Van Provo tot piepschuim
Robert
Jasper
Grootveld
„HIJ IS ALS EEN RONTGENSCHERM"
„HIJ IS DE GROTE WAKKERMAKER"
„HIJ ZANDSTRAALT JE"
Een kijkje in het huishouden van de familie Grootveld.
Over het botulisme der Neder
landse wateren deint een vaar
tuig dat door Thor Heyerdahl
gebouwd zou kunnen zijn om te
bewijzen dat de Phoeniciërs wel
degelijk de Atlantische Oceaan
konden oversteken of, sterker,
door de Phoeniciërs zelf. Alleen
leveren niet bundels papyrus het
drijfvermogen, maar brokken
piepschuim, zijnde het nutteloze,
afstotende materiaal waarin we
onze wascombinaties, diepvrie
zers, koffiezetapparaten en ste
reo-installaties thuisbezorgd
krijgen. Een schip van afval. De
mast, de roeispanen en het roer
zijn van bamboe, verstevigd met
drijfhout en met touw aan el-
kaar geknoopt. Het dek bestaat
uit ruwe planken en draagt, be-
halve een oud bureau vol pro
viand, een wrakke hutkoffer
nm geschenk van een opgetogen
walbewoner die het visoen voor
bij zag dobberen en er een bij-
drage aan wilde leveren.
's Nachts wordt er een tentzeil
overheen gespannen waaronder
de opvarenden bivakkeren. Het
pleit voor het democratische
peil van onze nationale brug- en
sluiswachters dat ze dit nauti
sche wangedrocht even snel en
correct doortocht verlenen als
gold het een jacht van, zeg, Ver-
olme.
Schipper is Max Reneman, de ruim 50-ja-
/estig rige nabloeier van het Provo-dom die het
StatiOl vak van tandarts (zijn kunstgebitten ge-
unktifi nieten landelijke faam) combineert met
dat van beeldhouwer. Hij heeft het vaar
tuig ook eigenhandig gebouwd of liever:
aan elkaar geknoopt, want er zit geen
spijker in. Eén maand vergde de klus,
maar toen kon hij onversaagd soms
zeilend, soms roeiend, soms jagend, al
naargelang de nukken van de wind het
enge sop van Amstel, Kromme Mijdrecht
en Nieuwkoopse Plassen gaan bevaren,
met een gemiddelde snelheid van ander
halve knoop per uur oprukkend richting
Leiden waar straks zijn KUNSTgebitten
tentoongesteld zullen worden. Op het eni
ge zeil heel groot de letters W O die zich
omgekeerd als O W laten lezen afkor
ting van Wij Onderzoeken Onze Welvaart.
Raadselachtiger is de naam van het vaar
tuig: „Kleinveld". Die had je eerder op
de voorgevel van een keuterboer jn de
Peel verwacht en vergt enige verduidelij
king. Waarmee we tevens zijn beland bij
A A het werkelijke onderwerp van dit ver-
T|ff haal.
verkq Wijsgeer
igen e -
Naai Max Reneman heeft zijn schip onget-
kenn wijfeld met een teiltje regenwater
„Kleinveld" gedoopt omdat hij zich klein
I voelt vergeleken bij Robert Jasper die
Grootveld heet en in zijn ogen pas echt
)mPUt« groot is. „Ik bewonder hem vooral om
DOrdefl zijn klare taal, de eigen taal zoals hij die
weet te hanteren. Om zijn woQrdenwijs-
3rk(st)f heid als wij met een mond vol tanden
staan. Hij is na Erasmus en Spinoza de
eerste Nederlandse wijsgeer van het ge
sproken woord".
Nogal een voetstuk voor een man die
trede voor trede op moest klimmen van
drie ons zware baby met rachitis en
oorontsteking via mislukt scholier, loop
jongen, magazijnbediende, havenwerker,
ijsventer, hutbediende en glazenwasser
h( °*e antirookmagiër, Zwarte Piet en
oor nj Klaas van de Provojaren, het begin van
zijn landelijke en op een gegeven mo
ment zelfs internationale beroemdheid.
