NEDERLANDSE JACHTBOUW SPEELT NOG GROTE ROL
TUSSEN HISWA EN PLEZIERVAART LIGT
r
Wie straks de Hiswa bezoekt is aan zich
zelf verplicht daarna ook nog iets anders
te doen. Want zo'n watersporttentoonstel
ling laat alleen maar het mooie zien. Zelfs
een onversneden pieremegoggel is met
poetspommade, uitgekiende verlichting en
suggestieve kleurstelling op te peppen tot
„een schip van allure".
Na het aanschouwen van al het moois, is
het bepaald zinvol om een aantal jachtha
vens te bezoeken om daar in gebruik zijn
de schepen te beoordelen. Gesprekken met
schippers en andere opvarenden over hun
boot, over het wel en wee op diverse
tochten en onder allerlei omstandigheden.
Praten over onderhoud, over uitrusting
voor binnenwater, IJsselmeer, wad of zee.
En dan zal men tot de ontdekking komen
dat bijvoorbeeld het lichte, standaard bij
geleverde ankergerei toch al vrij snel door
degelijker spul vervangen is, dat veel
„mooiweeruitrusting" in de praktijk niet
blijkt te voldoen en dat alles, wat in en
op een horizontaal liggend schip op een
tentoonstellingsstand zo mooi leek onder
het genot van een drankje, bij .dansend'
weer niet zo handig is.
Veel zeilers hebben hun ervaring opgedaan
in schepen van oplopend formaat. Ze be
gonnen klein en hun schip groeide gelijk
op met hun zeemanschap. De nieuwelingen
van nu beginnen vaak meteen met een
middelmatig tot groot schip, zonder dat ze
ervaring hebben. Een ontwikkeling, die
vraagt om een vaarbewijs en om uitbrei
ding van de opleidingsmogelijkheden.
In de zeilschepensector loopt het aanbod
in prijzen uiteen van iets meer dan duizend
tot ver over de miljoen gulden. Hiswa '76
vergeleken met tien of vijftien jaar gele
den, laat erg veel luxe zien. Zelfs kleine
kajuitzeiljachten tussen zes en acht meter,
hebben vaak veel luxe aan boord, soms
standaard bijgeleverd en anders tegen
meerprijs te leveren.
De meeste schepen worden voor de aan
schafprijs zeilklaar afgeleverd, maar de
verschillen tussen wat de ene of de andere
werf daaronder verstaat,'zijn groot. Over
het algemeen moet de koper van een zeil
schip er op rekenen dat, wanneer hij zijn
schip naar eigen ideeën zeilkaar wil heb
ben, hij moet rekenen op nog 15 procent
boven de prijs. Er zijn ook ervaringen die
op een verdubbeling van de aanschafprijs
uitkomen. Maar dan heeft men een zeilend
huis, met centrale verwarming, warm en
koud stromend water, meerdere wastafels,
twee toiletten, douche, komplete navigatie-
uitrusting inclusief radar, electriciteits-
voorziening en nog een paar van die zaken.
We hebben het dan wel over een schip van
één tot enkele tonnen geld.
Dat het ook wat minder kan bewijst het
toenemend aantal werven dat met zelf
bouwpakketten komt: Kielstra uit Blokzijl
bijvoorbeeld met de geheel nieuwe Stap
per, een 6.50 meter kajuitzeiljacht in hecht-
hout. En dan natuurlijk Brink uit Stomp-
wijk en Waarschip bv. in het Groningse
't Waar, met resp. Kolibri en de Waarschip
serie. De Waarschipfamilie is uitgebreid
met de 570, waarvan er een tijdens de
Hiswa afgebouwd wordt.
Het trailervaren is een ontwikkeling, die
vrijwel parallel loopt met de opkomst van
de caravan en andere aanhangwagens ach
ter de auto. Aangezien de meeste mensen
met auto, boot en huis toch wel zo'n beetje
aan de lat van hun besteedbaar inkomen
zitten, kunnen „bruin" en de (meestal mid
denklasse) auto niet veel trekken. Het
schip kan dus niet al te groot zijn en de
trailer niet al te zwaar.
