Mao's kinderen vrijwel onbekend Peking, een fietstocht waard PEKING (DPA) Er is wei nig bekend over Mao Tse- toeng in zijn rol als echtge noot en vader. Noch de chine zen zelf, noch buitenlandse si nologen weten met zekerheid hoeveel onmiddellijke bloed verwanten de „grote roergan ger" achterlaat Dat is niet zo verwonderlijk, want de fami liesfeer is in China traditio neel iets dat men voor zich zelf reserveert en daaraan heeft ook de Culturele Revo lutie weinig veranderd. Het staat vast, dat Mao drie maal getrouwd was, een door zijn ouders gearrangeerd en nooit geconsumeerd „kinderhuwe lijk" niet meegerekend. Mao's vader, een boer die door de rijsthandel tot zekere wel stand was gekomen, had zijn zoon in 1907, toen deze amper 14 jaar was, „gekoppeld" aan de 20-jarige dochter van een grondbezitter. Mao heeft zijn Amerikaanse vriend Edgar Snow later verteld, dat hij dit meisje nooit heeft gezien. Zijn eerste „echte" huwelijk sloot Mao in 1920 met Jang Kai-hoei, een dochter van zijn eerste leermeester in Peking. Uit deze verbintenis werden twee zoons geboren: Mao An- jing en Mao An-tsjing. De eer ste viel op 31-jarige leeftijd als „divisiecommandant" in de Koreaanse oorlog. Mao An-ts jing studeerde in Moskou af als ingenieur. Verder is over deze zoon niets bekend. Ook tegenover naaste verwanten heeft Mao niets over An-ts- jings latere levensloop meege deeld. In 1930 werd de eerste me vrouw Mao door troepen van Tsjang Kai-sjeks Kwomintang terechtgesteld, nadat zij wei gerde met de communistische partij te breken. Mao her trouwde nog hetzelfde jaar met Ho Tsjoe-tsjen, de 25-jari- ge dochter van een rijke boer. Uit het tweede huwelijk wer den drie kinderen geboren. Twee moesten tijdens de be faamde „Lange Mars" van het Rode Leger waarschijnlijk on derweg bij boeren worden on dergebracht, omdat de ontbe ringen van die tocht voor kin deren te veel waren. Over die twee kinderen is nooit meer iets vernomen. In 1937 beschuldigde Ho Ts joe-tsjen haar man van over spel met een vrouwelijke tolk en het huwelijk werd tijdens een speciale zitting van het centrale partijcomité ontbon den. Ho Tsjoe-tsjen vertrok met haar jongste kind, een dochter, naar de Sovjet-Unie. Daar loopt zowel voor moeder als kind het spoor dood. Mao sloot zijn derde huwelijk in 1939 met de toen 27-jarige actrice Li Tsjoeng-tsjin, die momenteel onder de aangeno men naam Tsjiang Tsjing („Groene stroom") als lid van het politburo een ijzeren greep heeft op de Chinese cultuurpo litiek en die zich ook in de diverse machtsworstelingen binnen de partij geducht laat gelden. Tsjiang Tsjing schonk Mao twee dochters, van wie men meent te weten dat ze tegenwoordig getrouwd zijn. Afgezien van de zeven kinde ren bestaat de familie Mao uit een onbekend aantal neven en nichten, van wie er diverse (maar men weet niet hoeveel) door de overleden partijchef Mao's weduwe Tsjiang Tsjing. werden geadopteerd nadat zijn twee broers, Mao Tse-min en Mao Tse-tan, als .martela ren .van de revolutie" waren gestorven. Men beschouwt plaatsvervangend minister van buitenlandse zaken Wang Hai- joeng voorts als een nicht van Mao,. terwijl een neef in het district Tsjenjang een hoge rang in het Rode Leger zou hebben. wat even op het plein, om met de massa weer weggevoerd te worden. Menig jonge Gardist moet zich afgevraagd hebben of hij wel op het plein geweest was. Maar dat soort taferelen vond tien jaar geleden plaats. Er is tegenwoordig veel veranderd in Peking. Wie nu Tienanmen zegt denkt aan de opstootjes die daar tijdens het Lente Festival plaatsvonden. We slaan rechts af, en rijden via de vermiljoenrode poort de Verboden Stad binnen. Er zijn geen andere buitenlanders, en vanwege onze fietsen zijn wij onschendbaar. We verlaten de Verboden