t patatzaak beginnen" Gerrit Wolsink: „Als ik echt wil verdienen, moet ik 'n Eerste succes op weg naar wereldtiti Het geprogrammeerde leven van Jan van Deinsen LIEVER MOTORCROSSER DAN TANDARTS i_iü.iiJö£i v^vjun/UN sponsor en kan ik dé van de week naar i inzicht indelen" Wedstrijden in het bu land zijn voor mij gevend. Door het heb je veel kosten, door die buitenlandse f strijden krijg ik contract van de spons^ dat levert het grootsté van mijn inkomen dat is erg belangrijk. dat, en daar zie je vcelfl door de vingers. Ik ke| acht jaar geen vrije z Ik heb op maandag. o(| andere dag, vrij ik liever. Als ik een| zondag niet hoef te i weet ik met mijn vrije geen raad. Alle win dicht, de mensen uit. wil ik als tandarts l leen weekenddiensten ben." Pilsje „En denk niet, dat i kluizenaarsbestaan I Natuurlijk, ik moet geH leven maar ontspannilH goed en ik drink heum eens een pilsje, geen» dranken. Bier heeft tera ste in het lichaam nog functie Voorop staat al dat je je lichaam goed: zorgt. Hart en spiieren den zwaar belast bij crossen. Dat wordt al vaak onderschat. Jan - bink, de masseur van f Twente, biedt op dat p q begeleiding aan maar lu van de coureurs nauwel response. Van de KNMI 'I op dat punt helemaal n I te verwachten. Aan dat peet is nog nooit aanda geschonken. De bond bi de mogelijkheid wedst r. den te rijden, meer r Hoewel in dit opzicht enige verandering ten g de merkbaar is." Spraakzame Gerrit Wolsii blikt vooruit naar een s zoen dat voor hem Payenne uitstekend is \x gonnen. Wolsink, achter twintig jaar: „Ik wil proh ren het hoogste te bereikf Daar werk ik hard vc maar het hangt van zov factoren af. Je kunt blessure krijgen, je bent hankelijk van de techni Je motor kan kapot ga J Dat vind ik niet een fr trerende gedachte. Mot pech moet je vooraf int culeren. Falen moet nooit afschuiven op je i tor. Het is eigenlijk wonder dat zo'n motor dens een-cross heel blijft THEO LEO! Bij Feyenoord wil ik de top bereiken LOCHEM Gerrit Wol sink kon kiezen tussen een praktijk als tandarts en het beroep van motorcrosser. Hij koos het laatste. De tandartsbul zal hij later nog wel eens te voorschijn halen. Voorlopig richt hij zich op de wereldtitel in de 500cc-klasse, waarvoor hij afgelopen zondag in het Zwitserse Payenne een ba sis legde door met zijn Su zuki naar de eerste plaats te ronken en aldus zijn eer. ste punten te verdienen in de lange rij crosses die nog moeten volgen. Elke zon dag trekt Gerrit Wolsink naar een ander circuit Dat doet hij al acht jaar maar de erkenning van zijn grote kwaliteiten ligt in dit sei zoen, met zijn redelijke kans op de wereldtitel. Een vreemde sportman, wordt hem wel toegedicht. Iemand, wiens bedje na het behalen van de tandartsbul gespreid mocht worden verondersteld maar op een crossmotor ging zitten. Wol sink, die de afgelopen win ter vier weken eraf nam om te skiën en voor de rest aan zijn conditie werkte. Twee- tot driemaal per week was hij onbereikbaar omdat hij werkte aan een looptraining die in totaal enige duizenden uren om vatte. Aan het begin van het crosseizoen moest zijn conditie optimaal zijn. Trai-' nen met de motor leverde meer moeilijkheden op. Wolsink daarover: „Op de meeste banen kun je alleen in het weekend terecht. Ge spreid door de week trai nen levert natuurlijk veel meer rendement op. Het liefst tram ik op dinsdag en donderdag maar om dat te realiseren moet ik behoor lijke afstanden afleggen. Vaak oefen ik in Hellen- doorn maar het komt ook regelmatig voor dat ik naar Nunspeet of Ermelo ga. Erg lastig want dan moet ik eerst een uur rijden eer ik kan gaan trainen. Motor- verenigingen willen welis waar meewerken om mij in de week te laten trainen maar dan komen er onmid dellijk klachten van landei genaars of mensen die in de buurt van het circuit wonen. Zij kunnen er niet tegen dat een crossmotor lawaai produceert en dat er wat zand wordt omge woeld". En Wolsink moet vóór het seizoen losbarst, zijn totale Na de cross spoelt Gerrit Wolsink, op primitieve wijze, stof en vuil van zich af. tralningsarbeid verricht hebben. Door de lange sei zoenen is het onmogelijk conditie en vorm langzaam op te bouwen naar