Ieder jaar komen in Neder
land ongeveer vierhonderd
kinderen om in het verkeer,
vijfduizend kinderen worden
als gevolg van verkeersonge
vallen blijvend invalide. De
revalidatie kost per kind
i 100.000 gulden per jaar. De
tehuizen liggen weggestopt in de bossen,
lodat men deze kinderen niet ziet. Den
ken aan de slachting, die het verkeer
lanricht, is taboe.
Ren van de vele ouders, die een kind
oor een verkeersongeluk hebben verlo-
in. zijn de actrice Sylvia de Leur en
békende t.v.-arts Aart Gisolf. Maan-
igj l- was opnieuw een zware dag voor
len. Toen stond de automobilist terecht,
"-.chuldig bevonden werd aan het
uk, dat de dood van hun zoon
iêrogrzaakte. Velen kunnen nog nauwe-
ijlcs praten over dergelijke dodelijke
jnffjukken. Zo niet Sylvia de Leur, die
laar zoon heeft zien verongelukken. On-
angs vertelde zij in het KRO-tv-pro-
h-apima „In de keuken van Berend"
jver.haar gevoelens tijdens en na dit
juk op een wijze, die diepe indruk
rgelaten heeft. Zij kreeg talloze
_:ties van mensen, die hetzelfde heb-
,jv moeten meemaken en van mensen,
Üe diepbewogen hun respect voor haar
iouding en woorden uitspraken. Lang
liet iedereen is al in staat, de gebeurte-
lissen te verwerken, zoals uit bijgaande
blijkt.
Aartje Rutten, voorzitster van
de aktiegroep „Stop de Kin
dermoord": „We hebben nog
maar voor een paar weken
geld. We verkeren in een kri
tieke fase. Twee jaar achter
elkaar hebben we subsidie ge
had van het Nederlands Co-
jnite Kinderpostzegels tweemaal
70.000 gulden. Daarvan konden we een
vasté kracht en een bureau betalen. We
hebben honderd afdelingen, verspreid
bver" het hele land. Het comité Kinder
postzegels kan ons niet meer geven. Het
werkt uitsluitend met startsubsidies. Nu
heeft minister Westerterp ons financiële
Steun toegezegd, maar hij komt er niet
mee. Dus zijn we geheel afhankelijk van
Eu Te gek: we weten wat er iedere
p de weg gebeurt en we doen niks.
er, ja, daar organiseren we een
pktie „Geven voor Leven" voor. Dan
stort je vijfentwintig gulden en ben je
er van af. Maar denken aan verkeers
slachtoffers is taboe. Het staat te djcht
bij je. Je kunt er zelf een worden of
maljen".
Een moeder: „We waren ergens
met z'n allen aan het fietsen.
Paultje stak onvoorzichtig
over we kenden daar de
omgeving ook niet en
kwam onder een auto. Hij
heeft drie weken in coma ge
legen en toen hij bijkwam,
t>lee|c hij een hersenbeschadiging te heb
ben. Zijn oude geheugen kwam lang-
taam terug, maar hij kon niet of nauwe
lijks nieuwe indrukken opdoen. Van een
longen van 6 was hij geestelijk terugge
vallen op het niveau van een kind van
twee. Hij plaste weer in bed en gedroeg
zich ongeremd agressief. Het gevolg was,
dat zijn tweelingbroertje Peter zich van
hem afkeerde. Hij wilde bij voorbeeld
niet meer met Paul op dezelfde kamer
ilapen. Paul heeft sinds het ongeluk
natuurlijk geweldige leermoeilijkheden
vanwege die hersenbeschadiging, maar
om een of andere reden lopen ook de
schoolprestaties van Peter achteruit. Wat
mijn man en ik betreft: we voelen ons
schuldig omdat we niet beter op Paul
gepast hebben, toen bij dat fietsen. Daar
om zijn we nu overbezorgd voor hem.
Dat veroorzaakt weer, dat allerlei latente
spanningen in ons huwelijk acuut wor
den. We gaan elkaar verwijten maken,
zo van: ik vind dat jij te veel doet voor
het kind, en: nee, jij doet te weinig. Op
die manier kan ons huwelijk ontwricht
worden. Weet je, van de ene minuut op
de andere wordt er een enorm beroep
-ip je gedaan. Je moet je geweldig inzet-
en, om de toestand op te vangen en
laarin faal je, want dat heb je nooit
[eleerd"
aartje Rutten: „Er komen wel
ouders bij me die zeggen: ik
wou dat hij dood was ge
weest". Dank zij het ijveren
van „Stop de Kindermoord"
is er een interdepartementale
werkgroep ingesteld met de
opdracht: het op korte ter
mijn opstellen van richtlijnen waaraan
jde stedebouwkundige opzet van nieuwe,
jte reconstrueren en ook bestaande woon
wijken moeten voldoen. Daarbij is het
begrip „Woonerven" uit de bus gekomen.
