[RECORDGOLF SSIN
NIEUW BEGIN
Montreal beter dan München
maar nieuw bloed noodzakelijk
Tradities omver geworpen
MONTREAL'76
IWEMMEDAILLES
WERELDRECORDS
(NEDERLANDSE
...RECORDS
JjMJDbt CüUKAMT
van onze speciale verslagge
ver)
MONTREAL Verslagen
keek Komelia Ender naar
haar teamgenootjes. Hun ta
len op de vrije slagestafette
had „Genosse" Konnie haar
vijfde gouden medaille gekost en wat nog
erger was: de Verenigde Staten in staat
gesteld op het slotnummer van de zwemwed-
ttrijden een vernietigende klap uit te delen,
.achend en zwaaiend vormde Shirley Babas-
Vff het middelpunt van het dansende groep-
Aemrikaanse meisjes op het erepodium,
feen symbool van Amerikaanse onverzettelijk
heid. Na de zesde achtereenvolgende neder-
„en niets onreglementairs gezien
Ploeggenootjes Kim Peyton (19 jaar en al
dertien jaar zwemmend). Wendy Boglioli (21
en al vijftien jaar in het wedstrijdwezen) en
de 18-jarige Jill Sterkei zochten eensgezind
de oorzaak van deze volkomen onverwachte
heropstanding in de geweldige teamgeest bij
de Amerikanen. „Bij ons wat het één voor
allen en allen voor één. De andere ploegen
zwommen als een verzameling van indivi
duen."
Het wereldrecord van 3.44.82 waarmee de
Amerikaanse damesploeg de avond besloot,
was het 29e en laatste van het zwempro-
gramma. Het mag dan voor sommige West-
lag even tevoren op de 800" meter, niet duitsers een moeilijk te verteren gedachte
ipot te krijgen en weer present, toen de zijn, maar op zwemgebied heeft Montreal de
herinnering aan München weggevaagd. Daar
s«w.8c.. ,wv. wo ...OWO...O-WMW- kwamen weliswaar ook 23 wereldrecords in
«■ïfcnd. De Verenigde Staten, die op één na de boeken, maar de marge was er veel
"\lle herennummers wonnen, kwamen door geringer. Montreal heeft nieuwe normen ge-
die ene gouden plak bij de dames op dertien steld.
Dlympische titels. Oost-Duitsland moest het
inet twee minder doen.
Bijna had Shirley Babashoffs' onvergelijkbare
gretigheid Nederland een bronzen medaille
spgeleverd Ze nam als laatste zwemster zo
tnel over. dat velen er een valse start in zagen.
De mogelijkheid daagde dat Ineke Ran, Linda
taber. Annelies Maas en Enith Brigitha, die
Tiet een overigens knap Nederlands record
ran 3.51.67 als vierde hadden aangetikt, als-
•tog in de prijzen zouden vallen.
Damesleidster Wil Storm klampte voorzitter-
«mprechter Bertil Saelfors aan. „Ik heb de
[tym al laten terugdraaien", liet deze weten.
Zoveel gevestigde tradities zijn omver gewor
pen. dat men beter kan spreken, dat er een
nieuw begin is gemaakt Het jaar één van de
zwemsport. De twee minutengrens voor de
vlinderslag en rugslag heren bestaat niet lan
ger. Op de 100 meter vrije slag verwezenlijkte
de „snelste denker te water", zoals Jim Mont
gomery zich noemt, een droom van tientallen
jaren. Vijftig jaar nadat Johnny Weismuller als
eerste de honderd meter zwom binnen de
rondgang van de scondenwijzer, kan de 21-ja-
rige pupil van Doe Counsilman zich erop
beroemen de vijftig secondeggrens te hebben
geslecht. 49.99 Was de tijd waarop het elektro
nische scorebord bleef staan, toen hij als
eerste aantikte. Bij de dames passeerde Kor-
nelia Ender de twee minutengrens op de 200
meter vrije slag. Sinds München is het wereld
record op de 400 meter vrije slag dames met
tien seconden en dat van de 1500 meter vrije
slag heren zelfs met vijftig seconden omlaag
gegaan. Omgezet in zuivere zwemsnelheid
betekent het dat er nu twee tot drie en een
half procent harder wordt gezwommen dan
vier jaar geleden. Achteraf bezien waren de
vorige Olympische Spelen een onschuldig
speeltuin-vermaak.
