I
Hoe zeker is positie trainer bij amateurs?
Leren leven met grillen en grollen van je werkgever"
Jan Rolf es (YVON)
Hobbyist" Ter Borg
nam ontslag
op de koop toe
,,We hebben ons
aan de spelregels
gehouden'
Den Haag Jan Rolfes, voorzitter van het
rayon Den Haag van de Vereniging Van
Oefenmeesters in Nederland (WON), legt
er gedurende het gesprek verschillende ke
ren sterk de nadruk op. "Als er bij het tot
stand komen van een contract tussen een
trainer en een vereniging wederzijds duide
lijke afspraken worden gemaakt, dan kan
dat in een later stadium veel moeilijkheden
voorkomen. Je rechten en plichten dienen
goed omschreven in het contract vastgelegd
te worden. In hoeverre dat ook gebeurt,
daar is iedereen natuurlijk in de eerste
plaats zelf bij".
Wanneer men praat over de sociale positie
van de voetbaltrainer in de amateurwereld,
dan mag volgens Jan Rolfes niet uit het oog
verloren worden, dat men hier op een zeer
schaarse uitzondering na te maken heeft
met mensen die het trainen van een vereni
ging als bijverdienste (zouden moeten) be
schouwen. "Ik geloof dat men verkeerd zit,
alhoewel iedereen dat natuurlijk voor zich
zelf moet uitmaken, als de verdiensten uit
trainingsarbeid een onmisbaar deel van het
inkomen gaan uitmaken. Op dat moment
heb je jezelf in een positie gemanoeuvreerd
waaruit geen weg terug meer is. Ben je niet
van een club afhankelijk dan valt het ook
een stuk gemakkelijker om eventueel te
stoppen als je het plezier in je arbeid mist.
Nog teveel trainers beschouwen het trainer
schap als een vaste baan. Ik zie het echter
als volkomen normaal dat een trainer na
verloop van een aantal jaren een vereniging
verlaat. En de vereniging heeft natuurlijk
eveneens het volste recht, zij het wel met
inachtneming van de in het contract vastge
legde opzeggingstermijn, een trainer te laten
weten geen prijs meer te stellen op zijn
arbeid. Vaak is dat ook het geval als je hoort
dat een trainer op staande voet is ontslagen.
Het komt erop neer dat het contract ietsje
eerder is opgezegd. De vereniging is wel
verplicht haar financiële verplichtingen na
te komen. Gebeurt dat niet dan kan men
via de WON het NW inschakelen. Ik
geloof niet dat dit op grote schaal het geval
is".
Rechten
Waarbij men zich af kan vragen of dit komt
omdat er nooit een trainer in moeilijkheden
raakt of omdat de desbetreffende oefen-
meester eenvoudig de weg niet weet om
zijn rechten op te eisen.
"Soms denk ik wel eens dat er nog veel
onwetendheid valt weg te nemen. Ook bij
de verenigingen zelf. Neem het volgende.
Volgens de in Nederland geldende wet is het
een werkgever verboden ongunstige inlich
tingen te verschaffen over een (ex)werkne-
mer. Men mag het verzoek weigeren, geen
vernietigend oordeel vellen. Maar de trainer
die ergens met een beetje moeilijkheden
weggaat, zal er mee moeten leren leven dat
iedereen van die troubles weet. In de voet
balwereld wordt verschrikkelijk geroddeld
en de kranten wakkeren het vuurtje dikwijls
ook nog eens aan. Je weet dat je als trainer
in een lastige positie zit. Zowel naar de kant
van het bestuur als naar de spelers moet
je je dikwijls behoudend opstellen. Je moet
je realiseren dat iedereen in Nederland van
twee zaken verstand heeft: van politiek en
voetbal. Mijn stelling is dat een trainer wel
degelijk invloed op de resultaten kan heb
ben, maar lang niet altijd voor die resultaten
verantwoordelijk gesteld kan worden. Maar
het blijft een probleem dat je moet leren
leven met de grillen en grollen van werkge
vers, de in het algemeen goedbedoelende
bestuursleden. Als trainer ben je een eenza
me figuur. Uit je trainersloopbaan houd je
geen vrienden over, heel weinig kennissen
en een ontstellende hoop bekenden".
