Luchtmachtkapel
stapte swingend
uit de marspas
„Een brug te ver" kan nog veel
meer figuranten gebruiken
weer
iJMEGEN 367 Beedigings-
echtigheden, 75 commando-
lerdrachten, 118 grote marsen,
grote militaire parades, 80
ewachten, 72 medaille-uitrei-
ngen, 73 begrafenissen met
ilitair eerbetoon, 70 doden-
rdenkingen, 142 taptoes, 566
ncerten, 70 kerstwijdings-
ensten, 158 radio- en TVopna-
en. Geen absurde opsomming
het handboek voor de statis-
c, maar een vermoeiende se-
uiterst vreedzame wapenfei-
i, waarvan majoor Harry van
penbeek en vijftig mede
rijders op 1 april enigszins
aechtig mogen uitblazen. Van
epenbeek en z'n militante per
tonnetje hebben namelijk op
e datum al 25 jaar gewapend
et o.a. houten en koperen in-
rumentarium de kleuren van
tderland op het muzikale
önt hooggehouden. Een kwart
uw waarin zij zich onder de
iam Kapel van de Koninklij-
Luchtmacht onledig hielden
et alle bovengenoemde bui-
nshuizige bezigheden en een
Dlstrekt eigen geluid produ-
erden, waarvoor de kenners
kwalificatie „Van Diepen-
tek-sound" in huis plegen te
:bben.
arry van Diepenbeek en zijn
jchtmachtkapel vieren feest
et o.a. een gala-avond en een
incert voor de burgerij in de
ijmeegse thuishaven en kun-
nen terugkijken op een kwart
eeuw militaire muziek, waarin
wel het een en ander veranderd
is. Na de oorlog had het Neder
landse leger al enkele militaire
orkesten geformeerd, maar de
Luchtmacht deed het nog met
een gelegenheidskapelletje van
dienstplichtigen, die toevallig
ooit nog eens muziekles hadden
genoten en best wat extra ver
lofdagen bij elkaar wilden bla
zen Tot 1951, want toen had de
Luchtmacht een aantal beroeps
musici bijeengetrommeld, oude
rotten van diverse muzikale
pluimage, en werd er een jong
HARRY VAN DIEPENBEEK
ZETTE VIJFENTWINTIG JAAR
GELEDEN DE BEUK ERIN
Kapelmeester majoor H. F. W. van Diepenbeek.
Deventer Bij de filmproduk-
tiemaatschappij van Joseph E.
Levine, die de volgende maand
in Deventer begint met de op
namen voor de film „Een brug
te ver", stromen dagelijks de
aanmeldingen binnen van men
sen, die graag mee willen spe
len. En als het aan de filmmaat
schappij lag, zouden er best nog
meer brieven mogen komen,
want er zijn maar liefst vele
honderden, om niet te zeggen
duizenden, achtergrondfiguran
ten in deze naar het gelijknami
ge boek van Cornelius Ryan te
maken film nodig.
De grootste groep figuranten
bestaat uit mannen beneden de
35 jaar. „Maar die moeten er
niet tegenop zien kortgeknipt en
gladgeschoren door het leven te
gaan',' zegt de heer Kamphuis,
een rasechte Deventenaar, die
zich in dienst van de filmmaat
schappij bezighoudt met de hele
figurantenwerving.
Bovendien gaat de voorkeur uit
naar mannen, die enige militaire
ervaring hebben. „Ze moeten
tenslotte met wapens omgaan
en het werkt ook prettiger, wan
neer de mensen wat op de hoog
te zijn met het reilen en zeilen
van een leger".
Tot nu toe zijn er zo'n 300 reac
ties binnengekomen. De meeste
hebben gereageerd op adverten
ties in verschillende kranten of
op de aanplakbiljetten, die op
verschillende plaatsen in Deven
ter zijn opgehangen.
„Ja, en we hebben ook vrouwen
nodig, alleen niet in zulke grote
hoeveelheden als mannen", zegt
Kamphuis. „Maar er komen in
de film opnamen voor, waarin
de burgers juichend aan de kant
van de weg de intocht van de
bevrijders gadeslaan. En daar
voor hebben we mannen, vrou
wen en kinderen nodig in alle
leeftijdsgroepen".
