Landbouw luchtvaart raakt overvoert Blikschade? Maak een foto AUTOGRAMMEN PAGINA 12 T.-PTTACT? PfATTR ANTT mAP.rnrN.n „J LEIDSE COURANTWOENSDAG 9 JUNI 19?f Renault komt met een snel „vijfje", in het najaar leverbaar in ons land: motor 1400 cc, vijf versnellingsbak, 93 DIN-pk. Top boven 170 km. De autofabrieken in de wereld verbruiken zes procent van alle staal, 4,4 procent van alle koper, 6,3 procent van het zink, 9,2 procent van het aluminium, 21 procent van het tin en 5,6 procent van het lood. In Italië gaat de benzine op de bon. De automobilist krijgt dan 50 of 60 liter goedkoop. Verbruikt hij meer dan moet hij daarvoor zonder bon veel geld neertellen. Volkswagen gaat in Amerika een fabriek bouwen voor de produktie van de Golf. De werkgelegenheid in de Duitse Golffabriek komt er niet door in gevaar. Vierduizend reeën per jaar worden gedood door het verkeer in Nederland. Dat is heel wat. Het aantal zou heel wat kleiner kunnen worden als de wildbeheerders de reeën zouden beletten de weg over te steken. In 1975 lieten de eigenaren van ruim drie kwart miljoen personenauto's en bestelwagens tot een laadvermogen van 1750 kg hun voertui- i gen aan een vrijwillige veiligheidscontrole on- t derwerpen. Door 1700 Bovaggarages. Het Nederlandse personenautopark is voor j 88 procent privé-bezit Slechts 12 procent staat geregistreerd op naam van een bedrijf. De kosten van het autorijden komen voor 66 pro- i cent geheel ten laste van de persoon, voor 16 procent gedeeltelijk ten laste van een bedrijf en voor 18 procent geheel ten laste van een j bedrijf. Een recent onderzoek in Zweden heeft aange- c toond dat 84 procent van alle Zweden in de leeftijd tussen 18 en 75 jaar van mening is dat de aanschaf en het gebruik van een auto niet verder mag worden bemoeilijkt door de over- j heid. Een soortgelijke enquête leverde in 1971 t een score op van 75 procent. j Sinds 1969 heeft Mazda in Nederland reeds 50.000 auto's afgeleverd. j Saab heeft zijn prijzen met gemiddeld 4,8 t procent verhoogd. Nu de politie bij minder ernstige ongelukken en aanrijdingen met „alleen maar" blikschade, meestal niet meer ten tonele verschijnt of zelfs geen proces-verbaal meer opmaakt, is het han dig onder dergelijke omstandigheden een came ra bij de hand te hebben. Het is van het grootste belang goede foto's van de situatie na een aanrijding, hoe licht ook, te hebben omdat de reparatiekosten enorm zijn gestegen en er nogal wat niet verzekerde weggebruikers rond rijden. Bovendien zijn de schadeverzekeraars beter geholpen met een paar foto's bij de opgave van schade dan met een slechte situatie schets. Op de vakantiereis door het buitenland kan een fototoestel dubbel dienst doen: voor plezierige vakantiekiekjes en in noodgeval om bewijsmateriaal te hebben. Bij een aanrijding of ongeval in het buitenland bent u in veel landen al bij voorbaat degene die de schuld wel zal hebben. Een foto, direkt na een dergelijke vervelende ontmoeting genomen, levert zwart-op-wit - of in kleur - het bewijs van de ware toedracht van het gebeurde. Het is wel zaak snel te kunnen handelen, vandaar dat bijvoorbeeld een Polaroid-direkt-klaar camera uitstekend ge schikt is om als „auto-toestel" dienst te doen. Voor het maken van goede ongevalfoto's moet u aan een paar dingen denken. Belangrijk is natuurlijk dat door het maken van de foto's het overige verkeer niet wordt gehinderd; uw eigen veiligheid en die van de andere betrokke nen mag er zeker niet door in gevaar gebracht worden. Fotografeer niet te dichtbij, maar pro beer