Citius, altius, fortisals het met het zwem
men zo doorgaat moet de Olympische bewe
ging omstreeks 2012 een ander motto beden
ken. Bij het huidige tempo zijn dan immers
de meeste wereldrecords tot nul gereduceerd.
De ..vliegende" Schot David Wilkie, doorbrak
op de 200 meter schoolslag de Amerikaanse
hegemonie in een tijd. die ruim twee seconden
onder het wereldrecord lag.
De Amerikanen hebben hun verlies te danken
aan eigen gastvrijheid. Ze lokten Wilkie vier
jaar geleden met een studiebeurs naar Miami
en gaven hem daar optimale trainingsfacilitei-'
ten. „Als ik in Groot Brittannië was gebleven,
zou ik waarschijnlijk allang met zwemmen zijn
gestopt", aldus Wilkie. „In Amerika kon ik
studie met sport combineren. Dat heeft mij
de gelegenheid gegeven om mij volledig op
deze Spelen te concentreren."
Amerikaanse zwemsters vieren feest. Vooral Shirley Babashoff (tweede
van links) die dan toch haar goud kreeg.
„T/IONTREAL -
.jjwemmen:
1 fleren:
goud
)ryerenigde Staten
.pferoot-Brittannie
'Jusland
ldüanada
rJVest-Duitsland
i>5' -Duitsland
^Australië
ibf!ames:
jjbost-Duitsland
tj/erenigde Staten
pjRusland
Danada
Nederland
Het medailleoverzicht van het
1 1 1
1 3
2
11
1 4 2
1 2 2
1 6
MONTREAL Overzicht van de wereldre
cords, die bij de Olympische zwemwedstrij
den zijn verbeterd of geëvenaard:
DAMES:
100 meter vrije slag: Kornelia Ender (ODI)
55.62.
200 meter vrije slag: Kornelia Ender (ODI)
Va 1.59.26.
TJpl'400 meter vrije slag: Petra Thümer>(ODI)
Men 4.09.89.
:ht i800 meter vrije slag: Petra Thümer (ODI)
en. 8.37.14
lo (100 meter schoolslag: Hannelore Anke (ODI)
dani.ii.ii en 1.1086.
P'a200 meter schoolslag: Marine Kosjevaja (R)
hef233.35
O'HOO meter vlinderslag: Kornelia Ender (ODI)
or '1.00.13 (evenaring).
hah4oo meter wisselslag: Ulrike Tauber (ODI)
>r <4.42.77.
400 meter wisselslag estafette:\Oost-Duits-
R'Sland. Ulrike Richter, Hannelore Anke. Andrea
ie 'Pollack en Kornelia Ender 4.07.95.
ch'|400 meter vrije slag: Verenigde Staten: Pey-
,editon, Boglioli. Sterkei en Babashoff 3.44.82.
3° HEREN:
1 3f100 meter vrije slag: Jim Montgomery (VS)
3nk|49.99.
>peii200 meter vrije slag: Bruce Furniss (VS)
1.50.29.
400 meter vrije slag: Brian Goodell (VS)
3.51.93.
1500 meter vrije slag: Brian Goodell (VS)
15.02.40
100 meter schoolslag: John Hencken (VS)
1.03.88. 1.03.62 en 1.03.11.
200 meter schoolslag: David Wilkie (GB)
2.15.11.
100 meter rugslag: John Naber (VS) 56.19 en
55.49.
200 meter rugslag: John Naber (VS) 1.59.19.
200 meter vlinderslag: Mike Bruner (VS)
:1.59.23.
400 meter wisselslag: Rod Strachan (VS)
4.24.62.
4 x 100 meter wisselslag: Verenigde Staten:
Peter Rocca. Chris Woo, Joe Bottom en Jack
Babashoff 3.47.28. Verenigde Staten (John
Naber. John Hencken. Matt Vogel en Jim
Montgomery) 3.42.22.