Waar zijn ze gebleven, de kopstukken uit
een tijd die de gevestigde orde op zijn
lemen fundament deed wankelen en de
aanzet gaf tot de maatschappijvernieu
wing waarvan nu iedere aktiegroep de
mond vol heeft? Bernard de Vries, met
zijn mooie kop en witte spijkerpak het
symbool van de jeugd die Provo uit
straalde, werd filmster en verdweén in
de obscure showwereld van Rome. Paul
Verheij en Ton Regtien, verbeten studen
tenleiders, werden respectievelijk auto
coureur op Zandvoort en communisti
sche zetbaas in het noorden des lands.
ng, ee
Izakeli
soneel
Boven: Robert Jasper Grootveld.
Eens de koploper, de instigator, de
charismatische leider van de Provo
beweging; een bizar stukje subcul
tuur waarom men anno 1976
slechts nostalgisch kan glimlachen.
Links: Het schip van Robert Jas
per Grootveld in de Wittenburger-
gracht. Het begon met een afge
dankte kinderwagen, maar is uitge
groeid tot een monstruositeit van
piepschuim en ander afval, te log
en grotesk om ooit aanspraak te
kunnen maken op watervaardig
heid.
grijpen." Na zijn vrijlating begon hij met
zijn Rooktempel „waar de Geest van de
Verslaving bestreden moest worden met
de Geest van de Publiciteit". Het was de
tijd van het lied „uche, uche, uche". Later
verplaatste hij zijn werkterrein naar het
Lieverdje, een beeldje dat een sigaretten-
fabrikant aan de stad Amsterdam ge
schonken had. Robert Jasper herkende
er het symbool in van juist die maat
schappelijke faktoren waartegen zijn
aanvallen gericht waren „het Grote
Dope-syndicaat van de nicotineverwer-
kende industrie; het Lieverdje is de Ver
slaafde Consument van de Toekomst.
Door de Misselijk Makende Industrie zal
er een potentiële kankerpatiënt van ge
maakt worden". Begin van de fameuze
happenings.
Grootveld achteraf: „Wat ik geschapen
had bij het Lieverdje, was een klein
stukje speelterrein midden in de stad. En
er kwam elke week politie aan te pas.
Ik werd dan afgevoerd en dat was voor
mijn happening het beste, want dan had
ik een mooie afgang. Dat was een raar
akkoord met de politie".
Kortstondig leven
Zo begon het, en het werd menens toen
Grootveld in aanraking kwam met de
Ban de Bom-beweging, een groepje jonge
anti-autoritaire aktivisten die prompt ge
bruik gingen maken van zijn ongelooflij
ke vermogen om aandacht te trekken
(Terzijde: Robert Jasper heeft herhaalde
lijk lukratieve aanbiedingen gekregen
van reclamebureaus, die zijn talent on
derkenden). Provo was geboren, leefde
„groots en onstuimig" zoals de dichter
Marsman het uitdrukte, maar kortstondig
en stierf. Ex-provo Hans Tuynman daar
over: „Het is goed dat we Provo opgehe
ven hebben. Anders was het uit verbitte
ring uitgelopen op een soort Baader-
Meinhof-groep".
Maar Robert Jasper Grootveld was er
toen al niet meer bij. Hij verkocht het
Provo-archief onder de neus van heb
zuchtige geestverwanten (Roel van Duyn)
voor 13.000 gulden aan de Amsterdamse
Universiteitsbibliotheek en bracht de op
brengst onder in een Stichting ter Bevor
dering van een Goed en Goedkoop Le
ven. Daar hebben later aktiegroepen van
geprofiteerd, vooral in de verguisde, door
de Metro platgewalste Nieuwmarktbuurt.
En 3000 gulden ging naar de Lowland
Weed Company die Grootveld samen met
ene Kees Hoekert oprichtte - zeg maar:
een kwekerij van goedkope Nederlandse
marijuana die men nog wekelijks door
Koos Zwart via de Vara-microfoon aan
geprezen kan horen als „onze nationale
trots".