:Ze zullen nog dit voorjaar bij algemene
maatregel van bestuur worden gelegali
seerd. Zo'n twintig Nederlandse gemeen
ten, Delft en Emmen voorop, hebben ze
pi. Bij woonerven zijn de stoepranden,
die in de oude situatie de straat van het
'oetpad scheiden, verdwenen. Lange,
echte stukken worden vermeden. Het
ijprofiel verspringt steeds. Men gebruild;
obbels en obstakels, vooral waar uit
gangen van huizen zijn of waar veel
{espeeld en overgestoken wordt. Bomen,
iloembakken, speelrekken, klim-heuvel-
tjes. Parkeerplaatsen worden gebieden,
lie duidelijk deel uitmaken van het
;peel- en voetgangersgebied zodra de
iuto weg is. De automobilist heeft geen
'oorrang meer en kan niet harder dan
pvoets rijden.
Een automobilist. „Toen ik
stopte, waren er twee dood.
Dat wist ik meteen. Ik durfde
niet te kijken, nadat ik ge
stopt was. Ik ben maar voor
iedereen uitgelopen, naar de
eerste de beste boerderij.
Toen ik daar zat te wachten,
dacht ik steeds: het zal wel niet waar
zijn. Het is net als wanneer je vrouw op
sterven zou liggen en je weet dat ze dood
zal gaan. Maar je hoopt toch nog dat ze
zal genezen. Ja, het is een stik-rot-gevoel.
En dat blijft".
Een vader: „Het gaat mij er
niet om, dat iemand straf
krijgt of dat ik wraak kan
nemen. Daar krijg ik mijn
zoon niet mee terug. Ik kan
een pistool kopen en die man
doodschieten, want ik weet
wie het is. Maar daar schiet
ik niks mee op. Misschien, dat het me
zou opluchten, maar die jongen blijft
toch dood en ik moet toch verder leven.
Dus wat heb je dan aan zo'n opluchting?
Hij heeft zijn deuken vergoed gekregen,
wij zitten met onze deuken. De volgende
dag was hij al op het politiebureau, om
schade aan te geven. Een kinderhoofd
een spatbord, wat zou dat nou wel
KINDER
voor schade geven? Maar zo wordt dat
dus afgehandeld. Hij krijgt zijn schade
vergoed en een kind van acht jaar gaat
als een schuldige het graf in".
M aartje Rutten: „Automobilis
ten, die een kind doodrijden,
worden op het politiebureau
geestelijk speciaal opgevan
gen, wist je dat? Maar voor
de opvang van de nabestaan
den is er helemaal niets". De
aktiegroep „Stop de Kinder
moord" heeft een klacht ingediend bij de
reclamecommissie naar aanleiding van
een serie advertenties, waarin gesteld
werd, dat de veiligheid van kinderen
afhangt van het reactievermogen van
automobilisten. „Duizenden kinderen
hebben hun leven te danken aan automo
bilisten". De aktiegroep vindt dit een
trap na aan al die automobilisten die de
pech hebben gehad wel een kind dood
te rijden vanwege de huidige wegen-
structuur. De advertenties zijn achter
haald, want ze gaan helemaal niet in op
de toch al bij velen bekende theorie, dat
de verkeersveiligheid afhangt van de we-
genstructuur en nauwelijks van het rijge
drag.
M aartje Rutten: „Wij komen
niet alleen voor de kinderen
en andere zwakke groepen
op, maar ook voor de automo
bilisten, die zijn ook slachtof
fer van het systeem. Zo'n man
die drie kinderen dood rijdt
het is maar toevallig of je
slachtoffer dan wel dader bent Krank
zinnig toch het ene deel van de men
sen gaat achter de automobilisten staan
(„de kinderen kijken ook niet uit") en het
andere deel schaart zich achter de kinde
ren („er wordt maar als idioten gere
den"). Waarom elkaar de schuld geven?
Waarom mensen met schuld laten zitten
(„ik heb niet goed op mijn kinderen
gelet", „ik had misschien nog sneller
kunnen remmen"), terwijl we allemaal
schuldig zijn door een systeem in stand
te houden en verder uit te bouwen dat
eenvoudig om slachtoffers vraagt? We
moeten het systeem veranderen".