4 x 200 meter vrije slag: Verenigde Staten:
I «Tim Shaw. Bruce Furniss, Mike Bruner en
»oug Northway 7.30.33. Verenigde Staten (Mi-
f |ke Bruner. Steve Furniss, John Naber en Jim
Montgomery) 7.33.22.
Irr MONTREAL Tijdens de zwemwedstrijden
,alevan de O'yroP'Sche spelen zijn de volgende
eldiNeder1ands® records verbeterd.
Dames
100 meter vrije slag Enith Brigitha 56.61
lieV400 me,er vri'e s'a9 Annelies Maas 4.17.16
800 meter vrije slag Annelies Maas 8.57.38
usti100 meler ru9slag Diane Edelijn 1.05.38 en
u g 1.05.11 Enith Brigitha 1.04.98
1(J i4 x 100 meter vrije slag Ineke Ran, Linda
d fiFaber. Annelies Maas, Enith Brigitha 3.51.67
qj4 x 100 meter wisselslag Diane Edelijn, Wijda
y'Mazereeuw. Jose Damen, Enith Brigitha
?r4-19"93
Heren
t ,200 meter vrije slag Rene van der Kuil 1.55.59.
jieriAbdul Ressan9 1-55.43
,he^800 meter vrije slag Henk Elzerman 8.24.95
wai1500 meter vrije slag Henk Elzerman 15.51.08
dd100 meter vlinderslag Kees Vervoorn 57.84
,200 meter vlinderslag Ronald Woutering
ml20731
4 x 100 meter vrije slag Abdul Ressang. Rene
van der Kuil. Andre in 't Veld. Henk Elzerman
7.42.54
MONTREAL Met een
lawine van wereldre
cords, een vloedgolf
van Olympische re
cords en ook een
stroom van verbeterde
Nederlandse toptijden is het zwem-
toernooi afgesloten. Onbetwiste top
per was Kornelia Ender, die met de
gehele Oostduitse ploeg het dames-
zwemmen beheerste zoals de Ame
rikanen, maar dat was ook in Mün
chen al het geval, bij de heren
oppermachtig waren. Gemeten naar
de medailles en de verplaatsen -
het behalen van een positie in de
finale maar daarin niet in de prijzen
vallen - is Montreal 1976 voor de
Nederlandse zwemploeg beter uit
gevallen dan München 1972 waar
geen enkele plak maar alleen vijf
finaleplaatsen werden behaald. Dit
maal "vielen" er wel medailles en
drong eenzelfde aantal dames tot
de individuele eindstrijden door. De
heren^ die in München nog hele
maal niets in de melk hadden te
brokken, kwamen nu zelfs met een
opvallende plaats uit de eindstrijd
4 x 200 meter vrije slag, daarmee
hun uitzending volkomen rechtvaar
digend.
De opzet van de "driedaagse in Rotterdam"
was immers niet alleen het jagen op limieten
maar wel degelijk ook het uitzenden van een
heren-estafetteploeg 4 t 200 meter vrije slag.
De individuele tijden werden bijeen geteld en
aan de limiet was voldaan.In Montreal bewees
die ploeg dat de zwembond het juist had
gezien. Maar de vraag moet gesteld worden
of de KNZB het geheel wel goed heeft beke
ken, en dan moet met neen worden geant
woord. Te veel leden van de vijftien man
sterke ploeg voldeden niet aan de verwachtin
gen.
Er was veel voor te zeggen toen de zwembond
koos voor het systeem in enige dagen limieten
te laten zwemmen. Deze waren geënt op de
wereldkampioenschappen van 1975 in Cali en
men koos de achtste tijd van de finales aldaar.
Die tijden wgren te zwak, zoals is gebleken.
Niet eens rekening houdend met de formida
bele explosies die de Oostduitse meisjes ont
ketenden, zijn er te veel door de mand geval
len. Zij realiseerden in Rotterdam onder de
gunstigste omstandigheden - geen Olympische
druk, eigen omgeving - de limiettijden maar
kwamen er in Montreal niet aan toe, ondanks
het feit dat zij aan hun tegenstandsters di
kwijls goede "trekkers" hadden.