de hele situatie op de gevoelige plaat Vast te leggen als het verkeer het toelaat Neem daarom ook een paar foto's vanuit verschillen de gezichtspunten en zorg er vooral voor dat de nummerplaten van de betrokken auto's dui delijk leesbaar zijn. Bij een aanrijding op „een kruispunt is het de zaak de gehele kruising in de zoeker te hebben; in dit geval kunnen extra foto's van de wegen die naar de kruising leiden - voorrangsborden - geen kwaad, integendeel. Iedere camera is uiteraard geschikt om in de auto meegevoerd te worden en ook in een onverwachte situatie dienst te doen. De een voud van de bediening is echter wel van belang, want in panieksituaties en na een ongeval of aanrijding is het moeilijk uitgebreid te gaan instellen, licht te meten enzovoorts. De camera die voor het vastleggen van blikscha de wordt ge bruikt moet eenvoudig te bedienen zijn. In de Nederlandse landbouwluchtvaart, zoals dat met een wijds woord heet, dreigt danig de klad te komen. Het is een onbe schermd vak: iedereen die er brood en beleg in ziet, kan beginnen. Gevolg: over capaciteit. Er is in Nederland geen land- bouwoppervlakte genoeg om de zeven be staande bedrijven met hun totale vloot van 21 machines, emplooi te bieden. Jan van der Baan (45) meent de oplossing gevonden te hébben voor de zes tot zeven vliegtuigen die er teveel zijn. Hij is deze zomer en herfst katoen gaan spuiten in Marokko en hoopt er van de winter terug te keren eerst om de citrus-, fruit- en olijvenoogst te' helpen beschermen tegen schadelijk ongedierte, vervolgens om met het spuiten van groeistoffen het graan dat in december-januari opkomt, voor onkruid te vrijwaren. Maar ondertussen woelt er onder zijn colltrui een groot ongenoegen. „Ontwikkelingshulp", meesmuilt hij. „Ne derland beschikt over een enorm stel goeie landbouwvliegers, over de modernste ap paratuur en over de nodige ervaring. Waarom doet Jan Pronk er niks mee? Laat hij zeggen: „Hier heb je geld en begin er een ontwikkelingsproject mee". Kijk, de landbouwluchtvaart is een seizoenbedrijf. In Nederland kunnen we maar vijf maan den spuiten. Wat is het gevolg? Al onze vliegers en het zijn dure knapen gaan voor zeven maanden de WW in. Terwijl je ze in de landen die schreeuwen om voedsel, van alles zou kunnen laten doen. Spuiten, zaaien, regen maken mis schien. Vorig jaar, toen de Nederlandse boeren door omstandigheden de tarwe niet konden zaaien, hebben we het gedaan. Ach, schrijf het ook maar niet op. Er liggen op het ministerie voor Ontwikke lingshulp stapels brieven van ons en we horen toch nooit iets". Jan van der Baan is directeur van Van Beek's Luchtvaartbedrijf, dat zich in de landbouwluchtvaart gespecialiseerd heeft en loopt dus kans op verdenking van preken voor eigen parochie: De ene tong zalft over ontwikkelingshulp en de andere bedoelt de eigen portemonnaie. Wel: hij blijkt zelf een kapitaal boeren- en tuinders- bedrijf te behren in Melissant opGoeree- Overflakkee een gebied, zo idyllisch en van de boze wereld verwijderd dat de lokale krant „Eilandnieuws" geheten, links boven op de voorpagina (de zogenaamde opening) niets belangrijkers weet te mel den dan de uitslag van een brandweetwed- strijd. De bedoening meet 100 ha en dat is zelfs in deze wijdsheid een hele lap. Het ooft hangt blakend tussen kerngezond lover. Nee, Jan van der Baan wekt niet de indruk een avonturier te zijn die Pronk wil plukken. Hij wil slechts een zinnig en zakelijk voorstel doen: Wanneer jullie ons een stukje van dat ontwikkelingsgeld ge ven, hoeven vliegtuigen niet