Tussen de vele brieven, die
Kamphuis te behandelen krijgt,
zitten ook hele grappige. „Er
was iemand, die schreef, dat hij
graag in de film mee wilde spe
len, maar dat het echt niet di
rect een hoofdrol hoefde te
zijn", lacht Kamphuis. „De men
sen hebben vaak helemaal niet
door, wat het inhoudt om ach
tergrondfigurant te zijn. Ze
schrijven in hun sollicitatie er
vaak bij, dat ze geen Engels of
Duits kunnen spreken. Maar dat
is helemaal niet belangrijk. Hun
voornaamste taak bestaat uit
het alleen maar aanwezig zijn,
zonder dat ze een woord hoeven
te zeggen. Ook over de benodig-
de uniformen maken veel figu-
ranten-in-spé zich zorgen. Dat is
niet nodig, want die mensen
hoeven zelf helemaal niet over
een uniform te beschikken.
Daar zorgen wij wel voor. Al
leen dat haarknippen kunnen ze
beter zelf verzorgen, want dan
kunnen ze tenminste aan hun
kapper laten weten, hoe ze het
geknipt willen hebben", ver
klaart Kamphuis.
„Het zijn zijn niet alleen Neder
landers, die te kennen geven
graag een rolletje in de film te
willen vertolken. Nee hoor, ik
heb zelfs brieven uit Frankrijk
en België gekregen", zegt de
man, die aan het behandelen en
verwerken van alle figuranten-
sollicitaties een volledige dag
taak heeft
Een leuke brief is afkomstig van
een mijnheer die een schilderij
heeft gemaakt van de Arnhemse
brug op het hoogtepunt van de
strijd. Bij zijn brief sloot hij
zelfs een kleurenfoto in van het
schilderij. Hij wil dit schilderij
beschikbaar stellen voor de ka
mer van mijnheer Levine, die de
volgende maand naar Deventer
komt.
In het kantoor van de filmmaat
schappij aan de Pikeursbaan in
Deventer komen ook bijna iede
re dag wel mensen binnenstap
pen, die zich als figurant willen
aanbieden. „Maar dat heb ik
liever niet, want ik moet alle
gegevens van de mensen töch
op schrift hebben en ik heb
bovendien een foto nodig. Zelfs
schoolkinderen komen hier aan
de deur. En ik heb ook gehoord,
dat bij de VW al verschillende
kinderen zijn geweest, die zeg
gen dat ze voor de film druk
aan het oefenen zijn om van de
brug af te springen. Dat is-na
tuurlijk je reinste onzin, want
het is helemaal niet nodig".
De brieven, die Kamphuis ont
vangt, vertaalt hij eerst in het
Engels om daarna in het kort
de gegevens op een kaart te
schrijven, waar bovendien de
pasfoto wordt bijgevoegd". Ik
ga helemaal af op de brieven,
die ik krijg, want het is geen
doen al die mensen op te roepen
voor een persoonlijk gesprek",
zegt Kamphuis. „Maar wél zijn
we van plan om in één keer al
die figuranten uit te nodigen in
'n zaal om ze daar allemaal
tegelijk te vertellen, wat de be
doeling is en wat zij moeten
doen.
Die mensen nodigen we trou
wens ook niet persoonlijk uit,
maar we plaatsen een oproep in
de kranten. Anders kost het veel
te veel tijd".
De Luchtmachtkapel tij
dens de muzikale exercitie,
met op de achtergrond een
Fokker Friendship" van de
luchtmacht.
broekie dat naar de naam Van
Diepenbeek luisterde voortgezet
om daar iets van te smeden dat
op een orkest leek. Harry van
Diepenbeek herinnert zich nu:
„Ik kwam voor een groepje
voornamelijk oudere muzikan
ten te staan van wie de meesten
tegen hun pensioen zaten en dat
was te merken ook. Ze hadden
er eigenlijk al niet meer op gere
kend dat er ook nog een knul
zou kunnen komen die er de
beuk in wilde zetten. Ik geloof
dat ze me liever zagen vertrek
ken dan blijven".
