111
IJsland
vist
weer
vredig
ÊcidjcSotwcwit
I
i
Êk.
9uHH
l/oorlopig behoort dit beeld dat afgelopen maanden steeds weer terugkeerde tot het verleden: een IJslands patrouillevaartuig ramt een Brits marinevaartuig in de IJslandse wateren.
Voor de IJslanders is de Kabeljauwoorlog nu
weer voorbij. Voorlopig althans want men weet
nooit zeker wanneer in de koude zeeën rond het
eiland het vuur weer oplaait. IJsland leeft van
kabeljauw en het barst in woede uit als men
daaraan raakt. Het harde gemoed van de eilan
ders wordt dan net zo actief vulkanisch als de
rimpel in de aardkorst, die dwars over het eiland
loopt en verkleumde toeristen beloont met spui
ters en kokende bronnen. Maar de eruptie is nu
weer over. Het land heeft er weer een stuk of
drie nationale helden aan overgehouden: Gud-
mundur Kjernested, Prostur Sigryggsson, Helgi
Hallvarasson, commandanten van de kustwacht,
die onderling gestreden hebben om het record in
het enteren van Britse vissersboten. En, wat
belangrijker is, de kabeljauw krijgt weer even de
ruimte om kuit te schieten.
Om dat laatste ging het m de nu beklonken oorlog
eerder dan om de kilo's vis, zo leggen de deskundi-
in Reikjavik de inzet van de twist uit. De
Uslanders zijn niet ongenegen hun Europese colle-
een lijntje te laten uitleggen. Met Duitsers en
Belgen waren zij daarover al eerder tot akkoord
gekomen, maar de Engelsen wilden graag zelf
baas blijven op de jachtvelden van de oceaan. Met
het gevolg dat er rond het kille eiland een catch-as-
catch-can werd bedreven, waarbij op de duur
zowel kabeljauw als vissers dreigden te worden
uitgeroeid. Daar het nationale bestaan van de
tweehonderdduizend eilanders daarbij in het ge
ding was hebben zij eigenmachtig palen en perken
in de zee gesteld. Tenslotte drijft de economie van
dit noordelijke vlekje van Europa voor driekwart
op vis en in die omstandigheden snijdt een beroep
op zelfverdediging al gauw wat hout.
In de zakelijke kantoorflats, die in de laatste jaren
bij tientallen rondom het oude knusse centrum
van Reikjavik zijn opgeschoten, legt men graag
de statistieken open, waaruit blijkt hoe noodzake
lijk die zelfverdediging is geworden. Sinds 1954
is de vangst voortdurend achteruit gelopen, on
danks het feit dat de visvloten zijn vergroot en
gemoderniseerd. Oorzaak: het visbestand neemt
af, wat voornamelijk geweten wordt aan het luk
raak bevissen van de wateren waarin de kabel
jauw komt kuitschieten en waar de jonge vis moet
opgroeien. Britten en Duitsers worden ervan be
ticht de vis veel te jong aan de haak te slaan,
waardoor een geleidelijke uitroeiing dreigt. IJs
land wil nu orde gaan scheppen en het meent
daartoe zijn bevoegdheden te moeten uitstrekken
tot 200 mijl uit de kust. Het land heeft, zo zegt
men hier uitdrukkelijk, helemaal niet de bedoeling
de buitenlanders uit dit gebied te weren. Het wil
iedereen toelaten die zich aan de te stellen regels
en beperkingen wil houden.
Tegen dit eigenrecht zijn de Britten met man en
macht uitgevaren als in de dagen van het Bri
tannia, rule the waves". Het was overigens niet
de eerste „Codwar", maar de derde. De eerste
brak al in 1958 uit toen de IJslanders een zón e
van twaalf mijl proclameerden. De tweede kwam
in 1972 met als inzet: vijftig mijl.
Alles eindigde in hetzelfde compromis, dat nu
voorlopig de vrede betekend heeft: Britten mogen
hun portie komen halen, maar niet meer dan dat
en zij moeten de speelplaatsen, waar de jonge vis
dartelt ontzien.