Een bizar stukje subcultuur waarom men
anno 1976 slechts nostalgisch kan glimla
chen. Wat heeft het te maken met de
„Kleinveld" die als kapstok dient voor dit
verhaal? Wel: Robert Jasper Grootveld is
de enige Provo die consequent de een
maal ingeslagen weg verder heeft bewan
deld. En - ironie - zijn pad voert over
water. Flashback. In een niet eens zo ver
verleden verscheen hij, glazenwassende
exhibitionist, op zijn werk in jaquet en
met wandelstok. De volgende stap was
het bouwen van een vlotje waarop hij in
een kostuum met puntboord gezeten was
achter een tafeltje met een gehaakt
kleedje. Hiermee zakte hij het Amster
damse Singel af. „De mensen stonden op
de brug naar me te kijken. Ik dacht: dit
is theater. Mensen, kijk toch wat ik doe.
Ik had het gevoel dat ik een voordracht
moest houden, moest zingen, maar ik was
veel te gefrustreerd om iets te doen. Zo'n
labiele houding had ik dat ik moeite had
met wat ik zelf opriep. Maar intussen had
ik het Gedaan, al wist ik zelf niet precies
waar ik eigenlijk mee bezig was. Met dat
vlotje ben ik toen voor het eerst in de
krant gekomen. En toen wilde ik nog
maar één ding: BEROEMD worden, be
roemd, beroemd, beroemd..."
Prik èn pils
De een heeft zijn luchtkasteel, Robert
Jasper heeft zijn luchtvloot. Vakantie
vierend op een camping in Venetië bouwt
hij een schip dat drijvende wordt gehou
den door honderden lege, weggegooide
flesjes prik en pils. Grote ruzie met de
strandpolitie. Maar ook grote toeloop van
nieuwsgierigen. Nu hebben souvenirver
kopers er foto's van hangen in hun stalle
tjes. Beroemd. In de Amsterdamse wijk
Oostenburg is een ander vaartuig van
hem verrezen: een opvallende speelboot
van afgedankte autobanden, opgehangen
aan stalen masten en een boegspriet,
ontworpen in opdracht van de gemeente.
Beroemd. In-de Wittenburgergracht dob
bert een derde schip.
Het begon met een afgedankte kinderwa
gen die hij ergens vond, maar is uitge
groeid tot een monstruositeit van piep
schuim en ander afval, te log en grotesk
om ooit aanspraak te kunnen maken op
waterwaardigheid. Robert Jasper bouwt
er aan voort. De materialen scharrelt hij
bij elkaar op het Waterlooplein als daar
om vier uur 's middags de sjacheraars
in tweedehands goed verdwenen zijn.
Vrouw Thea verdient de kost door te
werken voor een omroep. Hij past zo
nodig (mijn beroep is huisman) op doch
ter Nicole. Hij weigert, 44 jaar oud, een
bijdrage van de contra-prestatie-regeling
voor beeldende kunstenaars, hoewel de
regelmatige aanwezigheid van zijn werk
op exposities hem daarvoor in aanmer
king doet komen. Hij is de meest verwoe
de televisiekijker van Nederland. Wat
hem lijkt te obsederen en voort te drij
ven, is de moderne wegwerpmaatschap
pij. De maatschappij van piepschuim en
plastic flessen. Erg ver van zijn Rooktem
pel en het Lieverdje is hij niet afge
dwaald, noch van dat eerste vlotje in het
Singel.
Zijn vrienden - onder wie bekende na
men - ervaren hem als een goeroe die
je duidelijk maakt waar je mee bezig
bent. Enkele uitspraken: „Hij zandstraalt
je". En: „Hij is als een röntgenscherm".
En: „Hij is de grote Wakkermaker". En:
„Soms durven we niet te vertellen waar
we mee bezig zijn. Maar de Meester ziet
het toch. We zijn blij als hij er mee
instemt". En: „Jasper is als een sauna;
je komt lekker bij hem vandaan".
