt bij wijze van dem- iteriaal). Vervolgens op de Dam iet uitzicht op de toen nog be- Naatje „die moest verdwijnen electrische tram" en pal onder club waar lieden van aanzien jfeld dikke Hajenius-sigaren in ifd hebben gedragen. Op het jnslotte waar prins Bernhard er jenzakjes heeft laten repareren |s Claus een sigarettenpijpje fcocht („ja zeker, wij mogen ons fancier noemen") en waar die- Itstelijk tot drie maal toe de uiten hebben verbrijzeld te- Öanstekers van 815,- te jatten, jere verkeerde indruk weg te je kunt bij Hajenius ook een paansteker van ƒ2,95 krijgen, pakjes thee en koffie van het erk, onder eigen naam ge'impor- herry, een waardige port er) een tstige champagne. „Eigenlijk f/e alles verkopen, zelfs verpak- fippelen. Alleen vuurwapens en hen niet". ;aren zijn de hoofdzaak. Daar- ;nt Hajenius zijn roem. Zaken- iren worden ze wel genoemd, levert ook voortdurend aan [polders. De afnemers zijn vooral lanse notabelen. Ook oliesjeiks? nog komen, we hebben het idreklame". Vijfenzestig soortei) 1 eigen merk heeft Hajenius in •oeger 100), plus 26 soorten Bra- soorten Havanna en 10 soorten Een rijstebrijberg van tabak ïter zich het ware luilekkerland Tip: Doop het uiteinde van uw luchtigjes in een glas goede tognac alvorens hem met een cederhout tot ontbranding te en de poort van het paradijs voor u ontsluiten. order ■n van pijpen ook een specia- de firma variëren bij Haje- ƒ22,50 tot 295,-. Maar we het over sigaren hebben. Ze /an 32 cent per stuk (cigarillo) l(Churchill-sigaar). „We ervaren het met de prijzen allemaal lakkeiijker ligt dan vroeger. We reedl heel grote omzet in de 95 cent. Maar als een sigaar in prijs omhoog gaat, hoor Vroeger keek zelfs een bankdi- 'nsierzuur als een sigaar een halve der werd. Jazeker, dan ging regeljr op een goedkopere sigaar. Vroeger was een sigaar een luxe artikel. Nu loopt iedere provo met een sigaar in zijn mond. Natuurlijk mogen ze hier binnen. Iedereen mag hier binnen. Maar het gekke is dat zo'n provo eerder een sigaar van 9 gulden koopt dan een bankdirecteur. Ach meneer, de jeugd heeft geen benul van geld meer". We praten met de huidige firmant A. J. N. Nijman, wiens roepnaam „Nean- der" is wat hetzelfde betekent als zijn achternaam, te weten „nieuwe mens", daarmee zijn 75 levensjaren tartend. Zo grijs is het verleden van Hajenius dat hij moet bekennen: „Wanneer mijn grootvader de zaak van de oude Haje nius heeft overgenomen, durf ik niet te zeggen". Waarom de naam Hajenius is gebleven? „ik weet het niet, maar ik denk vanwege de bekendheid". Waarom de oude Hajenius zijn zaak heeft over gedaan? Omdat zijn zoons naar Indië en Amerika gingen. Ze deugden niet, heette het in die tijd. Het verschil tussen vroeger en nu? Vroeger waren de siga ren veel zwaarder, groter en dikker. En op de kistjes stonden de kleuren ver meld. Dat liep van licht naar donker, van amarillo via claro, Colorado, Colora do claro naar maduro. Nu staan de kleuren er niet meer op. Selecteren naar kleur is te duur geworden. Vroe ger werden ze ook verpakt in kistjes van cederhout, afkomstig van de cedra- ta odorata, een boom die groeit in Cuba, Midden-Amerika en Trinidad. De eigenaardige reuk van dit hout had schijnbaar een gunstige invloed op de geur van sigaren. „Ach, ik ben een nuchter mens. Lyrisch doen over een sigaar ligt niet in mijn aard. Maar als je sommige mensen hier in de zaak bezig hoort over een sigaar of pijp er zijn er bij die wel vijftig pijpen hebben dan gebeurt dat met een geestdrift, een zielsverrukking bijna die een betere zaak waardig zou zijn". De vervaardiging van de eminente siga ren waarmee Hajenius zijn sjieke 'clien tèle placht en pleegt te verwennen, ge schiedde vroeger met de hand. Daartoe moest de tabak eerst gestript worden (het verwijderen van de steel en de hoofdnerf van het blad). Naarmate de bladen meer of minder beschadigd wer den, waren ze bruikbaar als binnen goed, omblad of dekblad. Het binnen goed bevochtigde men soms met een oplossing van borax en kalisalpeter waardoor men een wittere as verkreeg. De eigenlijke fabrikage kende drie fa sen. Eerst maakte men van het binnen goed, bestaande uit strookjes en korte stukjes of, bij mindere kwaliteiten, en kel uit stukjes, het zogenaamde pakje of bosje. Dit legde men op een blad, de „oplegger", en het geheel rolde men in het omblad tot de „wikkel", die tenslotte door het dekblad omgeven werd. Het dekblad plakte men aan de punt vast om het verband te bewaren. Het maken van sigaren leende zich in die vooroorlogse dagen uitstekend