De instelling van woonerven is een eerste
aanzet tot wat men ep het ministerie van
verkeer een betere „verkeersleefbaar-
heid" noemt. Dode straten leven op. Er
hangt bruidssluier overheen, er staan
bankjes voor de gevels en overal bakken
met geraniums. Het is net of je in het
buitenland bent. De straat wordt een
verlengstuk van de woning. De mensen
maken weer een buurpraatje, steken
weer over om een ander te gaan helpen.
Het hele sociale leven bloeit op. De
eeuwige vloek van het verkeer, de eeuwi
ge angst voor een ongeluk is verdwenen.
M aartje Rutten: „Je zou het niet
verwachten, maai' de nabe
staanden van verkeersslach
toffers worden door hun om
geving uitgestoten. Men wil er
niet mee geconfronteerd wor
den. Alweer dat taboe ten op
zichte van wat jezelf overko
men kan". Het systeem veranderen,
maar hoe? Enerzijds bepleit de aktie
groep „Stop de Kindermoord" een situa
tie waarin mensen zich zo weinig moge
lijk zouden hoeven te verplaatsen. Wo
nen, werken en recreëren moeten weer
naar elkaar toegebracht worden. De
funktie van het vervoer verliest daarmee
zijn prioriteit en de leefbaarheid komt
weer op de eerste plaats. Anderzijds kan
daar waar het autoverkeer zich te veel
heeft opgedrongen, getracht worden
door herindeling van de woonomgeving
het autoverkeer aan te passen aan voet
gangers en fietsers. De overheid moet
zijn aandacht verleggen van de auto
naar andere vervoersmiddelen en daar
bij door de bevolking voortdurend op de
vinger gekeken worden. Dat wil „Stop
de Kindermoord" bereiken vanuit de we
tenschap dat er wel heel langzaam
iets op gang komt, maar dat het beleid
momenteel nog steeds gericht is op in
standhouding van het autosysteem met
alle gevolgen ervan.
Een moeder: „Als het tegen
vieren loopt, denk je: ik moet
hem gaan halen. Dat heb je
al die jaren gedaan, daar ben
je zo aan gewend geraakt. Je
schrikt soms van jezelf, dat je
opeens denkt: wat doe je nou?
Ik ben een broek aan het
kopen voor die jongen van dertien en ik
kijk automatisch ook bij de broeken
voor acht jaar. Dan ben je met zo'n
broek in je handen op weg naar de kas,sa
en dan denk je opeens: wat doe ik nou?"
Initiatiefnemer van „Stop de
Kindermoord" is de journalist
Vic Langenhof geweest. Zes
jaar geleden werd een zoontje
van hem doodgereden. Twee
jaar later belde een vrouw
hem op, die een eenmansaktie
aan het voeren was voor gro
tere verkeersveiligheid in haar woon
plaats. Of hij daar niet een artikel over
wilde schrijven? Vic zei: „Ik zal het nog
wel eens bekijken". De volgende dag
werd zijn tweede zoontje aangereden op
precies dezelfde plaats als het eerste. Zo
verschrikkelijk woedend is hij toen ge
worden dat hij een vlammend artikel
heeft geschreven onder de kop „Stop de
Kindermoord". Er kwamen kisten vol
reacties, de een nog triester dan de
ander. Binnen een maand stonden er
duizend kinderen op Het Binnenhof te
demonstreren. „Stop de Kindermoord"
was geboren. Aanvankelijk slechts uit
het inzicht dat het probleem te margi
naal werd aangepakt een stoplicht ie
hier, snelheidsbeperking daar, en laat ae
kindertjes maar kleuren dragen die erg
opvallen. Sindsdien is er de overtuiging
bijgekomen, dat intoming van het ver
keer kinderen meer ontplooiingsmoge
lijkheden geeft (ze kunnen weer vrijelijk
spelen op straat) en dat de mens er
sociaal bij gebaat is.
Een vader: „Je wil steeds over
haar praten, maar je houdt
vaak je mond omdat je de
stemming van andere mensen
niet wil bederven. Op een ver
jaardag doe je je best om
over iets anders te praten,
maar je kan je hoofd er niet
goed bijhouden en daar word je dan
weer zo moe van. Zeker bij feestdagen,
zoals met de kerst, en ook bij verjaarda
gen. Dan denk je steeds: vorig jaar was
ze er nog bij. En je wil dat de anderen
haar niet vergeten dat die ook steeds
aan haar denken. Maar dat kan natuur
lijk niet".
M aartje Rutten: „Als het zo
door gaat, zit over een paar
jaar iedereen met een ver
keersdode in zijn familie. Dat
blijf je toch niet pikken?"
PIET SNOEREN