Spelen grandioos succes SPELEN VAN OF ZONDER TOEKOMST? PRESTATIES ORANJE IN DOORSNEE TELEURSTELLEND Nederland op één lijn met paalzitters en langzwijgers I „SPELEN ALTIJD IN GRIEKENLAND" Enith Brigitha Herman Ponsteen Ivo Trumbio Ir. Paulen rekent op Afrikaanse landen Van onze speciale verslaggever MONTREAL Ir. Ad Paulen, vorige week tot president van de Internationale Atletiek Fe deratie (IAAF) gekozon, heeft tijdens zijn eerste persconferentie In het grote perscen trum van Montreal verklaard er niet aan te twijfelen, dat de Afrikaanse landen volgend jaar zullen meedoen aan de wedstrijden om de wereldbeker. Oe 73-jarige Nederlander gelooft In het geheel niet dat de atleten van dit continent om politieke redenen dit evene ment zullen boycotten. „We werken hard aan de wedstrijden van volgend jaar in Dusseldorp", zo verklaarde hij, „financieel gesproken zijn we rond en ook de verdere problemen zijn zo goed als opgelost. Ik verwacht stellig dat de Afrikaanse landen naar West-Duitsland zullen komen. Wij hebben eenzelfde£/,£/,lord dreiging gehad met de wedstrijden in Mexico. Toen hebben alle Zuid- amerikaanse landen toch ook deelgenomen". MONTREAL Hoe men het ook keert of wendt welke kritische noten er voor de Spelen ook zijn geplaatst en daarvoor was ook voldoende reden hoezeer een leder tot het laatst In onzekerheid heeft verkeerd, er moet worden vastgesteld dat de spelen van Montreal 1976 een grandioos succes zijn geworden op vrijwel allerlei gebied. In een land waar verscheidene sporten van het Olympisch programma onbemind of zelfs on bekend zijn bij de grote massa werd een record aan toeschouwers geboekt. De ac commodaties waren weliswaar niet alle ge heel gereed, maar dat betrof details die de sportbeoefening op geen enkele wijze In de weg stonden. Organisatorisch klopte alles perfect Montreal 1976 Is een volkomen ver rassing geworden. In dit geheel heeft Nederland een kleine rol mogen meespelen. Het Is weliswaar een klein landje maar tevoren waren de verwach tingen zo hoog opgevoerd dat er meer In had moeten zitten dan twee zilveren medail les en drie bronzen. Ten opzichte véh Mun- chen 1972 een achteruitgang. Toen werden drie gouden medailles (Willem Ruska twee en Henny Kuiper in de wegwed strijd). een zilveren (Mieke Jaapies, kanovaren) en een bronzen (twee zonder stuurman: Luy- nenbuigStokvis) behaald. En zeker ten aanzien van Mexico 1968 waar driemaal goud, drie keer zilver en eenmaal brons werd ver overd. De algehele lijn van achteruitgang van de topsport in Nederland is daarmee aange toond. En er moet gevreesd worden dat deze teruggang zich eerder zalvoortzetten dan worden teruggedrongen of verbeterd. Aan de bestuurders van de onderscheiden sportorga nisaties de taak dit te logenstraffen. Er zal een geheel andere opzet moeten komen. Er zal strenger geselecteerd moeten worden, en zullen (veel) minder ongemotiveerden-na-aan- wijzing uitgezonden moeten worden. Er zal tijdig geselecteerd moeten worden op talent, zodat de atleten die zijn uitverkoren zich in alle rust kunnen voorbereiden op de Spelen. De tienkampers die in Montreal aan de top stonden, hadden zich de laatste maanden niet in een wedstrijd gemengd. Zij hadden rustig gebouwd aan vorm en conditie zodat zij op het juiste moment hun verzamelde krachten konden aanspreken. De procedure in zijn geheel eist drastische wijziging. Niemand, het NOC noch andere selectie-organen, mag zich meer zand in de ogen laten strooien door prestaties die „we reldschokkend" lijken maar bij nader inzien op het hoogste internationale vlak wéinig of niets voorstellen. Er wordt in Nederland te snel geroepen dat er weer een fenomeen is opgestaan terwijl men zich