De jonge Van Diepenbeek was
een vreemde eend in de militai
re bijt en zelfs als je hem nu
na vijfentwintig jaar hoort pra
ten, heb je nog altijd het gevoel
dat hij in z'n uniform verdwaald
is. Hij kreeg al meteen te horen
dat militaire muziek marsmu
ziek was, niet meer en niet min
der. en dat eerste luitenant H.
W. F. van Diepenbeek dat wel
even moest onthouden. Een
geintje dat mocht, maar dan wel
in de „mess" waar hij een lucht
macht-doop ontving via een pet
vol bier. Daarna was het een
gedegen snel-cursus aan de offi-
ciersschool in Breda en weer
marsen spelen. Maar inmiddels
begon Van Diepenbeek steeds
harder te werken aan de verver
sing van zijn muzikale peloton,
terwijl hij daarnaast hardnek
kig alles op platengebied aan
schafte wat op Amerikaanse big
band-muziek leek. Vandaar dat
plotseling op het repertoire van
de Luchtmachtkapel naast dege
lijke oudjes als „Koning Voet
bal", en „Alte Kameraden",
frivolere werkstukjes als „When
the Saints go marchin' in",
„American Patrol" en de „St.
Louis Blues" opdoken. Een ont
wikkeling waar de jarenlang in
marstempo gedrilde kenners
van de militaire muziek even
vreemd van stonden na te swin
gen.
Een van de gevolgen van die
verandering: Er worden vragen
in de Kamer gesteld over de
Luchtmachtkapel. Achteraf
kunnen Van Diepenbeek en de
zijnen er wat smalend om la
chen. maar het was toentertijd
toch wel even paniek in de gele
deren. „The Saints" van de
Luchtmachtkapel begon een
aardige „hit" te worden m Ne
derland, toen de jaarlijkse Tap
toe Delft voor de deur stond.
Van Diepenbeek komt de orga
nisatoren aan het begin van het
spektakel z'n programma-lijstje
aanhieden en krijgt te horen:
„Alles goed en wel, maar die
„Saints" gaat er uit. Uiterst
oneerbiedige muziek. Van Die
penbeek, en niet eens een orden
telijke mars. „Dezelfde dag gaat
een motorordonnans in nood-
vaart terug naar Nijmegen om
daar de partituren voor een de
gelijke Wilhelm Tellouverture
op te vissen. Maar als de kapel
tenslotte moet optreden is Van
Diepenbeek jarig en het orkest
zo balsturig geworden, dat de
gewraakte „Saints" er toch te
genaan wordt geblazen. Delft in
last, vragen in de Kamer en een
heuse Commissie van Onder
zoek. Er worden her en der
standjes uitgedeeld en heel Ne
derland weet dat de Lucht
machtkapel stout is geweest.
Ongeveer terzelfdertijd krijgt de
Kapel z'n eerste Edison uitge
reikt voor een plaat waarop ook
„The Saints" uitgebreid para
deert. De eerstvolgende mars
van de Luchtmachtkapel wordt
dan ook een ware triomftocht.
Van Diepenbeek lacht vijfen
twintig jaar na dato nog altijd
stilletjes in het vuistje: „Dat was
onze mooiste periode"
Van Diepenbeek: „Wat die Van
Diepenbeek-sound nou precies
is. kan ik je echt niet zeggen.
Luister gewoon maar naar een
paar militaire orkesten en je
haalt ons er zo uit. Het is iets
persoonlijks van mij, er zitten
jazz-elementen in en het is
boeiender van voordracht. Ons
orkest pionierde daarmee zo'n
beetje. Het dansorkest van de
Duitse Bundeswehr is naar ons
voorbeeld opgezet".