De Duitse Dehler jachtbouw heeft de De-
lanta 75 gebouwd, een relatief groot schip,
dat toch op een vierwielige trailer achter
een middenklassewagen op reis kan. Dat
is mogelijk door de 200 kilo demontabele
ballast in de kiel. De ballast is verdeeld
over zeven blokken lood van elk ongeveer
30 kilo. Die blokken moeten natuurlijk wel
op de een of andere manier bij het schip
blijven. Het advies van de werf is, ze in
de auto mee te nemen. De trailer is dan
wel ontlast, maar het is de vraag of de
middenklasse wagen zelf, behalve vier per
sonen en de nodige bagage voor een zeilva
kantie van twee of meer weken, die 200
kilo lood nog wel aankan. Bovendien ver
oorzaakt het trailervaren bij sommige zei
lers een rare smaak. Want evenals vis,
moet een schip „zwemmen". En een schip
op een trailer is een zielig gezicht
Dat wedstrijdzeilers hun lichte bootjes van
wedstrijd naar wedstrijd rijden is te begrij
pen. Maar dat Nederlanders de Friese
meren of het IJsselmeer per trailer moeten
bereiken is minder bevattelijk. Je kan er
ook heen varen, de tocht erheen is op zich
al een belevenis. Nog gekker wordt het
wanneer men half Europa doorrijdt om
ergens in de blauwe wateren van de Mid
dellandse zee zijn schip te water te laten.
Ook dat gebied is varend te bereiken, maar
het zullen de beschikbare vakantiedagen
wel zijn die hier hun beperkingen opleg
gen.
Afgemeten aan het groeiend aantal zeil-
scholen en de vele cursisten die deze insti
tuten bezoeken, moet ook de schippers-
kunst in het algemeen haast wel verbete
ren. De beroepsvaart onderstreept dat niet
altijd. Van die zijde wordt nog altijd aan
gedrongen op instelling van een vaarbe
wijs. ANWB en veel watersporters zien dat
niet zo zitten. Het ziet er intussen wel naar
uit dat voor schepen langer dan 15 meter
en of schepen die sneller dan 20 km per
uur kunnen varen een vaarbewijs van
kracht wordt. Een voorstel voor de Binnen-
scheepvaartwet die ook in het vaarbewijs
voorziet, wordt binnenkort aan de Tweede
Kamer voorgelegd.
AMSTERDAM WTSÊM
Dit werd mede veroor
zaakt doordat de uitlaat
gassen in de schroef-
baan kwamen en de
„vat" op het water ern
stig belemmerden. Nu
zijn die bezwaren opge
heven. Niet alleen laat
een speciaal gecon
strueerd staartstuk een
3 1 reductie van het
schroeftoerental toe
waardoor grotere pro-
pellors toegepast kun
nen worden, maar door
de dubbele cavitatie
(kolk) plaat worden bij
het achteruitvaren de
uitlaatgassen volkomen
uit de schroefbaan ge
leid. Het resultaat is een
verbluffend goede trek
kracht achteruit.
jachthavens hanteren een zeilverbod zodat
een hulpmotor geboden is. Voorts speelt
mee dat de zeilschipper dank zij de moge
lijkheid tot mechanische aandrijving, meer
plezier van zijn boot kan hebben. Hij is
niet langer afhankelijk van de wind.
Voor de motorboot is de motor uiteraard
altijd nummer één geweest. Ook in deze
sector zijn er echter aanwijzingen dat de
motor een nog belangrijker rol speelt dan
vroeger. Die motor en met name de
buitenboordmotor heeft het mogelijk
gemaakt kruisertjes goedkoop op de markt
te brengen, kleine gezinsschepen voor een
geheel nieuwe groep watersporters. Buiten
boordmotoren zijn er in alle soorten en
maten. Voor het grotere zeiljacht dat ook
ruw water niet schuwt, is er de „lang
staart" waarbij de schroef diep steekt zo
dat hij niet boven water komt wanneer het
schip met zware deining te kampen krijgt.
Voor de visvlet is er de „kortstaart" die
genoeg heeft aan een miniem laagje water.
