Er wordt te weinig gewerkt en te veel Zewacht op natuurtalent -ILOUK SANDERS: opnieuw totaal worden geïndoctrineerd voor de volgende trip. Van weer zes of zeven weken. Spelen in het buitenland is gewoon een voorwaarde om een beetje naam te maken. Om resultaten te behalen en niveau te verbeteren. Want dat is in Nederland natuurlijk veel te beperkt als je streeft naar een redebjk Europees niveau". Wanneer zou je met een dergelijke procedure moe ten beginnen? „Dat hangt af van de kwaliteiten van de betrokken personen en de individuele omstandigheden. Je kan misschien beginnen tussen je 15e en je 18e. Maar het zou ook niet zo gek zijn als iemand er eens een keer op zijn 20e aan begint Je moet je natuur lijk niet blind staren op iemand die er op z'n 18e of 20e al is. Dat zijn zulke uitzonderingen, de gemiddelde tennisser bereikt zijn top tussen zijn 25e en 30e, dat is een gegeven". Welke maatstaven moet je aanleggen om die men sen uit te zenden? „Het aanbod is natuurlijk beperkt. Het risico zit er in dat je bij te scherpe maatstaven helemaal nie mand overhoudt. Je moet er wel mensen voor zien te vinden die bereidheid hebben om een zeker risico te nemen. Als ze mij hadden gevraagd toen ik 18 was: wil jij een paar jaar alleen maar gaan tennis sen had ik er nog niet over gedacht. Het aanbod zal dus niet zo erg groot zijn, dat neemt niet weg dat je natuurlijk selectief te werk moet gaan. Maar je moet een beetje roeien met de riemen die je hebt. Ik vind wel dat de tennisbond een beetje te gemak kelijk is waar het gaat om: wat mogen we van spelers eisen? Wat mogen we verwachten als tegen prestatie voor wat ze in ze hebben geïnvesteerd aan geld, moeite, tijd? Ik vind het ook zo marginaal eigenlijk als een conditiegetal van vijftig geëist wordt van jongens die full-time tennissen die hele maal niets anders te doen hebben. Er gaan stemmen op dat ze helemaal niet zo'n maatstaf moeten aanleggen, maar ik vind zo'n maatstaf het absolute minimum. En zo zijn er meer dingen. Een heel belangrijke figuur in het hele gebeuren is de bondscoach na tuurlijk. Eigenlijk zou het de commissie speltech niek moeten zijn, maar dat zijn mensen die hun eigen banen en bezigheden hebben en het komt er op neer in de praktijk dat het contact van spelers met die commissie voor negentig procent via Buyte- laar loopt. Ik ken Buytelaar ontzettend lang. Vanaf het moment dat ik in kringtrainingen in Leiden werd opgenomen, al elf, twaalf jaar. Ik heb werke lijk, geloof ik, wel een wat aparte relatie met hem opgebouwd, anders dan andere tennissers. Voor mij heeft hij ontzettend veel betekend, maar voor mensen die het nodig hebben om op hun luiheid, zelfingenomenheid en te geringe bereidheid om te sjouwen gewezen te worden schiet hij wel eens wat tekort. Maar je kan het zo'n man niet kwalijk nemen, hij heeft zichzelf niet gemaakt en hij heeft een bepaald karakter, is een ontzettend aardig iemand, maar hij zou in die dingen wat harder moeten optreden. Zijn eigen karakter, identi teit moeten verloochenen". Maar Buytelaar heeft bewezen dat hij dat niet kan. „Dat is zo. Misschien moet je iemand anders nemen of hem in combinatie met een ander aan de mentale kant laten schaven. Daar is net zo veel aan te doen als aan de technische kant, wat Buytelaar erg goed doet. Technisch gezien wordt er in Nederland be hoorlijk gespeeld. Maar het hangt vaak op een stuk bereidheid om jezelf niet te ontzien, een stuk disci pline. Net zoals je niet van iemand mag verwachten dat ie op zijn vijftiende