voor huisarbeid en dat gebeurde dan ook voor 45 percent. Maar de machine deed, zoals overal, zijn intrede en maakte het mogelijk een goede sigaar te fabriceren voor een matige prijs, hetgeen zakelijk van groot belang was in verband met het sterk toenemende sigarettengebruik. De machinale vervaardiging (we spre ken nu over de dertigerjaren) bleek bovendien veel hygiënischer men denke slechts aan het veel voorkomen van besmettelijke tuberculose onder de sigarenmakers en aan de primitieve sa nitaire toestanden in de huisindustrie. Eerst was, kortom, de sigaar en daarna dc handgemaakte sigaar een luxe. Neander Nijman: ..Wij hebben gepro beerd onze clientèle zo lang mogelijk met handgemaakte sigaren te bedienen. Maar een jaar of tien geleden moesten we voor de bijl. Het werd te duur. Momenteel leveren we nog drie of vier soorten Hajenius die met de hand ge maakt zijn. Daarom gaat de Bolknak er ook uit. Die is veel duurder in pro- duktie dan de Corona. Het is moeilijk om met de machine een mooi model te krijgen. Persoonlijk betreur ik het niet, want als sigarenroker vind ik dat pun tje van de Bolknak niet lekker. Je moet eerst door een puntje van dek- en om blad heen voordat je het binnengoed proeft. Maar met het verdwijnen van de Bolknak gaat een traditie verloren, dat wel". Over de receptuifr van de vermaarde Hajenius-sigaren wil Neander Nijdam zich niet uitlaten slechts „dat het om het melange gaat, een binnenwerk van Havanna, Vorstenlanden en Brazil, ge wikkeld in een Sumatra-dekblad". Over de paar fabrieken in Nederland die ze vervaardigen, is hij even zwijgzaam. „Daar praat ik niet over, zeg. Dan gaan de mensen maar vergelijken, want die fabrieken maken ook andere sigaren. Daar voelen we niets voor. Van belang is de constante kwaliteit. Kijk, sigaren kunnen nooit helemaal gelijk zijn. Ta bak is iets dat groeit. Ieder jaar is de oogst weer anders, net als bij wijn. Maar door een juiste voorraadvorming kun je toch wel een constante kwaliteit bereiken. Dat is overigens de zaak van de betrokken fabrieken en een kwestie van vertrouwen. We gaan pas eens kij ken als er klachten mochten zijn. Nee, sigarenproevers zoals er wijnproevers zijn, die hebben we bij Hajenius niet". Gepoederde sigaren weigert Hajenius te leveren. „Dat is ons principe: alleen ongematteerd. Poederen is misleidend, want een sigaar die er licht uitziet, kan best zwaar zijn. Sauzen doen we ook niet. Een sigaar moet een puur natuur- produkt blijven. Dat is trouwens ook de trend. „Andere trend: „De jeugd wil vooral naar steeds langere en dunnere sigaren toe wel de helft dunner dan we ze kunnen maken. Het vervaardigen van een dunne sigaar is erg moeilijk. Ze trekken slecht en zwaar en het is lastig om ze harmonisch te maken, om het dekblad, omblad en binnengoed in de juiste verhouding te krijgen. Hier speelt de machine wel een positieve rol, maar bij dikkere sigaren is die weer negatief, want een sigarenmaker kan met zijn vinger precies voelen of het binnengoed helemaal gelijkmatig is, ter wijl de machine er maar in propt wat hem opgedragen wordt. Hetgeen niet wil zeggen dat er met machines niet heel goede resultaten bereikt worden tegenwoordig". De vrouw en de sigaar tenslotte. Het onderwerp stemt Neander Nijman zui nig. „Het sigarengebruik onder dames neemt toe, ja. Dat zie ik hier in de zaak. Er komen steeds meer dames binnen die voor zichzelf sigaren kopen inplaats van voor hun man. We hebben er een heel klein modelletje voor. Ach nee, ik vind het helemaal niet storend. Maar de ene dame met een sigaar staat beter dan de andere. En echt vrouwelijk heb ik het nooit kunnen vinden". PIET SNOEREN De heren Hajenius, met sigaar. m inten van eucalyptusplantjes wordt geprobeerd de woestijn wat leefbaarder (Van onze correspondent Eric Silver) JERUZALEM Hatzerim, ongeveer tien kilometer van Beersheba in de Negev- woestijn, ziet eruit zoals elke kibboets eruit zou moeten zien of althans er vroeger uitzag. Je komt er binnen via een smalle oprijlaan die nergens naar toe leidt. De bungalows, met hun rode daken, staan in de schaduw van hoge naaldbo men. Alleen een dadelpalm hier en daar herinnert je eraan dat je hier eigenlijk in een woestijn bent. Maar de meest voorko mende kleur is het groen van de grasvel den, waartussen de meest felkleurige bloe men staan. De kibboets is een redelijk welvarende kleine samenleving van zo'n 100 boeren. Ze verdienen de kost met het verbouwen van fruit en groente voor de markt, planten en bloemen voor bloemisten, en met de fabri cage