in andere landen op zijn gemak voorbereidt op een groot evenement en „er is" op het moment dat het vereist is. Neder land vergenoegt zich kneuterig met prestaties (Jos Hermens) die op internationaal niveau nauwelijks staan aangeschreven en begeeft zich daarmee ongeveer op het vlak van paal zitters .langzwijgers en aardappelschillers die ook van zich zelf denken dat de hele wereld van hun „record" ondersteboven is. Nuchterheid maar vooral inzicht in wat elders in de wereld gebeurt kan voorkomen dat een groot aantal sportlieden, die een terecht of ten onrechte nationale faam hadden opge bouwd in enige dagen Olympische Spelen worden gedegradeerd tot middelmatigen van wie „het thuisfront" zich afvraagt wat zij in hemelsnaam in Montreal moesten doen. Het gehele sportleven krijgt een enorme deuk indien de toppers het. om welke reden ook. laten afweten. En dat wordt nog geaccen tueerd als zij na hun falen een onverschillig heid tonen die het geheel nog pijnlijker maakt. man die heeft voldaan, de kanovaarders die tenminste nog razend op zichzelf waren omdat zij minder hadden gepresteerd dan in het gunstigste geval mogelijk was geweest, en de schutters die fifty-fifty „speelden" maar dan wel met de opmerking dat de een (Eric Swinkels) zeer knap uitkwam en de ander (Willy Hillen) zeer duidelijk uiterst zwak op trad. Herman van Bergem Dat is gebeurd. Men stapte na decepties die smeekten om zelfonderzoek vrolijk naar de diskotheek of de feesttent om tot de orde van de (feest) dag over te gaan en zich nergens meer om te bekommeren. En er was reden te over om eens na te gaan of die dikke honderd dames en heren wel of niet aan weinig hooggespannen verwachtin gen hadden voldaan. Dat kan ten aanzien van de ruiters, de wielrenners (uitgezonderd Pon steen) de zeilers (op Geert Bakker na), de roeiploeg en de atletiekafvaardiging met een volmondig neen worden beantwoord. Turn sters en vooral de poloploeg mogen zich als geslaagd beschouwen en voor de hockeyploeg had er meer in moeten zitten. Twijfelgevallen blijven de zwemploeg die eigenlijk alleen steunt op het tweemaal brons van Enith Brigit ha en de prestaties van de herenestafetteploeg en in iets mindere mate ook van Henk Elzer- Lichtzinnig Een algehele balans die er niet zo gunstig voorstaat Er moet wel worden gezegd dat dit ongunstige aanzien in de hand wordt gewerkt doordat verscheidene bonden licht zinnig met hun afgevaardigden omspringen. Het heeft geen enkele zin om het kanoduo Bloem-^Jacobs toch maar te laten varen op de 1000 m. als zij uitsluitend en alleen zijn uitgezonden op de 500 m. Het heeft geen enkele zin om zwemmers en zwemsters te water te laten op nummers waarvoor zij niet naar Montreal zijn gegaan. Een hoogspring ster laat men toch ook niet speerwerpen omdat zij er toch is. Op die manier beïnvloe den sommige bonden het toch al niet zo florissante aanzien dat de Nederlandse ploeg in Montreal tot stand heeft gebracht. Er zou al veel gewonnen zijn als zij, die niet aan de verwachtingen hebben beantwoord en wier uitzending achteraf toch nog discutabel kan worden gesteld, daarvan zelf ook overtuigd waren. Er zijn nuances. Een arts die al zijn vrije ATHENE De Griekse premier Constantlne Karamanlls heeft voorgesteld de Olympische Spelen na 1980 (Moskou) uitsluitend In Grie kenland te houden. HIJ deed dat In een zaterdag openbaar gemaakte brief aan lod Killanin, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Karamanlis zei dat het niet alleen symbolisch zou zijn maar dat „de spelen zich zouden H kunnen ontdoen van alle valse elementen, die u steeds zijn toegenomen en het evenement met H verval bedreigen". tijd beschikbaar stelt voor roeltralnlng, een