Stad en gaan op weg naar Sjidan, een vriendelijk district, uitstekend geschikt voor boodschappen en eten. We zetten onze fietsen neer. De Chinezen van na de Revolutie zijn eerlijke mensen maar toch moeten we onze fietsen op slot doen. Anders zouden ze wel eens door de „uitzon derlijk slechte elementen" achterover gedrukt kun nen worden. Deze „straatterroristen," zoals ze ook wel genoemd worden, worden door de regering erkend als een daadwerkelijk probleem. De moeilijkheden in mei op Tienanmen worden gedeeltelijk aan hen toege schreven. Ze dragen hun haar erg kort, en uitzon derlijk mooie schoenen. Sommigen van deze jon gens hebben de school verlaten en weigeren naar het platteland te gaan, of ze zijn illegaal terugge keerd. Maar anderen zijn gewoon plaatselijke jonge tjes die door de toeristen bedorven zijn. Bij het Peking Hotel staan er altijd horden jongens die door de heg naar de toeristen turen. Wé rijden vervolgens naar het zuiden, richting Lioe Li Tsjang, waar nog kunst- en antiekwinkeltjes zijn. We stoppen om gratis wat lucht bij te pompen (ja, alweer een dienst aan het volk..) Dan rijden we door de Hoe-Toengs, de traditionele laantjes waarlangs de deuren naar de oude Chinese hofjes staan. Ga zo'n hofje binnen, en je bent onmiddellijk in de 19de eeuw. Zelfs in de kleine hoe-toengs geldt de regel: blijf rijden. We vallen hier weer erg op als buitenlanders. Er hoeft eigenlijk niet veel te gebeuren of je wordt gearresteerd door de massa, om voor wat thee en uitleg naar de dichtstbijzijnde politiepost vervoerd te worden. Terug naar de automatische deuren van het Peking Hotel, de beroemdste deuren van heel Azië. Op de weg terug ontdek ik dat een geel en oranje licht samen betekent dat je naar links mag afslaan. Als je dat durft, tegen het tegemoetkomende verkeer. Erg interessant. nebouw het plein opmarcheren - een beeld van somber enthousiasme. Juist tegenover me, bij de rode poort van Tienanmen, waren twee cameramen sen van het Chinese persbureau aan het proberen opnamen te maken van „spontane vreugde". Zij riepen naar de voorste gelederen van het groepje, maar de reactie was gedwongen. Er werden rode en groene vlaggetjes gehesen en wat heilige leuzen gemompeld die eigenlijk tegen de muren van de Grote Volkshal hadden moeten daveren. Volgens de officiële cijfers marcheerden er in totaal miljoenen mensen over het plein, en toegegeven moet worden dat ze er niet allemaal zo verslagen uitzagen. Veel schoolkinderen en fabrieksarbeiders schenen het wel een leuk dagje-uit te vinden. Elke kolonne had zijn activisten. De universiteitsstuden ten kwamen het eerst, op de avond na de aankondi ging van Tengs ontslag. Het was laat in de avond en met hun trommels en cymbalen verbraken zij de koude stilte van de nacht Zij waren echt enthou siast. Maar de algemene mening, ook van buitenlanders die China vriendelijk gezind zijn en al lang in Peking wonen, was dat de eerste demonstratie, toen kransen werden geplaatst ter herdenking van Tsjou En-lai, wèl spontaan was geweest, en de latere demonstraties duidelijk niet. Dezelfde indruk kreeg ik van de televisiebeelden in de verschillende provinciale hoofdsteden. Het was opvallend dat het zelfs in vertoonde films zo moei lijk was een indruk van vrolijkheid over te brengen. Natuurlijk waren deze demonstranten tegen wil en dank geen persoonlijke supporters van Teng. Er is geen bewijs dat hij in brede lagen van de bevolking steun genoot. En buitenlandse diplomaten die in contact staan met de ministeries in Peking vonden evenmin tekenen van steun bij de ambtenaren, waaraan Tengs grove stijl niet vreemd was. Het merendeel van de mensen sympathiseert niet met Teng, maar met de radicale visie op de voortzet ting van de socialistische