of zestiende erg goed technisch kan tennissen kun je ook niet verwachten dat ie dan al mentaal erg goed in mekaar zit Daar moet net zo hard aan gewerkt worden. Ik geloof dat dat besef ook pas een paar jaar leeft. Maar de uitvoering van dat idee laat nog wel wat te wensen over. De begeleiding vanaf zestien jaar is essentieel. Er moet een geest ontstaan, een sfeer tussen de groep van spelers en begeleiders van: we gaan met z'n allen werken naar een aantal spelers bij de Europese top. Er zijn mogelijkheden, maar er wordt te weinig gewerkt en er wordt wat teveel gewacht op een natuurtalent". Zou jij eventueel in de toekomst iets willen doen in de sector begeleiding van jeugd? „Dat zou me boeien. Afgezien van het feit of ik daar geschikt voor zou zijn fascineert het me wel betrokken te zijn bij de begeleiding van het topten- nis in Nederland. Daarom aarzel ik ook nog steeds of ik een fulltime baan als econoom moet zoeken. Ik heb nog geen idee welke functie ik in die begeleidingssector zou moeten bekleden. Zover heb ik nog niet gedacht. Misschien dat ik over een jaar of vijf de ervaring en wetenschap die ik heb opgedaan ten nutte kan maken door dat te bespre ken met de mensen die in de bond op plaatsen zitten waar ze het beleid uitmaken. Dat lijkt me erg leuk, ik geloof dat ik daar wel wat zinnigs over kan zeggen". FRANK WERKMAN Louk Sanders, die afgelopen weekeinde in Deventer één van zijn beste prestaties boekte door het vooral in de laatste ronden naar Nederlandse maatstaven sterk bezette Chateau d'Ax-toer- nooi te winnen, geldt komende week opnieuw als favoriet voor de Nederlandse titel. Op de banen van het Metscomplex in Scheven- ingen zal de Leidse dienstplichti ge militair moeten trachten zijn derde titel in successie te behalen. Gezien zijn verrichtingen in De venter, waar hij achtereenvolgens afrekende met de Australiër Bar ry Phillips Moore en de Joego slaaf Nicola Spear en daarmee vijfduizend gulden rijker werd, steekt Sanders in goede vorm, zo dat het de concurrentie moeilijk zal vallen hem van een derde triomf af te houden. In bijgaand verhaal geeft de kri tisch ingestelde Sanders zijn visie op de situatie van het Nederland se tennis op dit ogenblik, waarbij hij niet schroomt om de vinger op de zere plekken te leggen, maar ook oplossingen aan de hand doet. e situatie in het Nederlandse (vooral beren) ten- is is niet rooskleurig. Hoe is die volgens jou lts taan? „Dat is niet zo'n simpele vraag. Kijk, om te begin gen blijkt dat er in ons land wel degelijk talent anwezig is. Bij de Europese jeugdkampioenschap en onlangs in Berlijn is een Nederlandse jongen in de finale gekomen en heeft een Nederlands dubbel de titel gewonnen. Dat is iets, hoewel ik er niet exact van op de hoogte ben, maar ik hoorde al wel vaak van bepaalde mensen, dat zich vrij ïregeld voor doet. Daar blijkt uit dat Nederland ch op die leeftijd in Europees verband steeds ntzettend goed manifesteert. Eigenlijk zefs één van e betere landen is. De aanleg is er dus wel. Er ordt wel eens gezegd dat er geen aanbod van lentvolle spelers is, maar die is er duidelijk wel, ar dat aanbod verdwijnt in het niet op een jeven moment". laar blijven die talentvolle jongeren dan? Dat heeft op de eerste plaats iets te maken met et feit dat de hele zaak piramidaal is opgebouwd, r zijn altijd meer mensen die op zestienjarige leftijd Europees niveau hebben dan op 22-jarige feftijd, omdat de top nu eenmaal kleiner is. Dat ikt me logisch, omdat de hele zaak volgens die iramide is