Specialisten
Hoe de trainer ook tegenover zijn werk
staat, principiële bezwaren daargelaten,
raadt Jan Rolfes iedere oefenmees ter het
lidmaatschap van de WON ten zeerste
„De sociale wetgeving is zeer lastig. Daar
voor moet je bij specialisten zijn,
WON heeft men toegang tot vele deuren.
En het fabeltje dat men nog nooit van
WON gehoord heeft gaat bij mij niet op,
Daarvoor zijn we toch te bekend. Daarnaast
zijn wij in staat een trainer verder te helpen
Al is het maar door het organiseren v:
groepsavonden waarop vaktechnische pro
blemen uitgesproken kunnen worden of ii
mand verbaal slagvaardiger te maken. Hi
iemand moet trainen kun je hem niet vertel
len, het is immers geen wiskunde". Glim)
chend: "Alhoewel, van de andere kant is h(
zeer rechtlijnig. Als je aan het eind
seizoen de meeste punten hebt, ben je eei
beste trainer. En anders deug je niet".
PAUL HOVIU
30:
ro
-
„IK BEN GEEN SLAAF
VAN HET GELD"
DEN HAAG John ter Borg, trainer in het naamloze legioen
van het lagere amateurvoetbal, overweegt om lid te worden van
de WON. Het is te laat, zo gaat het altijd, voor eerherstel bij
Paraat, de club waarbij Ter Borg voor het eerst in zijn tienjarige
trainerscarrière werd geconfronteerd met de risico's van het vak.
Te laat redeneert de voormalige prof van Holland Sport: „Als
trainer sta je zwak. Het bestuur kan mooi zeggen: „Hier heb je
een contract maar jij alleen staat voor de moeilijkheden. Stom
misschien dat ik geen lid ben van de WON. Nu ben je een
enkeling. De vakbond had misschien gezegd: Ter Borg, dat hoef
je niet te nemen".
John ter Borg doet zijn uiterste best emoties in zijn geval dat
het moet worden benadrukt niet alleen staat te vermijden. Hij
roept wel tien keer: „Ik wil de vuile was niet buiten hangen" en
„wat mij is overkomen gebeurt bij meer clubs, niet alleen bij
Paraat". En om die laatste reden wil de 37-jarige trainer (of liever
voetbalfanaat) praten. Rustig praten, maar dat lukt hem niet. „Het
heeft me heel erg aangegrepen. Nu ps ben ik er overheen en eerlijk
gezegd zou ik nu liever een jaartje van alle trainersactiviteiten
verstoken blijven". Het verhaal van de loopbaan van John ter Borg
is niet uniek. Zoals zovelen deed hij een gooi naar een profstatus,
maar mislukte. „Ik kon niet tegen dat laffe tegen de grond werken
van je tegenstander". Zoals zovelen kon Ter Borg niet na zjn
actieve periode zonder voetbal en meldde zich voor studie van het
D-diploma. Hij stuwde clubs als Texas/DHB en VOGEL omhoog
en was tevreden. „Ik vond het goed dat ik alleen het D-diploma
had gehaald. Anders zu ik hoger op moeten en dan kwam ik buiten
de stad terecht. Dat kan niet, want ik doe alles op de fiets. Ik
heb een antipathie tegen een auto". Zo kwam John ter Borg ,/net
prachtige getuigschriften" bij Paraat terecht, waar hij de keerzijde
van de medaille leerde kennen.
Slaaf
Vol verwachting nog tekende John ter Borg voor het begin van
vorig seizoen een contract dat hem voor tien uur per week bond
aan Paraat tegen een vergoeding tussen de vijf en tien mille.
„Ik ben geen slaaf van het geld. Trainen is mijn hobby, waar
ik alles voor over heb. Ik ben bezeten van voetbal, maar dan
mag ik ook volledige medewerking verwachten".
Het enthousiasme van de (ex) trainer van Paraat leidde tot een
veel groter aantal uren in belang van de vereniging dan waarvoor
hij was aangesteld. „Ik was twintig uur kwijt, ging uit vrije wil
de jeugd trainen en kwam vrijdags vaak om half twee 's nachts
thuis. Dan werden de opstellingen bekend gemaakt en kwam de
vraag: „Waarom sta ik niet in het eerste? Dan praatte je weer,
want je bent ook sociaal werker". John ter Borg had het er voor
over, want trainen was zijn hobby. Daarbij eiste hij discipline. „Bij
een kleine club dwingen vreemde ogen. Het is moeilijk om discipli
ne te handhaven daarom kwam ik bijvoorbeeld nooit aan de bar.