Hetzelfde visvletje heeft voldoende aan een
motor van één of enkele pk's, maar er zijn
ook zescylinders van 200 pk. Onze landge-
Zeilen voor
en met
gehandicapten
noot Cees van der Velden werd met een
dergelijke snelheidsduivel wereldkampioen
der speedboatcoureurs. Het zware schip
dat niet snel hoeft te varen, kan worden
voorzien van een buitenboordmotor met
reductie en werkschroef. De snelle speed
boat waarachter kan worden geskied, ver
eist juist een motor met een snel draaiende
schroef met grote spoed.
De buitenboordmotor is in meer dan één
opzicht uniek. Als bedrijfsklare unit kan
hij zonder meer achter een schip worden
gehangen en ook direct worden meegeno
men om de wintermaanden hoog en
droog thuis door te brengen of om mee
te gaan naar het zonnige zuiden waar hij
zich eenvoudig aan een rubber boot laat
monteren. Wie zijn schip verkoopt, hoeft
de buitenboordmoter niet perse cadeau te
geven, hij kan hem meenemen naar zijn
volgende boot. Voorts is deze vorm van
aandrijving ruimtebesparend. Maar het
grootste voordeel is de relatief lage prijs.
De technische ontwikkelingen zijn de laat
ste jaren enorm geweest. Het rendement
van de machines veelal tweetaktmotoren
en een enkele viertakt is sterk gestegen
waardoor het brandstofgebruik flink is
gedaald. Door de effectievere verbranding
zijn de uitlaatgassen aanzienlijk schoner
geworden (van 3000 roetdeeltjes op een
miljoen naar slechts 40) en de geluidsover
last is ondermeer bestreden door in veel
gevallen de uitlaat onder water te laten
eindigen (met een gemiddelde van 56 deci
bels maakt de motor minder herrie dan
de grasmaaimachine van de buurman).
Algemeen gezegd: de buitenboordmotor is
het afgelopen decennium veel economi
scher en milieuvriendelijker geworden.
Motoren die permanent in een schip zijn
gemonteerd, kan men kiezen vanaf rond
1,5 pk tot en met 200, 400 en zelfs 1000
pk toe. Vanaf een klein eenputtertje tot en
met reusachtige twaalfcylinders. Ook in
deze categorie is het vermogen echter niet
het enige verschil tussen de vele merken
en types. Zo is er keus uit diesel- en
benzinemotoren, waarbij de laatste groep
weer te splitsen is in viertakt en tweetakt.
En dan is er nog een vrijwel onbeperkt
aantal mogelijkheden voor wat betreft de
AMSTERDAM rai
aandrijving: verschillende reducties, ver
schillende types keerkoppelingen en
schroeven en zelfs verschillende manieren
om de schroef aan te drijven. Maar ont
houd: de binnenboordmotor is aanzienlijk
duurder dan een qua vermogen vergelijk
bare buitenboordmotor. Vooral ook omdat
veelal schroefas, reductie, keerkoppeling
en schroef niet in de prijs zijn inbegrepen.
Daarnaast ook voordelen zoals een bijzon
der economisch brandstofgebruik (hoog
rendement, schone uitlaatgassen) en een
lange levensduur. Vijftien jaar mag gerust
worden aangehouden bij kostprijsbereke
ningen. Er zijn in Nederland zelfs jachten
waarin dezelfde motor al vijftig jaar sto-
ringvrij draait. Uiteraard is het belangrijk
de juiste motor in het schip te zetten. De
dieselmotor is in aanschaf de duurste op
lossing, maar het verbruik is lager dan de
benzinemotor en bovendien kost dieselolie
globaal maar half zoveel (als benzine. Wie
75 tot 100 uur per jaar op' de motor vaart,
is voordeliger uit met een diesel, daaronder
verdient de benzinemotor de voorkeur. Wat
een scheepsmotor in het algemeen pas echt
duur maakt, is het kiezen van een machine
met meer vermogen dan noodzakelijk. Iets
wat veel voorkomt. Bij planerende schepen
en halfglijders is niet direct een norm te
geven, maar voor schepen van het water-
verdringende type de meeste motorkrui
sers en kajuitzeiljachten wel. Voor die
schepen geldt dat de maximaal haalbare
snelheid afhankelijk is van de lengte van
het schip op de waterlijn en via een formu
le kan die snelheid worden uitgerekend.