meisje op kantoor dat 's morgens, 's middags en 's avonds onder minder gunstige omstan digheden In het (zwem) water duikt, een lid van een advocatenkantoor met drukke prak tijk die zich In allerlei bochten wringt om de hockeytraining te volgen. Zij moeten toch ietwat anders beschouwen en beoordeeld worden dan studenten, die de sport laten prevaleren en in het algemeen zij die gemakkelijker over vrije tijd kunnen be schikken. Omdat het merendeel van de ploeg voor Montreal uit de eerste categorie stamde en er straks op deze groep, natuurlijk gewijzigd, weer een beroep moet worden gedaan, mag het niet verwonderlijk heten dat Nederland zich zal moeten blijven presenteren op een lager niveau. Ten hoogste Europese roem kan binnen korte tijd nog vergaard worden indien geen ingrijpende veranderingen plaats vinden. En daarin zal dan ook de overheid moeten participeren. Intussen is Montreal weer een normale stad geworden, waar in hoofdzaak Frans en (minder) Engels wordt gesproken, in de stadions geen uitbarstingen van opperste vreugde of diepst verdriet meer zullen worden gehoord, het stadsbestuur achterblijft met ac commodaties die nauwelijks of niet meer aan de opzet beantwoorden en de bevolking wat vrolijker aankijkt tegen het gigantische bedrag dat de Spelen hebben gekost. Ze hebben er tenslotte van genoten, met volle teugen. En de prijzen gaan overal ook weer omlaag. Lord Killanin met Willi Daume Met dans en muziek zijn de Olympische Spelen afgesloten. Een groep uit India doet het op een eigen manier. Van onze speciale verslaggever MONTREAL Nog twee Olympiaden ver liggen de Spelen van 1984. Een sprong van acht jaren slechts van Montreal via Moskou naar... Riad misschien of Teheran, Los Ange les of Nice. Naar nieuwe sportieve hoogte punten zeggen de optimisten, naar niets zeggen de pessimisten. In ieder geval zal een aantal van ruim 7000 sportmensen, die in Montreal (niet alleen) voor de glorie van de sport streden, hun loopbaan nog niet voltooid hebben. Het jaar 1984, het benau wende toekomstvisoen van George Orwell, is dichtbij. Hoe klein de afstand is, was in Montreal al zichtbaar. De Spelen van de 21e Olympiade van de moderne tijd waren al de spelen van de toekomst. De principes van De Coubertin werden nog meer verloochend dan in de voorgaande tachtig jaren. De atleet uit Liechtenstein loopt nog omdat het deelne men belangrijk is, de zeiler uit Bermuda en de zwemster uit Hongkong kwamen niet voor de medailles. Maar de anderen, de grote meerderheid van hen althans, reisde niet af naar Montreal voor uitsluitend de sportieve strijd. Het ging om de overwinning, het ging meer nog om het succes van het ene land ten opzichte van het andere dan om de uitdrukking van het krachtsverschil tussen een aantal individuen. Daartoe worden kosten, moeite noch mensen gespaard. De amateurstatus is een farce bij negentig procent van hen die slagen. Alle Joegolavische of Amerikaanse basketballers zijn studenten, maar het belangrijkste dat zij de afgelopen jaren hebben geleerd is beter te ballen. Loopt Alberto Juantorena voor iets anders dan Castro en Cuba? Wie heeft in Montreal de perfecte Nadia Comaneci zien lachen? Mag Kornelia Ender falen na al het geld, tijd en werk die in haar geïnvesteerd zijn? Loopt Lasse Viren alleen op rendier- melk? Willen Herman Ponsteen en Gregor Braun iets anders dan de weg openbreken naar een vet profcontract? De vraag stellen betekent het antwoord geven. En de antwoorden zijn bekend. Al jaren. Die feiten worden aanvaard door de hele wereld die de gladiatoren de leeuwen wil zien ver slaan en soms dat nog ziet gebeuren ook. Het wonder van Montreal was echter dat het cynisch-realisme zo vaak