Ik hield me ver van het verenigingsleven. Ter wille van de
discipline wilde ik altijd afstand bewaren".
Dat laatste is niet goed gelukt, of misschien wel te goed. In elk
geval ontstond er in de selectie van Paraat weerstand, die tenslotte
leidde tot het vroegtijdige vertrek van de ambitieuze trainer. Ter
Borgs versie: „Er gebeuren in het verenigingsleven, niet alleen bij
Paraat, dingen waar je je heel moeilijk mee kunt verenigen. Bij
bepaalde clubs maken de spelers de dienst uit Vaak zijn het juist
routiniers. Voor de trainer is het moeilijk om te zeggen: Je staat
er naast. Ik deed het wel, maar dan gingen ze je subtiel straffen,
door laat of niet op de training te verschijnen of weigeren te
wisselen".
Baas
Het gezag van Ter Borg juist iemand die altijd zo hamerde op
discipline („Daarom zou de jeugd eigenlijk meer aandacht moeten
hebben. Kan je ze dat van het begin af aan bijleren"), brokkelde
met stukken tegelijk af. „Tegen de jeugd zeg ik altijd: Wordt baas
over de bal. Het moet niet zo zijn, dat de speler baas wordt over
de trainer. Ik werd beinvloed bij de selectie, de boel werd
gesaboteerd".
Het werkte als een stroomversnelling, toen een trotse voorsprong
van vijf punten op nummer twee teloor ging. „Door die sfeer
natuurlijk. Het ging maar om twee of drie spelers. Als je dan
tegenwerking voelt die je niet kan grijpen, is het beter om te
vertrekken. Je moet niet met je laten dollen". Maar de rol van
het bestuur dan? „Er was niets aan de hand als het bestuur volledig"
achter je stond. Als dat voor een deel niet het geval is moet je
de consequenties nemen, kiezen voor het belang van de vereniging
en ontslag nemen".
Een gedwongen ontslag, want in de sfeer die bij Paraat heerste
was nauwelijks meer plaats voor John ter Borg. Hij nam de
financiële tegenvaller van drie maanden minder „salaris" op de
koop toe. „Dat geld is niet belangrijk. Alleen dat gevoel van
onmacht is erg". Wekenlang vocht hij tegen de teleurstelling en
is er nu pas overheen. De trainer met een vage glimlach: „Ik ben
zondag naar hazewindhondenrennen geweest. Dat kon ik anders
nooit doen. Ik heb al weer aanbiedingen gekregen. Maar eerlijk,
liever neem ik een jaartje rust". En in dat jaar zal John ter Borg
ernstig overwegen om voor zijn come-back lid te worden van de
WON. Te laat in zijn geval. „De Haagse bond zou er meer reclame
voor moeten maken. Bij profvoetbal en de hogere amateurs is het
allemaal goed geregeld. Bij de lagere clubs is de hobby het
belangrijkst. Ontslag neem je op de koop toe".
KEES KOOMAN
PIET WEDUWE OVER
WEGZENDEN
TRAINER TON KANTEBEEN:
.9*
l Rand>e,
VOORSCHOTEN Het bestuur van de voetbalvereniging 1
stad Sport uit Voorschoten is ervan overtuigd de juiste spelregel!
in acht te hebben genomen bij het voortijdig vertrek van trainer^
Ton Kantebeen. Niettemin ervaart met name manager Piet Wety»
we het gebeuren rond het vertrek van de oefenmeester als uiterr
onprettig. „Je weet, dat je juist hebt gehandeld", zeg t hij, „maai
menselijk gezien is het erg vervelend. Vooral omdat we met Tof
Kantebeen zulke goede contacten hadden".