Voor het bereiken van zijn rompsnelheid
heeft een motorkruiser 6 tot 7 pk per ton
waterverplaatsing nodig en een zeiljacht
rond de 3 pk per ton of zelfs minder. Wie
meer vermogen installeert maakt het zich
zelf onnodig duur. Sneller varen wordt er
niet mee bereikt en wel trekt hij hogere,
voor andere watersporters hinderlijke en
voor de wallekant schadelijke golven. Bes
te advies: de computer op de Hiswa (be
heerd door Bovag en IBM) staat er niet
voor niets. Doe er uw voordeel mee.
Piet Snoeren
Opmars motorjacht
Niet minder dan vier nieuwe motorjach
ten, die de wereld nog nooit heeft aan
schouwd, zullen in de RAI te bewonderen
zijn. Allereerst de stalen Doerak 730 ak,
lang 7 meter 20, van de zo succesvolle
werf Eista. Het schip, voorzien van een
achterkajuit, is een verlengde versie van
de veelgevraagde Doerak 700, en evenals
zijn kortere zuster voorzien van een 20 pk
bukh dieselmotor. In de achterkajuit be
vinden zich twee slaapplaatsen waardoor
het totaal op zes tot zeven komt.
Dan de Dompvlet, een 8 meter 65 lange
stalen vlet van Abma's jachtwerf de Domp,
een multi knikspant die overal een sta-
hoogte heeft van 1 meter 90. De richtprijs
is 50.000 gulden. Vervolgens de Polaris 32,
een 9 meter 60 lang polyester jacht van
Polaris-Heusden, dat met twee diesels van
100 pk een snelheid van 35 kilometer be
reikt, meer dus dan een zogenaamde half-
glijder aan snelheid kan maken. Luxueuze
inrichting voor zeven personen. Eigenaars
hut in het voorschip, een toiletruimte met
douche en een achterkajuit. Tenslotte de
Target 38 saloon, een 11 meter 50 lang
schip van jachtwerf Conavroegh met een
garantie op het hele verfsysteem. De jach
ten worden in een moderne hal na het
staalstralen en verzinken gespoten. Ze wor
den als het ware voorzien van een tweede,
corrosievrije en stootvaste huid. Het pfoce-
dé staat onder toezicht van Sikkens.
Tot zover de wereldprimeurs. Nederlandse
primeurs zijn de Marco 730 en B10 van
Marco-plast en de Invader 700 van Gelder
blom Bootimport, allemaal polyester. De
Marco 73Ö is een royale gezinskruiser met
hardtop. Standaard is dit schip uitgerust
met een iO p«. Renault benzinemotor. De
prijs is 41 400 gulden. De 810 heeft een 40
pk Renault benzinemotor, maar kan naar
wens ook met diverse types dieselmotoren
worden uitgerust. Richtprijs 44.750 gulden.
De Invader is een moderne, strak gelijnde
boot van 7 meter met achterkajuit voor 2
personen. In de voorkajuit nog eens 4
slaapplaatsen. Het ontwerp is in samen
werking met een Engelse, fabriek tot stand
gekomen.
Geheel
nieuw idee
Een geheel nieuw
idee vindt men op de
Hiswa bij motormodel
len (buitenboord) die
bestemd zijn voor
zwaardere schepen. Tot
nu toe was een bezwaar
van de conventionele
motoren dat de stuw
kracht van de voor zijn
doel kleine propellor
die veel toeren maakt,
niet optimaal was. Met
name was in vele geval
len de trekkracht ach
teruit teleurstellend.