Vedette
Nederland zal het in de nabije toekomst van
de jeugd moeten hebben. Enith Brigitha was
de vedette in het gezelschap, maar zij zal
Moskou 1980 niet meemaken, zij is eenen
twintig en staat op het punt de overmijdelijke
terugval onder ogen te moeten zien. De
falende Wijda Mazereeuw is nog net niet
tweeëntwintig en zal Moskou evenmin zien.
Het trieste is evenwel dat bij de jeugdigen een
flink aantal kennelijk in Rotterdam een top
prestatie heeft geleverd en alles eruit heeft
geperst om toch maar Montreal te halen.
Berber Kamstra (16) zwom op de 100 meter
vrije slag 1.00.68 (limiettijd, die zij haalde
59.1). Ineke Ran (14) bleef op de 100 meter
krap onder de vereiste tijd van Rotterdam
(58.08 tegen 59.1) maar kwam op de 100 meter
vlinderslag daar weer niet aan (1.05.63 -
1.04.3), op de 200 meter vrije slag wel (2.05.01
- 2.06.5).
Het teleurstellendst was het zwemmen van
José Damen, die in Rotterdam op vrijwel alle
John Naber op weg naar een historische prestatie. Hij werd de eerste
man die de 200 meter rugsiag binnen de twee minuten aflegde.
afstanden pogingen deed. Het is voor te
stellen dat een zwemster van zeventien jaar
dolgraag de Spelen wil meemaken, maar er
moeten redelijke gronden aanwezig zijn. José
Damen bleef in Montreal op de 200 meter
vlinderslag belangrijk boven de limiet (2.21.73
- 2.18.5) en op de 100 meter vlinderslag
i (1.06.09- 1.04.3). Alleen op die tijden
(1.16.76) een Diane Edelijn op de 200 meter
rug rechtstreeks werd uitgeschakeld mag toch
wel geconcludeerd worden dat de damesploeg
als totaal niet aan de verwachtingen, die
bepaalt niet hoog gespannen waren, heeft
beantwoord. Op de dertien Olympische num
mers werden onze zwemsters elfmaal in de
series naar de vergetenheid gezwommen.
Juiste weg?
Herman van Bergem
is het limietensysteem, hoe te prijzen ook, al
veroordeeld. Er dienen strengere maatstaven
te worden aangelegt. Elk land treedt weliswaar
naar voren op de wijze, die de mogelijkheden
schept, en die zijn in ons land nu eenmaal
beperkt, maar limieten creëren die niet aan
de werkelijkheid voldoen, is zichzelf bij de
neus nemen. Ook voor Linda Faber moet dat
gelden. Als ze in Rotterdam de 4.25.0 haalt
en in Montreal op de 400 meter vrije slag liefst
4.36.98 zwemt, is ze te lichtvaardig beoor
deeld. Als dan nog wordt gesteld dat ook
Maritzka van de Linden (14) op de 100 meter
schoolslag de 1.15.8 niet wederom haalde
Er moet dan ook gevraagd worden of het
stellen van limieten de juiste weg is, althans
het stellen van tijden die een jaar oud zijn
en dan nog een achtste finaletijd. De algeme
ne norm voor uitzending luidde: „Het verrich
ten van prestaties die de verwachting recht
vaardigen dat werkelijke strijd op Olympisch
niveau zal worden geleverd". Er kan moeilijk
worden volgehouden dat tienmaal uitschake
ling in de series hieraan voldoeL
Er staan uiteraard ook positieve zaken tegen
over: de medailles van Enith Brigitha, de fraaie
prestaties van de estafetteploegen, de finale
plaatsen en o.a. de halve eindstrijd die Wijda
Mazereeuw bereikte. Normaal gesproken zou
dat „strijd op Olympisch niveau" kunnen zijn,
maar juist Wijda Mazereeuw moest voor de
limietjacht als één van de (weinige) zekeren
worden beschouwd, omdat zij in Cali twee
maal zilver op haar specialiteit had behaald.