onrendabel aan de grond te staan, kunnen uiterst vakbekwame piloten uit de WW en helpen we de arme landen reeël bij het oplossen van hun voedselproblemen. Een mes dat aan twee kanten snijdt. Van Beek's luchtvaartbedrijf was de eerste die in Nederland de landbouwluchtvaart introduceerde. Dat kwam zo: De pioniers uit de eerste dagen van de vliegerij waren echte sportpiloten. In 1914 maakte de Eerste Wereldoorlog echter een eind aan deze vorm van luchtvaart. Men bouwde alleen nog maar militaire machi nes, en na 1918 kwam de verkeerslucht- vaart alle aandacht en energie opeisen. Toch ontwikkelde zich in Engeland in de jaren twintig een beweging die met vallen en opstaan uiteindelijk leidde tot de con structie van een licht en betrouwbaar sportvliegtuig: de „Havilland Moth". Over al ontstonden vliegclubs en in 1926 inspi reerde deze ontwikkeling een groep Neder landers tot het oprichten van de Rotter damse Aeroclub. De oude Van der Baan was een van de eerste leden en haalde sportbrevet num mer 6 een document om in te lijsten. Hij deed fervent mee met internationale ralleys, die hem tot in Algerije brachten, en haalde het huzarenstuk uit een geslaag de noodlanding te maken op het Marconi- plein in hartje Rotterdam. Na de Tweede Wereldoorlog nam Van Beek een Piper in plaats van zijn trouwe Pander. Daarin rondvliegend filosofeerde hij: „Wat jammer, je zou met zo'n vliegtuig eigenlijk meer moeten kunnen doen". Nu wilde het toeval dat het ministerie van Landbouw in 1950 proeven ging nemen met het bespuiten van gewassen vanuit de lucht. Van Beek was er als de kippen bij en zo kon in 1952 begonnen worden. Jan van der Baan: „We zijn van start gegaan met de Stinson Vagilant van prins Bern- hard die had indertijd nogal wat vlieg tuigen. Het. ding is later op Ypënburg in elkaar gewaaid. Ondertussen hadden wij de beschikking gekregen over Piper Super cups. Ik zal nooit onze eerste klant verge ten: boer Van Nieuwenhuizen hier op het eiland. We moesten zijn erwten spuiten. Het was een sensatie, want je vliegt bij dit werk met de wielen praktisch over het gewas. Het zag zwart en nog steeds blijven mensen staan kijken als we ergens bezig- zijn. Het is net iets als circus. Met alle risico's van dien. In zijn 23 bestaansjaren heeft Van Beek's Luchtvaartbedrijf zes ernstige ongelukken gehad die aan het leven van drie vliegers een eind maakten en vijf vliegtuigen kostten. Van der Baan: „Het vak is niet zo riskant als het eruit ziet. De ongelukken gebeuren door onerva renheid of door een verkeerde mentaliteit zo van: Ik kan het nou wel. Aankomen de vliegers' en oude rotten maken de brok ken niet. De ongelukken gebeuren met piloten die tussen de 50 en 100 spuituren hebben gemaakt". Intussen groeide het bedrijf. Het beschikt nu over zeven eigen machines en moest er dit jaar zelfs drie bij charteren. In totaal heeft het sinds 1952 ruim 500.000 ha bespo ten. Alleen in Marokko al ging het dit jaar om 50.000 ha, een gebied even groot als de hele Flevopolder, waarover 1,5 miljoen liter insectendodende vloeistof is uitge stort. Onlangs is het tot een fusie gekomen met Mastboom's Vliegbedrijf te Groningen. De combinatie kan bogen op een eervolle internationale staat van dienst: bossen en bieten in Duitsland, koolzaad, aardappelen en graan in Frankrijk, katoen in de Soe dan, tarwe in Tunesië, katoen in Marokko, idem in Mali. Van der Baan: „De grootste klus in het buitenland is de Soedan ge weest. In Nederland natuurlijk de Rijks dienst IJsselmeerpolders Dat doen we jaar lijks, daar wordt