revolutie, volgens de lijnen van de culturele revolutie, ofschoon zij hun beden kingen hebben over de wijze waarop deze in de praktijk uitwerkt. En zij zijn bezorgd over degenen die de anti-Teng of anti-revisionistische beweging voor hun eigen doeleinden proberen uit te buiten. Zij willen weten wie hen voor zijn karretje spant en waar dit alles toe leidt. Via een omweg kan men achter de angsten en zorgen van het volk komen. Want in een poging Staande aan het zeestrand blikt Mao Tse-toeng naar de verre einders van het nieuwe China. Een blik, die de dichter doet vermoeden, die hij ook inderdaad was. om die zorgen en het „contra-revolutionaire ru moer" de kop in te drukken, worden ze vaak door de officiële pers en de radio opgesomd. Ook worden ze genoemd in de tegen Teng gerichte muurkranten die buitenlanders mogen lezen. Een van de grote vragen is hoeveel macht het radicale „driemanschap" binnen het Politieburo: Mao's vrouw Tsjiang Tsj'ing, vice-voorzitter Tsjang Tsj'oen-tsj'iau en de Sjanghaise intellectueel Yao Wen-Yoean, heeft. Deze drie dankten hun macht voornamelijk aan het feit dat ze direct kontakt hadden met Mao. Zodoende waren zij in de positie om de uitlatingen van Mao uit te leggen aan het volk, en misschien ook aan hun politieke collega's, de overige leden van het Politieburo. Opvallend is dat de officiële woordvoerders deze drie bijna nooit bij name noemen in hun kontakten met buitenlan ders. Op verschillende plaatsen had ik lange ge sprekken over de problemen rond „socialistische verschuivingen", waarover Tsjang en Yao vorig jaar twee lange artikelen hebben geschreven, maar al leen in een gesprek in Sjanghai werden deze aange roerd. Een ander probleem is dat de radicale elementen hun eigen bureaucratische machine in het leven hebben geroepen. Sommigen van de jonge revolutio nairen die sinds de Culturele Revolutie zijn opge klommen, zijn oprecht en idealistisch, maar anderen zijn belust op persoonlijke macht en hebben weinig scrupules over de manier waarop ze die macht kunnen bereiken. Teng had hier kritiek op. „Er zijn mensen die naam maken door alleen kritiek te hebben op anderen en die op de schouders van anderen staan om groot te lijken" zei hij. „Sommige jonge radicalen weten niet hoe ze de dingen moeten doen, hebben geen enthousiasme voor hun werk, maar willen alleen tweedracht zaaien". Anderen maken zich zorgen om het feit dat de radicale groep soms een compromis lijkt te aanvaar den, maar het dan niet nakomt. Deze taktiek leidde tot de „ultra-links" beweging van 1967-68, die de Culturele Revolutie vaak in een slecht daglicht stelde. De benoeming van Hoea Kwo-feng in januari was zo'n compromis. Maar verscheidene topfunctionaris sen in partij en regering waren ontzet over de wijze waarop de anti-Teng campagne (met zijn anti-Tsjoe ondergrond) zich verder bleef ontwikkelen, en zij zich van het toneel terugtrokken. Onder hen waren klaarblijkelijk minister van defensie Ye Tsjien-ying, de bejaarde vice-premier Li Sjien-nien en de popu laire boerenleider Tsj'en Joeng-kwei, zelf een radi caal. De gebeurtenissen op het Tienanmenplein brachten de strijd in een nieuw stadium, en leidden tot een nieuw compromis. Teng werd ontslagen, Hoea's benoeming tot premier werd bevestigd, en Ye, Li en Tsj'en kwamen terug op het toneel om openlijk te verzekeren dat de campagne niet verder zou gaan. Velen hoopten dat de radicalen tevreden zouden zijn en dat het probleem met het ontslag van Teng zou zijn opgelost. Maar een week later ging het Volksdagblad van Peking weer in de aanval tegen de „contra-revolu tionairen, de desperado's en het sociale afval" die de incidenten op het Tienanmenplein waren begon nen. De krant riep op tot een nieuw offensief tegen deze „demonen en