Het voorlopige akkoord in Oslo is hier*niet onver
wacht gekomen. De oorlog stond al geruime tijd
op een zacht pitje. „News from Iceland", dat de
bezoeker op zijn hotelkamer vindt naast de bijbel,
heeft nog een ietwat versleten legerbericht bene
De Amerikaanse marinebasis op het eiland Kefiavik is al jaren even actueel als
omstreden.
vens de vertraagde april-mop, dat Idi Amin van
Oeganda kanonneerboten zou sturen ter verster
king van de kustwacht. Het blad citeert ook nog
Alexander Solsjenitsjin als bewijs, dat Engeland
een nog slechtere politieke moraal heeft dan voor
noemd Oeganda. Maar al dat nieuws is koud als
vis. Een paar dagen voor het akkoord met Enge
land zei een regeringsspreker ons al erg openhar
tig: „We hebben alle hoop op een doorbraak bij
he^ Navo-gesprek in Oslo. Noorwegen zal daar wel
bemiddelen en onze ministers zullen hun Britse
collega's daar wel spreken, ook al willen ze dat
niet toegeven".
Zo is het ook gelopen en daarmee is de zaak
ontscherpt tot de volgende zee-conferentie van de
Verenigde Naties in New York. Daarvan verwach
ten de IJslanders een definitieve oplossing en hun
papieren staan daarvoor goed.
De gedachte van de nieuwe zeegrens heeft intus
sen al veel en vooral sterke aanhangers gevonden,
zoals Amerika, Canada, Noorwegen en .Enge
land. In augustus horen we dus wel meer en tot
zo lang heerst rust en vrede op en rond IJsland.
Met dat al is ook het voornaamste wapen, dat het
eiland in de strijd had gebracht, het lidmaatschap
van de NAVO, weer in de kast geborgen. Wat niet
wil zeggen dat het daar op gezette tijden weer niet
uit komt. De vraag of er een Navo-basis op het
eiland moet blijven is sedert jaren even actueel
als omstreden. Tot dusver bestond er in de bevol
king altijd een overwegend gevoel, dat de defensie
moest blijven. Zelfs in de tijden waarin de commu
nisten mee aan het bewind waren is de bedrijvig
heid van de Amerikanen op Kevlavik, een kleine
en niet zeer indrukwekkende opzet, rustig doorge
gaan. Maar IJslands communisten zijn dan ook,
zoals alles op dit eiland, van een bijzonder slag.
Al dertig jaren geleden vormden zij hier een
coalitie met de conservatieven. Zij kwamen toen
dus al op gedachten waarbij tegenwoordig de rode
coming man van Italië, Berlinguer, staat te likke
baarden. Het land heeft er niet alleen een volsla
gen kosteloos onderwijs van kleuterschool tot uni
versiteit en een gesocialiseerde gezondheidszorg
met één arts op 419 mensen aan overgehouden,
maar daarnaast ook nog een Navo. Als in de
kabeljauwoorlog de verhitte gemoederen zich ook
weer op de Navo hebben gericht, dan komt dat
echter niet alleen van communistische kant. In alle
geledingen heeft de clubliefde sterk geleden. „Wij
zijn Europeanen en willen dat ook blijven, maar
de vraag is wel of er nog altijd een meerderheid
voor Navo zou stemmen", zo zei ons een kenner.
In de burelen van Buitenlandse Zaken brengt men
echter wel wat nuances aan. „De oppositie ziet
Navo als een slechte en overbodige verplichting.
Maar het parlement heeft toch nog een duidelijke
meerderheid voor het bondgenootschap. Maar wij
zouden theoretisch ook in de Navo kunnen blijven
zonder Amerikaanse basis, want die laatste berust
op een tweezijdige afspraak met de Verenigde
Staten".
Overigens merkt men daar op dat het Volksfront
nog altijd maar tien zetels telt op een totaal van
zestig.