opgebouwd. Verder is de tendens zo dat et breekpunt zich zo tussen de achttien en de fintig jaar voordoet Dat is niet iets dat alleen in ederland voorkomt, maar in ons land in ieder val ook". Uar in Nederland kennelijk erg sterk? )aar zijn volgens mij een aantal factoren voor aan wijzen. In de eerste plaats zijn we, geloof ik, van ature niet zo avontuurlijk aangelegd. D'r zijn niet i veel veelbelovende spelers die op die leeftijd tggen: nou, ik kan goed tennissen, verder vergeet alles, ik ga alleen spelen. Terwijl er volgens mij landen als Australië en Amerika, en wat dichter j huis in Frankrijk of zo, veel minder over (gedacht wordt. Die doen het gewoon. Klaar. Die en wel wat er van terecht komt. Hoewel ik me fel eens afvraag wat er gebeurt met mensen die ït niet halen. Daar ben ik nog niet achter", ou je het een verschil in mentaliteit kunnen >emen? k vind niet dat je het kunt vergelijken in mentali- fit. Ik geloof dat je het moet omschrijven met aard. andsaard. Ik geloof dat je aan mentaliteit veel leer kunt werken dan aan landsaard. Mentaliteit un je veranderen. Landsaard zit er gewoon in. Ook geldt het niet voor ieder Nederlands individu, ïaar in doorsnee zit het er gewoon in. Dat is een ing dat volgens mij meespeelt. Het tweede ding, aar dat is iets dat voor de meest welvarende nden overigens geldt, die toch ook wel goede nnissers voortbrengen, is dat het hier toch alle- laal wat te gemakkelijk gaat". t bedoelt: men bereikt hier op een gegeven mo- ient de top of wat daartoe wordt gerekend en men eemt daar dan genoegen mee? Ia, men neemt er voor zichzelf te gauw genoegen iee. Men heeft van zichzelf al gauw het gevoel dat et redelijk goed is. Op zich is dat niet zo erg. Je ag best tevreden zijn met een bepaalde ontwikke- ïg in je eigen tennis als je constateert dat er steeds >oruitgang in zit, maar aan de andere kant moet kunnen relativeren en kunnen inzien dat als je Nederland nog niet eens op de ranglijst staat at je echt helemaal nergens meetelt en dat er echt pitzettend hard gesjouwd zal moeten worden om en beetje mee te géén tellen, laat staan om er echt ehoorlijk bij te horen. Het besef dat er gewoon 7 hard gewerkt moet worden is te weinig aanwe- o dat wordt ook niet voldoende bijgeschaafd door Dodofficials? pat is volgens mij inderdaad het derde punt lansen moeten tegen zichzelf in bescherming wor- an genomen. Tegen hun eigen gemakzucht, tegen un eigen tevredenheid met zichzelf, wat bij de één nsschien wat meer nodig is dan bij een ander. Dat a volgens mij in Nederland hard nodig. Dat is iets Vaar iedereen, die een beetje met tennis is begaan, Jet mee eens zal moeten zijn. En als men het daar Jfee eens is zal men de stappen moeten nemen om Je voor toptennis slechte dingen de kop in te Jakken en daar gewoon een hard en eerlijk beleid ïgenover moeten zetten. En dat ontbreekt volgens nj ook, hoewel ik wel geloof dat het beter wordt °or mij zou het ideaal zijn als je op een gegeven jfoment tegen mensen zegt waar je wel wat in ziet, o zich op jeugdniveau redelijk bewezen hebben, nou jongens: hier zijn jullie, drie of vier man; dat an dat budget is er (in 1976/77 is er een ton voor r"e vier mensen); dat en dat toernooiencircuit er. Het lijkt me ideaal als je zeker op die leeftijd, «Jt zes weken in het buitenland speelt, dan twee fff1 toer terug komt en dat er gepraat wordt over r* gegaan is. Bepaalde zwakke punten kunnen n worden bijgewerkt Ze kunnen mentaal weer - - w

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 11