van de beroemde irrigatiesystemen die de Israëlische landbouw tot de meest efficiënte ter wereld gemaakt heeft. Dat boeren een irrigatiesysteem maken is niet zo vreemd. Het heeft veel te maken met de droogte van dit gebied. „We hebben ongeveer 90 pet van de Israëlische markt in irrigatiesystemen in handen", zegt Ya'ir Koertz, die behalve boer ook hoofd van de exportafdeling van de fabriek is. „Boven dien doen we hier ruim 99 pet. van alle research die in Israël gedaan wordt op het gebied van druipirrigatie". Druipirrigatie is een systeem dat gebruik maakt van een netwerk van plastic pijpen met gaatjes, waardoor het water direct naar de wortels van de plant komt. In Israël is dit systeem allang niet meer expe rimenteel. De boeren in de woestijngebie den gaan er vanuit dat ze het hele jaar met droogte te kampen hebben, en druipir rigatie is al tien jaar in gebruik. De vraag naar dit systeem is intussen in binnen- en buitenland zo gestegen dat de kibboets nu met drie ploegen werkt. Liever trekt men geen krachten van buiten aan. De 35 arbeiders die hier normaal werken, worden geholpen door alle andere leden van de kibboets. Iedereen moet op zijn minst één keer per week in de fabriek werken, naast zijn normale werk. De kibboets voerde vorig jaar voor meer dan 2,5 miljoen uit naar de VS, Zuid- Amerika, Zuid-Afrika en Europa. En van wege de droge zomer is er vooral van Europese zijde weer veel interesse voor de irrigatiesystemen. Zelfs Israëlische ambas sades zijn ingeschakeld voor advies en bemiddeling. Ya'ir Koertz, een zwaar besnorde „sabra" (wat betekent dat hij in Israël geboren is) noemt de voordelen van druipirrigatie ten opzichte van sproeien op. Het systeem werd eerst bedacht om water uit te sparen in dit droge gebied. Men zocht naar de beste manier om de uiterst minieme hoe veelheden water te benutten. „Tot onze grote verbazing ontdekten we dat dat bitter tegenviel. Het druipsysteem gebruikte maar zo'n 10 tot 15 pet. minder water dan sproeien. Maar wat we niet verwacht hadden, en wat het grote winst punt van dit systeem is, is dat we opeens veel grotere gewassen kregen, die boven dien van veel betere kwaliteit waren ook". Met dezelfde hoeveelheid water produceer de Hatzerim bijvoorbeeld 100 ton tomaten in plaats van de 55 ton die met gewoon sproeien geproduceerd werd. De druive noogst steeg met ruim 30 ton per hectare. Met het druipsysteem krijgt men niet al leen meer, maar ook grotere en betere gewassen. Dit komt omdat de plant steeds dezelfde hoeveelheid water krijgt en dat water wordt voor de volle 100 pet. door de plant gebruikt. Er verdampt niets, er wordt niets door de grond onnodig opgeno men. Ook heeft men met het druipsysteem min der last van bijvoorbeeld wind en tempera tuurschommelingen. Bovendien kan men water van een mindere kwaliteit gebrui ken. Omdat de wortels altijd goed nat zijn, neemt de plant alleen het water op, en niet extra zouten of mineralen. Zeewater is echter weer niet zuiver genoeg, maar wel heeft men in Hatzerim al geexperimen- teerd met water waar wel 650 milligram chloor inzat, ruim het dubbele van de gewone hoeveelheid. In de buurt van Jeruzalem hebben de Israëli's de methode met succes toegepast op een fruitplantage, waarbij rioolwater werd gebruikt. De resultaten daar waren bemoedigend, maar Ya'ir Koertz is zelf sceptisch. „Het systeem is niet ontworpen voor het gebruik van rioolwater, want vaste stoffen kunnen de gaatjes verstop pen. En het water blijft natuurlijk een hoge concentratie zout houden. Het enige voordeel is dat het druipsysteem gezonder is, omdat het rioolwater niet bij de vruch ten of de bladeren kan komen". En der nadelen? Voornamelijk de hoge kosten van de installatie. Het systeem is alleen maar rendabel voor groenten, fruit en bloemen. „We gebruiken het nog niet voor graan, katoen of suikerbieten", zegl Koertz. „Maar dat is waarschijnlijk wel onze volgende stap". Hoeveel het systeem zou kosten voor boe ren in Europa is moeilijk te schatten. Elk systeem wordt apart gebouwd, na bestude ring van de plaatselijke omstandigheden zoals landschap, klimaat, kwaliteit van df aardsoort, en welke gewassen men wil verbouwen. „We hebben hier geen cash and carry". Voor de Israëlische boer kost het systeerr tussen de 1000 en 3000 gulden, een prijs die hij graag betaalt omdat hij niet zonder irrigatie kan. Terwijl de Europese boeren de droogte vervloeken, verbouwen de boe ren in Israël de woestijn. (Copyright The Guardian

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 17