Randstad Sport kampt vanaf het begin van het seizoen
degradatiemoeilijkheden. Resultaten werden nauwelijks geboel
Manager Piet Weduwe: „Toch dachten we er niet aan de trail
te ontslaan. Nog geen twee maanden geleden vroeg Ton Kantel
ons wat er met hem het komende seizoen zou gaan gebeuren,
vertelde hem, dat wij zijn contract wilden verlengen. Toen ik h<
daarop echter vroeg wat zijn plannen voor het nieuwe seiz<
waren, kon hij geen antwoord geven.Hij moest eerst gekeui
worden en zou' pas daarna een beslissing nemen. Enkele wel
later deelde Kantebeen ons schriftelijk mee, dat hij Randstad Si
aan het einde van het seizoen zou verlaten. Die beslissing kw«
voor ons als een donderslag bij heldere hemel. Wij hadden
niet op gerekend. We vroegen ons af of Kantebeen soms
verbintenis met een andere vereniging had gesloten. Dat was me
het geval. Hij wilde er eigenlijk mee stoppen. De man is al ii
de vijftig en had het in de voetballerij eigenlijk wel gezien. Maal
nogmaals, zijn besluit om te stoppen was voor ons een grotl
verrassing."
Onmiddellijk
Nog groter was de verrassing voor Ton Kantebeen, toen hij va
het bestuur vernam dat hij zijn activiteiten bij Randstad Spoó
maar beter met onmiddellijke ingang kon beëindigen. Het contrail
werd weliswaar niet verbroken, maar Kantebeen hoefde zich nu
meer met de begeleiding van het eerste elftal bezig te houden.
Manager Piet Weduwe; „Als een trainer toch van plan is te stoppen
kan dat net zo goed onmiddellijk gebeuren. Wat heeft het vod
zin zo'n man langer dan noodzakelijk is vast te houden? Bovendiel
bleek Ton Kantebeen niet meer in staat het elftal te motivereife]
Er was weliswaar een goede harmonie tussen spelers, trainer
bestuur, maar Kantebeen slaagde er niet meer in de spelerip(
geïnspireerd het veld in te sturen. Dan wordt het erg moeilijk,
Wat moet je doen als bestuur? In zes wedstrijden was er geej"
doelpunt gemaakt. We moesten de knoop wel doorhakken. Hdci
belang van het eerste elftal moet prevaleren". Toch is de beslissing]
van het bestuur van Randstad Sport niet in paniek genomen. „H«S
is een weloverwogen besluit geweest. Er is uitvoerig over gespro 0
ken, maar we konden niet anders"^ |l'
Zondebok
Trainer Ton Kantebeen mag niet de zondebok genoemd wordei
Het bestuur van Randstad Sport is ervan overtuigd, dat de slechtiJ
resultaten niet aan Kantebeen te wijten zijn.
Piet Weduwe: „We zijn er heel goed van doordrongen, dat de slecht/
resultaten voor tachtig procent aan de spelers te wijten zijn.
je geen materiaal hebt, dan ben je als trainer hoe goed je
bent nergens. Daarom was het voor ons zo moeilijk om
beslissing te nemen. Als Kantebeen zijn vertrek niet had aangekor
digd, was hij beslist nog trainer geweest". Door het vertrek va
Ton Kantebeen werd Joop ter Wolf, trainer van de zaterdagafd^
ling, aangesteld als oefenmeester en Theo Valkenhof als coar
Weduwe: „De resulaten bleven niet uit. Eerst werd nog wel e
wedstrijd verloren, maar een week later werd een overwinning o|
DHC behaald. Nou wil dat niet zeggen, dat de slechte resultatf
de schuld van Kantebeen waren. Van een nieuwe trainer ga«
natuurlijk nieuwe impulsen uit Het is danlogisch, dat de spelt
gemotiveerd het veld in komen".
„Mijnheer, u kunt wel gaan". Te vaak wordt nog een
trainer met deze simpele woorden door het bestuur de
laan uitgestuurd.
Een onprettiggevoel blijft met name manager Piet Weduwe bezii
houden. „We hebben het juist gespeeld, dacht ik. Het was moeilij
voor ons, omdat we nog nooit in een dergelijke situatie verzeil
zijn geraakt. Kantebeen ondervindt naar onze mening geen schad
Zijn contract wordt afgemaakt. Ten aanzien van de mens Kan'
been moet ik stellen, dat het me allemaal wat moeilijk valt. 1
de omgang was het een fantastische man".
JOS HEYMAI