Het gletscherwater dat het hele jaar door
van de besneeuwde bergtoppen stroomt
geeft goedkope energie waarop de eerste
grote industrie van IJsland, een aluminium-
fabriek, gedreven wordt.
moet zelfs helemaal niets van Moskou hebben. Wij
zijn in geen enkel opzicht met Portugal of Italië
te vergelijken, noch wat onze communisten betreft
noch wat onze positie aangaat Bovendien hebben
we zelf helemaal geen strijdkrachten". Indruk
blijft met dat al, dat er nog lange tijd Amerikanen
op de kale vlakten van Kevlavik zullen blijven
huizen, maar dat de regering er wel op uit zal
zijn daarvoor wat gunstiger voorwaarden te bedin-
Dat kan men afleiden uit het hoongelach, waarmee
onze vraag wordt beantwoord of zo'n militaire
basis in een kleine gemeenschap niet een kip is,
die gouden eieren legt
„Economisch is het voor ons nauwelijks van be
lang. Het brengt niet meer dan twee of drie
procent van onze deviezen binnen. Er zijn landen
die zich heel wat beter laten betalen".
Met dit overstapje zitten we dan meteen in de
economie van het land. Hoe reilt en zeilt zo'n
mini-gemeenschap, die bijna helemaal van vis
bestaat? Ogenschijnlijk niet slecht Er moeten
jaren van grote bouwactiviteit zijn gepasseerd
want Reikjavik is nu omkranst met nieuwe wijken,
gebouwd met kleur en fleur en kennelijk uit goede
beurs.
„Onze regering heeft bewust gekozen voor het
behoud van full exployment maar we hebben die
wel met een dot inflatie moeten kopen. We hebben
een goede levensstandaard, maar de inflatie zet
bij ons sneller door dan in de meeste landen".
Een blik in het jongste bericht van de centrale
bank bevestigt het: dit jaar rekent men op een
inflatie van 25 procent, de rente blijkt al tot 22
procent te zijn opgelopen. De internationale han
del heeft slechte jaren achter de rug, visopbreng-
sten zijn teruggelopen. Om in het echte produktie-
ve stadium te komen moet veel buitenlands kapi
taal worden aangetrokken. En daarmee stuiten de
plannen dan weer op stugge politiek want als het
over multinationals gaat kromt zich de rug van
het Volksfront „Maar we maken met dat al toch
wel vooruitgang, vooral in de kleine industrie, die
zich toelegt op consumptiegoed, wol, schoenen en
Daarbij komt dan dat het land voor zijn voedsel
op niemand is aangewezen. Men is selfsupporting.
De bezoeker krijgt weliswaar vrijwel uitsluitend
maanlandschappen, bemoste rotsen en besneeuw
de bergen te zien, maar daartussendoor ijveren
toch wat schapenboeren.
Die kweken ook groenten in met bronwater ver
warmde kassen. De toerist mag het hier ook
beleven aan de Poolcirkel bananen te zien groeien
en zich er neer te vleien in tropische tuinen.
Kortom, er liggen wel wat kansen voor iets meer
dan het stugge bestaan dat de IJslanders nu
voeren. Maar het is niet zo gemakkelijk die te
grijpen. Er zijn maar tweehonderdduizend IJslan
ders en die leven voor de helft in geïsoleerde
nesten. Het hart van het land is de hoofdstad
Reikjavik met de omvang van een kleine provin
ciestad. En die kleine bevolking moet alles beman
nen: regering, parlement, delegaties naar de Ver
enigde Naties en Europese Gemeenschap, een
eigen universiteit, eigen opera en toneel, drie
kranten en een record aan boeken en tijdschriften
in een eigen, zuiver gebleven taal. Hoe kan zo'n
klein land dat allemaal opbrengen?
Het antwoord komt niet zonder trots: „Wel, we
moeten er dan ook hard voor werken. Dat is altijd
zo geweest, maar daarom kennen we hier al twee
en een halve eeuw geen analfabeten meer. En we
zijn niet bang nieuwe dingen te aanvaarden. Kijk
naar onze verbindingen. We hebben nooit spoorwe
gen gekend en zijn direct van paard naar vliegtuig
gegaan. We zijn volledig gemotoriseerd. En kijk
naar onze vissersvloot, zij is de meest efficiënte
ter wereld, geen kosten worden gespaard om de
uitrusting te verbeteren".
En daarmee zijn we dan weer terug bij de vis,
waarvan het land leeft, waarvoor het strijdt en
waarvan het de bezoeker laat proeven in de wat
stoere gezelligheid van een restaurant in Viking-
'stijL
G. A. Knepflé