werd geloochen- straft. Dat het publiek niet lui achter de buis bleef zitten, maar nog massaler dan voorheen naar de arena's trok om het te beleven. De Spelen hebben dus nog toekomst. De televisie drukt het publiek niet weg van de stadions waar de invloed van de enthousiaste toe schouwer zelfs de meest geprogrammeerde atleet nog een kick geeft. Ook niet in en om Montreal, waar de scheiding tussen deelnemer en bewonderaar scherper was dan ooit te voren. De Grieken, die hun winnaars veel meer gaven dan een lauwertak, kenden ook hun bewakingsdiensten. Maar Montreal had hek ken alom, twee veiligheidsfunctionarissen op iedere deelnemer. De stad die alleen bij onlus ten en die zijn zeldzaam in Canada wel eens een militair ziet, constateerde dat bewa kers en politieagenten, detectives en recher cheurs met bataljons bewapende militairen aangevuld werden tot een leger van bijna 16.000 man. De ramp van München moest worden voorko men en dat is gelukt. Maar Orwells gedachten waren voelbaar in de Olympische stad. De grote broer, of diens kleine vazal, controleerde en onderzocht, sloot af en opende, weigerde of gaf toestemming. Dit toekomstbeeld was al werkelijkheid in de grootste stad van Canada, waar gewoonlijk het talent tot improviseren heerst. Het deficit van de Spelen zal rond een miljard dollar bedragen, een schuld die nog jaren op allerlei begrotingen zal drukken. Dat gegeven is geen direct gevaar voor de Spelen van de toekomst. Er zullen altijd steden of landen zijn die alles willen doen om prestige te verwerven of te behouden. Er zijn ook plaatsen op de wereld waar het geld niet telt. De toekomst van de Spelen als ontmoetings punt van de hele wereld is onzeker omdat een groot deel van de wereld slechts op zijn voorwaarden en onder zijn condities wil deel nemen. Lord Killanin en zijn mede-bewoners van de ivoren toren beschouwen, in navolging van Brundage, de commercie binnen de sport nog steeds als de grootste bedreiging. De aanval van die kant is echter al voltooid omdat slechts diegenen die de moed hebben zich ook professional te laten noemen, zijn buiten gesloten. De politiek heeft de Spelen van Montreal volledig overmeesterd. Zuid-Afnka. en Rhodes- ië waren al buitengesloten. Taiwan, Formosa of nationalistisch China zo men wil, werd weggepest in Montreal omdat Killanin zijn principes en die van de Olympische beweging op de tocht zette onder druk van de Canadese regering. De Afrikaanse landen vertrokken om dat zij een stok hadden gevonden om de hond van de apartheid te slaan, maar nog niet bij machte waren die stok op te tillen. Hun afwezigheid is van veel meer invloed op de spelen geweest dan het bedrog van schermer Onisjenko, de ziekte van de poloploeg uit Rusland, de paniek om Borsov, de veronder stelde omkopingspoging van een paar schoon- springjuryleden of de incidentele dopinggeval- len die strafbaar bleken onder de reglementen van het IOC. Het probleem van de hele wereld drukt op de Olympische Spelen en het zou onwerkelijk zijn als het anders was. De inzet van die strijd zijn geen seconden, centimeters, of punten. De Grieken stopten hun gevechten voor de spelen, de moderne tijd onderbrak zijn spelen in tijd van oorlog en verloochende het ideaal van De Coubertin al in 1920 en 1948 toen Duitsland werd verboden deel te nemen. In 1976, in vredestijd, vertrok bijna een derde deel van de ingeschreven landen. Daar om dringt de vraag zich op of Nederland nog Eniths Brigitha. Erics Swinkels, Hermans Pon steen, waterpoloers en hockeyers zal hebben in de nabije jaren, of er nog een toekomst is waarin de Spelen van de volgende Olympia den kunnen gedijen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 16