Zo bezien is ook haar optreden - uitschakeling
in de series 200 meter schoolslag en in halve
eindstrijd 100 meter - een ontgoocheling.
Toen de Oostduitse zwemsters begin juni alle
records omver kegelden, had de KNZB alsnog
die limieten scherper kunnen stellen, wetend
dat ook elders de progressie in de prestaties
was toegenomen. Het is niet gebeurd en er
kan alleen gehoopt worden dat de jeugdige
zwemsters zich door noeste training en des
kundige leiding kunnen ontplooien tot repre
sentanten die over vier jaar op een niveau
De vierde gouden medaille voor
John Naber is binnen. Reden om vier
vingers op te steken.
staan waarmee succesvoller kan worden aan
getreden.
De heren mag nauwelijks worden verweten dat
zij er in alle series werden uitgeworpen, hoe
wel dat minder geldt voor Ronald Woutering
die in Rotterdam wél de streeftijd van 2.06.0
verwezenlijkte maar in Montreal op 2.07.31
bleef steken in het razendsnelle bad, in de
series 400 meter wisselslag ook slechts 26e
werd. Ook dus een kwestie van een „eenmali
ge explosie". Henk Elzerman. die zich met
Woutering als enige had geplaatst, voldeed
uitstekend. Op de 1500 meter vrije slag bleef
hij bijna twintig seconden onder de limiettijd
en op de 400 meter vrij ruim drie seconden.
Het feit dat zij allen op diverse nummers
werden ingezet - en ook onmiddelijk werden
'gewipt voor verdere deelneming - moet eerder
de KNZB dan de zwemmers worden aangewre
ven. Het had geen andere zin dan hen eens
in het water te brengen vóór de estafette op
het programma stond, een estafette die als
een groot succes kan worden beschouwd. De
vijfde plaats op de 4 x 200 meter vrije slag
is een grandioos succes. Helaas zijn de heren,
behalve Kees Vervoorn (14) die niet in de
estafette startte, aan de zijde van de leeftijdba
lans die niet zo aanlokkelijk is. René v.d. Kuil
(estafetteploeg) is twintig, Elzermann achttien.
Ressang twintig en In 't Veld achttien. Ook
hier zal „nieuw bloed" moeten komen want
de ervaring van de laatste jaren heeft geleerd
dat individuele uitzending niet haalbaar is,
alleen een estafetteploeg.
Er zou toch eens over nagedacht
kunnen worden of in Nederland, zij
het niet op dezelfde wijze, zo ge
werkt zou kunnen worden als de
Oostduitsers doen. Meer op weten
schappelijke basis dan tot nu toe in
Nederland gebeurde en mogelijk
was.
Tussenbalans
Na een week Olympische activiteiten past
een tussenbalans. De totaal indruk van
de Nederlandse equipe kan niet opwek
kend worden genoemd. Dankzij de opval
lende verrichtingen van de hockey- en
waterpoloploeg werd een aantal ronduit
mislukte optredens wat verdoezeld, maar
ze waren er wel degelijk.
Het zwemtoernooi heeft ons land twee
bronzen medailles opgeleverd, hetgeen in
het Amerikaans-Oostduitse geweld niet
eens zo'n slecht resultaat is Maar naast
de twee derde plaatsen die Enith Brigitha
veroverde, hetgeen als hoogtepunt mag
worden aangemerkt, was er sprake van
enige dieptepunten. Het falen van Wijda
Mazereeuw was in die reeks de meest
opmerkelijke. Na de tweemaal zilver in
Cali zat er nu niet eens een finaleplaats
in voor de schoolslagzwemster. Dat was
een misrekening.
Tegenover de deceptie van Mazereeuw
stond het verrassende optreden van An
nelies Maas. die in de finale vlak achter
Brigitha vierde werd op de 200 meter
vrije slag. Dat gezien tegen de achter
grond van haar voor Olympische prolon
gatie vatbare leeftijd was een zeer per
spectiefvolle prestatie. Dat was ook haar
positie in de finale 400 meter vrije slag
(zevende) en achtste plaats van Diane
Edelijn in de eindstrijd 100 meter rugslag.