topni veau. Wolsink: „Wij, motor crossers, kunnen beslist niet naar een top toewer ken, zoals bijvoorbeeld schaatsers doen. Elke week is er weer een veeleisende wedstrijd. Als je twee cros ses mist, volgt onherroepe lijk een weerslag". Conditie en vorm kweken in het voorseizoen" en de gehele lange cyclus van wedstrij den vasthouden is een ver eiste. Meer „Onze conditie is dan ook beter dan die van de ge middelde voetballer. Als die moe is, kan hij even uitpuffen. Wij niet. Ik wil niet zeggen dat voetballers .een slechte conditie heb ben. Voor hun tak van sport is het uithoudings vermogen voldoende. Ie mand die de honderd meter loopt, hoeft ook niet de conditie te hebben van een marathonloper. Van ons wordt echter meer ge vraagd dan een redelijke conditie." „Dat gaat ook op voor de zelfdiscipline. Er zijn veel voetballers die goed zijn dankzij hun team. Maar on der topvoetballers versta ik hen die er zelf voor kunnen zorgen dat een ploeg goed is. Weet je wat ik onbegrij pelijk heb gevonden? Dat er tijdens de Olympische Spelen schaatsers waren die met een beetje griep in bed bleven. Is dat topsport? Ik had in zo'n situatie ge vraagd welke medicijnen ik had moeten slikken om toch te kunnen starten. Je laat toch zeker niet verstek gaan bij zo'n belangrijke wedstrijd? Dat betreft dan herenschaatsen. Over da- messchaatsen wil ik hele maal niet praten. Dat is een lachertje. Als iemand als Annie Borckink naar het toilet moet, heeft ze nog hulp nodig. Praat me daar van niet". Omdat hij het toch over schaatsen heeft, wil tand arts-motorcrosser Gerrit Wolsink ook wel even op schaatstrainers ingaan. „Een trainer voor een ploeg schaatsers, die toch alle maal eikaars concurrenten zijn, is onhaalbaar. Ik zou niet dezelfde trainer willen hebben als mijn tegenstan ders. Met zo'n man kan toch nooit een echte ver trouwensrelatie bestaan. Hij weet wat de sterke en zwakke kanten van een schaatser zijn en hij moet toch ook een ander coa chen, van wie hij hetzelfde weet. Hoe doet ie dat dan? Stel, dat Piet Kleine's ster ke punt het begin van de rit is. Als hij dan zo ver komt dat hij ook in de slo- tronden nog erg snel kan gaan, zal de coach toch het schema van bijv. Hans van Helden daaraan moeten aanpassen. Kom nou. Ik zie me al mijn zaken bespre ken met Frans Sigmans of een andere crosser". Tandarts Wolsink - „van jongsaf had de medische studie mijn belangstelling maar ik werd tandarts om- dal het de meest technische richting in de geneeskunde is en dat trok mij" - is geen profcrosser geworden voor het geldelijk gewin. „Zeker niet. Als ik verstandig was, maakte ik natuurlijk direct gebruik van mijn opleiding en begon een praktijk. Als ik werkelijk geld wil ver dienen, zou ik een patat zaak moeten beginnen. Mis schien begin ik ooit nog wel een praktijk of word ik tandheelkundig medewer ker aan de universiteit. Voorlopig verlang ik daar nog niet naar. Als ik wist dat ik volgend jaar een praktijk zou beginnen, zou ik nu al doodzenuwachtig zijn. Dan zou ik toch eerst een jaartje teruggaan naar de universiteit. Maar soms denk ik wel eens: waarom altijd reizen naar al die wedstrijden. Toch, door de sport heb ik erg veel vrij heid. Als tandarts ben je vijf dagen in dienst van de patient, als motorcrosser rijd ik zondags voor de DEVENTER „Op de dag van mijn geboorte (16 juni 1953) ben ik in Tiel in de trein gestapt en ik weet nu nog niet waar het eindpunt is. Tot nu toe ben ik in Nijmegen (NEC) en Deventer (Go Ahead Eagles) uitgestapt en in juli rijd ik weer verder naar Rotterdam-zuid en zal dan wel verder zien, waar ik terecht kom". Met deze beeldspraak beschrijft Jan van Deinsen, het voetbaltalent dat Feyenoord vorige week van Go Ahead Eagles overnam, zijn voetbal carrière. Jan van Deinsen, de eenvoudige amateurspeler van Theole, groeide bij NEC en Go Ahead uit tot een van de betere profs in Nederland. Bondscoach Geor ge Knobel en Feyenoords manager Guus Brox willen de 22-jarige Van Deinsen nog meer steun geven om zich te ontwikkelen tot een ster-voetballer. Jan van Deinsen meent het volgend seizoen zijn geluk bij de Rotterdamse club te kunnen vinden. .Als kind droomde ik al