enorm veel gespoten. Ook hebben we in heel Oostelijk en Zuidelijk Flevoland het riet ingezaaid (grijnst). Dat kon Mastboom niet. Rietzaad is namelijk erg licht. Je doet het er van boven in, maar de vraag is: hoe krijg je het er gezien de snelheid van het vliegtuig van onder weer uit? Nou, toen zijn wij op het idee gekomen om het van onder naar boven te blazen. Ging prima". Terug naar de huidige problematiek. De landbouwluchtvaart in Nederland lijdt aan overcapaciteit deels ook omdat de land bouwmachines met de dag verbeterd wor den en omdat men bij voorbeeld tegen woordig de aardappelen breder poot, waardoor de velden beter toegankelijk worden voor grote machines. De boeren hebben de vliegtuigen minder nodig. Vijf jaar geleden leidde dit tot een moordende concurrentiestrijd, een ware luchtoorlog boven de Nederlandse landbouwen. Jan van dér Baan: „De prijzen waren zo laag Waarom doet Jan Pronk er niets mee? Het sproeivliegtuig wordt bijgevuld voor een nieuwe opdracht. dat je er geld op moest toeleggen. Toen hebben Mastboom en wij gezegd: „Daar doen we niet aan mee". Verlies lijden kunnen we altijd nog, maar er is vooruit gang geboekt. We zijn met z'n allen rond de tafel gaan zitten en hebben gezegd: „Laat ons ervoor zorgen dat we een redelij ke prijs zien te krijgen". Nu is iedereen tevreden, ook de Rijksdienst IJsselmeer polders die wel wist dat de tarieven niet gezond waren en dat je daardoor knoei werk kreeg, omdat het nu eenmaal uit de lengte of uit de breedte moet komen. En we zijn tot het besef gekomen dat we expansie moeten zoeken in het buitenland. Alleen: daar doet zich een ander concur- rentieverschijnsel voor en wel uit de Oost bloklanden. Die hebben toch militaire vlie gers en machines en waar ze vliegen doef er niet toe, het kost allemaal evenveel. De Ford Capri met zijn aerodinamische grille Op „vleugels" van de grille Ford heeft patent aangevraagd op een nieuwe functionele aërodynamische grille, die recentelijk op een speciale Capri is aangebracht. De nieuwe grille bestaat uit een aantal horizontale lamellen, die de lucht naar de radiateur leiden en die bij hogere snelheden werken als een lucht-„kussen". Elke strip van deze nieuwe grille is eigenlijk een beweegbaar vleugelprofiel, dat de lucht doorlaat naar de radiateur bij lage snelheid. Bij hogere snelheden, wanneer de massa lucht groter is, sluiten de lamellen gedeeltelijk en wordt de luchtstroom over de motorkap geleid, waarbij de zogenaamde lift met 30 procent wordt gereduceerd en de luchtweeerstand met 12 procent. De speciale Capri is ook nog uitgerust met andere aërodynami sche hulpmiddelen, zoals een kleine spoiler achter, geheel dichte schijfwielen en een vlakke uitbreiding van de rand onder de drempels die voorkomt dat de lucht onder de zijkanten van de auto uitkomt. Al deze dingen samen verminderen de lift terdege en geven de wagen een zeer grote stabiliteit bij hogere snelheden. WEGWIJS DOOR GERARD CRONÉ Willem rijdt Triumph Neerlands meest omstreden voetballer, Willem van Hane- gem - de kromme voor de ingewijden - troont trots zijn nieuwste aanwinst, de Triumph TR 7, die sinds kort ook op de Nederlandse markt verkrijgbaar is. Wat zegt hij er zelf van? Dat deze auto een perfect verlengstuk is van zijn gevoel voor sportiviteit en dy namiek. Althans, dat meldt British Leyland Nederland. We heb ben het de Kromme zelf nog niet horen zeggen. Maar het is een mooi plaatje. De TR 7 R, oc Kromme is bepaald trots op zijn nieuwe Triumph ioc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 12