clowns, geesten en monsters, die naar de pijpen van Teng dansen". Dit is niet de gezonde taal van een principiële strijd ten behoeve van een socialistische politiek die de meeste Chine zen graag zouden steunen. Toch is het belangrijk op te merken dat de strijd nog steeds aan de gang is. De dood van Mao zal hem sterker doen oplaaien. Copyright The Guardian Mao Tse-toeng in de verschillende fasen van zijn leven. Links als jonge revolutionair in de jaren twintig. Midden als een tot wasdom gekomen man en als geinspireerde leider van het Rode Leger in 1945 en rechts als voorzitter van de Chinese commu nistische partij in 1968. in Mao's leven. Van boven naar beneden; Peking Wat kan Je als toerist in China aoal doen? Sommigen maken graag een wandeling over de Grote Muor, of bezoeken het Zomer Paleis. Maar voor mij krijg je de echte smaak van Peking pas te pakken als je op de fiets stapt Het is een ongelooflijke sensatie om deel te zijn van de stroom fietsen die hier tijdens het spitsuur met zo'n honderd per minuut voorbijjakkeren. Normaal bekijkt de toerist de fietsers vanaf de stoep, of wat eigenlijk nog vreemder is, vanuit zijn toeristenbus. Nu voegden we ons, met een klein duwtje vanaf de stoep, in de mensenmassa. Natuurlijk zijn er ook in China verkeersregels. Maar die zijn vlug genoeg geleerd. 1. Stop nooit, behalve (soms) voor een rood licht 2. Blijf met dezelfde snelheid rijden als de anderen 3. Toeteren en bellen moet je nooit persoonlijk opvatten, blijf doorfietsen, alle bussen of taxi's ten spijt 4. Gebruik de fietsbel letterlijk te allen tijde. Langzamer gaan rijden of zelfs stoppen is in China hetzelfde als op de autoweg in de zachte berm terecht komen. Je komt dan nooit meer weg. De ogenschijnlijke tegenstelling tussen regel 3 en 4 is er met opzet Iedereen toetert en belt, niemand luistert. Als je over het Tienanmen Plein fietst, krijg je het gevoel'van „Ben ik er nu werkelijk?" De kan me voorstellen dat de Rode Gardisten in de zestiger jaren hetzelfde gevoel hadden. Eerst een paar dui- mPt Qtnlin met Kroetsiev en met zend küometer van je dorp naar Peking lopen, dan mei Öiaun, mei rsroeisjev en mex met duizenden anderen nog eens een paar kilometer in de rij staan, en dan berj je voor een minuut of ier Hua Kuo-feng, die als meest waarschijnlijke op- r genoemd wordt. Van onre correspondent John Gittings PEKING Een bezoek aan China, midden in een politieke crisis, is welhaast het interessantste wat een journalist kan meemaken. China leeft al enige tijd in een overgangsperiode. Er zijn veel spannin gen en onzekerheden. De strijd binnen de partij, die begon tijdens de grote Culturele Revolutie, is opnieuw opgelaaid. En de strijd is zichtbaar. Een beeld, zo zegt men in China, is meer waard dan tienduizend woorden. Dat beeld zag ik vijf dagen na de beruchte inciden ten op het plein Tienanmen in april van dit jaar. Verschillende regeringsfunctionarissen steunden toen een demonstratie ter ere van Tsjoe En-lai (opgezet door de toen bekritiseerde waarnemend premier Teng Hsiao-ping). In de daaropvolgende dagen werden zij gedwongen berouw te tonen: twee dagen lang moesten zij het Gedenkteken der Marte laren met de hand schoonschrobben. En hoewel er inderdaad wat leuzen en zelfs wat bloed moest worden weggewerkt, was die schoonmaakactie meer symbolisch bedoeld. Daarna kwam de Juiste" de monstratie: drie dagen van opgelegd enthousiasme voor de Verlichte Resoluties van het partijcentrum. Een van die resoluties betekende het ontslag voor Teng en de benoeming van Hoea Kwo-feng tot premier en eerste vice-voorzitter van de partij. Op de laatste dag van de betogingen zag ik de volledige staf van het Vierde Ministerie van Machi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 15