De Luchtmachtkapel werd op
steeds meer fronten welkom ge
heten. Uitnodigingen kwamen
uit diverse landen binnen, de
platenmaatschappijen zetten de
groeven wagenwijd open. In
middels zitten er meer dan veer
tig elpees in de ransel van de
majoor, waaronder de eerste
kwadrafonische uit 1974. Hoog
tepunt voor Van Diepenbeek
zelf is de Canada-tournee uit
1970, waarbij het orkest een dik
ke twee weken lang onder het
motto „Thank you Canada" het
land van de bevrijders van we
leer bezocht en in overvolle
sporthallen van zo'n 4000 tot
8000 man speelde.
Zoals in alle militaire orkesten
het geval is, zijn de musici van
de Luchtmachtkapel volledig
beroepsmilitair met als op
dracht muziek-maken. Na een
korte militaire opleiding wordt
de muziek hoofdzaak en wordt
er op „organieke" militaire sa
menkomsten gespeeld en (tegen
een vergoeding) op uitnodigin
gen, onder andere uit de burge
rij. Van Diepenbeek: „Een mili
tair orkest heeft een steeds ster
kere functie in de muzikale sa
menleving gekregen. Ons orkest
is hier in de buurt voorbeeld
voor veel amateur-orkesten en
onze musici hebben, als de
diensten dat toelaten, een aantal
bijbaantjes. Ze geven les op mu
ziekscholen en een aantal diri
geert bij goede verenigingen. Je
kunt ook rustig stellen dat de
musici staan te dringen om hier
een baan te krijgen. Laatst heb
ben we een advertentie gezet
voor een trompettist en er ston
den er meteen veertien op de
stoep. We vragen mensen met
een mavo-opleiding en een goe
de muzikale ondergrond. Als ze
niet al op het conservatorium
zitten, moeten ze in elk geval
goed genoeg zijn om daar als
nog toegelaten te worden".
Het jaar 1976 wordt een opval
lende bladzijde in de geschiede-
lis van de Kapel. Allereerst het
jubileum op 1 april, dan de zes
tigste vierdaagse aan het Nij
meegse thuisfront, daarna voor
het eerst sinds 1974 weer een
Taptoe waarvoor Breda de
poorten geopend heeft, en ten
slotte het afscheid van de man
van het eerste uur. Van Diepen
beek zelf. Hem zal eervol ont
slag worden verleend en hij zal
zijn muzikale kwaliteiten als ge
woon burger verder gaan uit
dragen. Nog een bewijs dat de
militaire muziek en z'n beoefe
naars in de loop der tijd een
niet geringe „standing" hebben
verworven: De burger Van Die
penbeek wordt hoofdleraar aan
het conservatorium van Zwolle.
Hij wordt opgevolgd door eerste
luitenant H. C. A. W. Warnas,
die al onder-directeur van de
Luchtmachtkapel is. Warnas
stond al gereed, om het muzika
le commando over de Johan
Willem Friso-kapel in Assen
over te nemen, maar nu de plek
van Van Diepenbeek vrijkomt
houdt hij het toch maar op Nij-
*megen.
Er is voor de Luchtmachtkapel
in 25 jaar tijd veel veranderd.
Men speelt veel meer op allerlei
sociale bijeenkomsten, openin
gen van bejaardentehuizen,
geeft koffieconcerten voor de
luchtmacht zelf („door de week,
want op het weekend hoef je
tegenwoordig bij de krijgsmacht
niet meer aan te komen" vertelt
de direkteur van het orkest nog
even meesmuilend), maar één
ding is niet veranderd: Vragen
worden er nog altijd gesteld.
Ditmaal in de Nijmeegse ge
meenteraad. Nijmegen kreeg
kortgeleden z'n 150.000 ste inwo
ner en de Luchtmachtkapel
heeft de vader van de nieuwe
Nijmegenaar bij de geboorte
aangifte ten stadhuize een spon
tane aubade gebracht. „Moet
dat nou?" vroeg een PSP-raad-
slid zich zorgelijk af, „zo'n mili
tair orkest bij zo'n typische bur
gerlijke aangelegenheid?"
Op een zonovergoten Duindigt dromt het publiek samen rond de Luchtmachtkapel