Diane Edelijn heeft evenals Annelies
Maas een leeftijd die nog een belofte
inhoudt voor de toekomst, hetgeen een
verheugende zaak is.
Verder waren er voor Nederland nog
finaleplaatsen in de estafette, de 4x100
vrij en wisselslag dames en 4x200 vrij
heren. Dat daarin naast de medailles
werd gegrepen was in het internationale
geweld, waarin Canada, West-Duitsland
en Rusland zich slechts sporadisch kon
den mengen, geen schande. Alles bij
elkaar kwamen er namen op de Neder
landse startlijst voor die achteraf bij een
wat scherper selectiebeleid (wat aanbeve
ling had verdiend) h'et Olympische ticket
niet zouden hebben verdiend, maar dat
probleem blijft altijd bestaan. De grote
zorg is het (binnenkort) wegvallen van
ouderen als Brigitha en Mazereeuw op
te vangen. En dat zal niet meevallen.
Een tweede zorgenkind was de vader
landse roeiafvaardiging. Slechts twee fi
naleplaatsen kon de Oranje-equipe zich
verwerven, hetgeen voor de grootste de
legatie een uiterst schamel resultaat mag
worden genoemd. De dames, die in een
kwantitatief slechts matig veld uitkwa
men, bereikten weliswaar twee finales,
maar de verrichtingen daarin en de pres
taties daaraan voorafgaande waren ron
duit teleurstellend. Het roeien in ons land
is niet op de goede weg, hetgeen mede
wordt veroorzaakt door verenigingsbelan-
gen en de afwezigheid van een coördine
rende coach. De combinaties, die nu op
het water kwamen, bleken een onover
brugbaar lijkende achterstand te hebben
opgelopen, die misschien met zeer veel
moeite enigszins kan worden ingehaald.
Maar het is de vraag of het ooit nog zal
lukken de scucesperiode van weleer te
doen herleven. Daarvoor lijken de condi
ties waaronder roeien, evenals overigens
tal van andere sporten, in ons land moet
worden beoefend te onvolmaakt.
De wielerploeg timmerde evenmin aan de
weg. Slechts Herman Ponsteen reikte ver
in het baantoernooi. waarin sprinter Pie-
ters kansloos sneuvelde en de ploegen-
achtervolging ook op een teleurstelling
uitdraaide. Na het debacle van de weg-'
ploeg (zeventiende) was de totaalimpres
sie van de fietsequipe dus ook 'onder
maats. Hiervoor geldt evenals het roeien'
dat het NOC de voordracht van de res
pectieve bonden wat al te lichtvaardig
heeft overgenomen. Een leer voor de
toekomst.
Resteren in de eerste week nog de optre
dens van de turnsters en (enige) atleten.1
De turnploeg bleek te zijn vooruitgegaan
in vergelijking met München. maar min
der spectaculair dan de grootmachten
Rusland, Roemenië en in mindere mate
Oost-Duitsland. Dankzij een nieuwe rege
ling traden drie leden van de Oranje-for
matie aan in de individuele wedstrijd,
maar Nederlands beste turnster, Ans
Smulders, moest daarin een stapje terug
doen en opzichte van vier jaar geleden
Al met al bewezen de turnsters dat zij
op niveau konden duelleren, hetgeen een
bevredigende situatie was.
Van de. drie reeds in actie gekomen
atleten faalde verspringster Ciska Jans
sen, schoot Evert Hoving op de 800 meter
tekort en imponeerde lange afstandloper
Jos Hermens niet. Een weinig bemoedi
gend beeld van een mini-equipe die met
pijn en moeite werd samengesteld.
Buiten elk verwachtingspatroon viel na
tuurlijk de zilveren prestatie van kleidui-
venschutter Eric Swinkels. die nota bene
niet eens de limiet had gehaald, maar wel
naar Montreal mocht. Ditmaal bleek dat
een zeer terechte keuze van het NOC.
maar die kwamen te zelden voor.