Op de Hiswa gonst het van nieuwe activi
teiten en de Nederlandse jachtbouw speelt
er een grote rol in. Dertien wereldpri
meurs maar liefst, waarvan twaalf ont
sproten aan vaderlandse bodem een
verheugend bewijs voor het feit dat we
internationaal nog een bazuinpartij mee-
blazcn. Maar het watersportfestijn in de
Amsterdamse RAI biedt de bezoekers (vo
rig jaar waren het er 203.000, laat de auto
liever thuis) nog een andere primeur. Voor
het eerst zal in Nederland per computer
voorlichting worden gegeven over welke
motor het best past bij welk type schip
en welk type watersporter. Wie belang
stelling heeft, hoeft slechts een korte vra
genlijst in te vullen (Naam, leeftijd, boot-
bezitter of niet, gewenste soort motor, te
besteden bedrag, verlangd motorvermo
gen) om direct van het electronisch brein
te horen, welke motoren in aanmerking
komen, het advies beperkt zich niet tot
binnen- en buitenmotoren, in het program
ma zijn ook het hekaggregaat, de tweetakt
en viertakt, de benzine, de diesel en de
electrische aandrijving opgenomen. De
motorvermogens zijn in zes categorieën
verdeeld, evenals de te besteden bedragen.
Een uiterst nuttig initiatief, want door de
bomen kan men onderhand het bos niet
meer zien. Vergelijk maar in Europa
werden afgelopen jaar 200.000 boten ver
kocht en 270.000 motoren een aanwijzing
voor het feit dat de motorvaart het van
de zeilvaart aan het winnen is, met alle
verlekkerd lippenlikken van motorfabri
kanten van dien. Hoe komt dat? Wel: het
pleziervaartuig is bereikbaar geworden
voor grotere groepen van de bevolking,
met als gevolg dat vele op latere leeftijd
aan een boot beginnen. Nieuwe waterspor
ters zonder ervaring. Niet begonnen met
het kleine roeibootje om via een of meer
zeilscheepjes hun uiteindelijke familieschip
te kopen. Deze nieuwe watersporter mist
uiteraard de vakkennis en handigheid van
de oude visserman, die zijn botter op het
zeil afmeerde. Hij is aangewezen op de
moderne techniek op de hulpmotor.
Bovendien is het drukker geworden op het
water en zijn er meer obstakels gekomen
in de vorm van bruggen en sluizen. Veel
Er bestaat een stichting
Zeilen voor Gehandi
capten. De stichting be
schikt inmiddels over
een zeilschip van het ty
pe Catamaran, dat door
z'n grote stabiliteit ge
schikt is voor het varen
met zelfs ernstig gehan
dicapten in rolstoelen.
Het schip heeft 150.000
gulden gekost. Het is
duidelijk dat deze stich
ting wel wat geld kan
gebruiken.
Dat is ook begrepen
door leden van een an
dere stichting. De stich
ting Varend Museum
schip, een groep eigena
ren van varende monu
menten heeft aangebo
den haar schepen een
weekeinde ter beschik
king te stellen voor het
goede doel. Voor vijftig
gulden per weekeinde
per persoon kunnen
groepen zich opgeven.
De gehele opbrengst
gaat naar de stichting
Zeilen voor Gehandicap
ten.
Het weekeinde is vastge
steld op 24 en 25 april.
De hele vloot, inclusief
het schip van de stich
ting zeilen voor gehandi
capten de Zonnetij
vaart op die twee dagen
het trajekt Hoorn/Mar
ken op en neer.
Op de Hiswa-tentoon-
stelling staat een stand
van de stichting „Het ge
handicapte Kind". De
schipper van „de Zonne
tij", Henk Plaatje, zal
daar vertellen over zijn
eerste ervaringen van
het zeilen met gehandi
capten. Er is ook een
fraaie poster gemaakt
die de aandacht op 24 en
25 april vestigt
Q Het oude ambacht is op de Hiswa vertegenwoordigd door Bert Stoop uit Dordrecht
die met een unieke collectie houtsnijwerk een goede indruk geeft van de vele
mogelijkheden van scheepsversiering.
Ruimte en comfort zijn sleutelwoorden voor de moderne
ontwerper van motorjachten.
Een vertegenwoordiger van de Doerak-familie; solide en spor
tief.
De Hiswa toont ook veel accessoires zoals deze computer die
aangeeft (rechts), en deze duiklichten met magnetische bediening.
met grote nauwkeurigheid de over water afgelegde afstand