Robert Jasper Grootveld, ongediplo
meerd woordkunstenaar, vond eens het
begrip „magisch centrum" uit dat tien
duizenden hippies van alle nationaliteiten
naar Amsterdam dreef, naar de Dam en
het Vondelpark. Van de Dam werden ze
weggemept en het Vondelpark is voor
hen gesloten. Maar de magie van Groot
veld heeft de koppige eigenschap te be
klijven.
Daarom deint er nu een „Kleinveld" over
het botulisme van de Nederlandse wate
ren.
Een hommage aan Grootveld.
PIET SNOEREN
Roel van Duyn bracht het tot wethouder
en wordt gedoodverfd als toekomstig
staatssecretaris voor de PPR. Alleen
Luud Schimmelpenninck, in tegenstelling
tot filosoof Roel het praktische brein
achter Provo, bleef het vergelende ideaal
trouw door te knutselen aan zijn witkar-
ren.
Toch heeft ook hij mentaal en emotioneel
afstand genomen van Provo. „Het had
een verandering van de reële politiek
moeten inluiden, maar daar is niks van
terecht gekomen. Het was een gesloten
clubvorming die is voortgezet in de Oran
je Vrijstaat een broedplaats voor car
rièremakers. De macht is in handen van
hetzelfde kliekje als toen Provo begon
regenten. Alleen begeleiden die jongens
hun handelen beter". En een andere ex-
Provo, Lou van Nimwegen: „Ontzettend
veel van wat er daarna is gekomen, vindt
zijn oorsprong in Provo. Maar tegelijk is
er een soort alternatieve autoriteit ont
staan waar nu weer net zo nodig de tjeuk
in moet. Ik walg net zo van de sociale
akademie-terreur als toen van de regen
ten. Daarvan wist je tenminste wat je aan
ze had en dat moet je met die geitenha-
rensokkendragers nog maar afwachten".
Koploper
Blijft over Robert Jasper Grootveld. Hij
wenst zich niet uit te laten over Provo
en de betekenis ervan, laat staan over
zijn eigen rol daarbij. „O ja, zijn die
rellen rond het huwelijk van Beatrix en
Claus al weer tien jaar geleden? Vraag
mij maar over twee en een half jaar. Dan
is de koperen bruiloft". Toch was hij de
koploper, de instigator, de charismati
sche leider. Daarom een terugblik. Va
rend als hutbediende tikte hij in de Afri
kaanse stad Durban de uitrusting op de
kop van een medicijnman uit de binnen
landen. Later zou hij verklaren: „Onwil
lekeurig is dit bepalend geweest voor
mijn latere exhibities. Ik ben toen na
gaan denken over de maatschappelijke
furiktie van de medicijnman, de tovenaar,
het occult orakel. Ik pakte de magische
rituelen, de reclame aan. Het maatschap
pelijk gebeuren van de reclame. Wat is
de Godheid? God Jan Publiek, dat is in
de consumptiemaatschappij de Godheid,
want hij moet alles consumeren. De God
heid moet bezworen worden. Dat doet de
Brutaal, de Aanmatiger die de spreuken
hanteert, de magische spreuken. Ik was
al jaren bang voor kanker. Nochtans
rookte ik. Dat bevestigt de vicieuze cirkel
van de angst. Het staat eigenlijk gelijk
met de magische rituelen van de Inca's
die dachten dat de zon niet zou opgaan
als er niet jaarlijks mensen werden geof
ferd op het hakblok. In feite is roken zo'n
zelfde absurde eredienst".
Uche Uche
Kortom: Grootveld begon mét zijn bezwe
ringsritueel. Eerst affiches met sigaret
tenreclame onderkalken met het woord
kanker. Prompt een proces van een siga-
rettenfabrikant. Hij zag met het onfeilba
re gevoel voor publiciteit dat hem steeds
zou kenmerken, zijn kans schoon. „Wie
ter wereld heeft dat op zijn naam staan,
zestig dagen gegijzeld worden, en waar
om? Omdat iemand kanker op een stuk
bedrukt papier schrijft. Ik moest dit aan-