van een voetbalcarrière. Het Nederlands elftal en een topclub waren mijn grootste idealen. Feyenoord heb ik nu bereikt en daarna komt Jan van Deinsen (rechts) in actie tegen de ploeg waarin hij aan de top wil komen. Oranje nog", aldus de ambitieuze voetballer, die door Knobel al enkele malen werd uitverkoren om in Jong Oranje zijn kwaliteiten te tonen. Jan van Deinsen, ontdekt door Leen Looijen, assis tent-trainer van NEC, begon in 1970 zijn profcarrière bij deze Nijmeegse club. Drie jaar was Van Deinsen een van de steunpilaren van de ploeg uit het Goffert- stadion. FC Utrecht had hem eigenlijk eerder ont dekt, want daar speelde hij zijn eerste oefenwedstrijd voor het betaalde voetbal. „FC Utrecht stond mij niet aan en daarom ben ik nooit teruggegaan voor een tweede oefenwedstrijd". Na drie jaar NEC ging Van Deinsen naar Go Ahead. Het trainersduo Notermans —Van Brussel zag in hem de aanvallende middenvel der die de Deventer ploeg zo hard nodig had. stap voor stap Jan van Deinsen: „Ik heb een geprogrammeerd leven. Stap voor stap wil ik mijn idealen verwezenlijken. Bij Theole leerde ik voetballen en de spelregels, bij NEC werd ik lichamelijk gevormd. Van trainer Wiel Coerver heb ik techniek geleerd en onder Jan Noter mans ben ik de „totale" voetballer geworden. Noter mans als hij bij de Eagles was gebleven, zou de ploeg dit seizoen ten minste tien punten meer hebben gehaald heeft mij gevormd tot de voetballer die ik nu ben. Aan Notermans heb ik erg veel te danken. Hij was een man met ervaring en met hem kon je over voetbal praten, soms urenlang. Bij Feyenoord wil ik techniek en intelligentie combineren". Het is opvallend dat deze programmering ook in het maatschappelijk leven van Jan van Deinsen is terug te vinden. Hij ging naar de HAVO, maar door gebrek aan inzet moest hij een stapje terug doen, naar de MAVO in Tiel- Na het eindexamen keerde Van Deinsen terug naar de HAVO om ook dat „papiertje" te halen. Nog was de eerzuchtige Jan van Deinsen niet tevreden. Hij liet zich inschrijven op het avond-atheneum in Deven ter,, waar hij inmiddels was opgenomen in de befaam de voetbalschool van Go Ahead Eagles. Volgend jaar hoopt Van Deinsen in Rotterdam zijn eindexamen te doen. Hij zit in het laatste jaar van het avond-Athe neum en wil zijn studie niet opgeven. „Voetballen en studeren kunnen goed samengaan als je een goede verdeling maakt", aldus Van Deinsen, die ook in het voetbal de grote verdeler is. toekomst „Evenals in de voetbalsport moet je in het maatschap pelijke leven de ogen op de toekomst gericht houden. Met een diploma Atheneum kan je later toch zeker veertigduizend gulden per jaar verdienen. Geld speelt overigens geen belangrijke rol in mijn leven. De mensen die zeggen dat ik „om het grote geld" naar Feyenoord ga, kennen mij dan ook niet. Ik wil alleen de absolute top bereiken. Geld speelt daarbij geen rol. De onderhandelingen met Feyenoord heb ik zelf gevoerd, en als ik echt op het'grote gfld had gejaagd, zóu ik een adviseur hebben genomen om eruit te halen wat erin zit. Dat heb ik niet gedaan. Ik b erg tevreden", aldus het voetbaltalent, dat met i verloofde Caroline van Weerdenburg een nieu' toekomst in Rotterdam wil gaan opbouwen. „Ik heb bewust voor Feyenoord gekozen. Bij NI en Go Ahead heb ik altijd tegen degradatie moet knokken. Moeilijke jaren, maar vooral bij Go Ahe heb ik veel ervaring opgedaan en ik had deze perioi niet graag overgeslagen. Maar ik knok liever vc* een kampioenschap dan tegen degradatie. Dat logisch. Bovendien wil elke speler wel eens met li- winnen. De vreugde van een overwinning heb ik de laatste vijf jaar bij NEC en de Eagles wei! mogen beleven. Bij Feyenoord kan ik nu vrij* spelen, zonder zorgen en met veel plezier. Bovend* zijn de kansen op een plaats in het Nederlands elft veel groter. In Rotterdam wil ik bewust naar de W toe werken. Ik heb daar alles voor over". WIL VAN DER PL* ..ik heb erg veel te danken aan Jan No termans" (foto) „Spieren en hart hebben nogal wat te verduren dus de con ditie moet optimaal zijn", aldus motor crosser Gerrit Wol sink (in actie).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 10